Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 16 februari 2011, nr. ETM/IT10180293, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005 in verband met het verlengings- en digitaliseringsbeleid commerciële radio

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 februari 2005, nr. WJZ 5004374, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 20051 (hierna te noemen: NFP) wordt als volgt gewijzigd:

A

In de Frequentietabel wordt de regel, luidende:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

526.5 kHz

526.5 kHz

    
  

BC

2

Omroep, middengolf, HOL001.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

1606.5 kHz

1606.5 kHz

    

Vervangen door:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

526.5 kHz

526.5 kHz

    
  

BC

2

Omroep, middengolf, HOL004. HOL001.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

1606.5kHz

1606.5 kHz

    

B

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

108 MHz

108 MHz

    

Vervangen door:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio, HOL005.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio, HOL005.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

/bc/

4

Laagvermogen omroep, HOL003.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

108 MHz

108 MHz

    

C

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

174 MHz

174 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

181 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

191.496 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

193.208 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

198.504 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

200.216 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

209 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

216 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

219.496 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep, digitale radio-omroep.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

221.208 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

223 MHz

223 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

 

224.792 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

 

226.504 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Vergunningverlening voor T-DAB bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

 

228.216 MHz

    
      
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

230 MHz

230 MHz

    

Vervangen door:

Frequentieband

Frequentieband- toewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

174 MHz

174 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

181 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

182.792 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, de frequentieruimte is tot 1 september 2017 voor ten minste 95% bestemd voor radio-omroep, als bedoeld in artikel 1 Mediawet 2008, HOL006.

Bij voorrang aan regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008 , of, in geval van commerciële omroep, op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

184.504 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

188 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, de frequentieruimte is tot 1 september 2017 voor ten minste 95% bestemd voor radio-omroep, als bedoeld in artikel 1 Mediawet 2008, HOL006.

Bij voorrang aan regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008, of, in geval van commerciële omroep, op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

189.784 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

      
 

191.496 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

193.208 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

195 MHz

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, de frequentieruimte is tot 1 september 2017 voor ten minste 95% bestemd voor radio-omroep, als bedoeld in artikel 1 Mediawet 2008, HOL006.

Bij voorrang aan regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008, of, in geval van commerciële omroep, op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

196.792 MHz

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

      
 

198.504 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

200.216 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

207.208 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, de frequentieruimte is tot 1 september 2017 voor ten minste 95% bestemd voor radio-omroep, als bedoeld in artikel 1 Mediawet 2008, HOL006.

Bij voorrang aan regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008, of, in geval van commerciële omroep, op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

      
 

209 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

216 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

219.496 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, HOL007.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

221.208 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

lm

1,4

Landmobiele communicatie (besloten netten en DAV). SRD.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

223 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

 

224.792 MHz

    
  

BC

1,2

Digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’. HOL002.

Vergunningverlening voor digitale omroep bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

 

226.504 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Vergunningverlening voor T-DAB bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

 

228.216 MHz

    
  

BC

1,2

Omroep. T-DAB. De voor commerciële omroep bestemde T-DAB frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2011 voor ten minste 80% gebruikt voor digitale radio-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder e, Mediawet.

Geen vergunningverlening in verband met bescherming buitenlandse rechten op basis van Genève 06 en aanpalende bi- en multilaterale afspraken.

  

mob

3

Mobiele communicatie.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

 

230 MHz

    

D

In Annex 2a, Nationale voetnoten, wordt toegevoegd:

HOL004

Vanaf 1 september 2011 tot 1 september 2017 is deze frequentieband, voor zover zij ingevolge artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor commerciële radio-omroep, gekoppeld met de bovenregionale frequentiebanden 182.792-184.504 MHz; 188-189.784 MHz; 195-196.792 MHz; 207.208-209MHz. Ingevolge deze nadere bestemming en koppeling is het desbetreffende deel van deze frequentieband alleen bestemd voor commerciële omroepen die tevens houder zijn of worden van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte gelegen in de eerder genoemde bovenregionale frequentiebanden.

Niettegenstaande de hiervoor bedoelde koppeling is het desbetreffende deel van deze frequentieband tevens bestemd voor commerciële omroepen:

  • a. die op basis van een schriftelijke overeenkomst met de betrokken (al dan niet toekomstige) vergunninghouder verzekerd hebben dat zij ten behoeve van de verspreiding van radioprogramma's toegang hebben tot een netwerk dat wordt geëxploiteerd met een vergunning die betrekking heeft op de frequentieband 219.496-221.208 MHz of een vergunning die betrekking heeft op de in de tabel behorende bij nationale voetnoot 002 bedoelde frequentiebanden, of

  • b. die tevens houder zijn of worden van een vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep in de frequentieband 87.5 MHz tot 104.9 MHz en een vergunning voor de frequentieband 219.496-221.208 MHz.

HOL005

Vanaf 1 september 2011 tot 1 september 2017 is deze frequentieband, voor zover zij ingevolge artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader is bestemd voor commerciële radio-omroep, gekoppeld met de frequentiebanden 182.792-184.504 MHz; 188-189.784 MHz; 195-196.792 MHz; 207.208-209MHz; 219.496-221.208 MHz. Ingevolge deze nadere bestemming en koppeling is het desbetreffende deel van deze frequentieband alleen bestemd voor:

  • a. landelijke commerciële radio-omroepen die houder zijn of worden van een vergunning in deze band en die tevens houder zijn of worden van een vergunning van de met deze frequentieruimte gekoppelde band 219.496-221.208 MHz, en

  • b. niet-landelijke commerciële radio-omroepen die houder zijn of worden van een vergunning in deze band en die tevens houder zijn of worden van een vergunning van de met deze frequentieruimte gekoppelde banden 182.792-184.504 MHz; 188-189.784 MHz; 195-196.792 MHz; 207.208-209MHz.

Niettegenstaande de hiervoor bedoelde koppeling is het desbetreffende deel van deze frequentieband tevens bestemd voor niet-landelijke commerciële radio-omroepen die op basis van een schriftelijke overeenkomst met de betrokken (al dan niet toekomstige) vergunninghouder verzekerd hebben dat zij ten behoeve van de verspreiding van radioprogramma’s toegang hebben tot een netwerk dat wordt geëxploiteerd met een vergunning die betrekking heeft op de frequentieband 219.496-221.208 MHz of een vergunning die betrekking heeft op de in de tabel behorende bij nationale voetnoot 002 bedoelde frequentiebanden.

HOL006

Tot 1 september 2017 zijn deze frequentiebanden, voor zover betrekking hebbend op de allotments 6B, 7A, 8A en 9D, gekoppeld met de frequentiebanden 87.5 MHz tot 104.9 MHz en 526.5 kHz tot en met 1606.5 kHz en zijn deze banden bestemd voor:

  • a. regionale publieke media-instellingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008;

  • b. niet-landelijke commerciële omroepen die houder zijn of worden van een vergunning in deze band en tevens houder zijn of worden van een vergunning voor niet-landelijke commerciële radio-omroep in de frequentieband 87.5 MHz tot 104.9 MHz, en

  • c. commerciële omroepen die houder zijn of worden van een vergunning in deze band en tevens houder zijn of worden van een vergunning voor commerciële radio-omroep in de frequentieband van 526.5 kHz tot en met 1606.5 kHz.

De in de eerste alinea bedoelde allotments hebben de volgende geografische beperkingen:

  • allotment 6B (182.880 MHz-184.416 MHz) komt uit DVB allotment HOL0902H en betreft de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Gelderland en het grootste deel van de provincie Flevoland;.

  • allotment 7A (188.160 MHz-189.696 MHz) komt uit DVB allotment HOL0905H en betreft de provincies Brabant en Limburg;

  • allotment 8A (195.168 MHz-196.704 MHz) komt uit DVB allotment HOL0903H en betreft de provincies Zuid Holland, Utrecht, en een deel van de provincies Noord-Holland en Flevoland;.

  • allotments 9D (207.296 MHz-208.832 MHz), waarbij één allotment komt uit het DVB allotment HOL0901H en betrekking heeft op de provincie Zeeland en één allotment komt uit het DVB allotment HOL0906H en betrekking heeft op de provincie Friesland en een deel van de provincie Noord-Holland.

Onverminderd de eerste alinea, zijn deze allotments in elk geval bestemd voor het ongewijzigd en gelijktijdig uitzenden van krachtens artikel 16 van het Frequentiebesluit aangewezen radioprogramma’s van de in de eerste alinea van deze voetnoot bedoelde radio-omroepen.

HOL007

Tot 1 september 2017 is deze frequentieband gekoppeld met de frequentiebanden 87.5 MHz tot 104.9 MHz, voor zover die frequentiebanden ingevolge artikel 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet nader zijn bestemd voor landelijke commerciële radio-omroep, en is deze band bestemd voor landelijke commerciële radio-omroepen die houder zijn of worden van een vergunning in deze band en tevens houder zijn of worden van een vergunning voor landelijke commerciële radio-omroep in de frequentieband 87.5 MHz tot 104.9 MHz.

Onverminderd de vorige alinea, is deze band in elk geval bestemd voor het uitzenden van achttien programmakanalen als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008 volledig bestaande uit digitale radioprogramma’s als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008, waarbij negen programmakanalen bestemd zijn voor het ongewijzigd en gelijktijdig uitzenden van de radioprogramma’s van landelijke commerciële radio-omroepen die door middel van de frequentieband 87.5 MHz tot 104.9 MHz worden uitgezonden.

ARTIKEL II

In afwijking van de kolom ‘beleid’ voor de frequentieband van 87.5 MHz tot 104.9 MHz in het NFP kan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in de frequentieband van 87.5 MHz tot 104.9 MHz vergunningen voor netgebonden frequenties tevens op volgorde van binnenkomst verlenen, indien de aanvraag voldoet aan de artikelen 2, 3 en 5 van de Beleidsregel optimalisatie commerciële FM-vergunningen, de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afwijkt van genoemde beleidsregel of een rechterlijke uitspraak hiertoe aanleiding geeft.

ARTIKEL III

  • 1. Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel C, voor zover het de frequentieband 226.504 MHz - 228.216 MHz betreft, in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, voor zover het de frequentieband 226.504 MHz-228.216 MHz betreft, treedt in werking op 1 september 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Dit besluit ligt met de toelichting vanaf de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst gedurende 6 weken ter inzage bij het Informatiecentrum van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, begane grond, Bezuidenhoutseweg 30, 2591 AV te Den Haag.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50950, 3007 BL, Rotterdam.

TOELICHTING

I ALGEMEEN

Het Nationaal Frequentieplan

Bij besluit van 4 februari 2005 is op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2005, hierna ‘NFP’, vastgesteld. In het NFP licht de rijksoverheid de systematiek van de ordening van het frequentiespectrum toe, en beschrijft de doelstellingen van het frequentiebeleid en frequentiebeheer; het vermijden van interferentie (storing) tussen frequentiegebruikers is hierbij de hoofddoelstelling.

Het belangrijkste onderdeel van het NFP is de frequentietabel waarin per frequentieband wordt aangegeven voor welk type gebruik deze band bestemd is en volgens welk verdeelbeleid het gebruik daarvan wordt toegewezen. In feite is het NFP een bestemmingsplan voor het radiospectrum. Op basis van dit plan wordt de vergunningverlening, het gebruik en het beheer van het spectrum uitgevoerd. Het Nationaal Frequentieregister2 (NFR) geeft nadere informatie omtrent laatstgenoemde zaken.

Algemeen over de wijziging

Van welke frequentieruimte wordt de bestemming en het uitgiftebeleid gewijzigd?

Deze NFP-wijziging heeft betrekking op de frequentieruimte voor analoge radio-omroep en digitale radio-omroep. De frequentieruimte voor analoge en voor digitale radio-omroep wordt gekoppeld voor de periode 2011–2017. Dit impliceert dat de uitgifte van vergunningen voor digitale radio-omroep gekoppeld is aan en tegelijkertijd plaatsvindt met de uitgifte, een verlenging op aanvraag daaronder begrepen, van de vergunningen voor commerciële FM- en middengolffrequenties. Deze uitgifte heeft de vorm van een verdeling van twee commerciële landelijke FM-vergunningen en van een verlenging (op aanvraag) van de overige vergunningen voor FM- en middengolffrequenties. De verlenging gaat in op 1 september 2011, wanneer de hiervoor bedoelde vergunningen aflopen. Deze digitale frequentieruimte bevindt zich in de banden van 174 MHz tot 230 MHz (tezamen band III genoemd). De analoge frequentieruimte bevindt zich in de FM-band (87.5-108 MHz) en de middengolfband (526.5-1606,5 kHz).

Ook wordt met deze NFP-wijziging de bestemming verruimd van de frequentieruimte voor digitale radio-omroep die vergund is aan de landelijke publieke omroep, en wel zo dat via deze frequentieruimte ook distributie van televisieprogramma´s mogelijk wordt. Deze frequentieruimte bevindt zich in de band 226.504 - 228.216 MHz.

Aanleiding voor de wijziging

Op 23 juni 2009 is de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het beleid ten aanzien van analoge en digitale etherradio (Kamerstukken II, 2008–2009, 24095, nr. 241). Kern van deze brief is dat een transitie van analoge naar digitale radio wenselijk is en dat deze ondersteund zal worden door het verlengen van de looptijd van de huidige analoge vergunningen voor de periode van 1 september 2011 tot 1 september 2017, op voorwaarde dat door de vergunninghouders ook geïnvesteerd wordt in digitale radio. Daarna zal de analoge etherradio worden afgeschakeld indien voldoende luisteraars gebruik maken van digitale etherradio. Ook is in deze brief aangegeven dat de bestemming van de bij de landelijke publieke omroep in gebruik zijnde multiplex in band III wordt verruimd van ‘radio’ naar ‘digitale omroep’, zodat deze frequentieruimte ook voor mobiele televisie kan worden gebruikt.

Het kabinet hecht een groot belang aan snelle digitalisering van etherradio. Door de digitalisering is efficiënter gebruik van het frequentiespectrum mogelijk. Tegelijk biedt digitalisering de mogelijkheid de kwaliteit te verbeteren. Voor de luisteraar betekent digitalisering op termijn een betere kwaliteit en een verruimd aanbod. Voor radio-omroepen biedt digitalisering nieuwe kansen om hun luisteraars te bedienen en nieuwe verdienmogelijkheden te ontwikkelen. Tevens maakt digitalisering een nagenoeg volledig landelijk bereik van landelijke commerciële etherradio mogelijk.

Belangrijk onderdeel van het beleid is dat houders van vergunningen voor analoge radio hun radioprogramma simultaan analoog en digitaal, middels de gekoppelde frequentieruimte, dienen uit te zenden. Hiervoor wordt gekozen omdat het voor de transitie van analoog naar digitaal wenselijk is dat de luisteraar op het digitale platform ook zijn vertrouwde radioprogramma’s aantreft. In verband hiermee wordt vanaf 1 september 2011 een koppeling aangebracht tussen de frequentieruimte voor analoge radio en de frequentieruimte voor digitale radio. Dit laatste betreft frequentiecapaciteit in band III: een landelijk kavel, kavel 11C, en een zogenaamd bovenregionaal kavel, bestaande uit vijf allotments (frequentiebanden met beperkt geografisch bereik) die tezamen een landelijke dekking hebben. Het landelijke kavel is blijkens nationale voetnoot 007 bestemd voor de houders van de FM-vergunningen voor landelijke commerciële omroep, het bovenregionale kavel is blijkens nationale voetnoot 006 bestemd voor de regionale publieke omroepen, houders van FM-vergunningen voor niet-landelijke commerciële omroep en houders van commerciële middengolfvergunningen.

Uitgiftebeleid

Met het oog op het hiervoor geschetste digitaliseringsbeleid krijgen de bedoelde frequentiebanden in band III als hoofdbestemming ‘digitale omroep’ en wordt het gebruik ervan tot 1 september 2017 voorbehouden aan houders van een vergunning voor analoge radio. Gegeven het aantal houders van analoge vergunningen, de aard van de digitaliseringsverplichting en de omvang van de voor digitale radio beschikbare frequentieruimte, betekent dit dat er geen schaarste verwacht wordt. Dit wordt bevestigd door het feit dat er bij een verdeling van twee vergunningen voor digitale omroep in het voorjaar van 2009 geen schaarste bleek te zijn, terwijl die vergunningen een ruimere bestemming hadden dan de onderhavige. Bijgevolg worden de desbetreffende vergunningen voor digitale radio op volgorde van binnenkomst verdeeld.

Landelijk kavel

Kavel 11C (219.496-221.208 MHz) zal worden bestemd voor digitale omroep als bedoeld in de ITU radiodienst ‘verkort’, met daarbij de verbijzondering dat hiermee ten minste achttien programmakanalen bestaande uit radioprogramma’s moeten worden uitgezonden . Er zijn negen landelijke commerciële FM-vergunninghouders. Aan elke landelijke FM-vergunninghouder zal een negende deel van de capaciteit van dit kavel vergund worden voor het uitzenden van in elk geval twee programmakanalen bestaande uit radio-programma’s. Indien één of meer FM-vergunninghouders niet kiezen voor verlenging met digitaliseringsverplichting, zal die analoge frequentieruimte opnieuw worden verdeeld en zal de verkrijger met het oog op de digitaliseringsverplichting ook een vergunning voor een negende deel van de capaciteit in kavel 11C verkrijgen.

Bovenregionaal kavel

Het bovenregionale kavel, een samenstel van de allotments 6B, 7A, 8A en 9D (respectievelijk 182.792-184.504 MHz; 188-189.784 MHz; 195-196.792 MHz; 207.296-208.832 MHz) zal worden bestemd voor niet-landelijke commerciële FM-radio-omroep, voor commerciële middengolfradio-omroep en voor regionale publieke omroepen. De beschikbare capaciteit per allotment zal worden verdeeld over de vergunninghouders die binnen dat allotment een vergunning voor digitale radio verkrijgen voor het uitzenden van in elk geval één programmakanaal bestaande uit radioprogramma’s. In sommige allotments is er meer capaciteit beschikbaar dan voor dat kanaal. Om zeker te stellen dat de frequentiecapaciteit van het bovenregionale kavel voor het overgrote deel wordt gebruikt voor radio, is in de bestemming bepaald dat ten minste 95% van de frequentieruimte is bestemd voor radio-omroep. Een klein deel van de capaciteit mag dus gebruikt worden voor ondersteunende diensten zoals een elektronische programmagids, file-informatie e.d.

Verruiming bestemming frequentieruimte landelijke publieke omroep

De landelijke publieke omroep is reeds houder van een digitale vergunning voor radio-omroep en zendt onder meer de radioprogramma’s 1 tot en met 5 reeds digitaal uit met gebruik van kavel 12C. Om de landelijke publieke omroep in staat te stellen via deze frequentieruimte hiernaast ook mobiele televisieprogramma´s te distribueren, wordt, zoals aangekondigd in de genoemde brief aan de Tweede Kamer van 23 juni 2009, de bestemming van deze frequentieruimte per 1 september 2011 verruimd naar digitale omroep. Overigens geldt hierbij nog onverkort dat deze frequentieruimte (mede) is bestemd om de vijf radioprogramma’s van de landelijke publieke omroep simultaan digitaal uit te zenden. Dit impliceert dat deze programma’s gedurende in elk geval in de periode 2011–2017 simultaan analoog en digitaal worden uitgezonden. Na afschakeling van de analoge radio dient deze frequentieruimte er toe te voldoen aan de wettelijke verplichting van uitzending van ten minste vijf algemene radioprogramma´s door de landelijke publieke omroep (zie artikel 2.50, eerste lid, van de Mediawet en art. 3.3, derde lid, onder a van de Telecommunicatiewet). Verder zal de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) in deze frequentieruimte ook nog een aantal extra radiokanalen moeten verzorgen. Dit zal worden bepaald in de vergunning voor de NPO, evenals de verplichting inzake de hiervoor bedoelde simultane uitzendingen.

Voorschriften en beperkingen

Om storing te voorkomen en doelmatig gebruik van het frequentiespectrum te bevorderen worden in het algemeen aan het gebruik van frequentieruimte voorschriften en beperkingen verbonden. In de regel worden deze voorschriften en beperkingen in de vergunning opgenomen. Dit zal ook het geval zijn voor de vergunningen voor frequentieruimte waarop dit besluit betrekking heeft. Daarnaast worden in de FM-, AM- en digitale radiovergunningen de nodige voorschriften opgenomen om te bewerkstelligen dat de koppeling tussen het gebruik van de analoge FM- en AM-frequentieruimte en de digitale frequentieruimte in band III gedurende de looptijd van de vergunningen in stand wordt gehouden en een spoedige omschakeling naar digitale radio gestimuleerd wordt.

Openbare voorbereidingsprocedure

Dit besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat het voorgenomen besluit zes weken, namelijk van 5 mei tot en met 16 juni 2010, publiek ter inzage heeft gelegen zodat een ieder zijn of haar zienswijze hierop kon geven. Er zijn bij het ministerie vijf zienswijzen over het voorgenomen besluit ontvangen, welke afkomstig zijn van RadioCorp B.V., BNR Nieuwsradio, Stichting ROOS, NLkabel en Broadcast Partners. Deze zienswijzen bevatten tal van vragen en opmerkingen. Hieronder wordt daarop ingegaan voor zover ze van toepassing waren op dit voorgenomen besluit.

Onder meer kwam aan de orde of bij deze NFP-wijziging een technologie voor digitale radio wordt voorgeschreven. Daarnaast werden er kanttekeningen geplaatst bij de verplichting voor de landelijke commerciële omroepen om twee kanalen aan te bieden. Bij deze wijziging is gekozen voor ‘technologieneutrale’ vergunningsvoorschriften. Hiermee krijgt de vergunninghouder zo veel mogelijk vrijheid in het gebruik van de frequentieruimte en kan hij zo de meest actuele technologie gebruiken en optimaal anticiperen op toekomstige innovaties. Het aantal kanalen dat per frequentieband aangeboden kan worden is onder meer afhankelijk van de door de vergunninghouder gekozen kwaliteit en het daarmee samenhangende beslag op de frequentiecapaciteit (‘bitrate’). Voor het landelijke digitale kavel (11C) is wel gekozen voor het vastleggen van een minimum aantal kanalen, namelijk achttien, opdat elke vergunninghouder ten minste twee kanalen kan aanbieden, waaronder één kanaal voor het simultaan uitzenden van de radioprogramma’s van de analoge radio-omroep. Het staat de vergunninghouder vrij de radioprogramma’s voor het tweede kanaal door een derde te laten maken.

Er is verzocht om aan te geven wat de consequenties zijn voor de gekoppelde analoge frequentievergunningen als blijkt dat er een tekort is aan digitale frequentiecapaciteit. Zoals elders in deze toelichting is aangegeven wordt er geen schaarste verwacht bij de uitgifte van de digitale frequentieruimte.

Verder zijn vragen gesteld over de wijze waarop de digitaliseringsverplichting vormgegeven wordt wanneer een vergunninghouder zowel over een landelijke FM- als over een middengolfvergunning beschikt. Naar aanleiding hiervan is nationale voetnoot 004 gewijzigd. Voor wat betreft de situatie dat een landelijke commerciële FM-vergunninghouder tevens houder is van een middengolfvergunning, geldt thans dat de vergunninghouder reeds aan zijn digitaliseringsverplichting voldoet indien hij houder wordt van een vergunning voor kavel 11C.

In de voorbereidingsprocedure werden ook kanttekeningen geplaatst bij de verbreding van de bestemming van kavel 12C, het kavel dat vergund is aan de NPO. Zoals de voormalige Staatssecretaris van Economische Zaken in zijn brief aan de Tweede Kamer van 23 juni 2009 heeft aangegeven, is het van belang dat de NPO niet alleen bijdraagt aan de digitalisering van etherradio, maar ook aan de ontwikkeling van mobiele televisie. Dit houdt verband met het feit dat voor commercieel gebruik van frequentieruimte voor digitale omroep (radio en televisie) in 2009 al vergunningverlening heeft plaatsgevonden. Door deze aanpassing wordt voor zowel digitale radio als mobiele televisie een evenwicht gecreëerd in de uitzendmogelijkheden voor publieke en commerciële omroepen. Voor de overige frequentiebanden waarop deze wijziging betrekking heeft, geldt dat primair de bijdrage aan de transitie naar digitale radio van belang is en de bestemming in dit besluit daarom gericht is op het garanderen van aanbod van radio-programma’s. Voor de regionale publieke omroepen betekent dit dat zij alleen capaciteit kunnen aanvragen voor het simultaan uitzenden van hun analoge radioprogramma’s.

Ook is in een van de zienswijzen verzocht om de geografische contouren van de betreffende allotments van het bovenregionale kavel te beschrijven in het NFP. Dit is gerealiseerd in nationale voetnoot 006.

Tot slot is gevraagd om aan te geven welke maatregelen worden getroffen om bij het gebruik van deze frequentieruimte voor digitale omroep storing op kabeltelevisienetwerken te voorkomen. Om storing te voorkomen en doelmatig gebruik van het frequentiespectrum te bevorderen worden in het algemeen aan het gebruik van frequentieruimte voorschriften en beperkingen verbonden. In de regel worden deze voorschriften en beperkingen in de vergunning opgenomen. Dit zal ook het geval zijn voor de vergunningen voor frequentieruimte waarop dit besluit betrekking heeft.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met deze wijziging wordt door middel van nationale voetnoot 004, opgenomen in onderdeel D, de frequentieband voor AM-radio (middengolfradio) gekoppeld aan het bovenregionale kavel, bestaande uit de allotments 6B, 7A, 8A en 9D, Bij deze koppeling is uitgangspunt dat AM-vergunninghouders tevens moeten beschikken over een vergunning voor (een deel) van het bovenregionale kavel. Zoals aangeduid in nationale voetnoot 004 kunnen zij echter ook voldoen aan hun verplichting te investeren in digitale radio door er voor te zorgen dat de radioprogramma’s die zij via analoge radio-omroep verspreiden ook via het netwerk van een landelijke vergunninghouder voor digitale radio of digitale omroep worden doorgegeven. Ook indien een AM-vergunninghouder tevens houder is van een vergunning voor landelijke commerciële radio, wordt langs die weg voldaan aan de digitaliseringsverplichting. Het is overigens niet mogelijk dat de houder van een AM-vergunning houder wordt van een deel van kavel 11C.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt door middel van nationale voetnoot 005, opgenomen in onderdeel D, de frequentieband voor commerciële FM-radio gekoppeld aan meerdere frequentiebanden in band III. De koppeling betreft het bovenregionale kavel bestaande uit de allotments 6B, 7A, 8A en 9D en het landelijke kavel 11C. Deze koppeling impliceert voor landelijke FM-vergunninghouders dat zij tevens moeten beschikken over een vergunning voor digitale radio in band III en wel in kavel 11C. Vergunninghouders voor landelijke commerciële radio-omroep kunnen uitsluitend via kavel 11C voldoen aan hun digitaliseringsverplichting. Zoals aangeduid in nationale voetnoot 005 kunnen niet-landelijke FM-vergunninghouders met een eigen vergunning alleen via het zogenaamde bovenregionale kavel digitaliseren. Daarnaast kunnen zij aan hun digitaliseringsverplichting voldoen door een doorgifte-overeenkomst te sluiten met een vergunninghouder voor kavel 11C of de in nationale voetnoot 002 bedoelde vergunninghouders, thans zijnde Mobiele TV Nederland B.V. en Callmax Global B.V.

Onderdeel C

Ten eerste worden in dit onderdeel wijzigingen aangebracht ten aanzien van de frequentieruimte 219.496-221.208 MHz (kavel 11C). Deze frequentieruimte betreft het landelijke kavel 11C dat is bestemd voor de houders van de landelijke commerciële FM-vergunningen. Dit is vastgelegd in nationale voetnoot 007 die deel uitmaakt van onderdeel D en die onder meer specificeert dat dit kavel is bestemd voor achttien programmakanalen. In het algemene deel van deze toelichting is hier reeds op ingegaan. Via een doorgifte-overeenkomst kunnen AM- en niet-landelijke commerciële FM-omroepen ook via dit kavel aan hun digitaliseringsverplichting voldoen. Aan laatstbedoelde omroepen wordt niet een vergunning voor een deel van dit kavel verleend.

Ten tweede worden in dit onderdeel enkele nieuwe frequentiebanden onderscheiden, te weten de banden 182.792-184.504 MHz (allotment 6B), 188-189.784 MHz (allotment 7A), 195-196.792 MHz (allotment 8A) en 207.208-209 MHz (allotment 9D). De voornoemde allotments vormen tezamen het bovenregionale kavel dat overeenkomstig hetgeen is besproken in de Tweede Kamer3 is bestemd voor digitale radio-omroep, in het bijzonder voor de houders van de niet-landelijke commerciële FM-vergunningen en van de commerciële AM-vergunningen en voor de regionale publieke omroepen. Deze specificatie van de bestemming is vastgelegd in nationale voetnoot 006, die deel uitmaakt van onderdeel D. In het algemene deel van deze toelichting is reeds ingegaan op het feit dat dit kavel is bestemd voor ten minste 95% radio-omroep.

De allotments waaruit dit kavel bestaat hebben elk een regionale dekking en het totale kavel heeft landelijke dekking. De regionale dekking van allotments komt niet overeen met het bereik van de niet-landelijke commerciële vergunningen. Bij de uitgifte van de vergunningen zal hier rekening mee worden gehouden. Vanwege de omvang van de allotments kan het voorkomen dat sommige vergunninghouders voor digitale radio een groter demografisch bereik krijgen. Dit past binnen het digitaliseringsbeleid waarbinnen geen noodzaak is bij de uitgifte van vergunningen voor digitale radio-omroep begrenzingen te hanteren voor het demografisch bereik van niet-landelijke radiopartijen. In dit opzicht is er een verschil met het regime voor de analoge radio-omroep dat wel een dergelijk maximum kent (artikel 7 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 bevat een maximum van 30% van de Nederlandse bevolking).

Ten derde bevat dit onderdeel wijzigingen ten aanzien van frequentieband 226.504-228.216 MHz, die wordt gebruikt door de publieke omroep. Zoals aangeduid in het algemene deel van deze toelichting is de bestemming gewijzigd van digitale radio in digitale omroep. In verband met de bestemming voor simultane uitzending van de vijf radioprogramma’s van de landelijke publieke omroep wordt in het uitgiftebeleid niet langer de mogelijkheid geboden van uitgifte voor commerciële omroep. Blijkens het tweede lid van artikel III gaan deze wijzigingen eerst in op 1 september 2011.

Voor de overige frequentieruimte in band III die in het voorgaande niet is genoemd, zijn er geen wijzigingen. Voor een deel van deze frequentieruimte is nog niet duidelijk wanneer of met welke bestemming deze verdeeld wordt. Het betreft frequentieruimte die nu nog niet beschikbaar is, met name omdat hiervoor buitenlandse rechten gelden die zijn gebaseerd op internationale verdragen (de Final Acts van de ITU-planningsconferentie Geneve ‘06 en hiermee samenhangende bi- en multilaterale overeenkomsten). Pas als deze frequentieruimte beschikbaar is voor verdeling wordt de bestemming ervan aangepast. De bestemming van deze frequentieruimte is dus ongewijzigd.

Onderdeel D

In het voorgaande is reeds gerefereerd aan de voetnoten die deel uitmaken van de wijzigingen in de Frequentietabel en die in dit onderdeel zijn opgenomen. De voetnoten bevatten de verbijzondering van de respectieve bestemmingen en geven voorts een aanduiding van de geografische eigenschappen van de allotments van het bovenregionale kavel.

Voor de uitvoering van de koppeling die is aangeduid in deze voetnoten is nog het volgende van belang. De koppeling houdt in essentie in dat de frequentieruimte voor analoge radio-omroep alleen nog in combinatie met de corresponderende frequentieruimte voor digitale radio-omroep wordt vergund. Bij de inrichting van de aanvraagprocedure zal hiermee rekening worden gehouden. Bij een verlengingsaanvraag inzake een vergunning voor commerciële analoge radio-omroep zal ook een aanvraag voor een vergunning voor digitale radio-omroep gedaan moeten worden of de betrokkene zal, voor zover die mogelijkheid van digitalisering via doorgifte bestaat, een kopie moeten bijvoegen van een schriftelijke doorgifte-overeenkomst met een vergunninghouder voor kavel 11C of de in nationale voetnoot 002 bedoelde vergunninghouders, thans zijnde Mobiele TV Nederland B.V. en Callmax Global B.V.

Artikel II

Op grond van de Beleidsregel optimalisatie commerciële FM-vergunningen konden tussen 29 mei 2006, 09:00 uur en 9 juni 2006, 17:00 uur optimalisatieaanvragen worden ingediend indien daarmee en of meer ontvangstklachten worden opgelost die zijn vermeld in bijlage B of bijlage II bij de brief van 13 april 2006 die aan alle vergunninghouders was verzonden. Om genoemde optimalisatiebeleid mogelijk te maken was tevens het NFP gewijzigd, zodat, in afwijking van de hoofdregel, vergunningen voor netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst konden worden verleend. De beleidsregel en genoemde wijziging van het NFP waren opgesteld voor eenmalig gebruik. Aangezien de optimalisatieprocedure is afgerond, is de tekst van het NFP in lijn gebracht met de hoofdregel dat FM-vergunningen via een vergelijkende toets of veiling worden verdeeld. Voor de nog lopende beroepsprocedures is overgangsrecht getroffen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen.


XNoot
1

Stcrt. 2005, 30. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 augustus 2010 (Stcrt 2010, nr 10985).

XNoot
2

Zie het Nationaal Frequentieregister, http://www.agentschaptelecom.nl/onderwerpen/frequentie-management/Nationaal+Frequentieregister

XNoot
3

Kamerstukken II 2007–2008, 24 095, nr. 225 en 226; en Kamerstukken II 2008–2009, 24 095 nr. 241 en 250.

Naar boven