Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 21 mei 2010, nr. 133779 houdende wijziging van de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348) en Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21);

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b komt te luiden:

b. beheersperiode:

periode genoemd in onderdeel 3 van bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden;

B

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het tweede lid vervalt de zinsnede ‘in de maanden februari tot en met mei van het jaar 2010’.

2. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de voor de beheersperiode dan wel, voor zover het de vistuigcategorieën TR1 en TR2 betreft, de voor het desbetreffende gedeelte van de beheersperiode toegestane visserij-inspanning per gereglementeerd geografisch gebied en vistuigcategorie, vermeld in bijlage 7, nog niet is opgebruikt;

3. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma en het woord ‘en’, het volgende onderdeel toegevoegd:

  • d. voor zover het de vistuigcategorieën TR1 en TR2 betreft, het vissersvaartuig in tijdvakken van twee aaneengesloten weken telkens ten hoogste tien kalenderdagen in een gereglementeerde geografisch gebied aanwezig is.

4. In het vierde lid wordt ‘hoeveelheden visserij-inspanning’ vervangen door: hoeveelheden visserij-inspanning voor de beheersperiode of, indien het de vistuigcategorieën TR1 en TR2 betreft, het desbetreffende gedeelte van de beheersperiode.

C

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de hoeveelheid visserij-inspanning, bedoeld in bijlage 7’ vervangen door: de hoeveelheden visserij-inspanning, vermeld in bijlage 7.

2. In de aanhef van het tweede lid wordt ‘artikel 2, tweede lid, onderdeel c’ vervangen door: artikel 2, tweede lid, onderdeel b.

D

Bijlage 7 worden vervangen door de bij deze regeling gevoegde bijlage, onder vervanging van het opschrift ‘bijlage’ door: bijlage 7.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2010, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, derde lid, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 mei 2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

BIJLAGE

Totale toegestane visserij-inspanning, uitgedrukt in Kw-dagen, per categorie vistuig en per (gedeelte van de) beheersperiode als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel b

Vistuigcategorieën

Vistuigcategorie code

Visserij-inspanning in de maanden februari tot en met september 2010

Visserij-inspanning in de maanden oktober 2010 tot en met januari 20111

Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC en SPR) met een maaswijdte:

   

gelijk aan of groter dan 100 mm

TR1

315.993

55.764

gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm

TR2

810.690

270.230

  

Visserij-inspanning in de maanden februari 2010 tot en met januari 2011

Bodemtrawls en zegens (vistuigtypen OTB, OTT, PTB, SDN, SSC en SPR) met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm

TR3

 

48.508

Boomkorren (vistuigtype TBB) met een maaswijdte:

  

gelijk aan of groter dan 120 mm

BT1

 

999.808

gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm

BT2

 

34.923.335

Kieuwnetten en warrelnetten (vistuigtype GN)

GN

 

438.664

XNoot
1

De bij dit gedeelte van de beheersperiode vermelde visserij-inspanning wordt vermeerderd of in voorkomend geval verminderd met de visserij-inspanning die in de periode februari tot en met september 2010 niet respectievelijk te veel, is benut.

TOELICHTING

Algemeen

In de Regeling instandhoudingsmaatregelen zeevisserij (hierna: de regeling) zijn onder meer voorschriften opgenomen ter beperking van de visserijinspanning. Deze voorschriften strekken ter uitvoering van het langetermijnplan voor kabeljauwbestanden zoals dat is neergelegd in Verordening (EG) nr. 1342/20081 en voor de desbetreffende beheersperiode nader is uitgewerkt in artikel 5 in samenhang met bijlage IIa van de verordening inzake vangstmogelijkheden2.

Deze voorschriften behelzen een plafond voor het in de periode van 1 februari 2010 tot 1 juni 2010 te benutten aantal zeedagen voor de te onderscheiden vistuigcategorieën. Zoals is uiteengezet in de toelichting bij de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 februari 2010, nr. 104624, houdende wijziging van diverse regelingen op gebied van zeevisserij (Stcrt. nr. 3036) betreft dit in de regeling opgenomen regime een tijdelijke voorziening. Het was de verwachting dat deze voorziening in de loop van 2010 zou worden vervangen door een nieuw stelsel dat erin voorziet het beheer van de visserijinspanning bij de groepen te beleggen, waarmee meer recht wordt gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken vissers. Uit de daartoe met de visserijsector gevoerde overleggen is evenwel gebleken dat de implementatie van een dergelijk stelsel meer voorbereiding vergt dan aanvankelijk was voorzien. In verband daarmee wordt de introductie van het beoogde groepsbeheer uitgesteld tot de volgende beheersperiode, die 1 februari 2011 aanvangt.

Deze wijzigingsregeling strekt ertoe om voor het restant van de huidige beheersperiode, van 1 juni 2010 tot 1 februari 2011, de maximaal toegestane visserijinspanning in de regeling op te nemen (Artikel I, onderdeel B, in samenhang met onderdeel D). Om te voorkomen dat de aan Nederland toegewezen visserijinspanning voor de vistuigtypen TR1 en TR2 voortijdig wordt opgebruikt en de visserij met die typen vistuigen dientengevolge vroegtijdig moet worden gesloten, worden voor deze type vistuigen aanvullende maatregelen doorgevoerd. Dit tegen de achtergrond dat in 2009 de visserij voor vistuigtype TR1 vroegtijdig moest worden gesloten en ook vistuigtype TR2 in de gevarenzone verkeerde.

Deze wijzigingsregeling introduceert geen nieuwe informatieverplichtingen. Er vloeien daarom uit deze wijzigingsregeling geen administratieve lasten voort.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In de omschrijving van het begrip ‘beheersperiode’ wordt thans verwezen naar de in bijlage IIA van de verordening inzake vangstmogelijkheden genoemde periode.

Artikel I, onderdeel B

Door middel van dit onderdeel wordt de in artikel 33, tweede lid, van de regeling opgenomen uitzondering gewijzigd. Deze uitzondering heeft betrekking op het in het eerste lid van dat artikel opgenomen verbod om met een vissersvaartuig met een lengte over alles van ten minste 10 meter de visserij uit te oefenen in de gereglementeerde geografische gebieden met gereglementeerde typen vistuig en die typen vistuig aan boord te houden. Als gevolg van deze wijziging is dit verbod thans gedurende het restant van de huidige beheersperiode, van 1 juni 2010 tot 1 februari 2011, niet van toepassing voor zover de maximaal toegestane visserijinspanning, zoals deze in bijlage 7, is opgenomen niet wordt overschreden. Deze uitzondering geldt uiteraard onder de beperking dat overigens wordt voldaan aan de in artikel 33, tweede lid, genoemde voorschriften.

Zoals in het algemene deel van deze toelichting is aangegeven, worden voor de vistuigtypen TR1 en TR2 aanvullende maatregelen doorgevoerd om te voorkomen dat de aan Nederland toegewezen visserijinspanning voor deze typen vistuig voortijdig wordt overschreden, als gevolg waarvan het in de loop van de huidige beheersperiode niet langer mogelijk zou zijn met die typen vistuigen te vissen in de gereglementeerde gebieden.

Allereerst wordt hiertoe de voor deze vistuigen voor de huidige beheersperiode beschikbare hoeveelheid visserijinspanning in twee perioden opgedeeld. De eerste periode loopt van 1 juni 2010 tot 1 oktober 2010 en de tweede periode loopt van 1 oktober 2010 tot 1 februari 2011. De voor het type vistuig TR1 in de eerste periode beschikbare hoeveelheid visserijinspanning bedraagt 85 procent van de totaal voor dit type vistuig aan Nederland toegewezen visserijinspanning, op welke hoeveelheid ingevolge artikel 34, eerste lid, van de regeling de reeds gebruikte hoeveelheid in mindering wordt gebracht. Indien deze hoeveelheid in de periode tot 1 oktober wordt opgebruikt, wordt de visserij met vistuigtype TR1 voor het restant van deze periode gesloten. Dit betekent dat het in het eerste lid van artikel 33 opgenomen verbod om met dit type vistuig te vissen onverkort van toepassing is tot 1 oktober 2010. Na het verstrijken van de eerste periode is het vervolgens weer mogelijk om met TR1 te vissen, zolang de overige 15 procent van de totale hoeveelheid visserijinspanning die voor deze periode is gereserveerd, niet is opgebruikt. In de situatie dat de voor de eerste periode beschikbare visserijinspanning niet voor 1 oktober wordt opgebruikt, kan de resterende hoeveelheid uiteraard gedurende de tweede periode worden benut. De voor de tweede periode beschikbare hoeveelheid visserijinspanning bedraagt in dat geval 15 procent van de totale hoeveelheid visserijinspanning vermeerderd met het deel van de visserijinspanning dat niet in de eerste periode is benut. Voor vistuigtype TR2 geldt hetzelfde regime met dien verstande dat de voor de eerste periode beschikbare hoeveelheid visserijinspanning 75 procent bedraagt en derhalve voor de tweede periode 25 procent is gereserveerd.

Voor de overige typen vistuigen wordt de voor de beheersperiode maximaal toegestane hoeveelheid visserijinspanning niet opgedeeld, daar er – mede gelet op de ervaringen uit het verleden – geen aanleiding is te veronderstellen dat deze hoeveelheid wordt overschreden.

De tweede maatregel strekt ertoe het aantal dagen waarop met TR1 en TR2 uitgeruste vissersvaartuigen onafgebroken in een gereglementeerd gebied aanwezig mogen zijn te beperken teneinde de beschikbare hoeveelheid visserijinspanning evenredig over de TR1- en TR2-vloot te verdelen. Hiertoe wordt door middel van de in dit onderdeel opgenomen wijziging in het tweede lid van artikel 33 van de regeling een nieuw onderdeel opgenomen, onderdeel d, op grond waarvan het niet is toegestaan in tijdvakken van twee aaneengesloten weken meer dan tien kalenderdagen in een gereglementeerd gebied aanwezig te zijn. Om betrokkenen de gelegenheid te geven zich hierop in te stellen, treedt dit voorschrift eerst met ingang van 1 augustus 2010 in werking.

Artikel I, onderdeel C

Met dit onderdeel wordt een redactionele wijziging van artikel 34, eerste lid, van de regeling doorgevoerd. Voorts wordt in het tweede lid van dat artikel een foutieve verwijzing gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel D

Onderdeel D strekt tot vervanging van Bijlage 7 bij de regeling, waarin thans de totale toegestane visserijinspanning voor de gehele beheersperiode van 1 februari 2010 tot 1 februari 2011 is opgenomen. De hoeveelheden totaal toegestane visserijinspanning komen overeen met de hoeveelheden uit aanhangsel 1 bij bijlage IIA van de verordening inzake vangstmogelijkheden. Dit betekent dat de totale aan Nederland toegewezen visserijinspanning op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de regeling, beschikbaar is gesteld en dat er geen visserijinspanning is gereserveerd ten behoeve van onder meer het toewijzen van extra inspanning aan vissers die met selectiever vistuig vissen. De reden daarvoor is dat er daartoe geen verzoeken zijn ingediend en dat de uiterste datum waarop dergelijke verzoeken op grond van 35, tweede lid, onderdeel c, van de regeling kunnen worden ingediend, te weten 15 maart, inmiddels is verstreken.

Voorts is in bijlage 7 de voor de vistuigtypen TR1 en TR2 beschikbare hoeveelheid visserijinspanning opgedeeld over twee perioden. Voor de toelichting daarop wordt verwezen naar hetgeen daarover bij Artikel I, onderdeel B, is toegelicht.

Artikel II

Deze wijzigingsregeling treedt op 1 juni 2010 in werking, met uitzondering van de in Artikel I, onderdeel B, derde lid, opgenomen beperking van het aantal dagen waarop met TR1 en TR2 uitgeruste vissersvaartuigen onafgebroken in een gereglementeerd gebied aanwezig mogen zijn, welke bepaling in werking treedt op 1 augustus 2010.

Hiermee wordt ten dele afgeweken van de uitgangspunten van het systeem van Vaste Verandermomenten dat regelgeving in werking treedt op 1 januari en op 1 juli en dat de regelgeving minimaal twee maanden voorafgaande aan de inwerkingtreding wordt gepubliceerd, zoals neergelegd in mijn brief van 28 april 2008 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer.

Reden hiervoor is dat het in de regeling neergelegde voorlopige regime ter beperking van de visserijinspanning met ingang van 1 juli 2010 verloopt als gevolg waarvan het – zonder nadere voorziening – verboden zou zijn de visserij uit te oefenen. In lijn met voornoemde uitgangspunten treedt de beperking van het aantal dagen waarop met TR1 en TR2 uitgeruste vissersvaartuigen onafgebroken in een gereglementeerd gebied aanwezig mogen zijn met ingang van 1 augustus 2010 in werking.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van de Europese Unie van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PbEU L 348).

XNoot
2

Verordening (EU) nr. 53/2010 van de Raad van de Europese Unie van 14 januari 2010 tot vaststelling, voor 2010, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de EU en, voor vaartuigen van de EU, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1359/2008, Verordening (EG) nr. 754/2009, Verordening (EG) nr. 1226/2009 en Verordening (EG) nr. 1287/2009 (PbEU L 21).

Naar boven