Richtlijn voor strafvordering Wet personenvervoer 2000

Categorie: Strafvordering

Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO

Afzender: College van procureurs-generaal

Adressaat: Hoofden van de parketten

Registratienummer: 2010R002

Datum vaststelling: 15-02-2010

Datum inwerkingtreding: 01-04-2010

Geldigheidsduur: 31-03-2014

Vervallen: Richtlijn voor strafvordering Wet personenvervoer

2000 (2008R003)

Publicatie in Stcrt.: PM

Relevante beleidsregels OM: Aanwijzing kader voor strafvordering (2007A019)

Wetsbepalingen: Artikel 1 Wet op de economische delicten (WED)

Wet personenvervoer 2000

Besluit personenvervoer 2000

Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

Bijlage(n): Tarieflijst

Definities

Achtergrond

Met het oog op de gewenste eenheid in het strafvorderingsbeleid in economische strafzaken heeft het College van procureurs-generaal bijgaande tarieven vastgesteld die landelijk als uitgangspunt dienen voor de bepaling van de bedragen, welke als transactie of als geldboete (in het kader van een strafbeschikking) worden gehanteerd.

Deze richtlijn richt zich op de strafrechtelijk gehandhaafde bepalingen voortkomende uit de Wet personenvervoer 2000 (hierna te noemen: Wp2000) en het Besluit personenvervoer 2000 (hierna te noemen: Bp2000) die op grond van de WED als economische delicten worden aangemerkt.

De Wp2000 is van toepassing op openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer over voor het openbaar verkeer openstaande wegen. Van taxivervoer is ook sprake indien een deel van de rit plaatsvindt over niet voor het openbaar verkeer openstaande wegen.1 In enkele wetsbepalingen betreffende het taxivervoer is het begrip ‘reiziger’ vervangen door ‘consument’. Daardoor zijn die bepalingen tevens van toepassing op de consument, die nog niet een taxi is ingestapt.

Centraal in de Wp2000 staat de vergunningplicht voor het verrichten van beroepspersonenvervoer. Indien een vergunning ontbreekt, wordt de economische ordening van het beroepspersonenvervoer aangetast, ontstaat oneerlijke concurrentie en worden belangen geschaad die het stellen van de vergunningseisen van betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en kredietwaardigheid beogen te beschermen. Het overtreden van de vergunningplicht wordt in de Wp2000 als misdrijf gekwalificeerd, omdat het verrichten van illegaal vervoer het fundament van het beroepsgoederenvervoer[nl] aantast.2 De tarieven in deze richtlijn die gekoppeld zijn aan strafbare feiten ten aanzien van de vergunningplicht, zijn dan ook aanmerkelijk hoger dan de tarieven die als uitgangspunt gelden bij overige strafbare feiten in de Wp2000.

Naar verwachting zal in 2008/2009 de boordcomputer worden ingevoerd in het taxivervoer. Het doel van de boordcomputer is de huidige handmatige registratie van de ritadministratie te digitaliseren. Het gebruik van de boordcomputer is geregeld in de nog niet in werking getreden artikelen 82 en 83 Bp2000.

Samenvatting

Deze richtlijn bevat de te hanteren tarieven ten aanzien van strafbare feiten opgenomen in de Wp2000 (bijlage 1) en daarbij de aanduiding van de normadressaat. In bijlage 2 staan enkele definities met betrekking tot het cabotagevervoer en internationaal vervoer per bus en auto.

Pre-opsporing

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wp2000 zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en de opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering. De IVW kan namens de Minister van Verkeer en Waterstaat bestuursdwang toepassen op basis van artikel 93 Wp2000. In het Besluit mandaat toepassing bestuursdwang van 10 april 2002 wordt de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen eveneens gemandateerd aan de korpschef van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland.3 In de ‘Beleidsregels last onder dwangsom personenvervoer over de weg’ is een aantal strafbare feiten opgenomen dat voor de last onder dwangsom in aanmerking komt.4 In de praktijk legt de IVW meestal een dwangsom op indien er een kans bestaat op recidive. Indien er na overtreding van de Wp2000 strafrechtelijk wordt opgetreden en tevens een last onder dwangsom wordt opgelegd, wordt het OM door de IVW daarvan in kennis gesteld.

Opsporing

Met de opsporing van het de bij of krachtens de Wp2000 strafbaar gestelde feiten zijn belast de bijzondere opsporingsambtenaren van de IVW en de opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering. Indien een overtreding uit de tarieflijst in de bijlage wordt geconstateerd, kunnen de opsporingsbevoegdheden uit Titel III van de WED worden toegepast. Indien er ernstige bezwaren zijn tegen de overtreder en onmiddellijk ingrijpen is vereist, kan de officier van justitie zolang de behandeling van de zaak ter terechtzitting nog niet is aangevangen op grond van artikel 28 WED een voorlopige maatregel opleggen.

Vervolging / transigering

Normadressaat

Het merendeel van de onderscheiden bepalingen van de Wp2000 en het Bp2000 benoemt de vervoerder als normadressaat. Artikel 1 Wp2000 definieert de vervoerder als degene die openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder (chauffeur). De vervoerder is meestal een bedrijf/onderneming. Het is echter mogelijk dat degene onder wiens leiding en verantwoordelijkheid het vervoer plaatsvindt (de vervoerder), tevens een bus of taxi bestuurt, bijvoorbeeld als zelfstandig ondernemer. In dat geval is hij zowel de vervoerder als de bestuurder.

Incidenteel beschouwt de wetgever uitsluitend de bestuurder als normadressaat van een wetsbepaling. In een enkel geval wordt zowel de onderneming als de bestuurder als normadressaat aangeduid. In dit laatste geval geldt het uitgangspunt dat aan elk van de normadressaten een transactie wordt aangeboden. De tarieflijst in de bijlage vermeldt zoveel mogelijk de normadressaat.

Relatieve Bevoegdheid

Een proces-verbaal wordt in beginsel ingezonden aan het parket van het arrondissement waarbinnen:

  • de N.V. of B.V de statutaire vestigingsplaats heeft;

  • het adres van de VOF/CV of Stichting is geregistreerd in het uittreksel van de Kamer van Koophandel;

  • de woonplaats van een eigenaar van een eenmanszaak of de bestuurder (chauffeur) is gelegen.

Recidive

Bij overtredingen van de Wp2000 wordt in beginsel zonder beperking een geldtransactie aangeboden of een strafbeschikking uitgevaardigd, ongeacht de mate van recidive. In afwijking daarop wordt de verdachte gedagvaard indien er bij misdrijven drie keer of vaker recidive plaatsvindt (artikel 103 Wp2000). Indien er sprake is van éénmaal recidive wordt bij werkgevers/zelfstandigen het aantal punten verhoogd met 50% en bij meermalen recidive met 100%. Voor werknemers geldt een ophogingspercentage van 10% bij éénmaal recidive en 20% bij meermalen recidive. De recidivetermijn bedraagt 5 jaar. De eis ter terechtzitting wordt vastgesteld aan de hand van het transactiebedrag/strafbeschikkingsbedrag, vermeerderd met 20%.

Polarissystematiek

Het gehanteerde puntensysteem sluit aan bij de Polarissystematiek. Indien sprake is van meer te beoordelen feiten in één strafdossier, dan worden de strafpunten van de afzonderlijke feiten opgeteld om tot een totaal aantal strafpunten te komen. De afnemend strafnut regeling geldt niet voor economische delicten. Binnen de door de wet gestelde grenzen kan worden afgeweken van de aangegeven bedragen, hetzij naar beneden, hetzij naar boven, indien de omstandigheden waaronder het delict is gepleegd daartoe aanleiding geven. Bij grote bedrijven, ernstige overtredingen, onrechtmatig genoten voordeel dat uitgaat boven het tarief dat vastgesteld is voor de overtreding en recidive kan een hoger tarief geïndiceerd zijn. Bij economische delicten kan de draagkracht van de rechtspersoon of natuurlijke persoon mede bepalend zijn voor de hoogte van de transactie, de strafbeschikking of eis ter terechtzitting.5 Bij het aanbieden van een transactie of het uitvaardigen van een strafbeschikking kan tevens rekening worden gehouden met de eventuele verbeurdverklaring van een last onder dwangsom.

BIJLAGE 1: TARIEFLIJST

Artikel

Aantal punten

Normadressaat

Bijzonderheden

WET PERSONENVERVOER 2000

   
    

Artikel 4 lid 1 Wp2000

Verrichten van openbaar vervoer (anders dan per trein) of besloten busvervoer zonder een daartoe verleende vergunning.

120

Vervoerder

Misdrijf (artikel 103 Wp2000 jo. artikel 1 onder 3° WED).

  

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 4 lid 2 Wp2000

Verrichten van taxivervoer zonder een daartoe verleende vergunning.

120

Vervoerder

Misdrijf (artikel 103 Wp2000 jo. artikel 1 onder 3° WED).

  

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 4 lid 3 Wp2000

Aanbieden van besloten busvervoer of taxivervoer zonder een daartoe verleende vergunning.

120

Vervoerder

Misdrijf (artikel 103 Wp2000 jo. artikel 1 onder 3° WED).

  

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 5a lid 1 Wp2000

Vergunningbewijs niet in de bus of auto aanwezig hebben.

10

5

Vervoerder

Bestuurder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

10 punten voor de vervoerder; 5 punten voor de bestuurder.

   

Artikel 5a Wp2000 is in de plaats gekomen van artikel 16 Bp2000. Bij de eerstvolgende wijziging van het Bp2000 zal artikel 16 Bp2000 worden geschrapt.

    

Artikel 5a lid 2 Wp2000

10

Vervoerder

Idem

Vergunningbewijs niet zichtbaar voor de reiziger in de auto hebben (alleen taxivervoer).

5

Bestuurder

 
    

Artikel 11 lid 1 Wp2000

Handelen in strijd met de vergunning/ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen.

80 (in strijd met beperking)

10 (per voorschrift)

Vergunninghouder

(vervoerder)

 
    

Artikel 11 lid 2 Wp2000

Het door de houder van een vergunning een vergunningbewijs ter beschikking stellen aan een derde ten behoeve van het verrichten van vervoer als bedoeld in artikel 4 Wp2000.

120

Vergunninghouder

(vervoerder)

Misdrijf (artikel 103 Wp2000 jo. artikel 1 onder 3° WED).

Een ‘derde’ is iemand die niet voor rekening en risico van de vergunninghouder vervoer verricht.

    

Artikel 11 lid 3 Wp2000

Het ter beschikking stellen van een vergunningbewijs door de derde ex artikel 11 lid 2 Wp2000 aan een andere derde.

120

De derde aan wie de vergunning ter beschikking is gesteld door de vergunninghouder.

Misdrijf (artikel 103 Wp2000 jo. artikel 1 onder 3° WED).

    

Artikel 19 Wp2000

Verrichten van openbaar vervoer zonder daartoe verleende concessie

100

Vervoerder

 
    

Artikel 30 lid 4 Wp2000

Het niet vervoeren van reizigers die beschikken over een voor het concessiegebied geldig nationaal vervoerbewijs tegen het daarbij behorende tarief.

30

Concessiehouder

 
    

Artikel 85 Wp2000

Verrichten van taxivervoer boven het vastgestelde maximumtarief.

25

Vervoerder

Zie: artikel 142 Wp2000 i.c.m. de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer.

   

Indien uit omstandigheden blijkt dat het maximumtarief meermaals en/of opzettelijk is overschreden (frauduleus karakter), kan een hoger tarief geïndiceerd zijn.

   

Dit verbod geldt niet voor contractvervoer.

    

BESLUIT PERSONENVERVOER 2000

   
    

Artikel 14 lid 3 Bp2000

Geen aanvraag tot wijziging vergunning bij wijziging naam van de vervoerder.

25

Vervoerder

 
    

Artikel 16 Bp2000

n.v.t.

n.v.t.

Zie: artikel 5a Wp2000

    

Artikel 19 lid 2 Bp2000

Niet (tijdig) inleveren van een ongeldig vergunningbewijs.

50

Vervoerder

Inleverplicht binnen 4 weken. Indien er tevens een last onder dwangsom is verbeurd, kan daarmee rekening worden gehouden.

    

Artikel 20 Bp2000

Gebruiken van een bewerkt vergunningbewijs.

50

Vervoerder

Bestuurder

Indien de verdachte wordt verdacht van valsheid in geschrifte, dan vervolgen voor artikel 225 WvSr. Bij art. 20 Bp2000 is geen opzet vereist. Indien het vergunningbewijs zodanig wordt gevouwen of beschreven dat essentiële informatie niet meer zichtbaar is, kan (indien er geen valsheid in geschrifte wordt vermoed) op basis van dit artikel worden opgetreden.

    

Artikel 26 lid 3 Bp2000

Niet melden van de vervanging van de vakbekwame persoon.

50

Vervoerder

 
    

Artikel 73 Bp2000

Het niet duidelijk leesbaar tonen van de tarieven aan de buiten- en binnenzijde van de auto.

5

Vervoerder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

Zie: artikel 86, sub b Wp2000 i.c.m. de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

    

Artikel 74 lid 1 Bp2000

Bestuurder belasten met busvervoer zonder dat bestuurder in het bezit is van een geldige geneeskundige verklaring.

15

Vervoerder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

    

Artikel 74 lid 3 Bp2000

Als bestuurder van een bus de geneeskundige verklaring niet bij zich hebben.

5

Bestuurder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikkingfeit

    

Artikel 75 lid 1 Bp2000

Bestuurder belasten met taxivervoer zonder geldige chauffeurspas.

10

Vervoerder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

Indien de bestuurder taxivervoer verricht zonder chauffeurspas, is zowel de vervoerder als de bestuurder daarvoor verantwoordelijk (artikel 75 lid 3 Wp2000)

    

Artikel 75 lid 3 Bp2000

Taxivervoer verrichten zonder in het bezit te zijn van een geldige chauffeurspas en deze zichtbaar in de auto aanwezig hebben.

Bezit: 10

Aanwezig: 5

Zichtbaar: 5

Bestuurder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

    

Artikel 75 lid 5 Bp2000

Taxivervoer verrichten als bedoeld in artikel 75 lid 2 Bp2000 zonder het deel van de administratie in de auto aanwezig waarmee dat taxivervoer kan worden aangetoond.

5

Vervoerder

 
    

Artikel 77 lid 3 Bp2000

Niet inleveren van de chauffeurspas na intrekking of verloop van de geldigheidstermijn.

15

Bestuurder

Inleverplicht binnen 4 weken. Indien er tevens een last onder dwangsom is opgelegd, dient daarmee rekening te worden gehouden.

    

Artikel 86 Bp2000

Cabotagevervoer verrichten in strijd met EG-verordening nr. 12/98.

120

Vervoerder

Illegaal vervoer.

Cabotagevervoer is het binnenlands personenvervoer dat door ondernemers wordt verricht die in het buitenland gevestigd zijn. EG/12/98 heeft tot doel een regeling te geven voor de benodigde documenten voor het cabotagevervoer.

   

Voor definities: Zie Bijlage 2

    

Artikel 87 lid 2 Bp2000

Niet terugzenden van gebruikte reisbladen.

15

Vervoerder

 
    

Artikel 88 Bp2000

Niet verstrekken van kwartaalgegevens over cabotagevervoer.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 91 lid 3 Bp2000

Niet ten minste 2 jaren een kopie bewaren van een reisblad op het kantoor van de vervoerder.

15

Vervoerder

 
    

Artikel 93 Bp2000

50

Vervoerder

Zie artikel 20 Bp2000

Een bewerkt gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning gebruiken.

 

Bestuurder

 
    

Artikel 95 Bp2000

In strijd met EEG-verordening 684/92 geregeld- of een bijzondere vorm van geregeld vervoer te verrichten.

120

Vervoerder

 
    

Artikel 96 Bp2000

Geregeld vervoer of een bijzondere vorm van geregeld vervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

10 punten per document.

    

Artikel 97 lid 1 Bp2000

Niet verstrekken van gegevens betreffende geregeld vervoer in vervoersverslag.

10

Vervoerder

10 punten per rit.

    

Artikel 98 lid 1 Bp2000

Geregeld vervoer of een bijzondere vorm van geregeld vervoer verrichten van en naar derde en andere landen zonder een daartoe strekkende vergunning.

120

Vervoerder

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 99 lid 1 Bp2000

Niet tijdig de beëindiging van de exploitatie van geregeld vervoer kenbaar maken.

15

Vervoerder

 
    

Artikel 100 Bp2000

Geregeld vervoer of bijzondere vorm van geregeld vervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

Vervoer van en naar derde landen (anders dan bij artikel 96 Wp2000: van en naar lidstaten)

    

Artikel 101 lid 1 Bp2000

Niet tijdig verstrekken van kwartaalgegevens betreffende geregeld vervoer of bijzondere vorm van geregeld vervoer.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 102 lid 1 Bp2000

Pendelvervoer verrichten zonder een daartoe strekkende vergunning.

120

Vervoerder

Deze verplichting geldt niet indien met een land is overeengekomen dat geen vergunning is vereist.

  

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 103 Bp2000

Pendelvervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 104 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten in strijd met:

Lid 1: Beneluxbeschikking

Lid 2: Verordening EEG nr. 684/92

Lid 3: ASOR

Lid 4: Interbus-overeenkomst

120

Vervoerder

Lid 2: in tegenstelling tot art. 95 Bp2000 gaat het om ongeregeld vervoer.

Indien de chauffeur de benodigde vervoersdocumenten niet aanwezig heeft, geldt artikel 108 Bp2000.

    

Artikel 105 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten zonder een daartoe strekkende vergunning.

120

Vervoerder

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 106 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten met bussen die blijkens kenteken zijn ingeschreven in een andere staat, zonder daartoe strekkende vergunning.

120

Vervoerder

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 107 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten door een in Nederland gevestigde vervoerder, zonder houder te zijn van een vergunning voor collectief personenvervoer.

120

Vervoerder

(in NL gevestigd)

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 108 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

10 punten per document.

    

Artikel 109 Bp2000

Ongeregeld vervoer verrichten zonder het vergunningsbewijs in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 110 Bp2000

Voor eigen rekening vervoer verrichten in strijd met verordening (EEG) nr. 684/92.

120

Vervoerder

 
    

Artikel 112 Bp2000

Voor eigen rekening vervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 113 lid 1 Bp2000

Voor eigen rekening vervoer verrichten van en naar derde landen en andere landen zonder daartoe strekkende vergunning.

120

Vervoerder

Deze verplichting geldt niet indien met een land is overeengekomen dat geen vergunning is vereist.

  

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 114 Bp2000

Voor eigen rekening vervoer verrichten van en naar derde landen en andere landen zonder de benodigde bescheiden in de bus aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

 
    

Artikel 115 lid 3 Bp2000

Internationaal taxivervoer verrichten zonder te beschikken over een vergunning van het land waar de auto is geregistreerd.

120

Vervoerder

50 punten indien aanvraag is ingediend en achteraf blijkt te zijn toegewezen.

    

Artikel 116 lid 1 Bp2000

Ander internationaal taxivervoer verrichten dan genoemd in artikel 115 Bp2000 zonder bewijs van toelating.

120

Vervoerder

50 punten indien achteraf blijkt dat bewijs van toelating is afgegeven.

    

Artikel 117 Bp2000

Internationaal taxivervoer verrichten zonder de benodigde bescheiden in de auto (taxi) aanwezig te hebben.

10

Vervoerder

10 punten per document.

    

Artikel 127 lid 1 sub d Bp2000

Niet invullen van het controledocument (rittenstaat).

50

Vervoerder

Politietransigabel feit / politiestrafbeschikking feit

Indien blijkt dat de overtreding niet frauduleus, maar administratief van karakter is (kennelijke omissie) kan een lager tarief geïndiceerd zijn.

    

Artikel 127 lid 1 sub e Bp2000

Niet ten minste twee jaar bewaren van de ritgegevens als bedoeld in artikel 127 sub d Bp2000.

50

Vervoerder

 

BIJLAGE 2: DEFINITIES MET BETREKKING TOT HET CABOTAGEVERVOER EN INTERNATIONAAL VERVOER PER BUS EN AUTO1 .

Artikel 84 Bp2000

De vergunningen en documenten die een buitenlandse vervoerder bij de onderstaande vormen van cabotagevervoer in Nederland nodig heeft, zijn als volgt geregeld:

Geregeld cabotagevervoer:

  • nodig voor het vervoer: communautaire vergunning, een vergunning voor geregeld vervoer en een concessie of ontheffing van de concessie.

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en een afschrift van vergunning voor geregeld vervoer.

Bijzondere vorm van geregeld cabotagevervoer:

  • nodig voor het vervoer: communautaire vergunning en het contract tussen vervoerder en degene die het vervoer organiseert,

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en een (afschrift van) het contract tussen vervoerder en degene die het vervoer.

Ongeregeld cabotagevervoer:

  • nodig voor het vervoer: communautaire vergunning en een reisblad,

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en een reisblad.

Artikel 95 t/m 97 Bp2000

De vergunningen en documenten die een Nederlandse vervoerder bij de onderstaande vormen van grensoverschrijdend geregeld vervoer van en naar lidstaten nodig heeft, zijn als volgt geregeld:

Geregeld vervoer:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer, communautaire vergunning en een vergunning voor geregeld vervoer,

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en afschrift van vergunning voor geregeld vervoer.

Bijzondere vorm van geregeld vervoer:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer, communautaire vergunning en een contract of een vergunning voor geregeld vervoer,

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en afschrift van vergunning voor geregeld vervoer of contract.

Artikel 104 t/m 108 Bp2000

De vergunningen en documenten die een Nederlandse vervoerder bij de onderstaande vormen van grensoverschrijdend ongeregeld vervoer nodig heeft, zijn als volgt geregeld:

EU/EER:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer, communautaire vergunning en een reisblad,

  • aanwezig in de bus: gewaarmerkt afschrift van communautaire vergunning en een reisblad.

ASOR:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer, een reisblad of een vergunning,

  • aanwezig in de bus: vergunningbewijs voor collectief personenvervoer en een reisblad of een gewaarmerkt afschrift van de vergunning.

Bilaterale verdragen:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer, in verdrag genoemde vergunning,

  • aanwezig in de bus: vergunningbewijs voor collectief personenvervoer en een gewaarmerkt afschrift van in verdrag genoemde vergunning.

Artikel 110 t/m 114 Bp2000

De vergunningen en documenten die een Nederlandse vervoerder bij de onderstaande vormen van grensoverschrijdend vervoer voor eigen rekening nodig heeft, zijn als volgt geregeld:

EU/EER:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer op grond van artikel 4 en een vergunning of attest,

  • aanwezig in de bus: vergunningbewijs voor collectief personenvervoer en een attest.

ASOR:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer en een vergunning,

  • aanwezig in de bus: vergunningbewijs van vergunning voor collectief personenvervoer en een vergunning of gewaarmerkt afschrift van de vergunning.

Bilaterale verdragen:

  • nodig voor het vervoer: vergunning voor collectief personenvervoer en in verdrag genoemde vergunning,

  • aanwezig in de bus: vergunningbewijs van vergunning voor collectief personenvervoer en vergunning of gewaarmerkt afschrift van in verdrag genoemde vergunning.


XNoot
1

HR 10-12-1991, NJ 1992, 326.

XNoot
2

TK, 2002–2003, 28 802, nr. 3, pag. 3.

XNoot
5

Aanwijzing Kader voor strafvordering d.d. 01-02-2008.

Naar boven