Beleidsregels last onder dwangsom personenvervoer over de weg

20 december 2005

Nr. IVW/05CU000003

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 93 van de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 4:81, eerste lid, en 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 5 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging plaatsvervangend secretaris-generaal en diensthoofden Verkeer en Waterstaat 2001 en artikel 2 van het Instellingsbesluit Inspectie Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

1. Een last onder dwangsom wordt opgelegd na constatering van een overtreding van een in de bijlage bij deze beleidsregels genoemde bepaling van de Wet personenvervoer 2000 of van het Besluit personenvervoer 2000.

2. In de bijlage zijn per soort overtreding de hoogte van de dwangsom en het bedrag waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd, vermeld.

Artikel 2

De looptijd van een last onder dwangsom ter zake van het verrichten van vervoer zonder een daartoe verleende vergunning of in strijd met een daartoe verleende vergunning bedraagt 2 jaar. Voor de overige overtredingen bedraagt de looptijd 1 jaar.

Artikel 3

De Bekendmaking handhaving voorschriften voor taxivervoer over de weg (Stcrt. 2003, 106) wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels last onder dwangsom personenvervoer over de weg.

Artikel 5

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze:
de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, J.F. de Leeuw.

Bijlage bij artikel 1 van de Beleidsregels last onder dwangsom personenvervoer over de weg

Hoogte en maximumhoogte dwangsombedragen

Overtreding

Overtreden bepaling

Hoogte

dwangsom per

overtreding

Maximumhoogte verbeurde dwangsom-

bedragen

Verrichten van taxivervoer, besloten busvervoer of openbaar vervoer, zonder een daartoe verleende vergunning, alsmede het aanbieden van dit vervoer zonder daartoe verleende vergunning

Artikel 4, lid 1, 2 en 3 Wp2000

€ 10.000

€ 200.000

Verrichten van busvervoer of aanbieden van vervoer zonder vergunning. Taxi wordt bus als gevolg van teveel zitplaatsen

Artikel 4 lid 1 Wp2000

€ 5.000

€ 50.000

Geen vergunningbewijs aanwezig in de auto (taxi) of bus

Artikel 5a lid 1 Wp2000

€ 2.500

€ 25.000

Vergunningbewijs niet zichtbaar aanwezig voor de reiziger

Artikel 5a lid 2 Wp2000

€ 1.500

€ 15.000

Handelen in strijd met de vergunning en de daaraan verbonden voorwaarden

Artikel 11 lid 1 Wp2000

€ 5.000

€ 50.000

Het ter beschikking stellen van een vergunningbewijs aan een derde ten behoeve van het verrichten van vervoer als bedoeld in art. 4 Wp2000

Artikel 11, lid 2 en 3 Wp2000

€ 10.000 per verstrekt vergunningbewijs

€ 200.000

Als vervoerder niet voorzien in het instellen van een geschillencommissie

Artikel 12 lid 1

Wp2000

€ 1.000

€ 10.000

Als vervoerder niet kenbaar maken de wijze van klachtenbehandeling

Artikel 13 Wp2000

€ 1.000

€ 10.000

Niet inleveren van een vergunningbewijs indien niet langer geldig (ingetrokken vergunningbewijzen)

Artikel 19 lid 2

Bp2000

€ 1.000 per week

€ 10.000

Gebruik van een bewerkt vergunningbewijs

Artikel 20 Bp2000

€ 5.000

€ 50.000

Niet melden vervanging vakbekwaam persoon

Artikel 26 lid 3 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Niet in of op de taxi kenbaar maken hoe een klacht wordt behandeld

Artikel 72a Bp2000

€ 500

€ 15.000

Niet leesbaar tonen van tarieven binnen/buitenzijde auto (taxi) bij aanbieden van vervoer

Artikel 73 Bp2000

€ 500

€ 15.000

Niet hebben of verlopen geneeskundige verklaring tijdens besturen bus

Artikel 74 lid 1 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Niet bij zich hebben van een geneeskundige verklaring (bestuurder bus)

Artikel 74 lid 3 Bp2000

€ 1.000

€ 10.000

Vervoerder belast chauffeur met taxivervoer die niet in het bezit is van een geldige chauffeurspas

Artikel 75 lid 1 Bp2000

€ 7.500

€ 75.000

Bestuurder verricht taxivervoer en is niet in het bezit van geldige chauffeurspas

Artikel 75 lid 3 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Bestuurder zonder chauffeurspas bij zich te hebben/niet zichtbaar hebben voor de consument

Artikel 75 lid 3 Bp2000

€ 1.000

€ 10.000

Niet inleveren chauffeurspas binnen 4 weken na intrekking of verloop van geldigheid

Artikel 77 lid 3 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Met een auto (taxi) of bus zonder toelatingskeuring in het kentekenbewijs bus- of taxivervoer verrichten

Artikel 80 lid 1 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Met auto of bus vervoer verrichten zonder geldig keuringsbewijs (APK)

Artikel 80 lid 2 Bp2000

€ 1.500

€ 15.000

Meer personen vervoeren in bus of auto dan blijkens kentekenbewijs is toegestaan

Artikel 81 lid 2 Bp2000

€ 2.500

€ 25.000

Niet aanwezig hebben van een taxameter die zichtbaar voor de reiziger vervoerprijs aangeeft

Artikel 127 lid 1 onder a Bp2000

€ 2.500

€ 100.000

Niet voldoen aan de regels gesteld bij of krachtens de IJkwet:

– Geen of verlopen taxameterkeuring;

– Taxameter niet verzegeld en verkeerde constante;

– Bandenmaat anders dan taxameterkeuringskaart

Artikel 127 lid 1 onder b Bp2000

€ 1.000

€ 25.000

Niet gebruiken van de taxameter (behoudens contractvervoer)

Artikel 127 lid 1 onder c Bp2000

€ 2.500

€ 25.000

Niet hebben (gebruiken) van een controledocument (dagrittenstaat)

Artikel 127 lid 1 onder d Bp2000

€ 2.500

€ 25.000

Niet (volledig) invullen van het controledocument (dagrittenstaat)

Artikel 127 lid 1 onder d Bp2000

€ 1.000

€ 25.000

Toelichting

Deze beleidsregels gelden bij het opleggen van een last onder dwangsom in het kader van de handhaving van de bepalingen inzake het personenvervoer over de weg, in het bijzonder het taxivervoer, het besloten busvervoer en het openbaar vervoer anders dan per trein. In deze beleidsregels wordt vastgesteld voor welke overtredingen van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) en het Besluit personenvervoer 2000 (hierna Bp2000) een last onder dwangsom wordt opgelegd en welke dwangsombedragen daarvoor gelden. Er is gekozen voor overtredingen van de belangrijkste bepalingen die de kwaliteit van het personenvervoer over de weg waarborgen. De bepalingen voor internationaal vervoer zijn niet opgenomen. Deze bepalingen worden strafrechtelijk gehandhaafd.

Medewerkers van de Inspectie Verkeer en Waterstaat zijn belast met de handhaving van de Wp2000 en het Bp2000. De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom volgt uit artikel 93 van de Wp 2000 en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding dan wel herhaling van de overtreding te voorkomen.

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van deze beleidsregels, bijvoorbeeld in gevallen waarbij sprake is van ernstige hinder, gevaar voor derden of ernstige verstoring van marktverhoudingen en direct handelen is vereist. Hiervan is in ieder geval sprake bij vervoer van personen met een ongekeurde bus, recidive van bus- of taxivervoer zonder vergunning, oneigenlijke doorstart na faillissement of een chauffeur zonder geneeskundige verklaring. In die gevallen wordt er door de Inspectie Verkeer en Waterstaat bestuursdwang toegepast in plaats van het opleggen van een last onder dwangsom.

Overigens blijft de mogelijkheid bestaan voor handhavers om naast de bestuursrechtelijke sancties, last onder dwangsom of bestuursdwang, eveneens strafrechtelijk op te treden.

De Bekendmaking handhaving voorschriften voor taxivervoer over de weg wordt ingetrokken (artikel 3). In die bekendmaking was de hoogte van de dwangsom voor het niet hebben van een geldige vergunning gesteld op € 20.000. Bij nader inzien staat dat bedrag niet in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging. Daarom is het bedrag verlaagd naar € 10.000 per overtreding.

De Minister van Verkeer en Waterstaat

namens deze:

de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat,

J.F. de Leeuw

Naar boven