Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 22916 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2011, 22916 | Besluiten van algemene strekking |
Categorie: Strafvordering
Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van parketten
Registratienummer: 2011R021
Datum vaststelling: 09-12-2011
Datum inwerkingtreding: 01-01-2012
Geldigheidsduur: 31-12-2015
Datum publicatie Staatscourant: PM
Vervallen: Richtlijn voor strafvordering Arbeidstijdenwet (2010R014)
Relevante beleidsregels OM: Aanwijzing handhaving Arbeidstijdenwet (2005A003); Aanwijzing hoge transacties en transacties in bijzondere zaken (2008A021); Aanwijzing slachtofferzorg (2010A029); Aanwijzing ontneming (2009A003)
Wetsbepalingen: artikelen 8:3, lid 1, 11:3, lid 1 en 11:3, lid 2, van de Arbeidstijdenwet d.d. 01-10-2004, Stb. 2004, nrs. 323 en 478; artikel 1, onder 3° juncto artikel 2 juncto artikel 6 lid, 1, onder 2° en 4°, van de Wet op de economische delicten
Jurisprudentie: –
Bijlagen: –
De boetebedragen in deze richtlijn zijn geïndexeerd met 20 procent conform de door de minister voorgestelde verhoging per 1 januari 2012, waarbij de bedragen conform de Aanwijzing kader voor strafvordering zijn afgerond. Voor de waarde van één sanctiepunt wordt verwezen naar genoemde aanwijzing. In de richtlijn zijn verder verwijzingen naar relevante OM-beleidsregels geactualiseerd.
Op 1 oktober 2004 is de Wet bestuurlijke boete Arbeidstijdenwet inwerking getreden waarmee de bestuurlijke boete in de handhaving van de Arbeidstijdenwet is geïntroduceerd. Slechts enkele in de Arbeidstijdenwet genoemde gevallen zijn strafbaar gesteld. Zij worden strafrechtelijk gehandhaafd. Van overtreding van de desbetreffende voorschriften, gesteld bij of krachtens de Arbeidstijdenwet, wordt door de opsporingsambtenaren direct proces-verbaal opgemaakt. De strafbare feiten betreffen economische delicten als bedoeld in artikel 1, onder 3°, van de Wet op de economische delicten (WED); dit zijn:
a) overtredingen van art. 11:3, lid 1, Arbeidstijdenwet (derde overtreding van een zelfde beboetbaar feit, indien de twee daaraan voorafgaande beboetbare feiten hebben plaatsgevonden binnen 48 maanden voorafgaande aan de pleegdatum van de derde overtreding).
b) overtredingen van art. 11:3, lid, 2 Arbeidstijdenwet (kinderarbeid waarbij het kind een ongeval overkomt dat ernstig lichamelijk of geestelijk letsel of de dood ten gevolge heeft of indien redelijkerwijs te verwachten is dat de hiervoor genoemde gevolgen aan het verrichten van arbeid zijn verbonden)
c) overtreding van artikel 8:3, lid 1, Arbeidstijdenwet (het negeren van het bevel tot staken van de arbeid)
Gelet op artikel 2, lid 3, van de WED zijn deze economische delicten misdrijven of overtredingen, al naar gelang zij in de desbetreffende voorschriften als misdrijf dan wel als overtreding zijn gekenmerkt. De maximale straf die hiervoor kan worden opgelegd is in het geval van een misdrijf: twee jaar gevangenisstraf of geldboete van de vierde categorie (art. 6 lid 1, sub 2, WED) en in het geval van een overtreding: zes maanden hechtenis of geldboete van de vierde categorie (art. 6 lid 1, sub 4, WED).
In de onderhavige richtlijn voor strafvordering wordt gebruik gemaakt van het Polaris-puntensysteem, zoals beschreven in de Aanwijzing Kader voor strafvordering. Voor de waarde van één sanctiepunt wordt verwezen naar genoemde aanwijzing.
Er kunnen zich situaties voordoen waarin – ondanks het advies ‘dagvaarden’ in deze richtlijn – de voorkeur moet worden gegeven aan transigeren. Dit is bijvoorbeeld het geval indien het bedrijf wil onderhandelen over het voorkomen van verdere strafvervolging en daarbij onomstotelijk duidelijk maakt dat de veiligheid in het bedrijf verbeterd is, alsmede dat voor uitkering aan slachtoffers of nabestaanden is c.q. zal worden zorggedragen. Deze mogelijkheid kan worden geboden als een herhaling van de overtreding niet is te verwachten. Ondanks de gebleken goede wil van de werkgever in dit soort gevallen, kan toch de voorkeur worden gegeven aan dagvaarden, met name uit het oogpunt van publiciteit en ter voorkoming van een uitwaaierend effect van dit soort overtredingen.
Als de hoogte van het transactievoorstel daar aanleiding toe geeft, dient gehandeld te worden conform de Aanwijzing hoge transacties en transacties in bijzondere zaken.
Indien het slachtoffer / de nabestaanden van een ongeval (in geval van een economisch delict in de zin van de WED) in het proces-verbaal heeft / hebben aangegeven schadevergoeding te wensen en/of op de hoogte te willen blijven van de gang van zaken volgend op het proces-verbaal, houdt het Openbaar Ministerie (OM) het slachtoffer / de nabestaanden van voor hem / hen relevante beslissingen in de strafzaak op de hoogte.
Het OM tracht zoveel mogelijk een schaderegeling tussen verdachte en slachtoffer tot stand te brengen, bij voorkeur in een zo vroeg mogelijk stadium van het strafproces. De Aanwijzing slachtofferzorg is van toepassing.
Onder recidive wordt in deze richtlijn verstaan: een zelfde of vergelijkbare overtreding van de Arbeidstijdenwet, gepleegd binnen twee jaar na een eerdere veroordeling of betaalde transactie.
Bij deze overtredingen gaat het om de derde overtreding van een zelfde beboetbaar feit, waaraan twee keer eerder binnen een periode van 48 maanden voorafgaande aan de pleegdatum van de derde overtreding een bestuurlijke boete werd opgelegd ter zake van overtredingen, die in artikel 10:1 Arbeidstijdenwet zijn aangewezen als beboetbare feiten. Deze twee voorafgaande overtredingen zijn bestuursrechtelijk door middel van boetebeschikkingen door de toezichthouder afgedaan (onherroepelijk). Voor de vaststelling van de straf gelden de bestuurlijke boetebedragen als uitgangspunt. Afschriften van de voorafgaande boetebeschikkingen dienen in het proces-verbaal te zijn gevoegd.
Categorie |
Transactie1 |
Eis ter zitting |
1e recidive |
2e c.q. herhaalde recidive |
---|---|---|---|---|
Werkgever |
Bedrag van het / de onderliggende bestuurlijk beboetbare feit(en) + 100% |
Transactiebedrag + 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Op grond van artikel 11:4 Arbeidstijdenwet gelden de genoemde sancties per persoon ten aanzien van wie de wet is overtreden en per overtredingsdag.
Het niet naleven van artikel 3:2, lid 1 en lid 4, en artikel 3:3, lid 4 en lid 4, van de Arbeidstijdenwet (kinderarbeid) wordt aangemerkt als een strafbaar feit indien een kind bij het verrichten van arbeid een ongeval overkomt dat
a) ernstig lichamelijk of geestelijk letsel of
b) de dood ten gevolge heeft of
c) indien redelijkerwijs te verwachten is dat de hiervoor genoemde gevolgen aan het verrichten van arbeid zijn verbonden.
Categorie |
Transactie1 |
Eis ter zitting |
1e recidive |
2e c.q. herhaalde recidive |
---|---|---|---|---|
Werkgever Klein bedrijf |
120 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever middelgroot bedrijf |
180 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever Groot bedrijf |
240 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Op grond van artikel 11:4 Arbeidstijdenwet gelden de genoemde sancties per persoon ten aanzien van wie de wet is overtreden en per overtredingsdag.
Categorie |
Transactie1 |
Eis ter zitting |
1e recidive |
2e c.q. herhaalde recidive |
---|---|---|---|---|
Werkgever Klein bedrijf |
n.v.t. |
180 punten |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever middelgroot bedrijf |
n.v.t. |
240 punten |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever Groot bedrijf |
n.v.t. |
360 punten |
+ 50% |
+ 100% |
Op grond van artikel 11:4 Arbeidstijdenwet gelden de genoemde sancties per persoon ten aanzien van wie de wet is overtreden en per overtredingsdag.
Categorie |
Transactie1 |
Eis ter zitting |
1e recidive |
2e c.q. herhaalde recidive |
---|---|---|---|---|
Werkgever Klein bedrijf |
50 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever middelgroot bedrijf |
100 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Werkgever Groot bedrijf |
150 punten |
+ 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Werknemer |
15 punten |
+ 20% |
+ 10% |
+ 20% |
Op grond van artikel 11:4 Arbeidstijdenwet gelden de genoemde sancties per persoon ten aanzien van wie de wet is overtreden en per overtredingsdag.
Bij deze overtreding gaat het om het negeren van het bevel tot staken van de arbeid.
Categorie |
Transactie1 |
Eis ter zitting |
1e recidive |
2e c.q. herhaalde recidive |
---|---|---|---|---|
Werkgever |
Ten minste 100 punten; voorts sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd. |
Transactiebedrag + 20% |
+ 50% |
+ 100% |
Op grond van artikel 11:4 Arbeidstijdenwet gelden de genoemde sancties per persoon ten aanzien van wie de wet is overtreden en per overtredingsdag.
Indien het financieel gewin door de overtreding groter is dan de maximum op te leggen geldboete(s), kan onverminderd het bepaalde in artikel 23, lid 7 WvSr een geldboete worden opgelegd van de naast hogere categorie. In dit verband is van belang dat bij overtredingen van de Arbeidstijdenwet bedrijfseconomische gronden vaak een rol spelen.
Met name in die gevallen waarin structurele maatregelen dienen te worden genomen teneinde aan een overtreding een einde te maken, kan het hanteren van een voorlopige maatregel ex de artikelen 28 en 29 WED effect sorteren.
Gelet op artikel 396 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is sprake van een klein bedrijf indien gemiddeld minder dan 50 personen in de rechtspersoon werkzaam zijn. Van 50–250 werknemers kan men spreken van een middelgroot bedrijf, terwijl bij 250 werknemers en meer sprake is van een groot bedrijf.
Uitgangspunt voor bepaling van de grootte / omvang van een bedrijf is het aantal werknemers, waarvan het handelsregisteruittreksel van de Kamers van Koophandel melding maakt. Gaat het om een filiaal c.q. nevenvestiging van een groot bedrijf of grote onderneming, dan is de indeling in bedrijfsgrootte afhankelijk van de vraag of de verwijtbaarheid van de gepleegde overtreding toe te rekenen is aan de bedrijfsleiding van het hoofd- of moederbedrijf of veel meer aan de bedrijfsleider / filiaalhouder / bedrijfsleiding van het filiaal c.q. nevenvestiging. In het laatste geval is de grootte van het filiaal c.q. nevenvestiging doorslaggevend voor de bepaling van de sanctie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-22916.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.