De Minister voor Immigratie en Asiel,
Gelet op artikel 9, derde lid en 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3.74, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit
2000;
Besluit:
ARTIKEL I
Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 3.2a wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt ‘arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning wel vereist’ vervangen door: ‘arbeid in loondienst
alleen toegestaan indien werkgever beschikt over TWV’.
2. In het tweede lid wordt ‘op 1 januari 2007 legaal in Nederland verbleef en diens toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt
die dag gold voor de duur van tenminste twaalf maanden’ vervangen door: op of na 1 januari 2007 legaal in Nederland verbleef
en diens toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt die dag gold voor de duur van ten minste twaalf onafgebroken maanden.
3. Het derde lid vervalt.
B
Aan artikel 3.19 wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. Voor degene die het verblijf in Nederland financiert van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in
het kader van medische behandeling en van zijn gezinsleden, zijn de middelen van bestaan in ieder geval voldoende, indien
de in het eerste lid bedoelde som ten minste gelijk is aan het in het eerste of tweede lid of artikel 3.74, eerste lid, onderdeel
a, van het Besluit bedoelde bedrag voor de categorie waartoe die persoon behoort, aangevuld met:
-
a. 90 procent van het in het eerste lid bedoelde minimumloon in het geval dat hij het verblijf van de vreemdeling die alleenstaande
ouder is financiert of
-
b. 100 procent in het geval dat de derde het verblijf van een gezin financiert.
ARTIKEL II
Ter zake van de afdoening van de aanvraag tot het verlenen en verlengen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel
14 van de Wet, voor een verblijfsdoel als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder n en o, van het Besluit, of van een aanvraag
tot wijziging van de verblijfsvergunning in een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, voor een verblijfsdoel
als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder n en o, van het Besluit, ingediend door tussenkomst van een onderwijsinstelling
als bedoeld in artikel 3.18a, is de vreemdeling tot 1 september 2011 het bedrag verschuldigd dat van toepassing was op 30
juni 2011.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2011, met dien verstande dat artikel II terugwerkt tot en met 1 juli
2011.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige regeling betreft een aanvulling van artikel 3.19 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 ten aanzien van het
vereiste om te beschikken over voldoende duurzame middelen van bestaan bij medische behandeling, een verduidelijking van de
arbeidsmarktaantekening die wordt gebruikt in het kader van de overgangsregeling met betrekking tot het vrije verkeer van
werknemers met de nationaliteit van Bulgarije en Roemenië en een aanvulling op de wijziging van de legestarieven in de honderdenvierde
wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt 2011, 11720).
De invoeringstermijn wijkt af van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze
regeling betreft een aanpassing van de legestarieven en een verduidelijking van de arbeidsmarktpositie van werknemers met
de nationaliteit van Bulgarije en Roemenië, mede ter uitvoering van het regeerakkoord, waarvoor afwijking van het kabinetsstandpunt
is toegestaan (uitzonderingsgrond 1, Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309, blz. 4).
Artikelsgewijs
A
In het eerste lid van artikel 3.2a wordt nadrukkelijker tot uiting gebracht dat de werkgever van werknemers met de nationaliteit
van Bulgarije of Roemenië gedurende de eerste twaalf maanden dient te beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Ook wordt
zo tot uitdrukking gebracht dat een zelfstandige met de nationaliteit van Bulgarije of Roemenie alleen arbeid in loondienst
gedurende de eerste twaalf maanden mag verrichten indien de werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning.
Dit artikel is niet van toepassing als de vreemdeling met de nationaliteit van Bulgarije of Roemenië reeds een jaar lang toegang
tot de arbeidsmarkt heeft gehad, bijvoorbeeld omdat hij een jaar lang legale arbeid heeft verricht op basis van een TWV of
een jaar lang heeft beschikt over een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 met een arbeidsmarktaantekening
waarmee hij toegang had tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Artikel 3.2, tweede lid, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 is
dan van toepassing.
B
Aan artikel 3.19 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt een lid toegevoegd waardoor het mogelijk wordt om ook het verblijf
van de gezinsleden van de vreemdeling, die voor tijdelijk verblijf in het kader van medische behandeling naar Nederland komt,
te laten financieren door een derde. Voor de hoofdpersoon is financiering door een derde al mogelijk gemaakt in het derde
lid van artikel 3.19 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt. 2010, 12083). Dit nieuwe lid maakt dit ook mogelijk voor de in Nederland verblijvende of meereizende gezinsleden.
Artikel II
Artikel II bevat een overgangsbepaling voor de honderdenvierde wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt. 2011, 11720). Op grond van het convenant dat de onderwijsinstellingen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst hebben treedt de legesverhoging
voor aanvragen om verlening of verlenging van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met het volgen
van studie of de voorbereiding op studie pas per 1 september 2011 in werking. Dit geldt tevens voor aanvragen om wijziging
van de verblijfsvergunning in een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met het volgen van studie
of de voorbereiding op studie die door tussenkomst van een dergelijke onderwijsinstelling zijn ingediend.
De Minister voor
Immigratie en Asiel,
G.B.M. Leers.