Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 6 oktober 2011, nr. 230210, tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op:

  • verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);

  • verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (EVF) (PB L 223);

  • de artikelen 2, 4 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies,

Besluit:

ARTIKEL I

De regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 14 juli 2011, nr. 218794, tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011, wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel I, tweede onderdeel F, wordt geletterd tot onderdeel ‘G’.

B

Artikel III wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Artikel I, onderdeel G, treedt in werking met ingang van 22 juli 2011.

ARTIKEL II

De Regeling LNV-subsidies wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1:14e komt te luiden:

Artikel 1:14e. Controleverklaring accountant

  • 1. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een controleverklaring van een accountant indien dat in deze regeling of in de beschikking tot subsidieverlening is bepaald.

  • 2. In de beschikking tot subsidieverlening kan uitsluitend worden bepaald dat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld gaat van een controleverklaring, indien het in die beschikking vermelde subsidiebedrag € 125.000 of meer bedraagt.

  • 3. De controleverklaring bestaat uit een verklaring van een accountant of een accountant-administratieconsulent als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat met de aanvraag wordt voldaan aan de voorschriften uit artikel 4:45 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. De accountant of accountant-administratiefconsulent controleert en stelt de controleverklaring vast met inachtneming de voorschriften, gesteld in bijlage 1 bij deze regeling.

B

In artikel 2:20, eerste lid, onderdeel i, artikel 2:48, eerste lid, onderdeel e, artikel 3:52, onderdeel c, artikel 4:19, eerste lid, onderdeel f, artikel 4:20, artikel 4:25, onderdeel i, artikel 4:31, onderdeel g, artikel 4:33, artikel 4:33g, onderdeel b, artikel 4:33h, artikel 4:44, artikel 4:45, eerste lid, onderdeel d, artikel 4:50, eerste lid, onderdeel f, artikel 4:51, artikel 5:4, tweede lid, onderdeel e, en bijlage 2, hoofdstuk 2, onderdeel D, wordt ‘accountantsverklaring’ telkens vervangen door: controleverklaring van een accountant.

C

Onder vervanging van een puntkomma door een punt aan het einde van artikel 4:38, onderdeel d, vervalt artikel 4:38, onderdeel e.

D

Artikel 4:54 komt te luiden:

Artikel 4:54. Nadere voorschriften

  • 1. Een garantstelling wordt verstrekt voor een lening met een minimumbedrag van € 50.000 en een maximumbedrag van € 450.000.

  • 2. De lening waarvoor garantstelling wordt verstrekt bedraagt ten hoogste twee derde van de voor de investeringen benodigde financieringen, minus de eigen beschikbare middelen, rekening houdende met de financieringsmogelijkheden op basis van de beschikbare zekerheden en de wijze waarop de beschikbare eigen middelen optimaal kunnen worden aangewend.

  • 3. De looptijd van de lening waarvoor garantstelling wordt verstrekt kan ten hoogste 10 jaar bedragen en de lening wordt lineair afgelost.

  • 4. De uiterste datum waarop de lening volledig moet zijn opgenomen, mag niet later liggen dan een jaar na de datum van de beschikking tot verstrekking van garantstelling.

  • 5. De garantstelling kan slechts worden verstrekt ten behoeve van een lening verstrekt door een kredietinstelling waarmee de Minister een raamovereenkomst heeft gesloten, waarin de rechten en plichten van de Minister en de kredietinstelling zijn vastgelegd.

  • 6. Artikel 4:1, derde lid, is niet van toepassing op een beschikking tot verstrekking van garantstelling op grond van artikel 4:53.

  • 7. Ingeval de kredietinstelling nakoming vordert van de garantstelling, wordt ten hoogste viervijfde van de restantschuld van de lening waarop de garantstelling betrekking heeft uitbetaald.

ARTIKEL III

Het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 70, derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 756.927’ vervangen door: € 765.927.

B

Artikel 80 wordt vernummerd tot artikel 79g.

C

Na artikel 79g wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

§ 4. Investeringen in duurzame vistuigen

Artikel 79h
  • 1. Aanvragen tot verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 4:34 van de regeling kunnen worden ingediend door eigenaren van een vissersvaartuig, dat staat ingeschreven in het visserijregister bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998, voor het moderniseren en aanbrengen van voorzieningen aan boord van een vissersvaartuig door middel van:

    • a. de omschakeling van de visserij met de boomkor naar visserij met de hydrorig of sumwing;

    • b. jig-installaties;

    • c. uitrusting voor de krabbenvisserij.

  • 2. Aanvragen als bedoeld in het eerste lid kunnen worden ingediend in de periode van 1 november 2011 tot en met 30 november 2011.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 2.000.000.

Artikel 79i

De aanvraag tot subsidieverlening, bedoeld in artikel 79h, eerste lid, gaat vergezeld van offertes of prijsopgaven voor de aan te schaffen apparatuur, de werkzaamheden ten behoeve van de installatie en de werkzaamheden ten behoeve van de noodzakelijke aanpassingen aan het vissersvaartuig.

Artikel 79j

De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 100.000.

D

Na artikel 80b wordt een nieuwe titel toegevoegd, luidende:

TITEL 4. GARANTSTELLING VISSERIJ

Artikel 80ba
  • 1. Aanvragen tot verstrekking van een garantstelling als bedoeld in artikel 4:53 van de regeling kunnen worden ingediend in de periode van 1 november 2011 tot en met 31 december 2011.

  • 2. Het maximumbedrag, bedoeld in artikel 4:57, eerste lid, van de regeling, wordt voor 2011 vastgesteld op € 5.000.000.

E

Na artikel 82, tweede lid, worden de volgende leden toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van artikel 4:41, tweede lid, van de regeling wordt voor de aanvragen, bedoeld in artikel 80a, als beoordelingscommissie ingesteld de beoordelingscommissie investeringen in aquacultuur.

  • 4. De beoordelingscommissie, bedoeld in het derde lid, bestaat uit de heer ir. H.W van der Mheen, mevrouw dr. ir. K. van de Braak, de heer J. Smit en de heer W.L.M. Schermer Voest.

  • 5. De heer W.L.M. Schermer Voest is voorzitter van de beoordelingscommissie, bedoeld in het derde lid, en mevrouw L.S. Laan MSc is secretaris van de beoordelingscommissie, bedoeld in het derde lid.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdelen A en B, en artikel III, onderdeel A, die in werking treden met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en terugwerken tot 22 juli 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies (verder: RLS) en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011. De voornaamste wijzigingen betreffen investeringen in duurzame vistuigen en de garantstelling visserij. Deze wijzigingen zullen in de eerstvolgende paragrafen worden toegelicht. Voorts zullen de overige wijzigingen worden toegelicht. Tot slot worden er paragrafen gewijd aan de administratieve lasten en de inwerkingtreding.

§ 1. Duurzame vistuigen (artikel 79h e.v. van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011)

Met deze wijziging wordt de module investeringen in vissersvaartuigen van de RLS opnieuw opengesteld, voor zover het betreft investeringen in de omschakeling van de visserij met de boomkor naar visserij met de hydrorig of sumwing, investeringen in jig-installaties of investeringen in de uitrusting voor de krabbenvisserij. Deze wijziging vloeit mede voort uit de motie Slob (Kamerstukken II 2010–2011, 29 675, nr. 112) waarin de regering wordt verzocht een stimuleringsbijdrage voor duurzame vistuigen mogelijk te maken.

Als gezegd, komen alleen de hydrorig, sumwing, jig of uitrusting voor de krabbenvisserij voor subsidie in aanmerking. Deze selectie is ingegeven door de wens om meer duurzame vistechnieken te stimuleren als alternatief voor de traditionele boomkorvisserij en is gebaseerd op de eisen van het Europese Visserijfonds (verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (EVF)) ter zake energie-efficiëntie, selectiviteit en het niet uitbreiden van de vangstcapaciteit. Over deze keuze van vistuigen is overleg gevoerd met de sector. Investeringen in de pulstechniek zijn uitgesloten van deze module. Het gebruik van Europese middelen voor de pulsvisserij is niet mogelijk, omdat deze vistechniek in Europees verband nog niet generiek is toegestaan.

Aanvragen voor subsidie voor voornoemde aanvragen kunnen worden ingediend in de maand november.

§ 2. Garantstelling visserij (artikel 80ba van het Openstellingsbeluit LNV-subsidies 2011)

Met deze wijziging wordt de module garantstelling voor visserij van de RLS opnieuw opengesteld voor het jaar 2011. Het doel van deze regeling is om vissers aan te moedigen te investeren in duurzame visserij. De regeling biedt steun aan bedrijven in de garnalen- en kottersector, die weliswaar financieel gezond zijn, maar over onvoldoende zekerheden beschikken om de financiering rond te krijgen van investeringen, die nodig zijn om de transitie naar een duurzame visserij te realiseren.

De garantstelling zorgt ervoor dat de visser meer geld kan lenen of onder gunstiger condities een lening kan aangaan, dan zonder garantstelling. Deze geboden zekerheid is een vorm van staatssteun. Daarom moet worden voldaan aan de relevante staatssteunkaders. De regeling is ter goedkeuring aangemeld bij de Europese Commissie en goedgekeurd bij beschikking C (2007) 3647 van 24 juli 2007). Uit deze beschikking volgt dat de garantstelling niet gecumuleerd mag worden met andere vormen van steun voor dezelfde investering. De goedkeuringsbeschikking heeft een looptijd van 5 jaar. Met het oog hierop, zal bij de vaststelling van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2012 de garantstelling visserij op basis van deze goedkeuringsbeschikking tot uiterlijk juli 2012 opengesteld kunnen worden.

§ 3. Overige wijzigingen

Per abuis bevat artikel I van de regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 14 juli 2011, nr. 218794, tot wijziging van de Regeling LNV-subsidies en het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011, twee onderdelen F. Met deze wijziging wordt het tweede onderdeel F geletterd tot G. Om eventuele onduidelijkheden over de inwerkingtreding weg te nemen, is de inwerkingtredingbepaling dienovereenkomstig aangepast (artikel I, onderdelen A en B).

Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de term ‘accountantsverklaring’ te vervangen door de term ‘controleverklaring van een accountant’, zodat de tekst van de regeling beter aansluit bij bijlage 1.

Tot slot wordt in artikel 82 van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2011 een beoordelingscommissie ingesteld voor de beoordeling van aanvragen voor de module investeringen in aquacultuur van de RLS.

§ 4. Administratieve lasten

De module investeringen in duurzame vistuigen en de module garantstelling visserij brengen administratieve lasten met zich. Deze zijn echter ongewijzigd ten opzichte van eerdere openstellingen.

Voor de module investeringen in duurzame vistuigen gaat het om een totaal van € 25.125 aan administratieve lasten. Er worden circa 50 aanvragen voor subsidieverlening verwacht en circa 25 aanvragen voor subsidievaststelling. De administratieve lasten per aanvraag bedragen € 362 voor subsidieverlening en € 281 voor subsidievaststelling. Het totale bedrag van € 25.125 bedraagt 1,3% van het budget van € 2.000.000. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de toelichting bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 november 2007 houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies, het Openstellingsbesluit LNV-subsidies, de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003, de Regeling visvergunning en de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 2007, nr. 228)

Voor de module garantstelling visserij gaat het om een totaal van € 24.040 aan administratieve lasten. Er worden circa 10 aanvragen voor garantstelling verwacht. De administratieve lasten per aanvraag bedragen € 2404. Deze lasten bestaan uit 30% van de kosten voor het maken van afspraken met de kredietinstelling, het invullen van het aanvraagformulier en het opstellen van een eventueel bezwaarschrift. Volledigheidshalve wordt verwezen naar de toelichting bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2007 houdende regels betreffende garantstelling in de visserij (Stcrt. 2007, nr. 172) en naar de toelichting bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 november 2007 houdende wijziging van de Regeling LNV-subsidies, het Openstellingsbesluit LNV-subsidies, de Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen 2003, de Regeling visvergunning en de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren (Stcrt. 2007, nr. 228).

Voor het overige is er geen sprake van administratieve lasten.

§ 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit zal zijn omstreeks 1 oktober 2011. Omdat de regeling echter niet twee maanden voor inwerkingtreding is gepubliceerd, is dit niet geheel overeenkomstig de uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving. De vaste verandermomenten voor regelgeving houden in dat regelingen inwerkingtreden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en tenminste twee maanden voor inwerkingtreding gepubliceerd worden (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De voornaamste wijzigingen van deze regeling betreffen de investeringen in duurzame vistuigen en de garantstelling visserij. Omdat deze wijzigingen voordeel voor de doelgroep met zich brengen, is er voor gekozen deze op korte termijn in werking te laten treden.

De module duurzame vistuigen en de garantstelling visserij worden opengesteld met ingang van 1 november 2011. Dit geeft betrokkenen circa één maand de tijd om zich voor te kunnen bereiden op deze regeling en wordt zo veel als in dit geval mogelijk is voldaan aan de vaste verandermomenten voor regelgeving.

Artikel I, onderdelen A en B, en artikel II, onderdeel A, treden in werking met ingang van de eerste dag na publicatie van de Staatscourant en werken terug tot en met 22 juli 2011. Dit betreft het herstel van een omissie (zie ook § 3).

De Staatssecretaris voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Naar boven