Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 december 2009, nr. DP/2009065822, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling geurhinder en veehouderij1 wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage 1 bij de Regeling geurhinder en veehouderij wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 december 2009

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

BIJLAGE

BIJLAGE 1, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, ZESDE LID (GEUREMISSIEFACTOREN)

Rav-nr.

Diercategorie/soort huisvesting

geuremissiefactor

Rundvee

 

A 1

Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

A 2

Zoogkoeien ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

A 3

Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar

niet vastgesteld

A 4

Vleeskalveren tot 8 maanden

35,6

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

24,9

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

19,6

A 5

Vleesstierkalveren tot 6 maanden

35,6

A 6

Vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden (roodvleesproductie)

35,6

A 7

Fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar

niet vastgesteld

   

Schapen

 

B 1

Schapen ouder dan één jaar, inclusief lammeren tot 45 kilo1,2

7,8

   

Geiten

 

C 1

Geiten ouder dan één jaar

18,8

C 2

Opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

11,3

C 3

Opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen

5,7

   

Varkens3

 

D 1

Fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kilo

 

D 1.1

Biggenopfok (gespeende biggen)

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 0,3 kg/dierplaats)4

5,4

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

3,8

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

3,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

1,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

1,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

1,1

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

0,8

 

overige huisvesting

7,8

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

5,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

4,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

2,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

2,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

1,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

1,2

D 1.2

Kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen)

 
 

emissiearme en overige huisvesting

27,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

19,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

15,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

8,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

7,0

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

4,2

D 1.3

Guste en dragende zeugen

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

13,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

10,3

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

2,8

D 2

Dekberen, 7 maanden en ouder

 
 

emissiearme en overige huisvesting

18,7

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

5,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

4,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

3,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

2,8

D 3

Vleesvarkens, opfokberen van 25 kilo tot 7 maanden, opfokzeugen van 25 kilo tot eerste dekking5

 
 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤ 1,5 kg/dierplaats)

17,9

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

12,5

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

9,8

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

5,4

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

4,5

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

3,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

2,7

 

overige huisvesting

23,0

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

16,1

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

12,7

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.14 (70% reductie)

6,9

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2007.01 en BWL 2007.02 (75% reductie)

5,8

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2006.15 (80% reductie)

4,6

 

– gecombineerd luchtwassysteem BWL 2009.12 (85% reductie)

3,5

   

Kippen

 

E 1

Opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

 
 

Batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

 

Niet-batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

E 2

Legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen

 
 

Batterijhuisvesting

 
 

mestopslag onder de batterij

0,69

 

emissiearme en overige huisvesting

0,35

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,25

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,21

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,19

 

Niet-batterijhuisvesting

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,34

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,24

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,20

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,19

E 3

(Groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok, jonger dan 19 weken

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,18

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,13

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,11

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,10

E 4

(Groot-)ouderdieren van vleeskuikens

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,93

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,65

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,56

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,51

E 5

Vleeskuikens

 
 

emissiearme en overige huisvesting

0,24

 

– uitbroeden en opfokken tot 13 dagen en vervolghuisvesting

0,22

 

– uitbroeden en opfokken tot 19 dagen en vervolghuisvesting

0,19

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,17

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,14

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,13

   

Kalkoenen

 

F 1

Ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok tot 6 weken

0,29

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,20

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,17

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,16

F 2, F 3

Ouderdieren van vleeskalkoenen vanaf 6 weken

1,55

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

1,09

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,93

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,85

F 4

Vleeskalkoenen

1,55

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

1,09

 

– chemische luchtwasser BWL 2007.08.V1 (40% reductie)

0,93

 

– biologische luchtwasser (45% reductie)

0,85

   

Eenden

 

G 1

Ouderdieren van vleeseenden

0,49

G 2

Vleeseenden

0,49

   

Parelhoenders

 

J 1

Parelhoenders voor de vleesproductie

0,24

 

– chemische luchtwasser (30% reductie)

0,17

   

Overig

 

M 1

Landbouwhuisdieren die in veehouderijen worden gehouden

niet vastgesteld

XNoot
1

De geuremissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.

XNoot
2

De geuremissiefactor geldt inclusief opfok, zodat die opfok niet meetelt voor de berekening van de geuremissie.

XNoot
3

Een stalsysteem met spoelgoten wordt niet gewaardeerd als emissiearme huisvesting maar als overige huisvesting.

XNoot
4

a.e. is de afkorting van ammoniakemissie.

XNoot
5

Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de geuremissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

TOELICHTING

1. Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling geurhinder en veehouderij (hierna: Rgv), de uitvoeringsregeling bij de Wet geurhinder en veehouderij. De wijziging hangt nauw samen met de gelijktijdige wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: Rav) en de actualisering van de ‘Lijst emissiefactoren fijn stof voor veehouderij’ die begin november 2009 heeft plaatsgevonden op de website van het ministerie van VROM (www.mvrom.nl). Door middel van deze wijziging wordt de inhoud van de Rgv in overeenstemming gebracht met de gewijzigde Rav en voornoemde lijst met emissiefactoren fijn stof.

Bij deze wijziging worden in bijlage 1 enkele nieuwe (soorten van) huisvestingssystemen toegevoegd. Doordat bijlage 1 van de Rgv werkt met groepen van huisvestingssystemen, terwijl in de bijlage van de Rav elk huisvestingssysteem afzonderlijk vermeld wordt, is de wijziging van de Rgv ten opzichte van de Rav relatief beperkt. Bij de varkenshouderij is een nieuw gecombineerd luchtwassysteem toegevoegd met een zeer hoge geurreductie (85%) . Voor de pluimveehouderij is nu ook de biologische luchtwasser beschikbaar (geurreductie 45%). Verder is specifiek voor vleeskuikens nog een aparte groep huisvestingssystemen ‘uitbroeden en opfokken en vervolghuisvesting’ toegevoegd, omdat deze systemen minder geur blijken te emitteren dan systemen waar geen uitbroeden van eieren plaatsvindt. Daarnaast zijn nog enkele verbeteringen doorgevoerd. Op voornoemde wijzigingen en verbeteringen wordt nader ingegaan in de toelichting op de bijlage.

2. Toelichting per artikel en bijlage

2.1 Artikelsgewijs

Artikel I

In dit artikel wordt de vervanging van bijlage 1 geregeld. Ten behoeve van de hanteerbaarheid van de bijlage in de praktijk wordt deze in zijn geheel vervangen.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van onderhavige wijzigingsregeling.

De gegevens uit de Rgv worden gebruikt bij de verlening van milieuvergunningen aan veehouderijen. Een actuele regeling, met recente gegevens, is voor de praktijk van groot belang. Dit geldt niet alleen voor producenten en verkopers van nieuwe huisvestingssystemen (commercieel belang) of voor de veehouders die deze systemen willen toepassen, maar in veel gevallen ook voor het milieu. Veelal betreft het namelijk innovatieve technieken die de emissie van geur, maar vaak ook de emissie van ammoniak en fijn stof, verder reduceren dan de bestaande technieken. Door het opnemen van deze nieuwe innovatieve technieken in de Rgv (en in de Rav) kunnen deze worden vergund en daardoor ook daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast. Om die reden is afgezien van inwerkingtreding op één van de ‘vaste verandermomenten’ en van het stellen van een termijn van ten minste drie maanden tussen publicatie en inwerkingtreding. Als gevolg daarvan is de gewijzigde Rgv vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling van toepassing op vergunningaanvragen die op of na die datum worden ingediend.

Ook is afgezien van het opnemen van bijzonder overgangsrecht. Dit vanwege het uitgangspunt dat bij een beslissing op een aanvraag om een milieuvergunning de meest recente milieutechnische inzichten moeten worden toegepast. Gezien de huidige jurisprudentie, betekent het afzien van overgangsrecht, dat de gewijzigde Rgv ook moet worden toegepast op vóór die datum ingediende aanvragen, waarop het bevoegd gezag op de datum van inwerkingtreding nog een beslissing moet nemen.

2.2 Toelichting op de bijlage

Hierna wordt per hoofdcategorie aangegeven welke wijzigingen in de bijlage zijn aangebracht.

Hoofdcategorie D: Varkens

Bij alle diercategorieën D 1.1 (biggenopfok), D1.2 (kraamzeugen e.a.) D 1.3 (guste en dragende zeugen), D 2 (dekberen) en D 3 (vleesvarkens e.a) is een gecombineerd luchtwassysteem met watergordijn en biologische wasser toegevoegd. Dit luchtwassysteem met systeemnummer BWL 2009.12 reduceert de geuremissie met 85%. Daarnaast worden alle gecombineerde luchtwassystemen bij de diercategorieën D 1.1 (biggenopfok) en D 3 (vleesvarkens e.a.) thans niet alleen bij overige huisvesting maar ook bij emissiearme huisvesting vermeld. Dat was in de eerdere versies van bijlage 1 per abuis nagelaten.

Hoofdcategorie E: Kippen

Bij alle diercategorieën E 1 (opfokhennen e.a.), E 2 (legkippen e.a.), E 3 ((groot-) ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken), E 4 ((groot-)ouderdieren van vleeskuikens) en E 5 (vleeskuikens) is een biologische luchtwasser toegevoegd die de geuremissie met 45% reduceert. De emissiefactoren zijn vastgesteld op 0,10 (E 1), 0,019 (E 2), 0,10 (E 3), 0,51 (E 4) en 0,13 (E 5). De biologische wasser stond al wel vermeld bij de verschillende diercategorieën varkens. Uit nader onderzoek naar de emissiereductie van fijn stof van deze luchtwassystemen in de pluimveehouderij is gebleken, dat deze systemen ook bij toepassing in pluimveestallen de geuremissie met 45% reduceren.

Verder is de bij de vorige wijziging van de Rgv (april 2009) toegevoegde chemische luchtwasser BWL 2007.08 met een emissiereductie van 40% bij de diercategorieën E 1 (opfokhennen e.a.) en E 2 (legkippen e.a) nu ook vermeld bij emissiearme en overige batterijhuisvesting. Dat was ten onrechte nagelaten.

Daarnaast is de emissiefactor van de chemische luchtwasser met 30% emissiereductie bij niet-batterijhuisvesting verbeterd in 0,24 (was eerder verkeerd afgerond tot 0,23).

Bij de diercategorie E 5 (vleeskuikens) zijn alsnog als aparte groep huisvestingssystemen ‘uitbroeden en opfokken tot 13 dagen en vervolghuisvesting’ en ‘uitbroeden en opfokken tot 19 dagen en vervolghuisvesting’ toegevoegd. Deze soort huisvestingssystemen zijn bij de vorige wijziging van de Rav in de lijst met huisvestingssystemen opgenomen (mei 2009). Bij nader inzien is gebleken dat deze groep huisvestingssystemen vanwege een grotere leegstand per dierplaats minder geuremissie veroorzaken dan de vervolgsystemen die onderdeel uitmaken van deze gecombineerde huisvesting. De emissiefactoren zijn vastgesteld op respectievelijk 0,22 en 0,19.

Hoofdcategorie F: Kalkoenen

Bij alle diercategorieën F 1 (vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken), F 2 (ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken), F 3 (ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder) en F 4 (vleeskalkoenen) is een biologisch luchtwasser 45% reductie toegevoegd die de geuremissie met 45% reduceert. De emissiefactoren zijn vastgesteld op 0,16 (F 1), 0,85 (F 2, F3) en 0,85 (F 4). Zie verder de nadere toelichting over de biologische luchtwasser hiervoor bij de hoofdcategorie ‘kippen’.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.


XNoot
1

Stcrt. 2006, 246; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 14 april 2009 (Stcrt. 2009, 70).

Naar boven