Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 2 augustus 2011, nr. DDS5704130, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie in verband met een aanpassing van de herbenoemingstermijn van de leden, het ondermandaat aan de secretaris en enkele redactionele wijzigingen

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Instellingsbesluit Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onder a, wordt ‘de Minister van Justitie’ vervangen door: de Minister van Veiligheid en Justitie.

B

In artikel 3 wordt ‘kunnen leiden’ vervangen door: (kunnen) leiden.

C

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het derde lid kan de Minister een lid voor een tweede maal aansluitend herbenoemen voor een periode van ten hoogste twee jaren indien dat wenselijk is voor de continuïteit en kwaliteit van de werkzaamheden van de Commissie.

D

In artikel 8, vijfde lid, wordt ‘, en, na overleg met de secretaris, de andere medewerkers.’ vervangen door: en de andere medewerkers.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

De Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie is ingesteld bij besluit van 12 oktober 2005 (Stcrt. 2005, 205). Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 14 augustus 2007 (Stcrt. 2007, 159) en van 29 september 2009 (Stcrt. 2009, 15152). In de afgelopen periode is gebleken dat het Instellingsbesluit op twee punten inhoudelijk aanpassing behoeft, te weten:

  • een aanpassing van de herbenoeminstermijn van commissieleden;

  • een aanpassing van artikel 8, vijfde lid, in verband met het regelen van het ondermandaat aan de secretaris, tevens hoofd van het bureau van de Commissie.

Bijgaand besluit voorziet hierin. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen in het Instellingsbesluit aangebracht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Door middel van deze wijziging wordt de aanduiding van de verantwoordelijke minister geactualiseerd.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt verduidelijkt dat de taak van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie naast het ex ante beoordelen van de effectiviteit van gedragsinterventies ook het ex post beoordelen omvat. Bij de ex ante beoordeling toetst de Commissie of een gedragsinterventie in theorie effectief zou kunnen zijn. Bij de ex post beoordeling gaat de Commissie op basis van empirische bevindingen na of de gedragsinterventie ook daadwerkelijk effectief in termen van recidivevermindering is.

Onderdeel C

Door middel van deze toevoeging wordt aan de Minister van Veiligheid en Justitie de bevoegdheid toegekend om, in afwijking van de in het derde lid van artikel 4 genoemde termijn van ten hoogste zes jaar, een lid voor een tweede maal voor ten hoogste twee jaar te herbenoemen. Het werk van de Commissie is specialistisch van aard en de inwerking van nieuwe leden neemt langere tijd in beslag. Met het oog op het waarborgen van de continuïteit en kwaliteit van de werkzaamheden van de Commissie kan het wenselijk zijn dat een lid voor een tweede maal wordt herbenoemd. Deze bevoegdheid kan bijvoorbeeld worden gebruikt om het vertrek van ervaren leden en de instroom van nieuwe leden geleidelijker te laten verlopen. Door de tweede herbenoemingstermijn korter te laten zijn dan de eerste twee zittingstermijnen wordt tot uitdrukking gebracht dat deze voorziening dient als een tijdelijke overbrugging in bijzondere situaties.

Onderdeel D

Een aanpassing van het vijfde lid van artikel 8 is noodzakelijk om de bevoegdheid tot benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de medewerkers van het bureau van de Commissie te kunnen ondermandateren aan de secretaris, tevens hoofd van het bureau. Over deze besluiten vindt, evenals bij de benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de secretaris, eerst overleg plaats met de voorzitter van de Commissie.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven.

Naar boven