Regeling Nederlands-Antilliaanse tarieven vaarbevoegdheidsbewijzen zeevaart 2009

11 september 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/665 sector SCH

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen;

Gelet op artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. vaarbevoegdheidsbewijs:

bewijs als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van het Bemanningsbesluit Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zeeschepen;

b. vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning:

bewijs van erkenning als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van het Bemanningsbesluit Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zeeschepen.

§ 2. Aanvragen

Artikel 2

De kosten van de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs bedragen:

  • a. ANG 170,– voor elk vaarbevoegdheidsbewijs waarop ten minste één van de volgende functies voorkomt:

    • kapitein;

    • eerste stuurman;

    • wachtstuurman;

    • kapitein schepen minder dan 3000 GT;

    • eerste stuurman schepen minder dan 3000 GT;

    • hoofdwerktuigkundige;

    • tweede werktuigkundige;

    • wachtwerktuigkundige;

    • hoofdwerktuigkundige schepen minder dan 3000 kW;

    • 10° tweede werktuigkundige schepen minder dan 3000 kW;

    • 11° eerste maritiem officier;

    • 12° eerste maritiem officier kleine schepen;

    • 13° maritiem officier;

    • 14° maritiem officier kleine schepen;

    • 15° radio-operator;

    • 16° gezel;

  • b. ANG 160,– voor elk vaarbevoegdheidsbewijs waarop de onder a genoemde functies niet voorkomen;

  • c. ANG 140,– voor elk duplicaat van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld onder a of b.

Artikel 3

De kosten van de behandeling van een aanvraag voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning bedragen:

  • a. ANG 170,– voor elk vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning waarop ten minste één van de volgende functies voorkomt:

    • kapitein;

    • eerste stuurman;

    • wachtstuurman;

    • kapitein schepen minder dan 3000 GT;

    • eerste stuurman schepen minder dan 3000 GT;

    • hoofdwerktuigkundige;

    • tweede werktuigkundige;

    • wachtwerktuigkundige;

    • hoofdwerktuigkundige schepen minder dan 3000 kW;

    • 10° tweede werktuigkundige schepen minder dan 3000 kW;

    • 11° eerste maritiem officier;

    • 12° eerste maritiem officier kleine schepen;

    • 13° maritiem officier;

    • 14° maritiem officier kleine schepen;

    • 15° radio-operator;

    • 16° gezel;

  • b. ANG 160,– voor elk vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning waarop de onder a genoemde functies niet voorkomen;

  • c. ANG 140,– voor elk duplicaat van een vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning als bedoeld onder a of b.

Artikel 4

De kosten voor de afgifte van een ontheffing als bedoeld in artikel 12, onderscheidenlijk artikel 32 van het Bemanningsbesluit Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zeeschepen bedragen: ANG 375,– voor elke ontheffing.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 5

De in deze regeling genoemde tarieven luiden in het betaalmiddel van de Nederlandse Antillen en zijn verschuldigd voor de afgifte van vaarbevoegdheidsbewijzen, vaarbevoegdheidsbewijzen van erkenning en ontheffingen door ambtenaren van de Nederlandse Antillen.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2009.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Nederlands-Antilliaanse tarieven vaarbevoegdheidsbewijzen zeevaart 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant en in de Curaçaosche Courant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

De onderhavige regeling voorziet in de tariefstelling voor de behandeling van aanvragen in de Nederlandse Antillen voor de afgifte van vaarbevoegdheidsbewijzen, voor de afgifte van vaarbevoegdheidsbewijzen van erkenning en voor de ontheffingen voor het dienst doen als bemanningslid aan boord van Nederlands-Antilliaanse schepen. De tarieven voor de vaarbevoegdheidsbewijzen – welke documenten vóór 2002 verklaringen van geschiktheid en bekwaamheid waren genaamd – zijn voor het laatst vastgesteld bij de Regeling vaarbevoegdheidsbewijs 1998. Deze regeling heeft met het vervallen van artikel 119 van het Schepenbesluit bij Besluit van 7 januari 2002 (Stb. 2002, 29) zijn grondslag gedeeltelijk verloren. De tariefstelling is, wat betreft de functies waarvoor een vaarbevoegdheidsbewijs of een vaarbevoegdheidsbewijs van erkenning is vereist, tevens aangepast aan het Bemanningsbesluit Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zeeschepen (Stb. 2002, 44).

Bij het bepalen van de hoogte van de tarieven is uitgegaan van het beginsel van kostendekkendheid. De Stichting Overheidsaccountantsbureau (SOAB) te Willemstad, Curaçao, heeft op verzoek van de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen op 1 augustus 2008 een rapport uitgebracht over de tarieven die door de Directie Scheepvaart en Maritieme Zaken in rekening worden gebracht. De conclusie van dit rapport was dat een aanpassing binnen een bandbreedte van 40 tot 53 procent als reëel valt aan te merken. In overeenstemming daarmee wordt thans een tariefsverhoging van 40 procent doorgevoerd.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven