Verordening op de financiële bijdrage1

Het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten,

Overwegende,

dat het gewenst is, regels te stellen voor de inning van de bedragen die advocaten moeten bijdragen ter dekking van de door de Orde te maken kosten;

Gelet op artikelen 28 en 32 van de Advocatenwet;

Gezien het voorstel van de Algemene Raad;

Stelt de volgende verordening vast:

Artikel 1

Het Ordejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2

Bij besluit van het College van Afgevaardigden wordt jaarlijks in ieder geval vastgesteld de hoogte van de financiële bijdrage en de indeling van de categorieën.

Artikel 3

Waar in deze verordening van de advocaat wordt gesproken, wordt mede bedoeld de advocaat in artikel 16h van de Advocatenwet.

Artikel 4

Het bedrag dat de advocaat die op de 1e januari op het tableau staat ingeschreven ter dekking van de door de Orde te maken kosten moet bijdragen is ten volle verschuldigd op de 1e januari. De advocaat die zich in de loop van het Ordejaar op het tableau doet inschrijven is geen bijdrage verschuldigd. Onder inschrijving in de zin van dit artikel wordt mede verstaan voorwaardelijke inschrijving en de inschrijving als bedoeld in artikel 16h van de Advocatenwet.

Artikel 5

Bij schrapping van het tableau dan wel doorhaling van de inschrijving als bedoeld in artikel 16h van de Advocatenwet na de 1e januari, wordt geen teruggave onderscheidenlijk ontheffing over het lopende Ordejaar verleend.

Artikel 6

Wanneer het in artikel 2 genoemde bedrag niet is voldaan binnen 30 dagen na factuurdatum is de advocaat van rechtswege in verzuim en zal het in artikel 2 genoemde bedrag worden verhoogd met de wettelijke rente vanaf laatstbedoeld tijdstip en met de kosten die voor de invordering worden gemaakt.

Artikel 7

Binnen drie jaren na inwerkingtreding van deze verordening zendt de Algemene Raad een verslag aan het College van Afgevaardigden over de doelmatigheid van artikel 2 van deze verordening.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ‘Verordening op de financiële bijdrage’.

Artikel 9

De Algemene Raad bepaalt het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

NOTA VAN TOELICHTING

Verordening op de financiële bijdrage

Op grond van artikel 28 en 32 van de Advocatenwet is het gewenst dat de Nederlandse Orde van Advocaten regels stelt voor de inning van de bedragen, die advocaten moeten bijdragen voor de dekking van de door de Orde te maken kosten.

In deze verordening wordt het boekjaar van de Nederlandse Orde geregeld, evenals het moment dat de advocaat de financiële bijdrage is verschuldigd.

In artikel 1 staat het boekjaar van de Orde vermeld. Deze loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 3 bepaalt dat deze verordening ook geldt voor de advocaten die zijn ingeschreven op grond van artikel 16h van de Advocatenwet.

Artikel 4 regelt dat de advocaat een financiële bijdrage is verschuldigd per de 1e van januari van het boekjaar. Advocaten die op 1 januari op het tableau staan ingeschreven worden aangeslagen voor het volle bedrag van de financiële bijdrage. Advocaten die na 1 januari worden ingeschreven worden in dat desbetreffende boekjaar niet aangeslagen.

In artikel 5 wordt geregeld dat geen teruggave wordt toegekend, indien een advocaat gedurende het jaar wordt geschrapt of wordt doorgehaald van het tableau. Indien een advocaat bijvoorbeeld in februari wordt geschrapt, is die desbetreffende advocaat de volledige financiële bijdrage voor dat desbetreffende boekjaar verschuldigd.

Artikel 6 regelt dat, als een advocaat zijn bijdrage niet heeft betaald binnen 30 dagen na factuurdatum, de advocaat van rechtswege in verzuim is (derhalve zonder nadere ingebrekestelling). Vanaf dat moment wordt de bijdrage verhoogd met de wettelijke rente en met alle kosten die voor de invordering worden gemaakt.

Artikel 7 regelt dat de Algemene Raad verslag doet over de doelmatigheid van artikel 2 van deze verordening. Indien blijkt dat de regeling van artikel 2 ertoe leidt dat de financiële positie van de Nederlandse Orde van Advocaten onder druk komt te staan, zal de regeling kunnen worden geëvalueerd en aangepast.

Artikelen 8 en 9 regelen het aanhalen van de verordening en de inwerkingtreding.


X Noot
1

Verordening van 21 november 1953, Stcrt. 1953, 241, Adv.bl. 1953, blz. 374. Gewijzigd bij verordening nr. 4 van 22 november 1958, Stcrt. 1958, 233, Adv.bl. 1959, blz. 96–98, inw.tr. 1 december 1958 (zie voor de behandeling: Adv.bl. 1953, blz. 374, Adv.bl. 1954, blz. 202 en WPNR 4326, blz. 606), bij verordening van 19 juni 1987, Stcrt. 1987, 132, Adv.bl. 1987, blz. 304, inw.tr. 1 oktober 1987 (zie voor de behandeling: Adv.bl. 1987, blz. 304-305 en 409), bij verordening van 14 september 2001, inw.tr. 4 september 2002 (besluit AR 19 augustus 2002), Stcrt. 2002, 169 en bij verordening van 26 juni 2008, inw.tr. 1 september 2008 (besluit AR 1 september 2008), Stcrt. 2008, 141. Laatstelijk gewijzigd bij verordening van 1 december 2011, inw.tr. 1 januari 2012 (besluit AR 12 december 2011).

Naar boven