Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 november 2011, nr. DPO/341598, houdende wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 in verband met enige organisatorische wijzigingen, de beslissing beroep in te stellen tegen besluiten van andere bestuursorganen voor te behouden aan de minister en de opheffing van de adviescommissie voor bezwaarschriften

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gehoord de departementale ondernemingsraad;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

1. Het eerste lid van artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel i vervalt het woord ‘en’.

b. Aan het slot van onderdeel j wordt de punt vervangen door: , en.

c. Na onderdeel j wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • k. betreffende het instellen van beroep tegen een besluit van een ander bestuursorgaan.

2. In artikel 13, eerste lid, onderdeel a, vervalt: en beroep.

B

Het eerste lid van artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel p vervalt.

2. Onderdeel q wordt geletterd tot p.

C

In artikel 13, derde lid, wordt ‘onderdelen o en p’ vervangen door: onderdeel o.

D

In artikel 14a, tweede lid, vervalt: , tenzij dit op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste lid, aanhef en onder p, is voorbehouden aan de secretaris-generaal.

E

In artikel 16, tweede lid, wordt ‘De minister van Infrastructuur en Milieu’ vervangen door: De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL II

De bijlage bij het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 3.4, onderdeel b, onder 4e, vervalt.

B

Paragraaf 3.4, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. Beleidsdirectie gericht op een thema:

    • * Emancipatie (DE)

C

Paragraaf 3.4, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. Ondersteunend bureau voor de:

    • 1e. Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT)

    • 2e. College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO)

D

Aan het slot van paragraaf 4.2 wordt een zin toegevoegd, luidende:

Verder is de directie verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van veiligheid voor alle sectoren van het Ministerie.

E

Paragraaf 5.4 vervalt, onder vernummering van de paragrafen 5.5 en 5.6 tot paragrafen 5.4 en 5.5.

F

Paragraaf 6.7 vervalt.

G

De paragrafen 6.5 en 6.6 vervallen.

H

Aan het slot van hoofdstuk 11 wordt toegevoegd:

  • 11.5. College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO)

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

  • a. Artikel II, onderdelen A, D en F, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 juli 2010;

  • b. Artikel I, onderdeel E, en artikel II, onderdeel E, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 14 oktober 2010;

  • c. Artikel II, onderdelen B en G, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 januari 2011;

  • d. Artikel I, onderdelen B, C en D, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 juni 2011;

  • e. Artikel II, onderdelen C en H, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 september 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

1. Algemeen

Onderhavige wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 betreft hoofdzakelijk een actualisering als gevolg van enkele wijzigingen in de organisatiestructuur van het ministerie die in het afgelopen jaar hun beslag hebben gekregen maar nog niet in de bijlage bij het besluit zijn verwerkt. Ook worden nog enkele andere wijzigingen in het besluit zelf aangebracht. In de artikelsgewijze toelichting wordt per artikel een toelichting gegeven op de wijziging.

2. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In het kader van de discussie en besluitvorming over het permanent maken van (delen van) de Crisis- en herstelwet is binnen de ministerraad gesproken over de wenselijkheid om het aantal bestuursrechtelijke procedures tussen bestuursorganen zoveel mogelijk te beperken. Het gaat daarbij meestal om de situatie dat een bestuursorgaan van de rijksoverheid beroep instelt tegen een besluit van een gemeente of provincie of een besluit van een ander bestuursorgaan van de rijksoverheid, bijvoorbeeld van een ander ministerie. Ofschoon erkent wordt dat het beleidsmatig soms noodzakelijk is om een dergelijk beroep tegen een besluit een collega overheid toch in te stellen, wordt vooropgesteld dat er altijd eerst naar andere middelen gekeken moet worden om het voorliggende probleem op te lossen. Dit kan variëren van het aangaan van collegiaal overleg tot – als ultimum remedium – het doen van een voordracht voor vernietiging van het betreffende besluit door de Kroon. Gelet op het besluit van de ministerraad wordt het instellen van beroep tegen besluiten van andere bestuursorganen voortaan voorbehouden aan de minister. Dit wordt opgenomen in artikel 4, eerste lid. Daarmee kan het voorbehoud in artikel 13, eerste lid, vervallen. Deze wijziging treedt in werking de dag na publicatie van deze regeling, artikel III, aanhef.

Artikel I, onderdelen B, C en D

Met de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2010, nr. WJZ/250927 (8303), houdende wijziging van de Regeling behandeling bezwaarschriften OCW en intrekking van de Regeling vaste vergoeding voorzitters Commissie voor bezwaarschriften OCW in verband met de opheffing van de Commissie voor bezwaarschriften van het Ministerie van OCW (Stcrt. 2010, 20804) is de Commissie voor bezwaarschriften per 1 juni 2011 opgeheven. Hierdoor is onderdeel p van het eerste lid van artikel 12 zinledig geworden en kan dus vervallen. Ook de verwijzingen in artikel 13, derde lid, en artikel 14a, tweede lid, naar artikel 12, eerste lid, onderdeel p, kunnen vervallen.

Artikel I, onderdeel E

Bij het doorvoeren van de wijziging van artikel 16, zoals deze was opgenomen in het Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 maart 2011, nr. CO/FJC/281130, houdende wijziging van het Organisatie- en Mandaatbesluit OCW 2008 met betrekking tot vermoedens van misstanden, het opheffen van het ministerie van VROM, de overgang van de directie Kinderopvang naar het ministerie van SZW en enkele aanpassingen in verband met het samengaan van ICN en RCE tot RCE (Stcrt. 2011, 5074), is iets misgegaan waardoor de verwijzing naar de minister van OCW was weggevallen. Met deze wijziging wordt dit euvel hersteld.

Artikel II, onderdelen A, D en F

De taken van de directie Veiligheid en Radicalisering (V&R) zijn met ingang van 1 juli 2010 ondergebracht bij de directie BOA. De naam van de directie wordt geschrapt uit de lijst van dienstonderdelen (artikel II, onderdeel A). De taakomschrijving is overgebracht naar paragraaf 4.2 (artikel II, onderdeel D), waarin het takenpakket van de directie BOA is beschreven. Paragraaf 6.7, waarin de taakomschrijving van de directie Veiligheid en Radicalisering (V&R) staat, vervalt (artikel II, onderdeel F).

Artikel II, onderdelen B en G

De directies Kennis en Innovatie en Leren en Werken zijn met ingang van 1 januari 2011 opgeheven, omdat de taken van deze directies zijn teruggeplaatst bij de stelseldirecties binnen EL&I respectievelijk SZW en binnen OCW bij de stelseldirecties OWB respectievelijk BVE. De namen van de directies Kennis en Innovatie en Leren en Werken worden geschrapt uit de lijst van dienstonderdelen (artikel II, onderdeel B). De taakomschrijvingen van deze directies in de paragrafen 6.5 en 6.6 vervallen (artikel II, onderdeel G).

Artikel II, onderdelen C en H

Met ingang van 1 september 2011 is het ondersteunend personeel van het College van beroep voor het hoger onderwijs (CBHO) een zelfstandig onderdeel binnen de DGHBWE-kolom en valt het niet meer onder de directie HO&S. Het CBHO is als ondersteunend bureau opgenomen in paragraaf 3.4, onderdeel c, van de bijlage (artikel II, onderdeel C) en toegevoegd aan de lijst van ondersteunende bureaus in hoofdstuk 11 van de bijlage (artikel II, onderdeel H).

Artikel II, onderdeel E

Bij het aantreden van het kabinet Rutte op 14 oktober 2010 is het beleidsveld Kinderopvang overgegaan van het ministerie van OCW naar het ministerie van SZW. Bij besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 maart 2011, nr. CO/FJC/281130, houdende wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 (Stcrt. 2011, 5074) is de directie Kinderopvang uit de lijst van dienstonderdelen geschrapt. De taakomschrijving van de directie Kinderopvang in paragraaf 5.4 is abusievelijk blijven staan. Paragraaf 5.4 wordt met terugwerkende kracht geschrapt (artikel II, onderdeel E).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Naar boven