Regeling houdende wijziging van een aantal ministeriële regelingen op het terrein van scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

14 december 2010

Nr. VENW/BSK-2010/215169

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 8, tweede lid, 11 en 32 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 8, tweede lid, 57, eerste lid, onderdeel c, 91, tweede en vierde lid, 95 en 103, eerste lid, van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart, de artikelen 47, tweede en vierde lid, 51 en 59, eerste lid, van het Besluit zeevisvaartbemanning, artikel 51, tweede lid, onderdeel a, van de Binnenvaartwet, artikel 37, derde lid, Maatregel teboekgestelde schepen 1992, artikel 10, eerste lid, van het Meetbrievenbesluit 1981, de artikelen 4, tweede lid, 17, eerste lid, en 21 van de Meetbrievenwet 1981, artikel 5, tiende lid, van het Scheepvaartreglement territoriale zee, artikel 19 van het Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen, artikel 4, eerste tot en met derde lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, artikel 311a, vierde lid van het Wetboek van Koophandel, de artikelen 5, 29 en 30 van de Wet havenstaatcontrole, artikel 10 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de artikelen 6, achtste lid, 12a, eerste lid, 18, eerste lid, 35, tweede lid, 36a, derde lid, en 40 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 6, derde lid, en 6a, derde lid, Zeebrievenwet, de artikelen 7, derde lid, 19, derde lid, 20, tweede lid, 21, 22, vierde en vijfde lid, 22a, vierde lid, 30, tiende lid, en 34, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet;

Besluit:

ARTIKEL I

In de artikelen 2, eerste lid, en 9, van de Erkenningsregeling opleidingen zeevaartbemanning wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister.

ARTIKEL II

In artikel 12, zevende lid, van de Regeling bemanning zeegaande zeilschepen wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister.

ARTIKEL III

De Regeling bemanningsplan zeevaart wordt als volg gewijzigd:

A

De bijlage, onderdeel 22, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘Wilt een opgave doen’ wordt vervangen door: Wilt u een opgave doen.

2. De zinsnede ‘de Divisie Scheepvaart’ wordt vervangen door: de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

B

In de bijlage, onder Procesafspraken, aanhef, wordt ‘De divisie Scheepvaart’ vervangen door: De Inspectie Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL IV

Artikel 2 van de Regeling certificering scheepsbeveiligingsfunctionarissen wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt.

ARTIKEL V

De Regeling havenstaatcontrole wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e vervalt.

2. Onderdelen f en g worden geletterd e en f.

B

In de artikelen 3, 4, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 8a, en 9a, eerste lid, wordt ‘de ambtenaren van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

C

In de artikelen 4, eerste lid, 6b, 6c, eerste lid, wordt ‘De ambtenaren van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

D

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘Een ambtenaar van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: Een ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

E

In de artikelen 6c, derde lid, en 8, vijfde, zevende en achtste lid, wordt ‘een ambtenaar van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: een ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

F

In de artikelen 7, 7a, 8, eerste, derde, vierde en zesde lid, 8a, en 9a, eerste lid, wordt ‘de ambtenaar van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: de ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

G

In de artikelen 8b, 8c, en 10, wordt ‘De ambtenaar van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: De ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL VI

De Regeling havenontvangstvoorzieningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8 wordt ‘de ambtenaren van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

B

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid vervalt.

ARTIKEL VII

In de artikelen 2, derde lid, 6, derde lid, tweede volzin, onderdeel b, en 8, tweede lid, van de Regeling metingsvoorschriften wordt ‘het Hoofd van de Scheepsmetingsdienst’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL VIII

De Regeling monsterrol en monsterboekje zeevaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2, tweede lid en vijfde lid, onderdeel a, en 3 wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

In artikel 4, aanhef, vervalt ‘de inspecteur-generaal en’.

ARTIKEL IX

De Regeling radarinstallaties en bochtaanwijzers 1995 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt.

2. De onderdelen b en c worden geletterd a en b.

3. In onderdeel b (nieuw) wordt de zinsnede ‘een radio-elektrische zendinrichting als bedoeld in de Wet op de telecommunicatievoorzieningen’ vervangen door: een radiozendapparaat als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel kk, van de Telecommunicatiewet.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en derde lid wordt ‘Minister van Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: Minister van Infrastructuur en Milieu.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘de Voorschriften omtrent de minimum eisen en de keuringsvoorwaarden voor vaarinstallaties voor de Rijnvaart’ telkens vervangen door: bijlage M van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel b, vijfde en zesde lid, wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het derde lid, onderdeel b, door een punt, komt het derde lid, onderdeel c, te vervallen.

ARTIKEL X

In artikel 7 van de Regeling stageduur en stagevervangende medische trainingen zeevarenden wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL XI

De Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.7 wordt ‘de ambtenaren van de toezichteenheid Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu of de daartoe door hem aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen.

B

In de artikelen 1.14, eerste lid, en 2.18, wordt ‘de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

C

In artikel 1.14, tweede lid, wordt ‘de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

D

In de artikelen 2.8, aanhef, en 2.13, aanhef, wordt ‘de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

E

In artikel 4.3, vijfde lid, wordt ‘de ambtenaren van de Scheepvaartinspectie’ vervangen door: de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL XII

De Regeling typegoedkeuring navigatielantaarns binnenvaart 1993 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, respectievelijk 3, worden de zinsneden ‘de Voorschriften omtrent de kleur en de sterkte der lichten, alsmede omtrent de goedkeuring der navigatielantaarns voor de Rijnvaart (Besluit typegoedkeuring navigatielantaarns Rijnvaart 1990; Stb. 611),’, respectievelijk ‘de Voorschriften omtrent de kleur en de sterkte der lichten, alsmede omtrent de goedkeuring der navigatielantaarns voor de Rijnvaart,’ vervangen door: de eisen van Richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 12 december 2006, tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn nr. 82/714/EEG van de Raad,.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘De Minister van Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: De Minister van Infrastructuur en Milieu.

2. In het tweede lid wordt ‘het Ministerie van Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

C

Artikel 4, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘Met eenzeeschip worden’ wordt vervangen door: Met een zeeschip worden.

2. De zinsnede ‘de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat’ wordt vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL XIII

In artikel 1, tweede lid, van de Regeling uitvoering EG-verordeningen Wvvs wordt ‘De inspecteur-generaal’ vervangen door: De Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL XIV

De Regeling vaarbevoegdheidsbewijzen zeevaart wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, onderdeel c, 2, eerste lid, aanhef, en vijfde lid, 3, eerste lid, aanhef, 4, eerste lid, aanhef, 5, aanhef, 7, 8, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, en tweede lid, en 9, eerste lid, wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

In de artikelen 2, eerste lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘de divisie Scheepvaart’ vervangen door: de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

C

In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, onder 3°, onderdeel c, onder 1°, en onderdeel d, onder 2, wordt ‘ambtenaar van de divisie Scheepvaart’ vervangen door: ambtenaar van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

ARTIKEL XV

De Regeling voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 5a, onderdeel b, 5f, onderdeel a, 8, eerste lid, 9, 10, tweede lid, 11, eerste lid, 17, tweede lid, en Bijlage 1, bepaling 1.3, wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister.

B

In de artikelen 5g, 8, tweede lid, en 14, vierde lid, wordt ‘De inspecteur-generaal’ vervangen door: De Minister.

ARTIKEL XVI

In artikel 5, eerste lid, van de Vrijstellingsregeling buitenlandse kapiteins sector zeegaande waterbouw wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL XVII

In artikel 5, eerste lid, van de Vrijstellingsregeling buitenlandse kapiteins voor de sector koopvaardij wordt ‘de inspecteur-generaal’ vervangen door: de Minister van Infrastructuur en Milieu.

ARTIKEL XVIII

Deze regeling treedt in werking op het moment dat de Wet van 26 april 2007, houdende wijziging van enkele wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

In 2001 zijn de verschillende inspectieonderdelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat opgegaan in de Inspectie Verkeer en Waterstaat (verder: de Inspectie), zoals die op 1 juli van dat jaar is ingesteld. Als gevolg van deze reorganisatie was aanpassing van de wet- en regelgeving nodig. Onder andere is besloten de attributie- en mandaatstructuur te herzien. Hieraan is op wetsniveau uitvoering gegeven middels de Wet van 26 april 2007, houdende wijziging van enkele wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 2007, 176; Kamerstukken II 2006/2007, 30 969, nr. 3). Middels deze wet zijn ook de divisiebenamingen op wetsniveau komen te vervallen. Op het niveau van de algemene maatregelen van bestuur is eenzelfde wijzigingsactie ondernomen middels het Besluit van 7 oktober 2010, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 2010, 746).

De onderhavige regeling dient ertoe de relevante ministeriële regelingen aan te passen aan de herziene attributie- en mandaatstructuur en aan het verdwijnen van de divisiebenamingen.

2. Inhoud van de wijzigingen

Zoals is gesteld in de reeds aangehaalde memorie van toelichting bij de Wet van 26 april 2007, geschiedt de attributie van uitvoerende bevoegdheden in beginsel aan het politiek verantwoordelijke bestuursorgaan. Attributie van dergelijke bevoegdheden aan een ambtenaar is enkel mogelijk indien daarvoor bijzondere argumenten bestaan. Overeenkomstig deze norm worden uitvoerende bevoegdheden hier in het vervolg aan de Minister van Infrastructuur en Milieu (verder: de minister) geattribueerd. Die bevoegdheden worden vervolgens door middel van mandaat aan de ambtenaren van de Inspectie gegeven. Mocht in de toekomst wederom een organisatorische verandering binnen de Inspectie plaatsvinden, dan is het niet langer noodzakelijk om de regelgeving aan te passen. Het is dan voldoende om enkel het mandaat te herzien. Verder worden toezichthoudende bevoegdheden wel direct geattribueerd aan de ambtenaren van de Inspectie.

In navolging van de eerder aangehaalde Wet van 26 april 2007, waarin is besloten om de divisiebenamingen op wetsniveau te laten vervallen, wordt een zelfde aanpassing doorgevoerd in de ministeriële regelingen. Hierdoor zullen deze ministeriële regelingen bij eventuele toekomstige organisatorische veranderingen binnen de Inspectie geen verdere aanpassing behoeven.

Tot slot is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele kleine technische aanpassingen door te voeren. Daarop wordt nader ingegaan in de artikelsgewijze toelichting.

3. Administratieve lasten/Bedrijfseffecten

Deze wijziging brengt geen administratieve lasten of andere bedrijfseffecten met zich mee en is derhalve niet aan Actal voorgelegd.

Artikelsgewijze toelichting

In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel die aspecten van de desbetreffende artikelen toegelicht die nog niet in het algemeen deel van deze toelichting aan de orde zijn gekomen.

Artikel II

Met onderdeel A wordt tevens een kleine omissie verholpen.

Artikel IV

De uitzondering opgenomen in artikel 2, tweede lid, van de Regeling certificering scheepsbeveiligingsfunctionarissen is uitgewerkt en komt daarom te vervallen.

Artikel VI

Middels onderdeel B komt artikel 15, tweede lid, van de Regeling havenontvangstvoorzieningen te vervallen aangezien deze is uitgewerkt nu de daarin opgenomen termijn reeds is verstreken.

Artikel VIII

Aangezien de Minister op grond van de artikelen 97, 99, 101 en 102 van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart en de artikelen 53, 55, 57 en 58 van het Besluit zeevisvaartbemanning degene is die het (voorlopig) monsterboekje invult en afgeeft is het niet nodig te vermelden dat hij eveneens bevoegd is daarin aantekeningen te maken. Derhalve behoefde de attributie van die bevoegdheid in artikel 4 van de Regeling monsterrol en monsterboekje zeevaart niet te worden overgedragen van de inspecteur-generaal aan de Minister, en is deze met onderdeel B komen te vervallen.

Artikel IX

In de Regeling radarinstallaties en bochtaanwijzers 1995 wordt met onderdeel A onder andere de verwijzing naar de Wet op de telecommunicatievoorzieningen en de daarbij behorende begrippen gewijzigd in een verwijzing naar de Telecommunicatiewet en de daarbij behorende begrippen, daar deze wet de eerder genoemde wet heeft vervangen.

Bij onderdeel B wordt deze verwijzing gewijzigd vanwege het feit dat de voormalige regeling Voorschriften omtrent de minimumeisen en de keuringsvoorwaarden voor radarinstallaties voor de Rijnvaart, bij resolutie 2008-II-11 van 27 november 2008, als bijlage M is opgenomen in het Reglement onderzoek schepen op de Rijn. Daarnaast wordt, om binnen de regeling een eenduidige terminologie te hanteren, de verwijzing naar de Minister aangepast.

Met onderdeel C komt artikel 3, derde lid, onderdeel c, te vervallen. Dit artikel is achterhaald. Onder de Telecommunicatiewet is hoofdstuk 10 van deze wet van toepassing op uitrusting. Daar hoeft verder niet expliciet naar verwezen te worden.

Artikel XI

Met de wijziging van onderdeel A worden de desbetreffende bepalingen van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 in overeenstemming gebracht met artikel 4.4 van de Binnenvaartregeling.

Artikel XII

De verwijzingen in onderdeel A zijn aangepast in het kader van verdere harmonisatie van de technische voorschriften voor binnenschepen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart met die van de genoemde richtlijn 2006/87/EG. De betreffende eisen voor navigatielantaarns zijn als bijlage opgenomen bij die richtlijn, waarnaar nu wordt verwezen. Met onderdeel B wordt, om binnen de regeling een eenduidige terminologie te hanteren, de verwijzing naar de Minister en het Ministerie aangepast.

ARTIKEL XVIII

Gezien de samenhang tussen deze wijzigingsregeling en de Wet van 26 april 2007, houdende wijziging van enkele wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 2007, 176; Kamerstukken II 2006/2007, 30 969, nr. 3) treden zij gelijktijdig in werking. Op datzelfde moment zal ook het Besluit van 7 oktober 2010, houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van scheepvaart in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb. 2010, 746) in werking treden. Gezien het hele traject dat samenhangt met de reorganisatie van de Inspectie reeds voor het instellen van de vaste verandermomenten is gestart, zijn de daaruit voortvloeiende vereisten hier verder niet van toepassing. De verwachte inwerkingtredingsdatum is 31 december 2010.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven