TOELICHTING
Deze regeling wijzigt de Regeling LNV-subsidies ten behoeve van een tegemoetkomingsfaciliteit voor sneeuwdrukschade in de
boomkwekerijsector in 2005.
1. Tegemoetkoming sneeuwdrukschade 2005
Ingevolge artikel 2:68 van de Regeling LNV-subsidies kan een tegemoetkoming worden verstrekt voor schade aan gewassen als
gevolg van weersomstandigheden. Op basis van meteorologische gegevens van het KNMI (www.knmi.nl) en taxatierapporten van de
boomkwekerijsector is gebleken dat landbouwers (boomkwekers) verspreid over Nederland sneeuwdrukschade hebben geleden in 2005.
Omdat sneeuwdrukschade aan boomkwekerijgewassen nog geen verzekerbaar risico was in 2005 en omdat de schade dat jaar van grote
omvang was, wordt een eenmalige tegemoetkoming in deze sneeuwdrukschade aangeboden, gebaseerd op artikel 2:68, van de Regeling
LNV-subsidies. In de afgelopen jaren heeft de sector zelf door middel van verzekeringen een structurele oplossing ontwikkeld
voor toekomstige schades aan boomkwekerijgewassen als gevolg van sneeuwdruk.
De voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden aangevraagd, zijn opgenomen in bijlage 3a van de Regeling LNV-subsidies
(artikel I, onderdeel C). In de definities van bijlage 3a is een onderscheid gemaakt tussen de termen ‘schadeperiode’ en ‘schadetermijn’.
Met de schadeperiode wordt de periode bedoeld waarin de sneeuwdrukschade zich voordeed (25 en 26 november 2005). De schadetermijn
refereert aan de periode waarin de sneeuwdrukschade tot uiting kon komen. De schadetermijn is gelijk aan de teeltcyclus in
de periode van 25 november 2005 tot en met 1 juli 2006. Na deze laatstgenoemde datum kan niet meer worden geconcludeerd dat
getaxeerde sneeuwdrukschade is toe te wijten aan de extreme sneeuwdruk in de schadeperiode.
Ingevolge onderdeel A, punt 2, sub-onderdeel a, van bijlage 3a kunnen alleen landbouwers een aanvraag indienen die ten minste
vanaf de schadeperiode tot het moment waarop de aanvraag wordt ingediend voor eigen rekening en risico een kleine of middelgrote
landbouwonderneming exploiteerden. Aanvragers die hun landbouwbedrijf inmiddels hebben stopgezet kunnen geen aanvraag indienen.
In onderdeel A, punt 3, sub-onderdeel c, van bijlage 3a is bepaald dat alle boomkwekerijgewassen op de landbouwonderneming
uiterlijk vanaf 15 november 2008 voor een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren zijn verzekerd tegen sneeuwdrukschade.
De verantwoordelijkheid voor het afdekken van de risico’s bij sneeuwdruk ligt in de toekomst bij de landbouwer zelf en wordt
bereikt door gebruik te maken van de geboden verzekering. Daarom dient de landbouwer die in aanmerking wil komen voor een
tegemoetkoming voor de sneeuwdrukschade zijn boomkwekerijgewassen uiterlijk vanaf 15 november 2008 te verzekeren tegen sneeuwdrukschade.
Bij de aanvraag kan dit blijken uit een kopie van de polis. Om te stimuleren dat landbouwers zich structureel verzekeren tegen
sneeuwdrukschade, is bepaald dat boomkwekerijgewassen ten minste worden verzekerd gedurende vijf jaren. De landbouwer kan
kiezen om één verzekeringspolis af te sluiten voor een periode van vijf jaren. Tevens kan aan deze bepaling worden voldaan
door jaarlijks een nieuwe polis af te sluiten, of door de bestaande polis jaarlijks te verlengen. De boomkwekerijgewassen
dienen echter aaneengesloten te zijn verzekerd. Op grond van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens
verlenen de aanvragers van een tegemoetkoming de Dienst Regelingen toestemming om gegevens te gebruiken bij de controle van
hun aanvraag (onderdeel A, punt 4, van bijlage 3a).
Omdat de subsidiabele gebeurtenis inmiddels heeft plaatsgevonden, is in onderdeel A, punt 5, van bijlage 3a bepaald dat een
beschikking tot subsidieverlening achterwege blijft.
2. Berekening tegemoetkoming
De omvang van de tegemoetkoming wordt berekend ingevolge onderdeel B, punt 1, van bijlage 3a. Deze berekening volgt het systeem
van artikel 11, tweede lid, van Verordening (EG) Nr. 1857/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december
2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEU L 358) (hierna: landbouwvrijstellingsverordening).
Het schadebedrag (A) wordt berekend door twee componenten van elkaar af te trekken: de gemiddeld verkregen opbrengst per boomkwekerijgewas
in euro’s gebaseerd op de referentiejaren (BxCj) verminderd met de in 2005 verkregen opbrengst per product in euro’s (DxE).
a. differentiatie boomkwekerijgewassen
De leeftijd van de opstand beïnvloedt het normbedrag van het boomkwekerijgewas in de referentieperiode (de jaren 2002, 2003
en 2004). Jongere opstanden leveren een lagere productie dan oudere opstanden. In de formule is bij variabele Cj door de toevoeging ‘j’ aangegeven dat deze variabele afhankelijk is van de leeftijd van de opstand. Dit onderscheid is per boomkwekerijgewas neergelegd
in tabel 1 van bijlage 3a.
b. component (BxCj)
De component BxCj bestaat uit de vermenigvuldiging van de variabelen (B) en (Cj).
De variabele B bestaat uit de totale oppervlakte in hectare die in de schadeperiode door de landbouwonderneming was beteeld.
Alleen sneeuwdrukschade aan de in tabel 1 en 2 van bijlage 3 genoemde boomkwekerijgewassen komt voor tegemoetkoming in aanmerking.
Voor controle op de juistheid van het opgegeven beteelde oppervlakte in de schadetermijn zal Dienst Regelingen gebruik maken
van de per individuele landbouwonderneming verstrekte gegevens op grond van artikel 4, tweede lid, en artikel 7, onderdeel
a, van de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2005. Ingevolge artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming
persoonsgegevens, moeten aanvragers daarom toestemming verlenen voor het hergebruik van deze in 2005 door hen aangeleverde
gegevens (onderdeel A, punt 4, van bijlage 3a).
De variabele Cj bestaat uit de waarde van de boomkwekerijgewassen in de referentieperiode en is opgebouwd uit de gemiddelde opbrengst in
euro per hectare, onderscheiden naar leeftijd. De normbedragen zijn genoteerd in tabel 1 van bijlage 3a.
c. component (DxE)
De component (BxCj) wordt verminderd met de getaxeerde opbrengst in bomen per ha in 2005 vermenigvuldigd met de in dat jaar verkregen verkoopprijs
(DxE).
De variabele D is gebaseerd op de taxaties van schade-experts die zijn opgesteld in de schadetermijn. Aan de hand van deze
taxaties is per boomkwekerijgewas inzichtelijk welke hoeveelheid in de schadetermijn werd gerealiseerd.
De variabele E bestaat uit de waarde van de boomkwekerijgewassen in de schadetermijn en is vastgesteld op basis van marktgegevens
in 2005, waarin kwaliteitsklasse en de teeltmethode van het boomkwekerijgewas zijn meegewogen. Dit onderscheid is per boomkwekerijgewas
omschreven in tabel 2 van bijlage 3a.
3. Europeesrechtelijke aspecten
Deze wijziging van de Regeling LNV-subsidies is gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen op grond van de landbouwvrijstellingsverordening.
Aan de voorwaarden in artikel 11 van de landbouwvrijstellingsverordening wordt voldaan. De steunintensiteit is maximaal 70%
en de schade wordt berekend overeenkomstig artikel 11, tweede lid, van de landbouwvrijstellingsverordening. Verder wordt het
maximumbedrag van de in aanmerking komende verliezen verminderd met kosten die door andere factoren dan de ongunstige weersomstandigheden
zijn veroorzaakt. Ten tijde van de geleden schade was er geen verzekeringsregeling voor deze schade. De geleden schade wordt
berekend op het niveau van de landbouwonderneming en steun wordt rechtstreeks aan de betrokken landbouwer uitgekeerd. De regeling
treedt in werking op 25 november 2008. De regeling wordt opengesteld voor aanvragen van 1 juli 2009 tot en met 31 juli 2009.
Daarmee wordt de regeling dus uiterlijk drie jaar na het ontstaan van de schade ingevoerd. De steun wordt binnen vier jaar
na het ontstaan van de schade betaald.
4. Administratieve lasten
Onderhavige wijzigingsregeling bevat verplichtingen die resulteren in administratieve lasten. Er worden ongeveer 30 aanvragen
voor tegemoetkoming verwacht. De aanvragers moeten een formulier invullen, een taxatierapport en enige andere informatie toesturen.
Ook kan een bezwaarschrift worden geschreven. De kosten per aanvrager voor deze activiteiten bedragen naar verwachting € 767.
De totale administratieve lasten bedragen hierdoor € 23.010. In verhouding met de te verstrekken tegemoetkoming bedraagt de
relatieve administratieve lastendruk 0,4%.
De regeling is aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Actal heeft de regeling niet geselecteerd
voor advies.
5. Overige voorwaarden
In onderdeel B, punt 2, van bijlage 3a is bepaald dat landbouwondernemingen 30% van de sneeuwdrukschade zelf dragen. Om in
aanmerking te komen voor de tegemoetkoming moet het schadebedrag (A) meer dan 30% bedragen van de opbrengst in de referentiejaren
van het oppervlak (BxCj).
In onderdeel B, punt 3, van bijlage 3a is bepaald dat het niet mogelijk is om tegemoetkoming te krijgen voor de geleden schade
indien deze minder bedraagt dan 30% van de opbrengst in de referentiejaren. De steunintensiteit van de resterende 70% van
de sneeuwdrukschade schade bedraagt dan 100%. Bij een overschrijding van het subsidieplafond zullen de individuele tegemoetkomingen
naar evenredigheid worden gekort. Deze korting naar evenredigheid betekent dat elke individuele voor tegemoetkoming in aanmerking
te nemen sneeuwdrukschade met een gelijk percentage wordt verminderd, zodat het totaal aan tegemoetkomingen niet hoger is
dan het subsidiebudget. Hetzelfde kortingspercentage zal worden toegepast bij bezwaar- en beroepsprocedures.
6. Inwerkingtreding
Met de inwerkingtreding van deze wijziging van de Regeling LNV-subsidies wordt afgeweken van de LNV-uitgangspunten van vaste
verandermomenten van regelgeving (Kamerstukken II 2007–2008, 29 515 en 31 201, nr. 243). De afwijking is in dit geval noodzakelijk vanwege verplichtingen in Europese regelgeving. Op grond van artikel 11, achtste
lid, van de landbouwvrijstellingsverordening moet een steunregeling ter vergoeding van door ongunstige weersomstandigheden
veroorzaakte verliezen uiterlijk drie jaar na het ontstaan van het verlies in werking treden. De Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit heeft aan de Tweede Kamer toegezegd dat hij de boomkwekers tegemoet zou komen in sneeuwschade indien er
een verzekering zou worden opgezet die vergelijkbaar is met de verzekering voor bovenmatige regenval en de ondernemers zich
daadwerkelijk zouden verzekeren (Kamerstukken II 2005–2006, 30 300 XIV, nr. 70). Pas onlangs is duidelijk geworden dat een dergelijke verzekering beschikbaar werd en wordt de toezegging gestand gedaan.
Aangezien de schade waarin nu wordt tegemoetgekomen is ontstaan op 25 november 2005 betekent dat dat deze regeling uiterlijk
op 25 november 2008 in werking moet treden.
Deze regeling wordt opengesteld voor aanvragen van 1 juli 2009 tot en met 31 juli 2009. In verband met de vaste verandermomenten
zal de daarvoor benodigde wijziging van het Openstellingsbesluit LNV-subsidies 2009 worden gepubliceerd op 1 april 2009.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg.