Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 oktober 2009, nr. MEVA/ABA-2961677 houdende wijziging van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg in verband met aanpassing van de definitie van gerealiseerde stageplaats

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 1 van de Subsidieregeling stageplaatsen zorg1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d, onder 1°, wordt ‘het aantal praktijkuren’ vervangen door: de praktijkuren.

2. Onderdeel h komt te luiden:

  • h. gerealiseerde stageplaats: het aantal uren tijdens de periode van de stageplaats volgens de overeenkomst, bedoeld in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of onderdeel d, onder 2°, tot ten hoogste 1280 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel 1440 uren per studiejaar en 40 weken per studiejaar indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, gedeeld door 1280 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 2° of 4°, dan wel door 1440 indien het een zorgopleiding betreft als bedoeld in onderdeel c, onder 1° of 3°, en vermenigvuldigd met de periode van de stageplaats tijdens het studiejaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt gedeeld door de volledige periode van de stageplaats, met dien verstande dat uitsluitend acht wordt geslagen op de uren en de periode van de stageplaats die binnen de looptijd van de overeenkomst vallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 12 september 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

In 2008 is in het kader van het actieplan ‘Werken aan de zorg’ de Subsidieregeling stageplaatsen zorg tot stand gekomen. Daarmee worden zorginstellingen gestimuleerd om beroepspraktijkvormingsplaatsen voor het initiële zorg- en welzijnsonderwijs te realiseren. Onlangs is de regeling op een aantal punten gewijzigd, waaronder de definitie van de gerealiseerde stageplaats. Het blijkt dat de gewijzigde definitie tot misverstanden kan leiden. Om die reden wordt die definitie middels deze regeling met terugwerkende kracht verbeterd en nader toegelicht. Ten behoeve daarvan is tevens een kleine tekstuele wijziging in de definitie van een stageplaats doorgevoerd.

De gerealiseerde stageplaats is een stageplaats uitgedrukt in een voltijdseenheid. Uitgangspunt daarbij is het aantal uren volgens de beroepspraktijkvormings- of stageovereenkomst. Deze overeenkomst wordt door de onderwijsinstelling, de stageaanbieder en de deelnemer afgesloten ingevolge artikel 7.2.8 van de Wet educatie beroepsonderwijs dan wel artikel 1, onderdeel d, onder 2°, van de subsidieregeling. Het bevat onder andere de periode en het aantal uren dat de deelnemer stage loopt bij de stageaanbieder. Om tot de gerealiseerde stageplaats voor het betreffende studiejaar te kunnen komen, wordt een aantal stappen doorlopen.

Ten eerste wordt het totaal aantal uren over de gehele stageperiode bepaald. De stageperiode staat in de overeenkomst die bij aanvang van de stage wordt afgesloten. Het subsidiabele aantal weken stage per studiejaar is gelimiteerd op 40 weken en het maximum aantal uren stage per studiejaar bedraagt 1280 of 1440 uur, afhankelijk van het type zorgopleiding.

Ten tweede wordt de stageplaats omgezet in een voltijdsequivalent. Dat geschiedt door het totaal aantal subsidiabele uren stage te delen door 1280 of 1440 uur, afhankelijk van het type zorgopleiding.

Ten derde wordt bepaald welk deel van de stage valt in het studiejaar waarvoor de subsidie bestemd is. Dat geschiedt door het voltijdsequivalent van de volledige stageplaats te vermenigvuldigen met het aandeel van het desbetreffende studiejaar in de volledige stageperiode.

Bij deze drie stappen dient iedere keer uitgegaan te worden van de stageuren en de stageperiode voorzover die binnen de looptijd van de stageovereenkomst vallen.

Ter verduidelijking een voorbeeld: in een BBL-stageovereenkomst is opgenomen dat de stage loopt van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2010 en dat het om 20 uur per week gaat. Het subsidiejaar loopt van 1 augustus 2008 tot en met 31 juli 2009.

De stageperiode is in dat geval 2 studiejaren en het totaal aantal uren over de gehele stageperiode bedraagt dan 2 * 40 weken * 20 uur/week = 1.600 uur. In voltijdequivalenten is dat 1.600 / 1.280 = 1,25. Om te bepalen welk deel daarvan voor het subsidiejaar subsidiabel is wordt deze 1,25 vermenigvuldigd met 1/2, zijnde de periode in het subsidiejaar gedeeld door de totale stageperiode. Daarmee komt de gerealiseerde stageplaats in dit voorbeeld uit op 0,625.

In dit voorbeeld is ervan uitgegaan dat de daadwerkelijke looptijd van de stageovereenkomst gelijk is aan de in de stageovereenkomst overeengekomen looptijd. Als de stage echter eerder afloopt dan dienen alleen de uren en de periode van de daadwerkelijke looptijd in acht genomen te worden. Stel dat in bovenstaande situatie de stage afloopt na 10 weken. Dan komt de gerealiseerde stageplaats uit op 0,156 (10 weken * 20 uur / 1.280 * 1/1).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.


XNoot
1

Stcrt. 2008, 172; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 september 2009 (Stcrt. 13682).

Naar boven