De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw, en Innovatie,
Gelet op de artikelen 66 en 78 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2007 houdende
een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PbEU L299);
Gelet op artikel 17 van Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 maart 2004 houdende
de vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing
in de sector melk en zuivelproducten (PbEU L94);
Gelet op de artikelen 13, 19, 23, 27 en 28 van de Landbouwwet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling superheffing 2008 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 wordt ‘op 1 april 2010’ vervangen door: op 1 april 2011.
B
In artikel 11, eerste lid, wordt ‘stellen gezamenlijk binnen zes weken nadien het productschap in kennis’ in: stellen gezamenlijk
nadien het productschap in kennis.
C
Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, komt te luiden:
1. De koper die gedurende de lopende heffingsperiode melk geleverd krijgt door een producent die zijn bij de desbetreffende
koper beschikbare quotum met meer dan 100.000 kilogram heeft overschreden, stelt onder vermelding van de naam en het adres
van de desbetreffende producent het productschap hiervan in kennis binnen 5 werkdagen na de eerste levering waarbij het quotum
van de desbetreffende producent met 100.000 kilogram is overschreden.
2. Het derde en vierde lid komen te luiden:
3. Het productschap kan besluiten dat de koper ter zekerstelling van de correcte inning van de superheffing het bedrag ter hoogte
van de inhoudingen die op grond van het tweede lid zijn verricht, maandelijks afdraagt aan het productschap als voorschot
op de betalingen van de heffingen, bedoeld in artikel 23.
4. In afwijking van het derde lid kan de koper in plaats van de maandelijkse afdracht, bedoeld in het derde lid, te verrichten
een bankgarantie stellen ter hoogte van op grond van het derde lid verschuldigde bedrag. In voorkomend geval wordt de bankgarantie
maandelijks verhoogd.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking op 1 april 2011.
TOELICHTING
Onderhavige regeling wijzigt de Regeling Superheffing 20081 (hierna: de regeling). De eerste wijziging betreft de generieke verhoging van de individuele quota (zie artikel I, onderdeel
A). Het quotum waarover producenten beschikken per 1 april 2011 wordt met 1% verhoogd. De wijziging houdt verband met de implementatie
van een afspraak uit het Europese Health Check-akkoord. Deze afspraak betreft de verruiming van de nationale quota gedurende
5 jaar vanaf quotumjaar 2009/2010, ieder jaar met 1%. Dit is uitgewerkt in Bijlage I bij Verordening (EG) 72/20092.
In onderdeel B wordt geregeld dat de termijn waarbinnen quotummutaties moeten worden gemeld aan het Productschap Zuivel –
dat de superheffingsregelgeving uitvoert – komt te vervallen. De noodzaak voor deze termijn is komen te vervallen door de
afname van het aantal overdrachten van grondgebonden quota. Het grote aantal overdrachten van quota met grond maakte dat het
in het verleden wenselijk was dat de meldingen in verband met de verwerking ervan enigszins door het jaar werden gespreid.
Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 595/20043 verplicht lidstaten om ervoor te zorgen dat de superheffing correct wordt geïnd en wordt afgewenteld op de producenten die
tot de overschrijding van het landenquotum hebben bijgedragen. Mede met het oog op de komende afschaffing van de melkquota
in 2015 en de verwachting dat voor die tijd reeds een anticiperende verhoging van de melkproductie kan voorkomen, waarbij
in bepaalde gevallen aanzienlijke quotaoverschrijdingen plaatsvinden, is het noodzakelijk extra waarborgen voor de inning
van de superheffing te introduceren. Daartoe zijn twee wijzigingen in artikel 19a van de regeling aangebracht.
Ten eerste is de informatieverplichting van kopers van melk ten aanzien van nieuw aangemelde producenten die buiten het quotum
produceren aangepast. Deze aanpassing houdt in dat de verplichte melding dat door een koper melk wordt geleverd buiten het
quotum, wordt vervangen door de melding dat een producent het quotum met meer dan 100.000 kilogram overschrijdt.
Ten tweede wordt het mogelijk dat het productschap bepaalde kopers de verplichting oplegt om maandelijks een voorschot van
de te betalen superheffing over te maken aan het productschap. Deze maatregel kan het productschap slechts opleggen ten aanzien
van kopers die melk geleverd krijgen door producenten die het melkquotum met meer dan 100.000 kilogram overschrijden. Het
voorschot bedraagt niet meer dan de hoogte van de superheffing die de desbetreffende producenten moeten afdragen aan de koper.
De maatregel is van belang omdat de ervaring van het productschap leert dat de invordering van de superheffing bij bepaalde
kopers van melk wordt belemmerd omdat zij op het moment van de vaststelling van de superheffing onvoldoende middelen blijken
te hebben om aan de verplichtingen te voldoen.
Onderhavige regeling leidt niet tot noemenswaardige nalevingskosten. Kopers van melk zijn reeds verplicht de superheffing
te innen bij producenten die hun melkquotum overschrijden. De wijziging van artikel 19a houdt in dat het productschap in de
toekomst bepaalde kopers kan verplichten maandelijks een voorschot op superheffing over te maken aan het productschap.
De wijziging van de regeling gaat gepaard met een aanpassing van de informatieverplichting aan het productschap. De verwachting
is dat het aantal meldingen die kopers moeten verrichten niet toeneemt en de administratieve lasten derhalve gelijk blijven.
Weliswaar is de verplichting niet slechts meer van toepassing op producenten die zich nieuw bij de koper hebben gemeld tijdens
de heffingsperiode, de verplichting blijft evenwel beperkt tot producenten met een zeer grote overschrijding van melkquotum.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.