Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 maart 2010, houdende wijziging van de Regeling superheffing 2008 en de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 66 en 78 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PbEU L299);

Gelet op Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende de vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten (PbEU L94);

Gelet op Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PbEU L330);

Gelet op de artikelen 13, 15, 19, 23, 27 en 28 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling superheffing 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 19a

  • 1. De koper die gedurende de lopende heffingsperiode melk geleverd krijgt door een nieuwe producent die reeds zijn totale quotum voor die heffingsperiode heeft gebruikt, stelt onder vermelding van de naam en het adres van de desbetreffende producent het productschap hiervan binnen 5 werkdagen na de eerste levering in kennis. De koper vordert de nodige inlichtingen bij de desbetreffende producent.

  • 2. Het productschap kan de koper verplichten dat ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde producent de inhoudingen op de te betalen melkprijs, zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid, worden verricht.

  • 3. De inhoudingen, bedoeld in het tweede lid, worden op een rekening van de koper met de uitsluitende bestemming van de overdracht van de verschuldigde heffingen als bedoeld in artikel 23 gestort.

  • 4. De koper, bedoeld in het tweede lid, doet per 31 maart van de lopende heffingsperiode een bankgarantie stellen ten gunste van het productschap ter hoogte van het bedrag van de inhoudingen die op grond van het tweede lid zijn verricht.

B

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘artikel 2 van de Handelsregisterwet 1996’ vervangen door: artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007.

b. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van onderdeel b worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. waarvan de bestuurders in een periode van vijf jaren, voorafgaand aan de erkenning van de koper, geen bestuurder zijn geweest van een koper waarvan de erkenning is ingetrokken, ten aanzien waarvan surseance van betaling is verleend of die in staat van faillissement is verklaard;

  • d. waarvan de eigenaar of eigenaren in een periode van vijf jaren, voorafgaand aan de erkenning van de koper, geen eigenaar of mede-eigenaar zijn geweest van een koper waarvan de erkenning is ingetrokken, ten aanzien waarvan surseance van betaling is verleend of die in staat van faillissement is verklaard.

2. In het vijfde lid wordt de zin ‘De ingehouden bedragen…in artikel 23 gestort’ vervangen door: Indien het productschap deze aanvullende voorwaarde stelt, is artikel 19a, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 38g wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

Paragraaf 6. Specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector

Artikel 38h
  • 1. Ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PbEU L 330) kent de minister ambtshalve een uitkering toe aan producenten als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Regeling superheffing 2008.

  • 2. De uitkering, bedoeld in het tweede lid, bedraagt € 2,123 per 1000 kilogram aan melkquotum dat de producent die de uitkering ontvangt op 31 maart 2010 ter beschikking heeft volgens de administratie van het Productschap Zuivel, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de Regeling superheffing 2008.

  • 3. De producent met een melkquotum kleiner dan 500 kg komt niet in aanmerking voor de uitkering als bedoeld in het eerste lid.

B

Na artikel 59 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 59a

Een uitvoerende instantie zoals genoemd in de artikelen 63 tot en met 65 is voor de regelingen die zij uitvoert bevoegd om het bedrag aan subsidie dat aan de landbouwer is toegekend te verrekenen met bestuursrechtelijke geldschulden die de desbetreffende landbouwer aan haar is verschuldigd.

C

Na artikel 64 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 65

Het bestuur van het Productschap Zuivel is belast met de uitvoering van de steun voor melkveehouders, bedoeld in artikel 38h.

ARTIKEL III

Deze regeling, met uitzondering van artikel II, treedt in werking op 1 juli 2010. Artikel II treedt in werking op 1 april 2010.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Onderhavige regeling wijzigt de Regeling Superheffing 2008 en de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.

Regeling superheffing 2008

In de praktijk wordt het Productschap Zuivel (hierna: het productschap) dat de Regeling superheffing 2008 uitvoert, geconfronteerd met melkveehouders met een klein quotum, maar een grote melkproductie die eenvoudig wisselen van koper van melk. De desbetreffende producenten van melk melden de overstap naar een andere koper niet, waardoor het productschap, in het geval van quotumoverschrijdingen bij deze melkproducenten, problemen ondervindt bij de inning van de verschuldigde superheffing.

Om te waarborgen dat deze melkproducenten bekend zijn bij het productschap wordt de koper aan wie een melkproducent die zijn quotum heeft verbruikt voor de eerste maal melk gaat leveren, verplicht om de gegevens van deze melkproducent te melden bij het productschap. Teneinde te waarborgen dat de superheffing wordt afgedragen aan het productschap kan het productschap de koper de verplichting opleggen om de superheffing die de producent die zijn melkquotum al heeft gebruikt, verschuldigd is, in te houden en op een aparte voor de afrekening van de superheffing bedoelde rekening te storten. Daarbij wordt de koper verplicht om ten gunste van het productschap een bankgarantie af te geven ter hoogte van de hiermee samenhangende verschuldigde superheffing. De verplichting tot het afgeven van een bankgarantie wordt ook van toepassing in het geval het productschap een koper, die in gebreke blijft met de inning van door producenten verschuldigde superheffing, de verplichting oplegt om de superheffing in te houden en op een aparte rekening te storten.

Voorts worden een aantal aanvullende eisen gesteld aan de erkenning van kopers van melk. Deze eisen betreffen de betrokkenheid van bestuurders en eigenaren van de koper bij andere kopers die in betalingsmoeilijkheden zijn gekomen of waarvan de erkenning ingetrokken is. Met deze eisen wordt beoogd te voorkomen dat nieuwe kopers van melk worden opgericht en voor erkenning in aanmerking komen, terwijl er een goede kans is dat deze kopers uiteindelijk niet de verschuldigde superheffing zullen afdragen.

Ten slotte wordt de verwijzing gecorrigeerd naar de wetgeving inzake het handelsregister.

Aanvullende uitkering melkveehouders

In verband met de lage melkprijs in de zuivelsector in het jaar 2009 heeft de Europese Commissie een bedrag van € 300 miljoen vrijgemaakt op de Europese begroting om ondernemers in de melkveesector te ondersteunen. Op grond van Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PbEU L330) kan Nederland € 24,59 miljoen euro uitkeren. Op grond van deze verordening dienen lidstaten op basis van objectieve criteria en op een niet-discriminerende wijze uitkeringen te verstrekken aan melkveehouders. In Nederland zullen de uitkeringen worden verstrekt naar rato van het melkquotum waarop een melkveehouder op 31 maart 2010 recht heeft. De uitkering bedraagt € 2,123 per 1000 kg melkquotum. De uitkering wordt ambtshalve verricht. Op deze manier worden geen nieuwe administratieve lasten voor de melkveehouders geïntroduceerd en de uitvoeringslasten voor de overheid beperkt.

Veehouders met een melkquotum kleiner dan 500 kg komen niet voor de bovenstaande uitkering in aanmerking, omdat het bedrag dat zij zouden ontvangen lager zou zijn dan de kosten die gemiddeld voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1233/2009 dienen te worden gemaakt. Het bestuur van het Productschap Zuivel voert deze subsidieregeling uit. De betaling wordt verricht door de Dienst Regelingen.

In de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt in verband met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht tevens geregeld dat de uitvoerders van de steunregeling de aan een landbouwer toegekende steun mogen verrekenen met de door de landbouwer aan de desbetreffende uitvoerder verschuldigde publiekrechtelijke geldvorderingen.

De wijziging van de Regeling superheffing 2008 gaat gepaard met nieuwe informatieverplichtingen van het bedrijfsleven aan de overheid. De administratieve lasten voor de kopers gezamenlijk worden begroot op maximaal € 2000 per jaar. Een toename van deze orde van grootte is alleszins aanvaardbaar gelet op de risico’s van niet-inbare bedragen aan verschuldigde superheffing.

De inwerkingtreding van artikel II van onderhavige regeling wijkt af van het beleid van ondergetekende inzake de vaste verandermomenten. Dit is gerechtvaardigd in verband met de termijnen die in Verordening (EG) nr. 1233/2009 zijn gesteld aan de betaling van de uitkeringen (30 juni 2010), terwijl deze verordening eerst op 15 december 2009 door de Europese Commissie werd vastgesteld.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven