Wijziging van de Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart en de Binnenvaartregeling

29 november 2010

Nr. VenW/BSK-2010/180297

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 39d, derde lid, van de Binnenvaartwet, 19, tweede lid, 20, eerste lid, 27, 29, 82, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, en 100, van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart, alsmede artikel 48, vierde lid, van de Binnenvaartwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

Het tijdstip, bedoeld in artikel 100 van het besluit, is voor de in dat artikel genoemde schepen 31 december 2011.

B

De artikelen 6 en 7 worden vervangen door de volgende artikelen:

Artikel 6

De ED-kaart is toepasbaar in het elektronische betalingssysteem SPE-CDNI, bedoeld in artikel 3.01, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling.

Artikel 7

  • 1. De betaling aan de leverancier van de verschuldigde bijdrage geschiedt onmiddellijk bij levering van de gasolie door middel van de elektronische apparatuur (betaalterminal) die deel uitmaakt van het in artikel 6 bedoelde betalingssysteem.

  • 2. De eigenaar van het schip draagt zorg dat het saldo op zijn rekening bij het nationaal instituut steeds toereikend is voor digitale betaling van de verschuldigde bijdrage.

  • 3. Het nationaal instituut berekent aan de eigenaar van het schip die niet op de in het eerste lid bedoelde wijze of door middel van een automatische incasso heeft betaald administratiekosten.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing indien door storing buiten het risico van de eigenaar van het schip digitale betaling als in het eerste lid bedoeld niet mogelijk was.

Artikel 8

De gegevens, bedoeld in artikel 27 van het besluit, stelt de leverancier digitaal aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat ter beschikking.

Artikel 9

Het tarief van de afvalbeheersbijdrage bedraagt € 7,50 per 1000 liter gasolie, gemeten bij 15° C.

Artikel 10

  • 1. Het nationaal instituut stelt aan iedere leverancier per bunkerfaciliteit kosteloos een betaalterminal beschikbaar.

  • 2. Het nationaal instituut heeft in ieder geval tot taak:

    • a. het administreren van alle stortingen op en afboekingen van het tegoed van de eigenaar van het schip op een zodanige wijze dat het op elk moment mogelijk is de kenmerkende elementen van iedere transactieterug te vinden;

    • b. het toezenden van een factuur aan de eigenaar na elke storting op het tegoed onder vermelding van de ingehouden BTW;

    • c. het verstrekken van inzicht in het saldo op een rekening aan de eigenaar of de schipper van het schip;

    • d. het op de rekening terugstorten van het saldo op verzoek van de eigenaar van een schip;

    • e. het opheffen van het tegoed bij het nationaal instituut op verzoek van de eigenaar van het schip;

    • f. het intrekken of ongeldig maken van een kaart op verzoek van de eigenaar van het schip;

    • g. het blokkeren van het tegoed op verzoek van de eigenaar van het schip;

    • h. het mogelijk maken van bezwaar tegen een afboeking door de eigenaar van het schip.

  • 3. Het nationaal instituut kan algemene voorwaarden van toepassing verklaren op de rechtsbetrekking met bunkerstations en met eigenaren van schepen.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart.

ARTIKEL II

De Binnenvaartregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) komt ‘in de tabel’ te luiden: in tabel 1.

3. Toegevoegd wordt een lid, luidend:

  • 2. De bedragen van de bestuurlijke boete op overtredingen als bedoeld in de artikelen 39c, derde lid, en 39e, van de wet zijn opgenomen in tabel 2 in bijlage 11.1 bij deze regeling.

B

Bijlage 11.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift boven de tabel komt te luiden:

Tabel 1. Bedragen voor bestuurlijke boete op overtredingen van de Binnenvaartwet.

2. Na tabel 1 wordt een tabel toegevoegd, die luidt overeenkomstig de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking tegelijk met de inwerkingtreding van artikel IIA van de Wet van 26 november 1998, houdende goedkeuring en uitvoering van het op 9 september 1996 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (Stb. 687), voorzover nog niet van kracht.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

BIJLAGE

Tabel 2. Bedragen voor bestuurlijke boete op overtredingen van het bepaalde krachtens de artikelen 39c, derde lid, en 39e, van de Binnenvaartwet

Artikelen in Scheepsafvalstoffenbesluit

Beboetbaar feit

Boetebedrag

Feitcode

19, eerste lid, onderdeel a

Niet openen door de eigenaar van het schip van een rekening bij een nationaal instituut

€ 1000

BVW4a.001

19, eerste lid, onderdeel b

Niet zorgen door de eigenaar dat schipper over een ED-kaart beschikt

€ 200

BVW4a.002

20, eerste lid

Niet betalen van de afvalbeheersbijdrage over het aantal liters gasolie

€ 350

BVW4a.003

20, vierde lid

Niet in tweevoud opmaken van het betalingsbewijs door de leverancier van gasolie, met hierin het nummer behorend bij het tegoed, aantal liters gasolie, bedrag van de betaalde afvalbeheersbijdrage, datum en tijdstip van bunkering

€ 500

BVW4a.004

21, eerste lid

Niet aanbieden door de leverancier van een andere betalingsmogelijkheid aan de eigenaar van het schip

€ 200

BVW4a.005

21, tweede lid, onderdeel a

Niet in drievoud invullen van de schuldbekentenis door de schipper namens de eigenaar van het schip

€ 200

BVW4a.006

21, tweede lid, onderdeel b

Niet in drievoud invullen van de machtiging door de schipper namens de eigenaar van het schip

€ 200

BVW4a.007

22, eerste lid

Niet opmaken van een schriftelijke bunkerverklaring, met daarin de volgende gegevens: naam en adres eigenaar schip, naam en adres leverancier, geleverde aantal liters, naam en nummer schip, naam schipper, hoogte afvalbeheersbijdrage, plaats en datum van handeling

€ 500

BVW4a.008

22, tweede lid

Niet door de leverancier aan de bunkerverklaring hechten van betalingsbewijs, schuldbekentenis of machtiging

€ 200

BVW4a.009

22, derde lid

Niet ondertekenen van de bunkerverklaring door de leverancier

€ 200

BVW4a.010

23

Niet ondertekenen van de bunkerverklaring door de schipper

€ 200

BVW4a.011

24

Niet aan de schipper ter hand stellen van de bunkerverklaring

€ 250

BVW4a.012

25

Niet bewaren door de leverancier van de opgemaakte en ondertekende bunkerverklaring in zijn administratie

€ 500

BVW4a.013

26, eerste lid

Niet door de schipper hechten van betalingsbewijs, schuldbekentenis of machtiging aan afschrift van de bunkerverklaring

€ 50

BVW4a.014

26, tweede lid

Niet door de schipper bewaren van het afschrift, alsmede een door hem ontvangen afschrift van een buiten Nederland opgemaakte bunkerverklaring gedurende min. 6 maanden

€ 500

BVW4a.015

27

Niet door de leverancier elke maand aanleveren van de volgende gegevens aan de aangewezen dienst: naam eigenaar, het geleverde aantal liters gasolie, naam en nummer schip, wijze en bedrag van betaling

€ 500

BVW4a.016

28a

Niet door de leverancier onverwijld melden van storing aan de pinautomaat

€ 200

BVW4a.017

TOELICHTING

Artikel I

Deze regeling wijzigt de Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart met het oog op de invoering op 1 januari 2011 van het betaalsysteem inzake de verwijdering van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen, inclusief de internationale verevening binnen het verdragsgebied. Dit alles strekt ter uitvoering van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) (Trb. 1996, 293).

Deze regeling hangt samen met de gelijktijdige inwerkingtreding van enkele bepalingen in:

  • a. het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart

    Het gaat hier om de artikelen 19 tot en met 28a en 81 tot en met 84, die bij het wijzigingsbesluit van 23 september 2009 (Stb. 399) al in het Scheepsafvalstoffenbesluit waren opgenomen, maar die in het inwerkingtredingsbesluit van 23 november 2009 (Stb. 491) van inwerkingtreding waren uitgezonderd.

  • b. de Binnenvaartwet

    Het betreft de artikelen 39a tot en met 39f, 39h en 39i van de Binnenvaartwet. Door de Invoeringswet Waterwet zijn deze artikelen in de Binnenvaartwet opgenomen, maar in genoemd inwerkingtredingsbesluit uitgezonderd van inwerkingtreding.

    Inwerkingtreding van bovengenoemde artikelen in het Scheepsafvalstoffenbesluit en de Binnenvaartwet geschiedt bij afzonderlijk koninklijk besluit, ingaande 1 januari 2011. Naar dit laatste verwijst artikel III.

Artikel I van deze regeling, voorzover betrekking hebbend op de nieuwe artikelen 6 tot en met 10, strekt ter implementatie van de besluiten van de verdragsluitende partijen van 8 juni 2010.1 De relatie tussen de nieuwe artikelen in de Regeling en de regelgeving waarop deze zijn gebaseerd, is in het onderstaande overzicht opgenomen.

Artikel regeling

Artikel Scheepsafvalstoffenbesluit

6

19 lid 2, 82 lid 1, a

7

20 lid 1

8

27

9

291, 39d lid 3 Binnenvaartwet

10

82 lid 4

XNoot
1

Bij de in artikel 29 bedoelde besluiten gaat het om de vaststelling van de tarieven.

Voor de toelichting op en achtergrond van de nieuwe artikelen 6 tot en met 10 wordt verwezen naar de nota van toelichting bij de wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart (Stb. 2009, 399, met name de paragrafen 2, 3 en 4).

In het gewijzigde artikel 5 wordt de datum vastgesteld waarop hotel- en passagiersschepen, bestemd voor meer dan 50 passagiers, hun afvalwater niet meer mogen lozen (CDNI-besluiten van 18 maart 2010).2

Administratieve lasten

De administratieve lasten die uit deze vernieuwde regeling voortvloeien zijn geheel in lijn met die van het Besluit van 23 september 2009 tot wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart in verband met de digitale betaling (Stb. 399). In de nota van toelichting op dit besluit zijn de administratieve lasten verantwoord.

Artikel II

De tabel van bestuurlijke boeten in de Binnenvaartregeling wordt aangevuld met boeten op overtreding van de bepalingen in de Binnenvaartwet die op 1 januari 2011 van kracht worden. Omdat de Binnenvaartregeling volgens de gekozen wetgevingssystematiek strekt ter uitvoering van de Binnenvaartwet, zijn de boetebedragen in die regeling opgenomen en niet in de Regeling scheepsafvalstoffen Rijn- en binnenvaart.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.


XNoot
1

Besluit 2010-II-1 houdende wijzigingen van bijlage 2 bij het verdrag ter vervanging van de waardezegels ten gevolge van de invoering van een elektronisch betalingssysteem en besluit 2010-II-2, houdende inwerkingtreding van Deel A van het CDNI-Verdrag.

XNoot
2

Besluit 2010-I-1, houdende wijziging van bijlage 2 bij het verdrag, Aanhangsel V, inzake grens- en controlewaarden voor zuiveringsinstallaties aan boord van passagiersschepen; besluit 2010-I-2, houdende overgangsbepalingen voor passagiersschepen.

Naar boven