Besluit van 20 december 1996 tot vaststelling van de tijdstippen van inwerkingtreding van de artikelen III, IV, V en VI van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 18 december 1996, nr. WDB96/540M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Gelet op artikel XIII van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel III van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken treedt in werking met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 2

Artikel IV van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.

Artikel 3

Artikel V van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

Artikel 4

Artikel VI van de Aanpassingswet Wet waardering onroerende zaken treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de dertigste december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven