30 300 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2006

nr. 70
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2006

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verzoekt mij in te gaan op de mogelijkheden voor een schaderegeling voor de boomkwekers die zijn getroffen door de extreme sneeuwval van 25 november 2005. Met deze brief reageer ik op dit verzoek.

Ik ben op de hoogte van het feit dat er aanzienlijke schade is opgetreden in de boomteelt, als gevolg van de extreme sneeuwval van eind november 2005. Ik realiseer mij dat deze gebeurtenis een grote impact kan hebben op de getroffen ondernemers en hun gezinnen. Met betrekking tot deze schade hebben mij reeds verschillende verzoeken tot tegemoetkoming bereikt.

Ondernemers lopen risico, dat is inherent aan ondernemen. Lang niet alle risico’s waar ondernemers aan bloot staan, zijn verzekerbaar. Maar daarom zijn het nog wel ondernemersrisico’s. Het is niet aan de overheid om de risico’s van ondernemers af te dekken. Aangezien deze schade ondernemersrisico betreft, zie ik geen aanleiding voor een tegemoetkoming. Ondernemers die als gevolg van de huidige schade in de problemen komen kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen.

Ik kan mij voorstellen dat de sector in dit incident van sneeuwschade een aanleiding ziet om zich hard te maken voor een structurele oplossing voor dit soort risico’s. Bijvoorbeeld door te onderzoeken of een verzekering tegen schade door extreme sneeuwval tot de mogelijkheden behoort. De verantwoordelijkheid voor het tot stand komen van een dergelijke faciliteit ligt bij de sector. Indien de sector een verzekering tot stand brengt, ben ik bereid na te gaan of een eventuele benodigde garantstelling tot de mogelijkheden behoort. Dit is onder meer afhankelijk van de uitwerking van een aantal verzekeringstechnische en financiële aspecten, die tezamen met het ministerie van Financiën zal moeten plaatsvinden. Bovendien is Europese goedkeuring vereist. Het verleden leert dat deze trajecten complex zijn. Daarom moet verwacht worden dat het tot stand brengen van een eventuele verzekering de nodige tijd in beslag zal nemen.

Als er een verzekering van de grond komt met dezelfde voorwaarden als de verzekering voor bovenmatige regenval en als ondernemers zich daadwerkelijk verzekeren, wil ik conform mijn bereidheid en werkwijze bij de vorstschade in de fruitteelt van maart 2005, mij inspannen voor een beperkte tegemoetkoming in de geleden schade. Dit natuurlijk onder voorwaarde van Europese goedkeuring.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven