Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 29 januari 2010 tot wijziging van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003 (Regeling wijziging Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003 in verband met invoering profielen BFS, GTK en ZVK)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 7 van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994 (Stb. 1994, 258);

Besluit:

ARTIKEL I

De Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003 (Stcrt. 2003, 38), laatstelijk gewijzigd d.d. 15 december 2008 (Stcrt. 2008, 246), worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 sub b wordt vervangen door:

• b. Bijzondere Financiële Instellingen: ondernemingen of instellingen, ongeacht de rechtsvorm, welke ingezetenen zijn en waarin niet-ingezetenen, direct of indirect, via aandelenkapitaal of anderszins deelnemen of invloed uitoefenen en die tot doel hebben en/of zich in belangrijke mate bezighouden met het, al dan niet in combinatie met andere binnenlandse groepsmaatschappijen:

  • 1. hoofdzakelijk in het buitenland aanhouden van activa en passiva en/of

  • 2. doorgeven van omzet bestaande uit in het buitenland verkregen royalty- en licentieopbrengsten aan buitenlandse groepsmaatschappijen en/of

  • 3. het genereren van omzet en kosten die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit herfacturering van en naar buitenlandse groepsmaatschappijen.

B

Artikel 1 sub c wordt vervangen door:

• c. E-Line Betalingsbalans en e-Line DNB: door de Bank ontwikkelde internetapplicaties ten behoeve van het opstellen en het aanleveren van rapportages;

C

Artikel 3 wordt vervangen door:

Artikel 3

• 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, derde lid, ten aanzien van jaarrapportages, dienen de rapportages op maandelijkse basis plaats te vinden. Van deze maandelijkse rapportageverplichting zijn de profielen zoals opgenomen in artikel 5, vierde en vijfde lid, uitgezonderd.

• 2. Maandrapportages dienen uiterlijk 15 werkdagen na het verstrijken van de laatste dag van elke kalendermaand te zijn ontvangen door de Bank.

• 3. Jaarrapportages vinden plaats over het boekjaar van de rapporteur. De jaarrapportages dienen uiterlijk 4 maanden na afloop van het boekjaar te zijn ontvangen door de Bank.

• 4. Kwartaalrapportages dienen uiterlijk 30 werkdagen na het verstrijken van de laatste dag van elk kalenderkwartaal te zijn ontvangen door de Bank.

• 5. Rapporteurs kunnen gebruik maken van de mogelijkheid de ingezonden rapportages op de webserver van de Bank op te slaan. Indien hiervan geen gebruik wordt gemaakt, dienen de rapporteurs de rapportages over het lopende kalenderjaar en 3 jaar daarvoor te bewaren.

D

Artikel 5 wordt vervangen door:

Artikel 5

• 1. De Bank bepaalt volgens welk rapportageprofiel, dan wel in voorkomende gevallen rapportageprofielen, aangewezen rapporteurs dienen te rapporteren. Voor wat betreft de inhoud van de rapportageprofielen wordt verwezen naar de rapportageformulieren en toelichtingen, die door de Bank aan de rapporteur ter beschikking worden gesteld.

• 2. De volgende rapportageprofielen worden onderscheiden:

  BFI = profiel Bijzondere Financiële Instellingen;

  BFS = profiel Bijzondere Financiële Instellingen, SPV’s;

  BIC = profiel Beleggingsinstellingen Compleet, met deelnemingen

  BIV = profiel Beleggingsinstellingen Volledig, zonder deelnemingen

  BWB = profiel Bewaarbedrijven;

  CLM = profiel Banken en Clearingmembers;

  CSD = profiel Centrale Effecten Depotinstelling;

  GTK = profiel Geldtransactiekantoren

  MFI = profiel overige Monetaire Financiële Instellingen;

  NFV = profiel Niet-Financiële Vennootschappen;

  OFI = profiel Overige Financiële Instellingen;

  OVH = profiel Overheidsinstellingen;

  PNM = profiel Pensioenfondsen Maandvariant;

  PNK = profiel Pensioenfondsen Kwartaalvariant;

  SLB = profiel Syndicaatsleningen Buitenland;

  SLN = profiel Syndicaatsleningen Nederland;

  VRM = profiel Verzekeringsinstellingen Maandvariant;

  VRK = profiel Verzekeringsinstellingen Kwartaalvariant;

  ZVK = profiel Zorgverzekeringsinstellingen.

• 3. Rapporteurs met de volgende rapportageprofielen dienen naast maandrapportages ook jaarrapportages bij de Bank aan te leveren: BFI, BFS, BIC, NFV, OFI, PNM, PNK, VRM en VRK.

• 4. Rapporteurs met het rapportageprofiel GTK dienen kwartaalrapportages bij de Bank aan te leveren.

• 5. Rapporteurs met het rapportageprofiel ZVK dienen kwartaalrapportages en jaarrapportages bij de Bank aan te leveren.

• 6. Rapportages dienen correct en volledig te zijn en tijdig aan de Bank te worden verstrekt.

E

Artikel 12 wordt vervangen door:

Artikel 12

• 1. Rapportages dienen op aanwijzing van de Bank via e-Line Betalingsbalans (https://bb.dnb.nl) of e-Line DNB (https://e-line.dnb.nl) bij de Bank te worden aangeleverd. Rapporteurs die niet in staat zijn rapportages aan te leveren via deze internetapplicaties, dienen met de Bank alternatieve afspraken te maken over de wijze van aanlevering van de rapportages.

• 2. Meldingen en te verstrekken inlichtingen en gegevens aan de Bank worden gericht aan:

  De Nederlandsche Bank N.V., Divisie Statistiek & Informatie, Afdeling Ecs, Postbus 98, 1000 AB Amsterdam. E-mailadres: sir.dra@dnb.nl

ARTIKEL II

• 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2010. Voor wat betreft het profiel BFS vindt de regeling voor de eerste keer toepassing met betrekking tot de maandrapportages over januari 2010 en de jaarrapportage over het jaar 2010. Voor het profiel GTK vindt de regeling voor de eerste keer toepassing met betrekking tot de kwartaalrapportages over het vierde kwartaal van 2009.

• 2. In afwijking van het eerste lid werkt voor wat betreft het profiel ZVK de regeling terug tot en met 1 januari 2009. De regeling vindt voor het profiel ZVK voor de eerste keer toepassing met betrekking tot de kwartaalrapportages over het eerste kwartaal van 2009 en de jaarrapportages over het jaar 2009.

ARTIKEL III

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling wijziging Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003 in verband met invoering profielen BFS, GTK en ZVK.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 29 januari 2010

De Nederlandsche Bank N.V.,

de directeur,

L.H. Hoogduin.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot wijziging van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003 (RV 2003; Stcrt. 2003, 38, Stcrt. 2005, 242 en Stcrt. 2008, 246), welke rapportagevoorschriften zijn gebaseerd op artikel 7 van de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994 (Wfbb 1994; Stb. 1994, 258).

Toelichting definitie BFI

In artikel 1 sub b van de RV 2003 is een definitie van Bijzondere Financiële Instelling (BFI) opgenomen. Deze definitie wordt in deze regeling geherformuleerd. Het betreft hier slechts een aanpassing ter verduidelijking van het BFI-begrip. Dit leidt niet tot wijziging van de uitleg die de Bank geeft aan het begrip BFI. Zo is onder meer toegevoegd dat het ook ondernemingen betreft waarin niet-ingezetenen invloed kunnen uitoefenen zonder dat daarbij sprake hoeft te zijn van een deelneming. Voorts is aangegeven welke activiteiten deze ondernemingen kunnen verrichten en dat hierbij ook andere binnenlandse groepsmaatschappijen betrokken kunnen zijn.

De definitie moet ruim worden geïnterpreteerd. Onder het in sub 1 opgenomen ‘in het buitenland aanhouden van activa en passiva’ moet onder meer worden verstaan door de onderneming en in de onderneming aangehouden kapitaaldeelnemingen, verstrekte en opgenomen leningen en aangehouden onroerend goed. Voor wat betreft de in sub 2 genoemde opbrengsten moet onder andere worden gedacht aan opbrengsten uit hoofde van muziek-, merk- of filmrechten.

Aanwijzingen voor Nederlands ingezetenschap van een eenheid zijn onder andere registratie bij een Nederlandse Kamer van Koophandel en het fiscaal in Nederland gevestigd zijn. De zeggenschap van één of meer buitenlandse eenheden dient direct of indirect meer dan 50% te bedragen.

Door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Bank worden op basis van de BFI-definitie in ieder geval de volgende hoofdtypen BFI's onderscheiden:

• Houdstermaatschappijen van voornamelijk buitenlandse ondernemingen en financieringsmaatschappijen. Deze maatschappijen worden als BFI gekwalificeerd indien hun (beoogde) activa en passiva hoofdzakelijk uit buitenlandse middelen bestaan. De beoordeling wanneer hiervan sprake is, ligt bij de Bank en het CBS. Als vuistregel wordt gehanteerd dat een onderneming in ieder geval geen BFI is indien minder dan 75% van haar activa en minder dan 75% van haar passiva in het buitenland worden aangehouden. Er kan ook sprake zijn van binnen een groep met elkaar verbonden binnenlandse entiteiten, die de facto functioneren als één BFI, waarbij de buitenlandse activa door een andere entiteit worden aangehouden dan de buitenlandse passiva. De aandeelhouder van de entiteit die de buitenlandse activa aanhoudt kan bijvoorbeeld een binnenlandse entiteit zijn waarvan het vermogen (passiva) door een buitenlandse moeder wordt verstrekt. In dit kader dient men door een dergelijke constructie 'heen te kijken' en de binnenlandse entiteiten tezamen als één BFI te beschouwen. De binnenlandse entiteiten die van een dergelijke constructie deel uitmaken dienen ieder afzonderlijk bij de Bank als BFI te worden aangemeld en zullen individueel door de Bank als BFI worden geregistreerd.

• Royaltymaatschappijen, filmrechten- en muziekrechtenmaatschappijen die voornamelijk uit het buitenland royalty’s ontvangen en deze doorbetalen aan buitenlandse concernmaatschappijen.

• Herfactureringsbedrijven die voornamelijk gefactureerd worden door buitenlandse ondernemingen en doorfactureren aan buitenlandse ondernemingen.

• Ook als BFI worden beschouwd zogenoemde special purpose vehicles (SPV’s) die zich bezighouden met securitisaties, die via buitenlandse marktpartijen (originators) tot stand zijn gekomen en die (vrijwel) uitsluitend buitenlandse activa én passiva op de balans hebben staan (zij hebben het specifieke rapportageprofiel BFS).

Introductie rapportageprofiel BFS

Voor de samenstelling van de betalingsbalans bestaat behoefte aan gegevens over uitstaande vorderingen en verplichtingen tegenover niet-ingezetenen op maandbasis voor een speciale groep van Bijzondere Financiële Instellingen (BFI’s) vanwege hun specifieke kenmerken. Dit betreft BFI’s die securitisaties uitvoeren en daarom ook een zogeheten Special Purpose Vehicle (SPV) zijn. Voor rapportage door deze BFI-SPV’s van de standgegevens op maandbasis, die overigens al vereist is in de meeste andere rapportageprofielen, is een nieuw profiel BFS (Bijzondere Financiële Instellingen, SPV’s) geïntroduceerd. De gegevens die door deze instellingen worden gerapporteerd, zullen ook worden gebruikt voor de opstelling door de Bank van de monetaire statistiek over SPV's voortvloeiend uit een verordening van de Europese Centrale Bank (ECB) over SPV's die securitisaties verrichten.

Introductie rapportageprofiel GTK

Nieuw in de RV is ook het rapportageprofiel GTK (Geldtransactiekantoren). Voor de opstelling van de betalingsbalans zijn namelijk ook gegevens nodig over grensoverschrijdende geldtransfers. Rapportage van deze gegevens zal plaatsvinden door de geldtransactiekantoren die geldtransfers verrichten.

Motief achter deze rapportage is het toegenomen belang dat door de ECB, het CBS en de Bank wordt toegekend aan de waarneming van transfers voor onder andere de betalingsbalans voor het eurogebied, de Nederlandse betalingsbalans en de nationale rekeningen. De uitvraag, die in overleg met het CBS is ontwikkeld, bestaat uit een kwartaalrapportage van de ontvangen geldtransfers en de uitgaande geldtransfers uitgesplitst over de landen van herkomst, respectievelijk bestemming. Een maandfrequentie wordt niet noodzakelijk geacht. De kwartaalfrequentie wordt geschikt bevonden om een goed beeld van de transfers te krijgen, inclusief seizoenbewegingen. De rapportage betreft uitsluitend transactiestromen. Een (jaar)rapportage van standen is niet relevant.

Introductie rapportageprofiel ZVK

Voor verzekeringsinstellingen waren al rapportageprofielen in de regeling opgenomen. Voor zorgverzekeringsinstellingen is echter een aparte set van rapportageformulieren geïntroduceerd (rapportageprofiel ZVK), die is toegespitst op de vereiste gegevens van dit type verzekeraar. Bovendien behoeven zorgverzekeraars de gegevens die nodig zijn voor de betalingsbalans niet op maandbasis te verstrekken, maar kan – vanwege de beperktere statistische significantie hiervan – volstaan worden met een kwartaalrapportage. Deze kunnen dan ook gelijktijdig worden ingediend met kwartaalgegevens die nodig zijn voor de opstelling van de kwartaalsectorrekening door het CBS. De gegevensverzameling daarvan is geïntegreerd in de betalingsbalansrapportage aan DNB.

De invoering van deze specifieke rapportage voor zorgverzekeraars houdt verband met de beëindiging per ultimo 2008 van een kwartaalrapportage onder de Wet op het CBS. Vanwege het stopzetten van deze oude rapportage, zijn de rapporteurs in 2008 al geïnformeerd over de nieuwe rapportage en zijn zij in 2009 reeds gestart met verstrekken van de benodigde gegevens. Bij de onderhavige aanpassing van de RV wordt deze nieuwe kwartaal- en jaarrapportage onder deze Regeling gebracht.

Overig

Naast bovengenoemde aanpassingen en verduidelijkingen is nog een tweetal wijzigingen aangebracht. De eerste betreft de toevoeging van een tweede internetapplicatie (e-Line DNB) waarmee rapportages kunnen worden ingediend. Deze zal in ieder geval van toepassing zijn voor rapportages voor het profiel GTK.

Daarnaast zijn de adresgegevens geactualiseerd ten behoeve van meldingen en te verstrekken inlichtingen en gegevens aan de Bank.

Artikelsgewijs

Artikel I

A. Definitie van Bijzondere Financiële Instellingen

Onderdeel A van deze wijzigingsregeling strekt tot wijziging van artikel 1 sub b van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003. In dit artikel is de definitie van Bijzondere Financiële Instellingen verduidelijkt, zonder de uitleg die de Bank aan het begrip BFI geeft te wijzigen. Zo is na ‘deelnemen’ ingevoegd ‘of invloed uitoefenen’, en is de zinsnede ‘of zich in belangrijke mate bezighouden met het ontvangen van middelen van niet-ingezetenen en het doorbetalen daarvan aan niet-ingezetenen’ vervangen door ‘en/of zich in belangrijke mate bezighouden met het, al dan niet in combinatie met andere binnenlandse groepsmaatschappijen:

• 1. hoofdzakelijk in het buitenland aanhouden van activa en passiva en/of

• 2. doorgeven van omzet bestaande uit in het buitenland verkregen royalty- en licentieopbrengsten aan buitenlandse groepsmaatschappijen en/of

• 3. het genereren van omzet en kosten die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit herfacturering van en naar buitenlandse groepsmaatschappijen.’

Voor de duidelijkheid is het oorspronkelijke artikel 1 sub b van de RV 2003 integraal vervangen.

B. Definitie van internetapplicaties voor indiening van rapportages

Onderdeel B van deze wijzigingsregeling strekt tot wijziging van artikel 1 sub c van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003. In sub c is ‘e-Line DNB’ toegevoegd als door de Bank ontwikkelde internetapplicatie ten behoeve van het opstellen en aanleveren van rapportages.

Voor de duidelijkheid is het oorspronkelijke artikel 1 sub c van de RV 2003 integraal vervangen.

C. Frequenties en termijnen van rapportages

Onderdeel C van deze wijzigingsregeling strekt tot wijziging van artikel 3 van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003. In het eerste lid is bepaald dat er voor de nieuwe profielen GTK en ZVK geen maandelijkse rapportageverplichting geldt. In het tussengevoegde vierde lid is de inzendtermijn voor kwartaalrapportages opgenomen. De tekst van het oorspronkelijke vierde lid is doorgeschoven naar het vijfde lid.

Voor de duidelijkheid is het oorspronkelijke artikel 3 van de RV 2003 integraal vervangen.

D. Inhoud van de rapportageprofielen

Onderdeel D van deze wijzigingsregeling strekt tot wijziging van artikel 5 van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003. In het tweede lid worden aan de rapportageprofielen drie nieuwe profielen toegevoegd: BFS (Bijzondere Financiële Instellingen, SPV’s), GTK (Geldtransactiekantoren) en ZVK (Zorgverzekeringsinstellingen). In het derde lid wordt het rapportageprofiel BFS toegevoegd; hiervoor geldt naast een maand- ook een jaarrapportageverplichting. In het tussengevoegde vierde lid is opgenomen dat voor het profiel GTK een kwartaalrapportageverplichting geldt. In het tussengevoegde vijfde lid is zowel een kwartaal- als een jaarrapportageverplichting voor het profiel ZVK opgenomen. De tekst van het oorspronkelijke vierde lid is doorgeschoven naar het zesde lid.

Voor de duidelijkheid is het oorspronkelijke artikel 5 van de RV 2003 integraal vervangen.

E. Wijze van indiening van de rapportages

Onderdeel E van deze wijzigingsregeling strekt tot wijziging van artikel 12 van de Rapportagevoorschriften betalingsbalansrapportages 2003. In het eerste lid wordt toegevoegd dat aanlevering van rapportages bij de Bank ook via e-Line DNB kunnen plaatsvinden. Deze internetapplicatie zal in ieder geval van toepassing worden voor rapportages voor het profiel GTK.

In het tweede lid zijn de adresgegevens geactualiseerd ten behoeve van meldingen en te verstrekken inlichtingen en gegevens aan de Bank.

Voor de duidelijkheid is het oorspronkelijke artikel 12 van de RV 2003 integraal vervangen.

Artikel II. Inwerkingtreding

Dit artikel betreft de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling. Het nieuwe profiel BFS geldt vanaf de maandrapportages over januari 2010 en de jaarrapportages over 2010, het profiel GTK vanaf de kwartaalrapportages over het vierde kwartaal van 2009 en het profiel ZVK vanaf de kwartaalrapportages over het eerste kwartaal van 2009 en de jaarrapportages over 2009.

Voor BFI’s die met ingang van1 januari 2010 tot het profiel BFS behoren, blijft met betrekking tot de rapportages die zien op de rapportagemaanden tot en met december 2009 en het boekjaar 2009 het rapportageprofiel BFI van toepassing. Voor alle overige rapportageprofielen brengt deze wijzigingsregeling geen veranderingen met zich.

Artikel III. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

De Nederlandsche Bank N.V.,

de directeur,

L.H. Hoogduin.