Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 maart 2010, nr. MEVA/ABA-2995518 houdende wijziging van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg in verband met de Wet DUO en verduidelijking van de definitie van deelnemer

25 maart 2010

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling stageplaatsen zorg1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel d, onder 1°, wordt na ‘de praktijkuren’ ingevoegd: van de deelnemer.

B

Artikel 1, onderdeel f, komt te luiden:

f. deelnemer:

natuurlijke persoon die in het studiejaar bij een onderwijsinstelling ingeschreven staat of heeft gestaan voor een volledige zorgopleiding waarbij, indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast op jaarbasis ten minste 300 uren omvat en indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2°, blijkens de overeenkomst, bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, de studielast van het door de onderwijsinstelling verzorgde onderwijsprogramma op jaarbasis ten minste 300 uren omvat;.

C

In artikel 2, vijfde lid, onderdeel a, wordt ‘bedoeld in artikel 9a van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank’ vervangen door: bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel I, onderdelen A en B, werken terug tot en met 1 augustus 2009 en artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

Aanscherping definitie deelnemer

De Subsidieregeling stageplaatsen zorg is een belangrijke pijler van het arbeidsmarktbeleid van VWS. De subsidieregeling is in nauw overleg met de sociale partners in de zorgsector, de HBO-raad en de MBO-Raad in 2008 ingevoerd. De doelstelling van de subsidieregeling is meerledig. Het is gericht op vergroting van het aantal aangeboden stageplaatsen en op een verbetering van de kwaliteit van de stagebegeleiding. Daarbij gaat het bij stageplaatsen voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) om instroom, zij-instroom en doorstroom. Instroom betreft jongeren die via een BBL een voor de zorg relevante opleiding volgen. Zij-instroom betreft volwassenen die via een BBL de overstap naar een zorgberoep maken. Doorstroom betreft zorgmedewerkers die een hogere functie willen verwerven via een BBL bij de eigen werkgever. BBL houdt derhalve in dat medewerkers in dienst van de werkgever komen of blijven en tegelijkertijd een opleiding volgen, gericht op het verkrijgen van een (hoger) zorgdiploma.

Het opleiden van eigen medewerkers om ze beter toe te rusten de eigen functie te vervullen valt daar nadrukkelijk niet onder. Dit soort bij- en nascholing is geen doelstelling van de subsidieregeling. Bij het bepalen van de omvang van de middelen die beschikbaar zijn voor het verstrekken van subsidies op grond van de regeling, is dan ook geen rekening gehouden met bij- en nascholing van het eigen personeel.

Op grond van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg kan een subsidie worden verstrekt voor het realiseren van stageplaatsen (artikel 2, eerste lid). De realisatie van een stageplaats wordt bezien aan de hand van de overeenkomst tussen de deelnemer aan de zorgopleiding, de stageaanbieder en de onderwijsinstelling (artikel 1, onderdeel h). Een deelnemer in de zin van de subsidieregeling is een student die voor een volledige opleiding ingeschreven staat (artikel 1, onderdeel f); dat geldt ook voor een deelnemer die een overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) heeft gesloten. Ten aanzien van de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) is daaraan bovendien de eis verbonden dat de studielast op jaarbasis ten minste 300 uren omvat.

Met ingang van het studiejaar 2008-2009 vallen niet alleen stageplaatsen van door het Rijk bekostigde studenten onder de regeling, maar ook stageplaatsen van particulier bekostigde studenten. Niet van alle particulier bekostigde studenten komen de stageplaatsen in aanmerking voor subsidie. Er dient aan dezelfde voorwaarden voldaan te worden als de studenten die al voor bekostiging in aanmerking kwamen. Eén van die voorwaarden is het volgen van een volledige zorgopleiding. Een inschrijving voor een volledige opleiding houdt in dat de inschrijving betrekking heeft op een opleiding waarvan de afronding een diploma oplevert. Dat betekent overigens niet dat altijd de volledige opleiding gevolgd moet worden. Het is mogelijk dat de student vrijstelling heeft voor verschillende onderdelen van de opleiding. Indien de student ingeschreven is voor een gedeelte van de opleiding, zonder dat die gedeeltelijke opleiding leidt tot een diploma, vallen de stageplaatsen van die student niet onder deze regeling.

Naar aanleiding van de introductie van de subsidiëring van stageplaatsen voor particulier bekostigde studenten heeft een beperkt aantal zorginstellingen ten aanzien van het studiejaar 2008–2009 ook stageplaatsen onder de reikwijdte van de regeling gemeend te kunnen brengen waarvoor deze absoluut niet bedoeld is, namelijk voor bij- en nascholing. Stageplaatsen voor bij- en nascholing onderscheiden zich op een aantal punten van instroom, zij-instroom en doorstroom. Ten eerste is de studielast volgens de stageovereenkomst vaak lager dan de studielast volgens de opleidingsovereenkomst. Ten tweede is het door de onderwijsinstelling verzorgde theoretische gedeelte van de zorgopleiding van geringe omvang. Ten derde is de intensiteit van de door de stageaanbieder verzorgde praktijkbegeleiding lager. Ten vierde gaat het om volstrekt reguliere arbeidsverhoudingen met de stageaanbieder. Kortom, naar inhoud en strekking van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg is in die gevallen geen sprake van gerealiseerde stageplaatsen. Teneinde verdere misverstanden te voorkomen, is dit met ingang van het studiejaar 2009–2010 nu meer expliciet tot uitdrukking gebracht in artikel 1, onderdelen d en f. Dat is gedaan door de voorwaarde dat de deelnemer aan een BBL een door de onderwijsinstelling verzorgd onderwijsprogramma van ten minste 300 uur op jaarbasis dient te volgen. Dit sluit aan bij een voorgenomen wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs waarmee de minimale voorwaarden voor van rijkswege bekostigd onderwijs die in de praktijk reeds gehanteerd worden, ook wettelijk worden vastgelegd.

Aangezien het een reparatie betreft waarmee de Subsidieregeling stageplaatsen zorg meer expliciet in overeenstemming wordt gebracht met de oorspronkelijke bedoeling en de strekking, is terugwerkende kracht gerechtvaardigd. Dit betekent dat deze wijziging niet alleen onmiddellijke werking heeft en derhalve van toepassing is op de realisatie van de stageplaatsen voor de rest van het lopende studiejaar 2009–2010 en het studiejaar 2010–2011. Deze wijziging is ook van toepassing op het gehele lopende studiejaar 2009–2010. Terugwerkende kracht tot en met het studiejaar 2008–2009 is niet meer nodig: de procedure voor het aanvragen en verstrekken van subsidies ten behoeve van dat studiejaar zijn grotendeels voltooid.

Aanpassing aan de Wet DUO

In verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (Wet DUO) is per 1 januari 2010 de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank ingetrokken en zijn diverse andere wetten gewijzigd. Het betreft een reorganisatie van de uitvoering op het terrein van het onderwijs.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) beschikte over twee uitvoeringsorganisaties: Centrale Financiën Instellingen (CFI) en de Informatie Beheer Groep (IB-Groep). Besloten is deze organisaties samen te voegen en onder de ministeriële verantwoordelijkheid te plaatsen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Daarbij is de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank (WVI) ingetrokken. De bepalingen over het basisregister onderwijs die waren opgenomen in de WVI, zijn verplaatst naar de Wet op het onderwijstoezicht (WOT).

Het gaat uitsluitend om een redactionele wijziging van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg, die rechtstreeks voortvloeit uit de Wet DUO. Waar in artikel 2 sprak is van het basisregister onderwijs wordt de verwijzing naar de WVI vervangen door een verwijzing naar de WOT.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.


XNoot
1

Stcrt. 2008, 172; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 15 oktober 2009 (Stcrt. 15804).

Naar boven