De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 46 van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van de Europese Unie van 30 maart 1998 voor de instandhouding
van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PbEU L 125);
Gelet op artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling
van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 423/2004 (PbEU L 348);
Gelet op artikel 8 van Verordening (EU) nr. 237/2010 van de Commissie van de Europese Unie van 22 maart 2010 houdende bepalingen
voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden
en de bevissing van deze bestanden (PbEU L 75);
Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;
Besluit:
TOELICHTING
Algemeen
In de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij zijn onder meer voorschriften opgenomen ter beperking van de visserijinspanning.
Deze voorschriften strekken ter uitvoering van het langetermijnplan voor kabeljauwbestanden zoals dat is neergelegd in Verordening
(EG) nr. 1342/20081 en voor de beheersperiode die van 1 februari 2010 tot 1 februari 2011 loopt, nader is uitgewerkt in artikel 5 in samenhang
met bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden2.
De voorschriften behelzen een plafond voor de in de periode van 1 februari 2010 tot 1 februari 2011 te benutten hoeveelheid
visserijinspanning, in de praktijk aangeduid als aantal zeedagen, voor de te onderscheiden vistuigcategorieën, met uitzondering
van de vistuigcategorieën TR1 en TR2. Voor laatstbedoelde vistuigcategorieën is – zoals is uiteengezet in de toelichting
bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 februari 2010, nr. 104624, en bij die van
21 mei 2010, nr. 133779, houdende wijziging van diverse regelingen op gebied van zeevisserij (Stcrt. nr. 3036 onderscheidenlijk Stcrt. nr. 8045) – de voor de totale beheersperiode beschikbare hoeveelheid visserijinspanning in twee perioden opgedeeld. De eerste periode
loopt van 1 juni 2010 tot 1 oktober 2010 en de tweede periode loopt van 1 oktober 2010 tot 1 februari 2011.
Het totaal van de voor de vistuigcategorieën TR1 en TR2 aan Nederland toegewezen maximale visserijinspanning bedraagt 371.757,
onderscheidenlijk 1.080.920 kilowattdagen (aanhangsel 1 bij bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden).
Deze toegewezen maximale inspanning is gebaseerd op het aantal zeedagen waarop in de referentieperiode 2004 tot en met 2007
met de vistuigen TR1 en TR2 is gevist. In 2008 heeft echter een verduurzaming van de visserijvloot plaatsgevonden, waarbij
op grote schaal is overgeschakeld van boomkorvisserij (vistuigcategorie BT2) naar visserij met demersale trawls (vistuigcategorieën
TR1 en TR2). Als gevolg van deze transitie van de visserijvloot geeft de op basis van de referentieperiode 2004 tot en met
2007 vastgestelde verhouding tussen de verschillende vistuigcategorieën geen juiste weerspiegeling van de vistuigen zoals
deze thans in gebruik zijn. Hierdoor bestaat er voor de gewijzigde vloot een structureel tekort aan zeedagen voor TR1 en TR2
en een overschot aan boomkordagen.
Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 biedt lidstaten de mogelijkheid om de hen toegekende visserijinspanning tussen
de verschillende vistuigcategorieën over te hevelen. Deze overheveling geldt slechts voor een lopende beheersperiode en is
derhalve niet structureel, zodat daarmee onvoldoende recht wordt gedaan aan de structurele wijziging die de vloot heeft ondergaan.
Bovendien moet op grond van het vierde en vijfde lid van artikel 17 bij de overheveling een standaardcorrectiefactor worden
gehanteerd. Deze correctiefactor bedroeg voor de overheveling van boomkor-dagen naar TR1-dagen in 2009 16 op 1, hetgeen relatief
ongunstig is.
Het bovenstaande heeft er onder meer in 2009 toe geleid dat ondanks de tijdelijke overheveling van boomkor-dagen naar TR1-
en TR2-dagen, de maximaal toegestane visserijinspanning voor TR1 al gedurende de beheersperiode was opgesoupeerd, zodat de
visserij voor dit type vistuig vroegtijdig moest worden gesloten. Vistuigtype TR2 verkeerde eveneens in de gevarenzone.
Op 22 maart 2010 heeft de Europese Commissie een uitvoeringsverordening3 vastgesteld waarin procedures en berekeningsmethoden zijn voorgeschreven die lidstaten bij de overdracht van visserijinspanning
moeten toepassen. Artikel 8, vierde en vijfde lid, van deze verordening voorziet in de mogelijkheid dat lidstaten, die voor
de duur van de beheersperiode visserijinspanning tussen vistuigcategorieën willen overdragen, bij de berekening van de over
te dragen visserijinspanning een correctiefactor mogen toepassen die afwijkt van de standaardcorrectiefactor. Indien een lidstaat
besluit de visserijinspanning dienovereenkomstig aan te passen, moet zij de Commissie in kennis stellen van de onderbouwing
hiervan. Bovendien is het op grond van het zesde lid van voornoemd artikel tevens mogelijk dat de visserijinspanning permanent
wordt overgedragen in de situatie dat de visserijvloot structureel is gewijzigd. Ingevolge artikel 9 van de uitvoeringsverordening
kan bij de voor deze overdracht te hanteren correctiefactor mede rekening worden gehouden met kabeljauwvermijdende maatregelen
die door de lidstaat zijn geïmplementeerd. De op basis van dit artikellid permanent gewijzigde visserijinspanning zal worden
doorgevoerd in de voor de volgende jaren vast te stellen verordening inzake vangstmogelijkheden.
Tegen deze achtergrond is in de eerste helft van 2010 een verduurzamingsplan opgesteld, dat voorziet in een pakket van kabeljauwvermijdende
maatregelen. Het plan, dat is afgestemd met de sector, is gericht op het verminderen van de vangst van kabeljauw bij het gebruik
van de vistuigtypen TR1 en TR2 door meer selectieve visserij uit te oefenen. Concreet worden in het plan maatregelen voorgesteld
om concentraties van kabeljauw te vermijden, zoals tijdelijke sluiting van de visserij in bepaalde gebieden, en technische
maatregelen die voorzien in een grotere maaswijdte voor de vistuigen TR1 en TR2 opdat meer ondermaatse kabeljauw uit de netten
kan ontsnappen.
Met het oog op de toepassing van de in artikel 8, zesde lid, van voornoemde uitvoeringsverordening voorziene mogelijkheid
tot permanente overdracht van de visserijinspanning, is het verduurzamingsplan bij brief van 10 mei 2010 aan de Commissie
voorgelegd. Deze brief bevat tevens de onderbouwing om bij de overdracht van de visserijinspanning van vistuigcategorie BT2
naar de vistuigcategorieën TR1 en TR2 de factor 3 op 1 te hanteren. Tevens zijn de in dit plan voorgestelde technische maatregelen,
die voorzien in een aanscherping van maaswijdte voor de vistuigen TR1 en TR2, overeenkomstig artikel 46 van de zogenoemde
Verordening technische maatregelen4 genotificeerd. Bij brief van 30 juli 2010 heeft de Commissie geen opmerkingen tegen de genotificeerde technische voorschriften
geuit. Met betrekking tot het verzoek voor een permanente overdracht van de visserijinspanning heeft de Commissie aanvullende
informatie gevraagd.
Gelet op het bovenstaande heb ik besloten om de in het verduurzamingsplan voorgestelde netaanpassing door te voeren. Deze
wijzigingsregeling voorziet daarin. Tevens voorziet deze regeling in de tijdelijke overdracht gedurende de lopende beheersperiode
van de visserijinspanning van vistuigcategorie BT2 naar de vistuigcategorieën TR1 en TR2, tegen de factor 3 op 1. Hiertoe
wordt bijlage 7 van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij aangepast. Over de wijze waarop de tijdelijke sluiting
van de visserij in bepaalde gebieden moet worden ingericht teneinde een optimaal effect te bereiken, heb ik advies gevraagd
aan IMARES (Wageningen UR). De voorschriften die verband houden met de introductie van de dergelijke gebiedsgerichte sluitingen
zullen nadat ik het advies van IMARES heb ontvangen, worden doorgevoerd.
De op basis van het bij deze regeling gewijzigde regime opgedane ervaringen, zullen mede worden benut voor de door de Commissie
gevraagde nadere informatie.
Artikelsgewijs
Artikel I
Dit artikel strekt tot vervanging van Bijlage 7 bij de regeling, waarin een deel van de voorheen voor de vistuigcategorie
BT2 beschikbare hoeveelheid visserijinspanning, met in achtneming van de correctiefactor 3 op 1, is overgeheveld naar de vistuigcategorieën
TR1 en TR2. Als gevolg daarvan is de toegestane visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2010 tot 1 oktober 2010
en voor de periode 1 oktober 2010 tot 1 februari 2011, verhoogd. De voor de vistuigcategorie BT2 toegestane visserijinspanning
is dienovereenkomstig verlaagd.
Artikel II
Door middel van de in in artikel II opgenomen wijziging van de Regeling technische maatregelen 2000 worden de in het verduurzamingsplan
voorgestelde netaanpassingen voor de vistuigtypes TR1 en TR2 doorgevoerd. De algemene maaswijdte van TR1 vistuig wordt daarmee
verhoogd naar ten minste 130 millimeter. Een algemene maaswijdte van 120 tot 130 millimeter is slechts toegestaan indien voldaan
is aan de in artikel 2, vierde lid, onderdeel a, onder ii of iii, vermelde voorwaarde dat in de netten panelen worden aangebracht
al dan niet in combinatie met een bepaalde vangstsamenstelling. Voor TR2 worden geen wijzigingen in de algemene maaswijdte
doorgevoerd. Wel wordt het aanbrengen van panelen die voldoen aan de in artikel 2, vierde lid, onderdeel b, onder i of ii,
vermelde voorwaarde, verplicht gesteld.
De onderhavige aanpassing werkt automatisch door in artikel 3, derde lid, onderdeel a, van de Regeling visvergunning. Dit
betekent dat indien niet wordt voldaan aan bovengenoemde voorschriften, het mogelijk is dat de visvergunning wordt geschorst
op grond van dat artikel.
Artikel III
Deze wijzigingsregeling treedt op 15 augustus juni 2010 in werking.
Hiermee wordt afgeweken van de uitgangspunten van het systeem van Vaste Verandermomenten dat regelgeving in werking treedt
op 1 januari en op 1 juli en dat de regelgeving minimaal twee maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding wordt gepubliceerd,
zoals neergelegd in mijn brief van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.
Reden hiervoor is mijn toezegging aan de Europese Commissie, zoals deze is opgenomen in het verduurzamingsplan, om de technische
aanpassingen van de netten per 15 augustus 2010 door te voeren. Daarbij komt dat de sector al in een vroeg stadium bij de
uitwerking van het verduurzamingsplan is betrokken en derhalve op de hoogte is van de door te voeren maatregelen. Voorts is
de sector over de nieuwe maatregelen geïnformeerd door publicaties in diverse vakbladen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg.