BIJLAGE
CONTROLEPROTOCOL Stimuleringsfonds voor de pers
1 Algemene uitgangspunten
1.1 Doelstelling
Dit controleprotocol heeft betrekking op de accountantswerkzaamheden die de accountant van het Stimuleringsfonds voor de Pers
(hierna: Stimuleringsfonds) uitvoert ten behoeve van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (hierna: OCW).
Artikel 8.9 van de Mediawet geeft aan dat bij ministeriele regeling regels kunnen worden gesteld over de inrichting van de
begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole. Artikel 35, derde en vierde lid van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen bepaalt dat de verklaring van de accountant mede betrekking heeft op de rechtmatige inning en
besteding van de middelen door het zelfstandig bestuursorgaan en op de vraag of het beheer en de organisatie van een zelfstandig
bestuursorgaan voldoen aan eisen van doelmatigheid. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen
ten aanzien van de werkzaamheden van de accountant.
1.2 Wettelijk kader
Het wettelijk kader1 voor de accountantscontrole van het Stimuleringsfonds bestaat uit:
– Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek (BW 2 Titel 9)
– Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 640
– De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (exclusief artikel 22)
– De Mediawet 2008, hoofdstuk 8. de Pers
– Het Mediabesluit 2008, hoofdstuk 6. Subsidieverstrekking ten behoeve van persorganen
– De Mediaregeling 2008, hoofdstuk 5. Stimuleringsfonds voor de Pers
– Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT)
– Aanbestedingswetgeving (zowel Europees als nationaal)
De specifieke eisen voor de financiële verantwoording en de accountantscontrole liggen vast in artikel 35 van de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen.
– Artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet bepaalt onder meer dat de jaarrekening vergezeld gaat van een verklaring omtrent de
getrouwheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 35, derde lid, bepaalt dat de bovengenoemde verklaring mede betrekking heeft op de rechtmatige inning en besteding
van de middelen door een zelfstandig bestuursorgaan. Deze eisen leiden tot het hierna in 1.3, onder ad. 1 opgenomen accountantsproduct.
– Artikel 35, vierde lid, bepaalt dat de accountant een verslag van bevindingen bij zijn verklaring voegt over de vraag of het
beheer en de organisatie van een zelfstandig bestuursorgaan voldoen aan de eisen van doelmatigheid. Dit leidt tot het hierna
onder 1.3, onder ad. 2 opgenomen accountantsproduct.
Dit controleprotocol is opgesteld naar analogie van de door het NIVRA 2 uitgegeven ‘Handreiking Controleprotocollen’ (februari 2007). De daarin opgenomen uitgangspunten zijn specifiek gemaakt voor
de OCW-situatie. Waar mogelijk zijn tekstpassages uit de handreiking in dit controleprotocol overgenomen. Het controleprotocol
treedt niet in de plaats van de oorspronkelijke wet- en regelgeving. Voor de controle van de jaarrekening is in dit controleprotocol
een verplichte tekst voor de controleverklaring opgenomen.
De beschreven (minimale) controlewerkzaamheden zijn bedoeld als aanvulling op de ’Nadere voorschriften Controle- en overige
standaarden’ (NV COS).
1.3 Accountantsproducten/Rapportering
Van de accountant van het Stimuleringsfonds worden de volgende producten verwacht:
1. Verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Stimuleringsfonds (volgens artikel 35, tweede en
derde lid)
2. Een verslag van bevindingen over de doelmatigheid van het beheer en de organisatie (volgens artikel 35, vierde lid).
De accountantscontrole op de jaarrekening mondt uit in een controleverklaring. De accountant maakt voor de controleverklaring
gebruik van de in het controleprotocol opgenomen modeltekst. De accountant mag ervoor kiezen om ten behoeve van OCW een zogenaamde
‘WG-verklaring’ af te geven, waarbij uitsluitend de naam van de instellingsaccountant met aanduiding w.g. (was getekend) wordt
vermeld. De origineel ondertekende verklaring/rapport met de persoonlijke handtekening van de accountant moet in het archief
van de instelling worden opgenomen (zie ook Praktijkhandreiking 1103 van het NIVRA).
Ten aanzien van de in het controleprotocol opgenomen werkzaamheden geldt een rapportagetolerantie. De rapportagetolerantie
geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten worden aan OCW in het verslag van bevindingen. Voor alle in het controleprotocol
genoemde posten, uitgezonderd de Europese aanbesteding en bezoldiging bestuurders, geldt een standaard rapportagetolerantie
van 0,1% van de totale bijdragen van OCW. Omdat het uitgangspunt wordt gehanteerd dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk
moeten worden gecorrigeerd, beperkt de accountant zich tot een uitzonderingsrapportage. Hiervoor gebruikt hij het verslag
van bevindingen, waarin hij de aard en omvang van de geconstateerde fouten vermeldt. Het verslag van bevindingen is vormvrij.
Het bestuur van het Stimuleringsfonds stuurt het verslag van bevindingen samen met de controleverklaring en de jaarrekening
naar OCW. Het bestuur kan daarbij aangeven hoe het heeft gereageerd op de geconstateerde bevindingen. Voor wat betreft het
omgaan met geconstateerde fouten wordt verwezen naar de in hoofdstuk 2.1.4 daarover opgenomen toelichting.
1.4 Controlecriteria
De accountant laat zich bij zijn werkzaamheden leiden door de geldende beroepsvoorschriften, in het bijzonder de VGC (Verordening
GedragsCode) en de Nadere voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS). De accountant betrekt de naleving van de
eventueel aanvullende verplichtingen, zoals opgenomen in de beschikking(en) met betrekking tot dat jaar, in zijn controle.
1.5 Procedure controleprotocol
Dit controleprotocol geldt met ingang van de accountantscontrole over het verantwoordingsjaar 2011 en is tot nader order van
toepassing.
1.6 Reviewbeleid
OCW kan besluiten tot het uitvoeren van een review, als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
De accountant van het Stimuleringsfonds verstrekt het reviewteam desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden3. De eventuele extra kosten van deze accountant in verband met de review zijn niet voor rekening van het ministerie.
2 De controleverklaring bij de jaarrekening van het Stimuleringsfonds
2.1 Algemeen
Dit onderdeel bevat nadere aanwijzingen voor de inrichting van de accountantscontrole en bestaat de volgende onderdelen
• Doelstelling controle op de jaarrekening
• Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
• Tolerantietabel
• Omgaan met fouten (foutdefinities)
2.1.1 Doelstelling controle op de jaarrekening
In dit deel van het controleprotocol staat de jaarrekening centraal. De controleverklaring van de accountant bij de jaarrekening
betreft de getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat, evenals de naleving van de wet-
en regelgeving. Het oordeel omtrent de naleving van wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële
rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De accountant stelt verder vast dat
het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
2.1.2 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringstolerantie moet worden afgezet, bijvoorbeeld
een bepaalde geldstroom of post in de verantwoording. De te hanteren omvangsbasis bij de controle van de jaarrekening is het
totaal van de bijdragen van OCW.
Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de wet- en regelgeving streeft de accountant naar een hoge mate van zekerheid.
De accountant richt zijn controle daartoe zodanig in, dat hij met een redelijke mate van zekerheid kan verklaren dat in de
jaarrekening geen onjuistheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties.
Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, moet uitgegaan worden van een
betrouwbaarheid van 95 procent.
2.1.3 Tolerantietabel
Voor de strekking van het oordeel gelden de volgende controletoleranties:
| Onjuistheden (in de financiële verantwoording) | Onzekerheden (in de controle) |
---|
Beperking | Afkeuring | Beperking | Oordeelonthouding |
Rechtmatigheid | | | | |
---|
A Rechtmatigheid besteding (% van de totale bijdragen* van OCW)
| >1 en <3 | ≥3 | >3 en <10 | ≥10 |
---|
Getrouwheid | | | | |
---|
B Balans (% van de (geconsolideerde) balanstelling) | >5 en <10 | ≥10 | >5 en <10 | ≥10 |
---|
C Exploitatierekening (% van de totale lasten, resp. uitgaven) | >2 en <5 | ≥5 | >5 en <10 | ≥10 |
---|
X Noot
* het totaal van de reguliere en de incidentele bijdragen van dat jaar
2.1.4 Omgaan met fouten (foutdefinities)
Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde controle is gebleken dat een (gedeelte
van een) post niet in overeenstemming is met één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin
opgevat, voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten is daarom niet toegestaan.
Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-)informatie beschikbaar is om een (gedeelte van
een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en
regelgeving. Voor een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de accountant fouten en onzekerheden zoveel
mogelijk kwantificeert.
Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de instelling moeten worden gecorrigeerd. Ten aanzien van
fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats
heeft gevonden.
Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole van de jaarrekening:
• Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening behoeft de instelling fouten met een gezamenlijk financieel belang
beneden de goedkeuringstolerantie niet te corrigeren en de accountant behoeft ze niet te rapporteren. Het effect op de vermogenspositie
(de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.
• Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële en niet-materiële fouten. De instelling
corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde fouten. De instelling kan echter dergelijke fouten niet altijd corrigeren. De
accountant informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan hierover conform de geldende beroepsvoorschriften.
Materiële fouten (d.w.z. fouten groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed op de strekking van de controleverklaring
en worden uit dien hoofde in de controleverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële fouten (d.w.z. fouten kleiner
dan de goedkeuringstolerantie) stelt de accountant een verslag van bevindingen op met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie.
2.2 Getrouwheid
2.2.1 Verslaggevingscriteria
Het Stimuleringsfonds stelt de jaarrekening op met titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek als basis (artikel 35, eerste
lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen).
De accountant stelt vast dat de jaarrekening hieraan voldoet.
2.2.2 Bezoldiging bestuurders
De accountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging voor de bestuurders juist en volledig is. De verplichtingen,
bedoeld in artikel 383 c van Titel 9 Boek 2 BW zijn van toepassing. Dit betekent voor het Stimuleringsfonds dat zij een opgave
op naamsniveau moet doen van alle bestuurders en gewezen bestuurders. (zie ook 2.3, ad 5.)
De accountant stelt aan de hand van de administratie van het Stimuleringsfonds integraal vast of de opgave in de toelichting
van de jaarrekening van het Stimuleringsfonds op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
(WOPT) juist en volledig is. Indien dit niet het geval is, geeft de accountant een ander dan goedkeurend getrouwheidsoordeel
af en vermeldt hij de ontbrekende informatie alsnog in zijn verklaring. Voor deze post geldt een rapportagetolerantie van
0%.
In dit kader wordt verwezen naar NBA Praktijkhandreiking 1115 Aanpassing van het oordeel in de controleverklaring bij materiële
tekortkomingen in de toelichting op de jaarrekening.
2.2.3 Jaarverslag
Met betrekking tot het jaarverslag, als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuurorganen stelt de accountant
vast dat:
• het jaarverslag voldoet aan de eisen die in artikel 18 en 19 van de Kaderwet zelfstandige bestuurorganen en in artikel 391
van Boek 2 titel 9 BW zijn gesteld
• het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
2.3 Financiële rechtmatigheid
Algemeen
De financiële rechtmatigheid heeft betrekking op publieke middelen. Financiële rechtmatigheid houdt in dat een financiële
transactie betrekking hebbende op publieke middelen waarvan de uitkomst in de jaarrekening dient te worden verantwoord, in
overeenstemming is met de in internationale regelgeving, Nederlandse wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriele
regelingen opgenomen bepalingen die de uitkomst van de financiële transactie beïnvloeden.
De accountant stelt vast of het Stimuleringsfonds de bijdrage van OCW rechtmatig heeft verkregen en besteed. Het referentiekader
voor het accountantsoordeel over de financiële rechtmatigheid wordt gevormd de relevante categorieën van wet- en regelgeving
(paragraaf 1.2). Indien een financiële transactie, naar het oordeel van de accountant, met het bovenstaande in strijd is,
merkt hij het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan.
Van de accountant wordt verwacht dat hij zijn controle in het kader van de financiële rechtmatigheid zo inricht, dat hij met
inachtneming van de gegeven controletolerantie tot een oordeel over de financiële rechtmatigheid kan komen.
Rechtmatigheidsaspecten
De accountant houdt bij het vormen van zijn oordeel rekening met de relevante wet- en regelgeving, zoals opgenomen in 1.2
van dit controleprotocol. Bijlage 3 geeft aan, hoe in dit controleprotocol de relatie is gelegd tussen die wet- en regelgeving
en de accountantswerkzaamheden. Hieronder is specifiek aangegeven wat er van de accountant wordt verwacht omtrent de financiële
rechtmatigheid en hoe hij over zijn bevindingen rapporteert.
1. De accountant stelt vast dat de door het Stimuleringsfonds verstrekte subsidies rechtmatig zijn, dat wil zeggen in overeenstemming
met Titel 8.2 en 8.3 van de Mediawet 2008 en de artikelen 20, 21, tweede lid, 22, tweede lid, 24 en 25a van de Mediaregeling
2008, Hoofdstuk 5, Stimuleringsfonds voor de pers. De accountant neemt de toetspunten voor de rechtmatigheid op in de opzet
en uitvoering van zijn controle.
2. Indien de Minister heeft bepaald dat het Stimuleringsfonds voor in artikel 32 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
genoemde rechtshandelingen zijn voorafgaande instemming behoeft, en indien uit de accountantscontrole blijkt dat het Stimuleringsfonds
deze voorafgaande instemming niet heeft gevraagd of verkregen, betrekt de accountant dit in zijn oordeel. De accountant beperkt
zich tot rechtshandelingen met een mogelijk financieel effect op de jaarrekening. Bij rechtshandelingen die geen financieel
effect op de jaarrekening hebben meldt de accountant deze in zijn verslag van bevindingen.
3. De accountant stelt vast dat de jaarrekening voldoet aan de bepalingen omtrent de egalisatiereserve, als bedoeld in artikel 33
van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
4. Het Stimuleringsfonds voor de pers is een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan en is daarmee in de zin van de Europese
regelgeving een aanbestedende dienst, zowel Europees, als nationaal (Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten).
De accountant controleert of het Stimuleringsfonds de richtlijnen voor Europese aanbesteding naleeft. De accountant gaat na
of bij in het controlejaar aangegane verplichtingen de Europese aanbesteding wel of niet terecht heeft plaatsgevonden. Van
de accountant wordt niet verwacht, dat hij de inhoudelijke stappen van het Stimuleringsfonds in het proces van Europees aanbesteden
beoordeelt. De accountant weegt zijn bevindingen mee in zijn oordeel. Indien de accountantscontrole fouten aan het licht brengt
die het Stimuleringsfonds niet herstelt, vermeldt de accountant deze in het verslag van bevindingen. Hiervoor geldt een rapportagetolerantie
van 0%.
5. De accountant stelt, aan de hand van de administratie van de instelling integraal vast of de opgave aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van de Wet openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) juist
en volledig is. Indien dit niet het geval is dan neemt de accountant dit op in een verslag van bevindingen zoals vermeld in
1.3 Accountantsproducten/Rapportering.
Zie in dit kader:
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT),Staatsblad nummer 95 d.d. 9-2-2006.
Wet op de loonbelasting 1964
Informatiebrief over de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), brief BZK dd. 8 februari
2006, zonder kenmerk. Inclusief het stroomschema waarmee kan worden bepaald of de rechtspersoon onder de Wet valt.
Informatiebrief over de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT), brief BZK dd. 21 maart
2006, kenmerk 2006-0000086399.
3 Het verslag van bevindingen
Doelmatigheid van het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Stimuleringsfonds
De accountant beoordeelt of het beheer en de inrichting van de werkzaamheden van het Stimuleringsfonds voldoen aan eisen van
doelmatigheid, als bedoeld in artikel 35, vierde lid van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Dit oordeel neemt de accountant
op in het verslag van bevindingen. De accountant hanteert als referentiekader de schriftelijke en door de leiding van de organisatie
vastgestelde handboeken, procedures en voorwaarden voor de kritieke processen, zoals inkoop, HRM, de overige bepalingen in
Titel 8.4 van de Mediawet 2008 en de artikelen 21, eerste lid, 22, eerste en derde lid, 23 en 25 over de subsidieverstrekking
van de Mediaregeling 2008.
De accountant betrekt in zijn onderzoek ook artikel 41 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, handelend over de beveiliging
van gegevens.
BIJLAGE 1: VOORBEELDTEKST CONTROLEVERKLARING
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: Opdrachtgever
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de (in dit verslag/rapport opgenomen) jaarrekening 2010 van .... (naam entiteit) te .... (statutaire vestigingsplaats)
gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per .... 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting,
waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw
dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de
Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, met name RJ 640. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid
van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming
dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk
voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante
wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 35,
tweede en derde lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met
Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het controleprotocol Stimuleringsfonds voor de Pers. Dit
vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren
dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen
in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming,
met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van
fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die
relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende
wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen
hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de
entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
en de financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen,
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel
te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel4 geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van .... (naam entiteit) per
.... 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving,
met name RJ 640.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan
de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet-
en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 1.2 Wettelijk kader van het controleprotocol Stimuleringsfonds
voor de Pers.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van
het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en
of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag,
voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
.... (naam accountant)
BIJLAGE 2: PROCEDURE ONTOEREIKENDE ACCOUNTANTSCONTROLE
Doel
Het doel van deze procedure is om voor alle betrokken partijen duidelijkheid te verschaffen over wanneer er sprake is van
een ontoereikende accountantscontrole en de te nemen stappen in het geval van ontoereikende accountantscontrole. De brief
over accountantscontrole van het Ministerie van Financiën (Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 28 779, nr. 1, d.d. 30 januari 2003) is als basis gebruikt voor onderstaande procedure.
Vaststellen ontoereikende accountantscontrole
De eerste stap in deze procedure is het vaststellen of er sprake is van een ontoereikende accountantscontrole. Dit is het
geval indien de controle niet voldoet aan de normen, zoals gesteld in het vigerende controleprotocol. Naast de gewenste uitkomst
dat de controle door de instellingsaccountant conform de eisen van het controleprotocol is uitgevoerd, zijn er nog andere
bevindingen uit de reviews denkbaar. Indien blijkt dat er tekortkomingen in wet- en regelgeving zijn, zullen deze gerepareerd
moeten worden. Als blijkt dat onvoldoende of geen gebruik gemaakt kan worden van de ontvangen controle-informatie, of het
dossieronderzoek niet tot het gewenste inzicht leidt, kan door OCW/AD worden besloten tot het uitvoeren van eigen controles
ter plaatse. De bevindingen uit de reviews worden neergelegd in een rapport van bevindingen. Dit rapport wordt zowel bij een
toereikende als een ontoereikende accountantscontrole gestuurd aan het vaktechnisch centrum van het accountantskantoor en
aan het bevoegd gezag.
Maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen
Indien is vastgesteld dat instellingsaccountants hun controlewerkzaamheden ontoereikend (niet conform de eisen van het controleprotocol)
hebben uitgevoerd, kunnen de volgende maatregelen worden genomen. In deze te nemen maatregelen, die deels ook een handhavingskarakter
hebben, zijn verschillende gradaties te onderkennen, naar gelang de aard en de ernst van de tekortkomingen in de controle
en de mate waarin er sprake is van herhaalde tekortkomingen. Er moet eerst worden vastgesteld om wat voor tekortkoming het
gaat, waarna de bijbehorende maatregel toegepast kan worden.
De instellingsaccountant gelegenheid geven voor herstelactie
Dit is de lichtste maatregel. Deze is aan de orde voor zover tekortkomingen voor de eerste keer worden geconstateerd en naar
aard en ernst geen zwaardere maatregel vergen. De accountant bij wie tijdens de dossierreview tekortkomingen in de controle
zijn gebleken wordt hiervan op de hoogte gesteld. Met hem worden afspraken gemaakt om deze tekortkomingen binnen een redelijke
termijn op te heffen. Na het verstrijken van deze termijn zal er een herhalingsreview worden uitgevoerd om vast te stellen
dat de tekortkomingen naar tevredenheid zijn opgeheven.
Jaarlijks aanschrijven van de besturen van accountantskantoren over negatieve reviewbevindingen met het verzoek voor verbetering
zorg te dragen
Het rapport van bevindingen wordt zowel bij een toereikende als een ontoereikende accountantscontrole gestuurd aan het vaktechnisch
centrum van het accountantskantoor en aan het bevoegd gezag. Voor zover instellingsaccountants geen gehoor hebben gegeven
aan de oproep tot herstelactie, of er sprake is van tekortkomingen die herhaaldelijk zijn geconstateerd, of indien het ernstiger
tekortkomingen betreft, zullen alle tekortkomingen, gespecificeerd naar opdrachtgever en controlerend accountant, worden doorgegeven
aan het bestuur van het accountantskantoor waar de desbetreffende accountant aan is verbonden. De bedoeling hiervan is een
signaal te laten uitgaan naar de organisatie waarbinnen de instellingsaccountant werkzaam is.
Besturen van accountantskantoren uitnodigen door de departementsleiding
Als het Ministerie van OCW ernstig wordt gehinderd door tekortkomingen in de controle die niet met een herstelactie zijn opgeheven
zal een gesprek worden gearrangeerd tussen departementsleiding en de leiding van het kantoor waarbij de accountant werkzaam
is. In dit gesprek zullen duidelijke afspraken worden gemaakt om de tekortkomingen structureel op te heffen. Het is aan het
bestuur om interne maatregelen te overwegen, gericht op het opheffen van de tekortkomingen, het behoud van de klant en de
goede naam.
Aanschrijven van de opdrachtgever met het verzoek ervoor te zorgen dat er een accountantsverklaring wordt ingediend die aan
de vereisten voldoet
Deze maatregel is aan de orde als de mogelijkheid tot herstel van geconstateerde tekortkomingen niet wordt benut, of bij het
zich bij herhaling voordoen van soortgelijke tekortkomingen. Deze tekortkomingen worden in het reviewrapport van bevindingen
gemeld aan de instellingsaccountant en de opdrachtgever. Voorwaarde is dat het effect van de tekortkomingen van materieel
belang is voor de oordeelsvorming over de verantwoording en/of de rechtmatigheid. De opdrachtgever wordt er in het rapport
op gewezen dat het niet opheffen van de tekortkomingen gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering van de organisatie, bijvoorbeeld
door een latere en/of lagere vaststelling van de Rijksbijdrage. Het ligt voor de hand dat de opdrachtgever de ‘zittende’ instellingsaccountant
de gelegenheid geeft om aan deze verplichting te voldoen. Als dit niet het gewenste effect heeft, kan de opdrachtgever ervoor
kiezen om de controlewerkzaamheden door een andere accountant uit te laten voeren. OCW zal dit adviseren in het rapport aan
de opdrachtgever (voorleggen WJZ). Deze opdrachtgever heeft uiteraard ook de mogelijkheid om jegens de disfunctionerende accountant
een procedure voor de tuchtrechter en/of de civiele rechter te starten.
Maatregelen richting de opdrachtgever
Voor zover de opdrachtgever zijn accountant niet wil verzoeken om geconstateerde tekortkomingen op te heffen, of een andere
accountant wenst te benoemen, zijn maatregelen richting de opdrachtgever aan de orde. Te denken valt hierbij aan zware maatregelen
als de weigering of terugvordering van de subsidie, een korting op de subsidie, het verbreken van de subsidierelatie en het
gebruik maken van ministeriële bevoegdheden om in te grijpen (bestuurlijke dwang).
Indienen van een klacht bij de tuchtrechter
Deze zware maatregel kan als een aanloop worden beschouwd naar een civielrechtelijke procedure jegens de disfunctionerende
instellingsaccountant. Een belangrijke overweging om deze maatregel toe te passen is dan ook het hebben geleden van financiële
schade. Ook de signaalwerking die hiervan uit gaat naar het accountantsberoep kan een overweging zijn om een klacht bij de
tuchtrechter in te dienen. Voorwaarden hierbij zijn dat de review zorgvuldig is uitgevoerd en goed is gedocumenteerd, dat
de bevindingen zijn afgestemd met de instellingsaccountant met gelegenheid tot wederhoor en dat de eisen aan de verantwoording
en de controle voldoende eenduidig zijn. Het spreekt voor zich dat de regelgeving voldoende helder en duidelijk behoort te
zijn, en slechts voor één uitleg vatbaar.
Civielrechtelijke vervolging van de instellingsaccountant
Dit is een logische vervolgstap op een geslaagde tuchtrechtelijke procedure als deze was ingegeven door geleden financiële
schade. Daarnaast is het verstandig de geconstateerde tekortkomingen te registreren, in ieder geval per accountant, accountantskantoor,
regeling en opdrachtgever. Deze registratie is een belangrijke basis voor de inzet van gerichte toezichtinstrumenten, zoals
de selectie van reviews en het uitvoeren van controles ter plaatse in de vorm van zoeklichtonderzoeken. Daarnaast zal aan
de hand van de registratie mede worden vastgesteld welke sanctie in een concreet geval van toepassing zou moeten zijn. Jaarlijks
zullen de departementale bevindingen in IODAD-verband worden besproken. Naar aanleiding hiervan kan worden besloten om in
breder verband acties richting bepaalde accountants of kantoren te treffen, bijvoorbeeld door inschakeling van het NIVRA De
hierboven opgesomde maatregelen laten zien dat er meerdere mogelijkheden zijn om bij geconstateerde tekortkomingen in de controle
door de instellingsaccountant maatregelen te treffen. De volgorde van de maatregelen zal niet altijd hetzelfde zijn. Indien
er sprake is van een duidelijk verzuim dat niet wordt hersteld, ligt het eerder voor de hand om onmiddellijk actie richting
de instelling te ondernemen, dan wanneer er sprake is van een vaktechnisch verschil van inzicht. In het laatste geval is het
zinvol eerst een gesprek met de leiding van het accountantskantoor te organiseren.