Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 februari 2010, nr. 104624, houdende wijziging van diverse regelingen op gebied van zeevisserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

  • Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 358);

  • Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348);

  • Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

  • Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

  • de artikelen 3, 4 en 6 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel I

De Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d, komt te luiden:

  • d. verordening nr. 1224/2009: Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

2. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. verordening nr. 1342/2008: Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348);

3. Onderdeel m komt te luiden:

  • m. verordening inzake vangstmogelijkheden: Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21).

B

In de artikelen 18, eerste lid, onderdeel a, 32, en 33a, eerste en tweede lid, wordt ‘de verordening inzake een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden’ telkens vervangen door: verordening nr. 1342/2008.

C

In de artikelen 19, 19c, 24a, 29, 29a, 30 en 33c wordt ‘de verordening inzake controle’ telkens vervangen door: verordening nr. 1224/2009.

D

In paragraaf 5a wordt na artikel 34e het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 34f Medebewind Productschap Vis

  • 1. Ter uitvoering van artikel 15, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008 wordt medewerking gevorderd van het Productschap Vis.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde medewerking bestaat uit het overeenkomstig artikel 12, vierde lid, van verordening nr. 1005/2008 valideren van vangstcertificaten voor zover deze certificaten betrekking hebben op de vangst van garnalen of van platvis.

  • 3. In afwijking van artikel 34d, derde lid, wordt het in dat lid bedoelde verzoek tot validatie, voor zover het betrekking heeft op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde vissoorten, ingediend bij het Productschap Vis.

Artikel II

De Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdelen o en p, komt te luiden:

o. verordening inzake vangstmogelijkheden:

Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

p. verordening nr. 1224/2009:

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

B

In artikel 1, eerste lid, wordt het tweede onderdeel w geletterd tot onderdeel x.

C

In de artikelen 1a, 4, 7, 34, 37, 38 en 40 wordt ‘de verordening inzake controle’ telkens vervangen door: verordening nr. 1224/2009.

D

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De door de gezamenlijke Nederlandse vissers aangevoerde hoeveelheden vis worden in mindering gebracht op het desbetreffende quotum, respectievelijk het desbetreffende Gemeenschapsaandeel, bedoeld in bijlage 3 en 4, met uitzondering van de vangsten, bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de verordening inzake vangstmogelijkheden.

E

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in de maanden februari en maart van het jaar 2010 niet van toepassing op een vissersvaartuig, indien:

    • a. de minister ten aanzien van het vissersvaartuig voor de beheersperiode een speciaal visdocument heeft afgegeven als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van verordening nr. 1342/2008, ten aanzien van het desbetreffende gereglementeerde geografisch gebied en categorie vistuig;

    • b. de voor de houders van een speciaal visdocument voor de maanden februari en maart van het jaar 2010 beschikbare visserij-inspanning per gereglementeerd geografisch gebied en vistuigcategorie, vermeld in bijlage 7, nog niet is opgebruikt, en

    • c. het vissersvaartuig behoort tot de vlootsegmenten MFL1 of MFL2 en is geregistreerd in het visserijregister, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998.

2. In het vierde lid wordt ‘het tweede lid, onderdeel c’ vervangen door: het tweede lid, onderdeel b.

F

In artikel 35, tweede lid, wordt ‘bedoeld in het eerste lid, onderdeel a’ vervangen door: bedoeld in het eerste lid.

G

Artikel 36 komt te luiden:

Artikel 36

  • 1. De kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van verordening nr. 1224/2009, wordt gedaan aan de Directeur Agroketens en Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Indien een ondernemer deelneemt aan een groep of een producentenorganisatie wordt de kennisgeving aan het bestuur van de groep onderscheidenlijk aan het bestuur van de producentenorganisatie gedaan.

  • 2. De kennisgeving bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. naam van de ondernemer;

    • b. lettertekens en het nummer van het vissersvaartuig;

    • c. de gereglementeerde typen vistuig die zullen worden gebruikt;

    • d. het gereglementeerd gebied waar zal worden gevist.

  • 3. Ingeval de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger in de beheersperiode hetzelfde type vistuig of dezelfde typen vistuigen denkt te gaan gebruiken als het type vistuig dat of de typen vistuigen die voor het desbetreffende gereglementeerd geografisch gebied is of zijn vermeld in het in artikel 33, tweede lid, onderdeel a, bedoelde speciaal visdocument dat betrekking heeft op de daaraan voorafgaande beheersperiode, wordt de kennisgeving tot verkrijging van dat visdocument aangemerkt als kennisgeving als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van verordening nr. 1224/2009.

  • 4. De gegevens die worden vermeld in het voor de beheersperiode af te geven speciaal visdocument worden gebaseerd op de meest recente kennisgeving.

  • 5. Het is verboden in strijd te handelen met artikel 27 van verordening nr. 1224/2009.

  • 6. Ter verkrijging van de toestemming, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van verordening nr. 1224/2009, meldt de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger het voornemen tot het gebruik van meer dan één soort vistuig tijdens de visreis onmiddellijk voorafgaand aan de visreis aan de Directeur Agroketens en Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

  • 7. In afwijking van het zesde lid wordt, ingeval de kapitein van een vissersvaartuig of zijn vertegenwoordiger de in het zesde lid bedoelde gegevens onmiddellijk voorafgaand aan de visreis op grond van artikel 19a van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij elektronisch heeft verstrekt, de ontvangst van die gegevens door de Algemene Inspectiedienst aangemerkt als toestemming als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van verordening nr. 1224/2009.

  • 8. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 14, vijfde en zesde lid, en artikel 28, eerste lid, van verordening nr. 1224/2009.

H

Het tweede artikel 37a wordt vernummerd tot artikel 37c.

I

Na artikel 37a wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 37b

Het is verboden om in de visserijzone per Nederlands vissersvaartuig op hetzelfde moment meer dan 25 kilometer vistuig van het type staandwant in het water te hebben uitstaan of aan boord te hebben, ongeacht de lengte van het desbetreffende vissersvaartuig.

J

Bijlage 7 wordt vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage, onder vervanging van het opschrift ‘bijlage’ door: bijlage 7.

Artikel III

Artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 komt te luiden:

e. verordening inzake vangstmogelijkheden:

Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

Artikel IV

De Regeling technische maatregelen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d, komt te luiden:

d. verordening nr. 1224/2009:

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

2. Onderdeel l, komt te luiden:

l. verordening inzake vangstmogelijkheden:

Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

B

In de artikelen 2b, 7f, 7g, 10b, 12, 12t, 12u, 12v en 12w wordt ‘de verordening inzake controle’ telkens vervangen door: verordening nr. 1224/2009.

Artikel V

De Regeling visvergunning wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

k. controleur:

persoon die belast is met controle in het kader van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343);

B

In artikel 2a, derde lid, onderdeel b, wordt ‘als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij, visserijzone zeegebied en kustwateren’ vervangen door: als bedoeld in artikel 36 van de Uitvoeringsregeling visserij.

C

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Een visvergunning wordt geschorst in de situatie, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PbEU L 343).

Artikel VI

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II, onderdelen E en J, werkt terug tot en met 1 februari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 februari 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE

Totale toegestane visserij-inspanning per categorie vistuig als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel b

Vistuigcategorieën

Vistuigcategorie code

Visserij-inspanning

(in Kw-dagen) in de maanden februari en maart 2010

Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC en SPR) met een maaswijdte:

  

gelijk aan of groter dan 100 mm

TR1

gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm

TR2

265.000

gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm

TR3

1.000

   

Boomkorren (vistuigtype TBB) met een maaswijdte:

  

gelijk aan of groter dan 120 mm

BT1

182.000

gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm

BT2

6.139.000

Kieuwnetten en warrelnetten (vistuigtype GN)

GN

79.000

TOELICHTING

§ 1. Algemeen

In de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij zijn onder meer voorschriften opgenomen ter beperking van de visserijinspanning. Deze voorschriften strekken ter uitvoering van het langetermijnplan voor kabeljauwbestanden zoals dat is neergelegd in Verordening (EG) nr. 1342/20081 en voor de desbetreffende beheersperiode nader is uitgewerkt in artikel 5 in samenhang met bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden2. Op grond van deze bepalingen geldt voor vaartuigen van ten minste tien meter een bepaalde hoeveelheid, in kilowattdagen gemeten, visserijinspanning afhankelijk van het type vistuig dat wordt gebruikt. In 2009 waren deze zogenoemde zeedagen binnen de vistuigcategorie niet onderverdeeld. Dit betekende dat alle Nederlandse vissers die op grond van artikel 33 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij mochten vissen met vistuig uit een bepaalde categorie, in gelijke mate gerechtigd waren tot de totale hoeveelheid zeedagen die op grond van de verordening inzake vangstmogelijkheden aan Nederland was toebedeeld.

Voorts geldt voor één van de voornoemde typen vistuigen, te weten de kieuwnetten of warnetten, in de praktijk aangeduid als staandwantvistuigen, voor Nederlandse vissersvaartuigen die kleiner zijn dan tien meter eveneens een zeedagenregime op grond van de met ingang van 1 januari 2010 doorgevoerde wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij3. Zoals aangegeven in de toelichting bij de zojuist genoemde wijzigingsregeling werd met de introductie van deze maatregel – die was aangekondigd in mijn brief aan de Tweede Kamer van 24 augustus 2009 (Kamerstukken II 2008–09, 29675, nr. 81) – beoogd te voorkomen dat de visserijinspanning van de staandwantvloot kleiner dan tien meter verder zou toenemen.

Daarnaast bevat paragraaf 5a van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening zeevisserij sinds 1 januari 2009 een aantal voorschriften ter uitvoering van het in de zogenoemde IOO-verordening4 opgenomen stelsel van vangstcertificaten. Hierin is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen als bevoegde autoriteit om onder meer de vangstcertificaten voor uitvoer naar derde landen te valideren. In de praktijk geschiedde de validering door de Algemene Inspectie Dienst (AID).

Een aantal omstandigheden heeft genoopt tot aanpassing van de hierboven genoemde voorschriften.

Allereerst is gebleken dat het totale aantal aan Nederland toebedeelde zeedagen voor één van de type vistuigen al gedurende 2009 was opgebruikt, hetgeen noodzaakte tot het vroegtijdig sluiten van de visserij met dat typen vistuig. Ook bij de andere vistuigcategorieën heeft het gehanteerde systeem, waarbij vissers in gelijke mate gerechtigd zijn tot de totale nationale hoeveelheid zeedagen, geleid tot onzekerheid voor vissers. Daarmee is het gehanteerde systeem een niet altijd even effectief middel gebleken om de visserijinspanning adequaat te beheren. Teneinde voornoemde problemen het hoofd te bieden, wordt bezien op welke wijze het beheer van de visserijinspanning adequater kan worden ingericht, waarbij meer recht wordt gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken vissers. Voorzien is dat het gewijzigde stelsel, waarover thans nog overleg met de visserijsector plaatsvindt, met ingang van 1 april 2010 zal worden ingevoerd. Vooruitlopend op de introductie van het nieuwe stelsel, die zijn beslag zal krijgen in een separate wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij, is het gewenst het aantal beschikbare zeedagen voor de te onderscheiden vistuigcategorieën voor de periode van 1 februari 2010 tot 1 april 2010 te maximeren. Artikel I, onderdeel E, in samenhang met artikel I, onderdeel J, dat ingevolge artikel VI, tweede lid, terugwerkt tot en met 1 februari 2010, voorziet er daartoe in om artikel 33 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij een plafond voor de visserijinspanning voor genoemde periode op te nemen. Dit plafond is gebaseerd op het aantal zeedagen dat gedurende de periode van 1 februari 2009 tot 1 april 2009 is benut.

Voorts is onlangs de zogenoemde stand still periode verstreken die samenhing met de notificatie aan de Europese Commissie van de in de eerder genoemde brief aan de Tweede Kamer van 24 augustus 2009 aangekondigde aanvullende maatregel om ongebreidelde groei van de visserijinspanning van de staandwantvloot, als gevolg van de toenemende lengte van de gebruikte netten, te beperken. Deze maatregel betreft een beperking van de maximaal toegestane lengte van de netten die een vissersvaartuig dat gerechtigd is om te vissen met vistuig van het type staandwant op hetzelfde moment in het water mag hebben staan of aan boord mag houden tot ten hoogste 25 kilometer per vaartuig. Door middel van de onderhavige wijzigingsregeling (artikel II, onderdeel I) wordt deze maatregel in artikel 37b van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij opgenomen.

Gebleken is dat de AID in een aantal omstandigheden niet optimaal is toegerust om vangstcertificaten te valideren. Dit doet zich met name voor bij de uitvoer naar derde landen van garnalen en van platvis die door Nederlandse vissersvaartuigen zijn gevangen. Garnalen plegen veelal direct vanaf de visaflag te worden uitgevoerd naar Marokko. Nadat de garnalen aldaar zijn gepeld gaan ze terug naar Nederland. Op grond van artikel 14 van de IOO-verordening moeten de aldus bewerkte producten zijn voorzien van (een kopie van) het oorspronkelijk vangstcertificaat. De AID is evenwel niet standaard op de afslagen aanwezig, hetgeen een complicerende factor is bij het valideren van het oorspronkelijke vangstcertificaat. Voor platvis oefent de AID controles uit op de aanlandingen in de havens en de vermarkting in de afslagen. Partijen platvis die worden uitgevoerd naar derde landen plegen echter pas te worden samengesteld nadat de eerste verkoop in de afslag heeft plaatsgevonden en derhalve nadat de vangsten aan het oog van de AID zijn onttrokken. Als gevolg daarvan is het voor de AID niet zonder meer mogelijk om de voor de validering van de vangstcertificaten noodzakelijke tracering naar seperate vangsten waaruit de te exporteren partij is samengesteld, te verrichten.

Het Productschap Vis is belast met de uitvoering van verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PbEG L 17) en van verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad van 26 november 1996, houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijprodukten (PbEG L 334). In dat verband verrichten de buitendienst medewerkers van het Productschap Vis controles op alle partijen garnalen en platvis die worden verhandeld. Gelet op voornoemde taken en de daarmee opgebouwde kennis en ervaring is het Productschap Vis bij uitstek geschikt om – ingeval van uitvoer van deze producten naar derde landen – tevens te voorzien in de validering van de benodigde vangstcertificaten. Ter uitvoering van deze taken voorziet de door middel van de onderhavige regeling doorgevoerde wijziging van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening zeevisserij erin van het Productschap medewerking te vorderen.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening zeevisserij, de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij, de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988, de Regeling technische maatregelen 2000 en de Regeling visvergunning een aantal redactionele wijzigingen door te voeren. Deze wijzigingen worden in paragraaf 4 nader toegelicht.

§ 2. Noticifatie

Zoals in paragraaf 1 werd aangestipt, is het ontwerp van de maatregel die door middel van artikel II, onderdeel I, van deze regeling wordt doorgevoerd in artikel 37b van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij, op 27 oktober 2009 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer2009/0572/NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204).

Naar aanleiding hiervan zijn noch door de lidstaten noch door de Commissie opmerkingen gemaakt.

§ 3. Afwijking vaste verandermomenten

Deze regeling treedt inwerking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt op onderdelen terug tot en met 1 februari 2010. Daarmee wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving die inhouden dat nieuwe regels slechts op 1 januari of 1 juli ingaan en dat minimaal drie maanden daaraan voorafgaand publicatie van de nieuwe regels plaatsvindt. Dit beleid is neergelegd in mijn brief van van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007–2008, 29 515 en 31 201, nr. 243). Reden voor deze afwijking is het tijdstip waarop de stand still periode die voortvloeide uit de in paragraaf 2 toegelichte notificatie is verstreken. Mogelijke consequenties van deze afwijking zijn beperkt, daar de maatregel is aangekondigd in mijn eerder genoemde brief aan de Tweede Kamer van 24 augustus 2009.

§ 4. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, B en C

De in onderdeel A opgenomen wijziging strekt ertoe het correcte nummer van een drietal EU verordeningen alsmede van het EU-publicatieblad waarin de desbetreffende verordeningen zijn gepubliceerd in de in artikel 1 van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij opgenomen begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen op te nemen. Door middel van de in de onderdelen B en C opgenomen wijziging worden de verwijzingen naar de desbetreffende EU-verordeningen in overeenstemming gebracht met de overeenkomstig onderdeel A gewijzigde begrippen.

Onderdeel D

Door middel van dit onderdeel wordt in de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij een nieuw artikel 34e opgenomen, waarin voor het valideren van vangstcertificaten van vangsten garnalen en platvis die worden uitgevoerd naar derde landen medebewind wordt gevorderd van het Productschap Vis. Verwezen wordt naar de toelichting in paragraaf 1 op dit punt.

Volledigheidshalve wordt vermeld dat de hierbij aan het Productschap Vis toebedeelde taken niet zien op het valideren van vangstcertificaten met het oog op wederuitvoer. Hiervoor blijft – ook indien het garnalen of platvis betreft – de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bevoegde autoriteit.

Artikel II

Onderdelen A en C

De in onderdeel A opgenomen wijziging strekt ertoe het correcte nummer van een tweetal EU verordeningen alsmede van het EU-publicatieblad waarin de desbetreffende verordeningen zijn gepubliceerd in de in artikel 1 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij opgenomen begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen op te nemen. Door middel van de in onderdeel C opgenomen wijziging worden de verwijzingen naar de desbetreffende EU-verordeningen in overeenstemming gebracht met de overeenkomstig onderdeel A gewijzigde begrippen.

Onderdeel B

Artikel 1, eerste lid, van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij bevatte abusievelijk twee onderdelen w. Dit wordt door middel van de in dit onderdeel opgenomen wijziging gecorrigeerd.

Onderdeel D

Bij regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 december 2009, nr. 92092 houdende wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij, Stcrt. nr. 20715, is een aanpassing doorgevoerd van artikel 3, eerste lid, van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij. De desbetreffende wijzigingsopdracht was evenwel niet geheel juist geformuleerd. Teneinde buiten twijfel te stellen wat de beoogde inhoud van artikel 3, eerste lid, is, wordt het desbetreffende lid door middel van de in dit onderdeel opgenomen redactionele wijziging opnieuw vastgesteld.

Onderdelen E en J

De in deze onderdelen opgenomen wijziging voorziet erin, zoals is toegelicht in paragraaf 1, het aantal beschikbare zeedagen voor de te onderscheiden vistuigcategorieën voor de periode van 1 februari 2010 tot 1 april 2010 te maximeren.

Onderdeel F

Dit onderdeel bevat een redactionele wijziging.

Onderdeel G

Door de in dit onderdeel opgenomen wijziging wordt in de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij een nieuwe bepaling opgenomen over de wijze waarop de zogenoemde tuigmelding voor aanvang de beheersperiode moet worden verstrekt. Als gevolg van deze wijziging is het, indien met voornemens is met dezelfde vistuigen te gaan vissen als in de voorgaande beheersperiode, niet langer noodzakelijk om telkens voorafgaand aan de nieuwe beheersperiode een tuigmelding te doen. Deze melding is alleen noodzakelijk indien zich ten opzichte van vorige beheersperiode wijzigingen zullen voordoen.

Onderdeel H

De Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij bevatte abusievelijk twee artikelen 37a. Dit wordt door middel van de in dit onderdeel opgenomen wijziging gecorrigeerd.

Onderdeel I

Dit onderdeel strekt ertoe in de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij een artikel op te nemen op grond waarvan de maximaal toegestane lengte van de netten dat een vissersvaartuig dat gerechtigd is om te vissen met vistuig van het type staandwant op hetzelfde moment in het water mag hebben staan of aan boord mag houden, beperkt tot 25 kilometer per vaartuig. Om gerechtigd te zijn om te vissen met vistuig van het type staandwant dient de eigenaar van een vissersvaartuig in het bezit te zijn van een visvergunning in de zin van artikel 2 van de regeling visvergunning met daarop een vermelding van vistuig van het type staand want of een speciaal visdocument in de zin van artikel 33, tweede lid. Deze maatregel geldt zowel voor vaartuigen onder, als boven de 10 meter.

Deze maatregel is alleen van toepassing in de visserijzone en niet in de kustwateren en het zeegebied als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het Besluit aanwijzing zeegebied en kustwateren 1970. De staandwantvisserij in deze gebieden wordt, zoals beschreven in het beleidsvoornemen ‘Vast en zeker’ van 1 juli 2002, gereguleerd door de artikelen 12, 36 en 51 van de Uitvoeringsregeling Visserij.

Artikel III

De in dit artikel opgenomen wijziging strekt ertoe het correcte nummer van de EU verordeningen inzake vangstmogelijkheden in de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding op te nemen.

Artikel IV

De in onderdeel A opgenomen wijziging strekt ertoe het correcte nummer van een tweetal EU verordeningen alsmede van het EU-publicatieblad waarin de desbetreffende verordeningen zijn gepubliceerd in de in artikel 1 van de Regeling technische maatregelen 2000 opgenomen begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen op te nemen. Door middel van de in onderdeel B opgenomen wijziging worden de verwijzingen naar de desbetreffende EU-verordeningen in overeenstemming gebracht met de overeenkomstig onderdeel A gewijzigde begrippen.

Artikel V

Onderdelen A en C

De in deze onderdelen opgenomen wijziging strekt ertoe het correcte nummer van de desbetreffende EU verordening alsmede van het EU-publicatieblad waarin deze verordeningen is zijn gepubliceerd, op te nemen in de, in artikel 1, eerste lid, van de Regeling visvergunning opgenomen, omschrijving van het begrip ‘controleur’ onderscheidenlijk in artikel 3, tweede lid, van de Regeling visvergunning.

Onderdeel B

Door middel van de in dit onderdeel opgenomen wijziging wordt de in artikel 2a, derde lid, onderdeel b, vermelde verwijzing naar een inmiddels vervallen bepaling gecorrigeerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348)

XNoot
2

Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21)

XNoot
3

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 9 december 2009, nr. 86306 (Stcrt. nr. 19689)

XNoot
4

verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van de Europese Unie van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PbEU L 286)

Naar boven