Besluit van 19 november 2025, houdende de wijziging van diverse Warenwetbesluiten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1438 inzake honing, vruchtensap, vruchtenjam en gedehydrateerde melk en van Richtlijn (EU) 2019/882 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten [KetenID WGK027939]

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 7 juli 2025, kenmerk 4149474-1084908-WJZ;

Gelet op:

  • Richtlijn (EU) 2024/1438 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, Richtlijn 2001/113/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta en Richtlijn 2001/114/EG van de Raad inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (PbEU L 2024/1438);

  • de artikelen 4, eerste lid, onder c, 8, onder a, b en c, 13, eerste lid, 32b, eerste lid, en 35 van de Warenwet;

  • Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PbEU L 2019/151);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 september 2025, no. W13.25.00174/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 november 2025, kenmerk 4230785-1084908-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit honing wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 20 worden vervangen door zeven artikelen, luidende:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

bakkershoning:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

bloemenhoning of bloemenhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

brokhoning of brokhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

honing:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

honingdauwhoning of honingdauwhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

lekhoning of lekhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

nectarhoning of nectarhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

pershoning of pershonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

raatbrokken in honing of raatbrokken in honig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

raathoning of raathonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat;

Richtlijn 2001/110/EG:

Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (PbEG 2001, L 10);

slingerhoning of slingerhonig:

hetgeen Richtlijn 2001/110/EG daaronder verstaat.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning te bereiden of te behandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2. Het is verboden honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning te verhandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot hun aanduiding.

  • 3. Het is verboden honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning te verhandelen anders dan met inachtneming van bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot het bezigen van vermeldingen inzake de aard, samenstelling, hoedanigheid of eigenschappen van de waar.

Artikel 3

Het bereiden en behandelen van honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/110/EG gestelde voorschriften

Artikel 4

Het verhandelen van honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/110/EG gestelde voorschriften inzake hun aanduiding.

Artikel 5

Het verhandelen van honing, bloemenhoning of bloemenhonig, nectarhoning of nectarhonig, honingdauwhoning of honingdauwhonig, raathoning of raathonig, brokhoning of brokhonig, raatbrokken in honing of raatbrokken in honig, lekhoning of lekhonig, slingerhoning of slingerhonig, pershoning of pershonig, of bakkershoning, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/110/EG gestelde voorschriften inzake het bezigen van vermeldingen.

Artikel 6

Op grond van artikel 2, vierde lid, onder a, tweede alinea, van Richtlijn 2001/110/EG mag bij honing die in Nederland in de handel wordt gebracht en waarbij het aantal landen van oorsprong van honing in een mengsel meer dan vier bedraagt en de vier grootste aandelen meer dan 50% van het mengsel vertegenwoordigen, in het hoofdgezichtsveld van het etiket worden vermeld:

  • a. de landen van oorsprong in dalende volgorde van hun aandeel in het gewicht; en

  • b. het aandeel in percentage van de vier landen van oorsprong met het grootste aandeel in het mengsel.

Artikel 7

Waren die voor 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd overeenkomstig het Warenwetbesluit honing, zoals dat onmiddellijk voor inwerkingtreding van dit besluit luidde, mogen na die datum nog verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.

B

Artikel 21 wordt vernummerd tot artikel 8 en het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

C

Artikel 22 wordt vernummerd tot artikel 9.

ARTIKEL II

Het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van de laatste begripsbepaling door een puntkomma drie begripsbepalingen toegevoegd, luidende:

geconcentreerd vruchtensap met verlaagd suikergehalte:

hetgeen Richtlijn 2001/112/EG daaronder verstaat;

vruchtensap met verlaagd suikergehalte:

hetgeen Richtlijn 2001/112/EG daaronder verstaat;

vruchtensap met verlaagd suikergehalte uit concentraat:

hetgeen Richtlijn 2001/112/EG daaronder verstaat.

B

In de artikelen 2, eerste tot en met het derde lid, 3, 4 en 5 wordt «vruchtensappoeder of vruchtennectar» telkens vervangen door «vruchtensappoeder, vruchtennectar, vruchtensap met verlaagd suikergehalte, vruchtensap met verlaagd suikergehalte uit concentraat of geconcentreerd vruchtensap met verlaagd suikergehalte».

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Waren die voor 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd overeenkomstig het Warenwetbesluitbesluit vruchtensappen 2012, zoals dat onmiddellijk voor inwerkingtreding van dit besluit luidde, mogen na die datum nog verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.

D

In artikel 10 vervalt «2012».

ARTIKEL III

Het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 1 tot en met 26 worden vervangen door acht artikelen, luidende:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

citrusmarmelade:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

extra gelei:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

extra jam of extra confituur:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

gelei:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

geleimarmelade:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

jam of confituur:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

kastanjepasta:

hetgeen Richtlijn 2001/113/EG daaronder verstaat;

Richtlijn 2001/113/EG:

Richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (PbEG 2001, L 10).

Artikel 2

  • 1. Het is verboden jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta te bereiden of te behandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften.

  • 2. Het is verboden jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta te verhandelen anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot hun aanduiding.

  • 3. Het is verboden jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta te verhandelen anders dan met inachtneming van bij dit besluit gestelde voorschriften met betrekking tot het bezigen van vermeldingen inzake de aard, samenstelling, hoedanigheid of eigenschappen van de waar.

Artikel 3

Het bereiden en behandelen van jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/113/EG gestelde voorschriften.

Artikel 4

Het verhandelen van jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/113/EG gestelde voorschriften inzake hun aanduiding.

Artikel 5

Het verhandelen van jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta, geschiedt met inachtneming van de bij Richtlijn 2001/113/EG gestelde voorschriften inzake het bezigen van vermeldingen.

Artikel 6

Op grond van artikel 2, tweede lid, tweede alinea, van Richtlijn 2001/113/EG mag voor citrusmarmelade die uit drie of meer vruchten is vervaardigd de aanduiding «gemengde vruchtenmarmelade» of «[x]-vruchtenmarmelade», waarbij x het aantal vruchten is, worden gebruikt.

Artikel 7

Op grond van bijlage I, deel II, tweede alinea, van Richtlijn 2001/113/EG mag het refractometrisch bepaalde gehalte aan oplosbare droge stof ten minste 55% bedragen in jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta, behalve voor producten die voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEU 2006, L 404) wat verlaagde suikers betreft, en voor producten waarin de suikers geheel of gedeeltelijk door zoetstoffen zijn vervangen.

Artikel 8

Waren die voor 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd overeenkomstig het Warenwetbesluitbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002, zoals dat onmiddellijk voor inwerkingtreding van dit besluit luidde, mogen na die datum nog verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.

B

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 12 juli 2004.

C

Artikel 28 komt te luiden:

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit verduurzaamde vruchtenproducten.

D

De bijlage vervalt.

ARTIKEL IV

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de «Inhoud» wordt bij onderdeel C-13 «Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002» vervangen door «Warenwetbesluit verduurzaamde vruchtenproducten», wordt bij onderdeel C-17 «Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003» vervangen door «Warenwetregeling gedehydrateerde melk» en wordt bij onderdeel C-25 «Warenwetbesluit vruchtensappen 2012» vervangen door «Warenwetbesluit vruchtensappen».

2. Rubriek C-8 komt te luiden:

C-8

Warenwetbesluit honing

C-8.1

artikel 2, eerste lid, juncto artikel 3

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-8.2

artikel 2, tweede lid, juncto artikel 4

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-8.3

artikel 2, derde lid, juncto artikel 5

€ 525,–

€ 1.050,–

X

3. Rubriek C-13 komt te luiden:

C-13

Warenwetbesluit verduurzaamde vruchtenproducten

C-13.1

artikel 2, eerste lid, juncto artikel 3

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-13.2

artikel 2, tweede lid, juncto artikel 4

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-13.3

artikel 2, derde lid, juncto artikel 5

€ 525,–

€ 1.050,–

X

4. Rubriek C-17.24 komt te luiden:

C-17.24

Warenwetbesluit Zuivel

Warenwetregeling gedehydrateerde melk

     

C-17.24.1

artikel 2, tweede lid, juncto

artikel 2

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-17.24.2

artikel 2, tweede lid, juncto

artikel 3

€ 525,–

€ 1.050,–

X

C-17.24.3

artikel 2, tweede lid, juncto

artikel 4

€ 525,–

€ 1.050,–

X

5. In rubriek C-25 wordt «Warenwetbesluit vruchtensappen 2012» vervangen door «Warenwetbesluit vruchtensappen».

ARTIKEL V

Het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, vierde lid, wordt na «artikel 7, negende lid,» ingevoegd «en artikel 16, tweede lid,».

B

Aan artikel 5, vierde lid, wordt toegevoegd «De in artikel 16, tweede lid, van de richtlijn voorgeschreven taal is Nederlands of Engels.»

C

Aan artikel 6 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. De in artikel 9, vierde en vijfde lid, van de richtlijn voorgeschreven taal is Nederlands. De in artikel 9, negende lid, van de richtlijn voorgeschreven taal is Nederlands of Engels.

  • 4. De in artikel 9, zevende lid, van de richtlijn voorgeschreven EU-conformiteitsverklaring voldoet aan artikel 16 van de richtlijn. De in artikel 16, tweede lid, van de richtlijn voorgeschreven taal is Nederlands of Engels.

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 juni 2026, met uitzondering van artikel V, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 november 2025

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen

Uitgegeven de vijfentwintigste november 2025

De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Dit besluit strekt tot uitvoering van Richtlijn (EU) 2024/14381 (hierna: richtlijn). De richtlijn is op 24 mei 2024 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en is met ingang van 14 juni 2026 van toepassing.

De richtlijn wijzigt vier richtlijnen:

  • Richtlijn 2001/110/EG over honing2. Deze richtlijn is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit honing.

  • Richtlijn 2001/112/EG over vruchtensappen3. Deze richtlijn is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012.

  • Richtlijn 2001/113/EG over vruchtenjam4. Deze richtlijn is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002.

  • Richtlijn 2001/114/EG over gedehydrateerde melk5. Deze richtlijn is geïmplementeerd in de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003.

Dit besluit wijzigt de hierboven genoemde Warenwetbesluiten, met uitzondering van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003. De Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 wordt middels een ministeriële regeling gewijzigd.

De uitvoering van de richtlijn is aanleiding geweest om in het Warenwetbesluit honing en het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten over te gaan op dynamische verwijzing. De reden hiervoor is dat Richtlijn 2001/110/EG en Richtlijn 2001/113/EG gedetailleerde technische voorschriften bevatten voor de samenstelling, aanduiding en etikettering van honingproducten dan wel vruchtenjam en vergelijkbare producten. De inhoudelijke voorschriften van Richtlijn 2001/110/EG en Richtlijn 2001/113/EG zijn als zodanig direct toepasbaar voor producenten van en handelaren in honingproducten of vruchtenjam en vergelijkbare producten. Daarnaast is het op grond van artikel 5 van Richtlijn 2001/110/EG en artikel 3 van Richtlijn 2001/113/EG lidstaten niet toegestaan nationale bepalingen vast te stellen met betrekking tot honingproducten dan wel vruchtenjam en vergelijkbare producten waarin deze richtlijnen niet voorzien. Door dynamisch te verwijzen wordt herhaling van gedetailleerde inhoudelijke voorschriften met het risico op verschrijvingen voorkomen. Eerder is in het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012 voor dynamische verwijzing gekozen. Met dit besluit wordt aangesloten bij deze systematiek. Voor de implementatie van Richtlijn 2001/114/EG is eveneens dynamische verwijzing toegepast in de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003.

Het gevolg van dynamische verwijzing is dat ook toekomstige wijzigingen van Richtlijn 2001/110/EG en Richtlijn 2001/113/EG via het Warenwetbesluit honing respectievelijk het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 doorwerken in het Nederlandse recht. Conform de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar. 9.13) zal van wijzigingen van Richtlijn 2001/110/EG of Richtlijn 2001/113/EG mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Tot slot worden met dit besluit enkele omissies bij de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/8826 (hierna: Europese toegankelijkheidsrichtlijn) hersteld. Hiertoe wordt het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 gewijzigd.

Het besluit strekt enkel tot implementatie van de richtlijn en tot nadere implementatie van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn. Het besluit bevat geen aanvullende nationale maatregelen. Notificatie van het ontwerpbesluit op grond van Richtlijn (EU) 2015/15357 is daarom niet vereist.

2. Richtlijn (EU) 2024/1438

De richtlijn actualiseert de regels met betrekking tot de samenstelling, etikettering en benaming van honing, vruchtensappen, vruchtenjam en gedehydrateerde melk. Deze herziene ontbijtrichtlijnen hebben als doel consumenten te helpen beter geïnformeerde keuzes te maken, meer transparantie te verschaffen over de herkomst van producten en voedselfraude tegen te gaan.

De belangrijkste wijzigingen worden hieronder kort weergegeven.

Richtlijn 2001/110/EG over honing

De aanduiding «gefilterde honing» vervalt.

Voor honingmengsels zijn nieuwe regels over het vermelden van de landen van oorsprong op het etiket vastgesteld. Deze regels zijn bedoeld om consumenten te voorzien van eerlijke informatie en om voedselfraude te bestrijden. De landen waar de honing vandaan komt, moeten op het etiket worden vermeld in aflopende volgorde op basis van gewicht en met een percentage.

Het wordt lidstaten toegestaan om voor honingmengsels met meer dan vier verschillende landen van oorsprong slechts de vier grootste aandelen in termen van een percentage aan te geven, zolang zij samen meer dan 50% van het totaal uitmaken. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt.

Bij verpakkingen die slechts één portie honing van minder dan 30 gram bevatten, mogen de namen van de landen van herkomst worden vervangen door een tweeletter van de internationale norm ISO 3166-1 (alfa-2).

Er wordt een platform van deskundigen opgericht dat de Commissie zal ondersteunen bij het ontwikkelen van methoden om vervalsing van honing op te sporen en de controles te verbeteren.

Richtlijn 2001/112/EG over vruchtensappen

De mogelijkheden voor benamingen van vruchtensappen wordt met drie categorieën uitgebreid. Op het etiket mag nu ook worden vermeld: «vruchtensap met minder suiker», «vruchtensap met minder suiker uit concentraat» en «geconcentreerd vruchtensap met minder suiker». Daarnaast mogen exploitanten het etiket «vruchtensap met alleen natuurlijke suikers» gebruiken. Hiermee wordt ingespeeld op de groeiende vraag naar producten met minder suiker en worden consumenten beter geïnformeerd.

Indien nodig, kan de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen met betrekking tot producten met verlaagd suikergehalte en het gebruik van de toegestane procedés om de hoeveelheid suikers te verlagen.

Eiwit uit zonnebloempitten wordt in toenemende mate gebruikt voor directe menselijke consumptie en is een efficiënt middel gebleken voor het klaren van vruchtensappen. Om rekening te houden met die vooruitgang, worden eiwitten uit zonnebloempitten toegevoegd aan de lijst van toegestane behandelingen en stoffen.

Richtlijn 2001/113/EG over vruchtenjam

Voor jam wordt het minimumgehalte aan vruchten verhoogd van 350 naar 450 gram per kilo, en in extra jam van 450 naar 500 gram per kilo. Door het hogere fruitgehalte zal de hoeveelheid (toegevoegde) suiker in jam verminderen. Deze maatregel beoogt de fruitmarkt te ondersteunen en consumenten te helpen gezondere keuzes te maken.

Ter verduidelijking wordt de aanduiding «marmelade» vervangen door «citrusmarmelade».

Vanwege duurzaamheidsoverwegingen wordt het toegestaan om bij de productie van jam (confituur), extra jam (extra confituur), gelei en extra gelei vanwege duurzaamheidsoverwegingen sap in geconcentreerde vorm te gebruiken.

Richtlijn 2001/114/EG over gedehydrateerde melk

Het wordt toegestaan om het lactosegehalte van gedehydrateerde melkproducten te verlagen. Hiermee wordt ingespeeld op de veranderende behoeften van de consument. Er wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de wijziging van het lactosegehalte, door omzetting van lactose in glucose en galactose, te beperken of te verbieden. De wijzigingen worden geïmplementeerd middels een wijziging van de Warenwetregeling gehydrateerde melk 2003.

3. Gevolgen voor de regeldruk

Het voorliggende besluit brengt uitvoeringslasten met zich voor marktdeelnemers.

Marktdeelnemers zullen ervoor moeten zorgdragen dat hun producten voldoen aan de in dit besluit gestelde voorschriften inzake de samenstelling, aanduiding en etikettering van honingproducten, vruchtensappen en vruchtenjam en vergelijkbare producten. In dit verband wordt opgemerkt dat voor marktdeelnemers reeds de nodige wettelijke verplichtingen en vereisten gelden inzake de aanduiding en etikettering van deze producten. De wijzigingen betekenen voor deze marktdeelnemers waar nodig aanpassing van hun productieprocessen en etiketten. Er is sprake van overgangsrecht waardoor bedrijven voldoende ruimte krijgen hun bestaande voorraden te verkopen en om producten aan te passen aan de nieuwe voorschriften. Hierdoor zal de regeldruk gering zijn.

Het besluit leidt niet tot regeldruk voor burgers. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Consultatie

Het ontwerp van dit besluit is niet voorgelegd ter Internetconsultatie, omdat het uitsluitend implementatie van EU-regelgeving betreft.8

Het ontwerp van dit besluit is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).9

5. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van dit besluit is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid voorgelegd aan de NVWA.

De NVWA heeft een opmerking gemaakt over het verduidelijken van enkele bepalingen. Na aanpassing van deze bepalingen acht de NVWA het ontwerp van dit besluit handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig. Naar aanleiding van de opmerking zijn de bepalingen aangepast.

II. Artikelsgewijs

Artikel I (Warenwetbesluit honing)

Onderdeel A

Vanwege het dynamisch verwijzen naar Richtlijn 2001/110/EG wordt het Warenwetbesluit honing gewijzigd.

Artikel 1

Met dit artikel worden begripsbepalingen waarbij verwezen wordt naar de definities van Richtlijn 2001/110/EG toegevoegd aan artikel 1 van het Warenwetbesluit honing.

Artikel 2

Met dit artikel wordt het verhandelen van honingproducten anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften aangewezen als verboden, zodat overtreding daarvan bestraft kan worden met een bestuurlijke boete. Hiervoor wordt eveneens de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten gewijzigd.

Artikelen 3 tot en met 5

Met deze artikelen worden regels gesteld waaraan honingproducten moeten voldoen voor wat betreft de bereiding, behandeling, samenstelling, aanduiding en etikettering. Hierbij wordt verwezen naar de voorschriften van Richtlijn 2001/110/EG.

Artikel 6

De richtlijn stelt als standaardregel dat het land of de landen van oorsprong van honing in dalende volgorde op het etiket moeten worden vermeld, samen met het percentage van elk land van oorsprong in het geval van honingmengsels. Een afwijking van 5% voor elk afzonderlijk aandeel in het mengsel is hierbij toegestaan, berekend op basis van de traceerbaarheidsdocumentatie van de marktdeelnemer.

Lidstaten mogen voor honing die op hun grondgebied in de handel wordt gebracht, afwijken van de standaardregel. Met dit artikel wordt de mogelijkheid gegeven om bij honingmengsels met meer dan vier verschillende landen van oorsprong slechts de vier grootste aandelen in termen van een percentage aan te geven, zolang zij samen meer dan 50% van het totaal uitmaken. Eventuele andere landen van oorsprong moeten vermeld worden in dalende volgorde, zoals het geval is wanneer de standaardregel wordt toegepast.

Bij honingmengsels met meer dan vier landen van oorsprong en indien de aandelen van het vijfde of van verdere landen van oorsprong even groot zijn als die van het vierde land, is het niet mogelijk alleen de vier grootste aandelen aan te geven. In dat geval is de standaardregel van toepassing.

Artikel 7

Conform artikel 6 van de richtlijn geldt er een overgangstermijn voor waren die vóór 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd.

Onderdelen B en C

De artikelen 21 en 22 van het Warenwetbesluit honing worden vernummerd tot de nieuwe artikelen 8 en 9.

Artikel II (Warenwetbesluit vruchtensappen 2012)

Onderdelen A en B

Met deze artikelen worden nieuwe aanduidingen voor vruchtensappen met verlaagd suikergehalte toegevoegd aan de artikelen 1 tot en met 5 van het Warenwetbesluit vruchtensappen 2012.

Onderdeel C

Conform artikel 6 van de richtlijn geldt er een overgangstermijn voor waren die vóór 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd.

Onderdeel D

Met dit onderdeel vervalt «2012» in de citeertitel, omdat deze verwijzing niet meer correct is.

Artikel III (Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002)

Onderdeel A

Vanwege het dynamisch verwijzen naar Richtlijn 2001/113/EG wordt het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 gewijzigd.

Artikel 1

Met dit artikel worden begripsbepalingen waarbij verwezen wordt naar de definities van Richtlijn 2001/113/EG toegevoegd aan artikel 1 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002.

Artikel 2

Met dit artikel wordt het verhandelen van jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta anders dan met inachtneming van de bij dit besluit gestelde voorschriften aangewezen als verboden, zodat overtreding daarvan bestraft kan worden met een bestuurlijke boete. Hiervoor wordt eveneens de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten gewijzigd.

Artikelen 3 tot en met 5

Met deze artikelen worden regels gesteld waaraan jam of confituur, extra jam of extra confituur, gelei, extra gelei, citrusmarmelade, geleimarmelade of kastanjepasta moeten voldoen voor wat betreft de bereiding, behandeling, samenstelling, aanduiding en etikettering. Hierbij wordt verwezen naar de voorschriften van Richtlijn 2001/113/EG.

Artikel 6

Met dit artikel wordt het toegestaan om, op grond van artikel 2, tweede lid, tweede alinea, van Richtlijn 2001/113/EG, voor citrusmarmelade die in Nederland verhandeld wordt en is vervaardigd van drie of meer vruchten, de aanduiding «gemengde vruchtenmarmelade» of «[x]-vruchtenmarmelade» te gebruiken, waarbij x het aantal gebruikte vruchten is.

Artikel 7

Artikel 13 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 voorzag reeds in de mogelijkheid dat het refractometrisch bepaalde gehalte aan oplosbare droge stof in vruchtenjam en vergelijkbare producten minder dan 60% bedraagt. Dit artikel wordt vervangen door artikel 7 (nieuw).

Artikel 8

Conform artikel 6 van de richtlijn geldt er een overgangstermijn voor waren die vóór 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd.

Onderdelen B en C

De artikelen 27 en 28 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 worden vernummerd tot de nieuwe artikelen 9 en 10.

Onderdeel D

De bijlage vervalt vanwege het dynamisch verwijzen naar Richtlijn 2001/113/EG.

Artikel IV

Met dit artikel wordt de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten gewijzigd. De rubrieken C-8 Warenwetbesluit honing, C-13 Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 en C-17.34 Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 worden gewijzigd in verband met het dynamisch verwijzen naar Richtlijn 2001/110/EG, Richtlijn 2001/113/EG en Richtlijn 2001/114/EG.

Artikel V (Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024)

De Europese toegankelijkheidsrichtlijn strekt ertoe de toegankelijkheid van een aantal producten en diensten voor personen met een handicap of een functionele beperking te verbeteren. Hierdoor wordt de maatschappelijke participatie voor deze groep personen vergroot. Daarnaast leidt het invoeren van geharmoniseerde toegankelijkheidsvoorschriften tot een beter functioneren van de interne markt. Belemmeringen van het vrije verkeer wegens uiteenlopende toegankelijkheidsvoorschriften worden door de richtlijn opgeheven. De Europese toegankelijkheidsrichtlijn is, voor zover het producten als bedoeld in artikel 34 van de Warenwet betreft, geïmplementeerd in het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024. Een aantal onderdelen van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn zijn ten onrechte niet volledig overgenomen in het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024. Dit wordt hersteld met dit wijzigingsbesluit.

Onderdelen A en B

Het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 bepaalt in de artikelen 4 (voor fabrikanten) en 5 (voor gemachtigden) dat de in de Europese toegankelijkheidsrichtlijn voorgeschreven EU-conformiteitsverklaring moet voldoen aan artikel 16 van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn. Dat artikel verplicht (in het tweede lid) de lidstaten de taal voor te schrijven waarin de EU-conformiteitsverklaring moet worden vertaald indien het betreffende product in die lidstaat in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden. Met de aanpassing van de artikelen 4 en 5 van het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 wordt bepaald dat de EU-conformiteitsbepaling voor producten die in Nederland in de handel worden gebracht of op de markt worden aangeboden vertaald moet worden in het Nederlands of Engels. Dit zijn voor de Nederlandse toezichthouder begrijpelijke talen.

Onderdeel C

Bij het opstellen van het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 is ten onrechte niet geregeld welke taal importeurs voor de op grond van artikel 9, vierde, vijfde en negende lid, van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn verplicht gestelde gegevens en documenten moeten gebruiken. Omdat het in het vierde en vijfde lid gaat om gegevens die voor eindgebruikers en consumenten begrijpelijk moet zijn, wordt in deze artikelleden de taal vastgesteld op Nederlands. Het negende lid gaat over gegevens die aan de toezichthouder verstrekt moeten worden. Deze gegevens mogen behalve in het Nederlands ook in het Engels verstrekt worden door importeurs. Daarnaast was niet in het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 geregeld dat de, ten aanzien van importeurs in artikel 9, zevende lid, van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn geregelde, EU-conformiteitsbeoordeling moet voldoen aan artikel 16 van de Europese toegankelijkheidsrichtlijn. Dit wordt met deze wijziging alsnog geregeld. Net als bij de artikelen 4 en 5 van het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 wordt hierbij geregeld dat de EU-conformiteitsverklaring in het Nederlands of Engels vertaald moet worden (zie de toelichting bij de onderdelen A en B hierboven).

Artikel VI

Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel V, in werking op het moment dat de nationale bepalingen ter implementatie van de richtlijn moeten worden toegepast, te weten 14 juni 2026. Omdat dit besluit uitvoering van bindende Europese regelgeving betreft (Aanwijzingen voor de regelgeving 4.17, vijfde lid, onder 4), wordt afgeweken van de vaste verandermomenten.

Artikel V treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit gepubliceerd wordt. Ook voor dit artikel wordt bij de inwerkingtreding afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn omdat de geconstateerde omissies in het Warenwetbesluit toegankelijkheidsvoorschriften 2024 zo snel mogelijk hersteld moeten worden.

III. Transponeringstabel Richtlijn (EU) 2024/1438

Bepaling Richtlijn (EU) 2024/1438

Bepaling in onderhavig besluit of bestaande regeling

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op keuze bij invulling van beleidsruimte

Artikel 1, lid 1, onder a

Deze bepaling behoeft geen implementatie, aangezien Verordening (EU) 1169/2011 rechtstreeks van toepassing is in Nederland

   

Artikel 1, lid 1, onder b

Artikel I, artikelen 4 en 5, van onderhavig besluit

   

Artikel 1, lid 1, onder c

Artikel I, artikelen 5 en 6, van onderhavig besluit

Mogelijkheid om minder strengere eisen aan etikettering te stellen

Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt (artikel 6)

Artikel 1, lid 2, eerste deel

Artikel I, artikel 5, van onderhavig besluit

   

Artikel 1, lid 2, tweede deel

Geen implementatie vereist, richt zich tot Commissie

   

Artikel 1, lid 3

Geen implementatie vereist, richt zich tot Commissie

   

Artikel 1, lid 4, onder a

De artikelen die voorschriften bevatten ten aanzien van de aanduiding «gefilterde honing» vervallen, evenals de bijbehorende bepalingen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

   

Artikel 1, lid 4, onder b

Artikel I, artikel 4, van onderhavig besluit

   

Artikel 2, lid 1, onder a

Deze bepaling hoeft niet geïmplementeerd, gezien het rechtstreeks van toepassing zijn van Verordening (EU) 1169/2011 in Nederland

   

Artikel 2, lid 1, onder b

Artikel 4 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, lid 1, onder c en d

Artikel 5 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, lid 2

Artikel 3 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, leden 3, 4 en 5

Geen implementatie vereist, richt zich tot Commissie

   

Artikel 2, lid 6 en bijlage I, lid 1, onder a

Artikel 4 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, lid 6 en bijlage I, lid 1, onder b

Artikel II, onderdelen A en B, van onderhavig besluit

   

Artikel 2, lid 6 en bijlage I, lid 1, onder c

Artikel 3 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, lid 6 en bijlage I, lid 2

Artikel 4 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 2, leden 7 en 8

Artikel 3 van het Warenwetbesluit vruchtensappen

   

Artikel 3, lid 1, onder a

Deze bepaling behoeft geen implementatie, aangezien Verordening (EU) 1169/2011 rechtstreeks van toepassing is in Nederland

   

Artikel 3, lid 1, onder b

Artikel III, artikel 6, van onderhavig besluit

   

Artikel 3, lid 1, onder c

Artikel 23, eerste lid, onder b, en tweede lid, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 vervalt, evenals de bijbehorende bepalingen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

   

Artikel 3, lid 1, onder d

Artikel III, artikel 5, van onderhavig besluit

   

Artikel 3, lid 1, onder e

Artikel 24 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 vervalt, evenals de bijbehorende bepalingen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

   

Artikel 3, lid 2

Artikel III, artikel 3, van onderhavig besluit

   

Artikel 3, lid 3

Geen implementatie vereist, richt zich tot Commissie

   

Artikel 3, lid 4 en bijlage II, lid 1

Artikel III, artikelen 3 en 4, van onderhavig besluit

   

Artikel 3, lid 4 en bijlage II, lid 2

Artikel III, artikel 7, van onderhavig besluit

Mogelijkheid om het minimumgehalte aan oplosbare droge stof te verlagen

Van deze mogelijkheid werd reeds gebruik gemaakt

(artikel 13 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002)

Artikel 3, lid 5

Artikel III, artikel 3, van onderhavig besluit

   

Artikel 3, lid 6

Artikel 3, eerste lid, onder d, en tweede lid, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 vervalt, evenals de bijbehorende bepalingen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

   

Artikel 4, lid 1

Deze bepaling behoeft geen implementatie, aangezien Verordening (EU) 1169/2011 rechtstreeks van toepassing is in Nederland

   

Artikel 4, lid 2, punt a

Artikel 4 (nieuw) van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk

Mogelijkheid om verlaging van lactosegehalte van melkproducten te beperken of te verbieden

Van deze mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt

Artikel 4, lid 2, punt b

Artikel 2 (nieuw) van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk

   

Artikel 4, lid 3

Artikel 3 (nieuw) van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk

   

Artikel 5

Enkel wat betreft eerste lid, tweede alinea van de richtlijn: artikel V van onderhavig besluit

Overige leden van artikel 5 van de richtlijn behoeven naar hun aard geen implementatie

   

Artikel 6

Artikelen I, artikel 7, II, onderdeel C, en III, artikel 8, van onderhavig besluit

   

Artikel 7

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

   

Artikel 8

Behoeft naar zijn aard geen implementatie

   

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, J.Z.C.M. Tielen


X Noot
1

Richtlijn (EU) 2024/1438 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, Richtlijn 2001/113/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta en Richtlijn 2001/114/EG van de Raad inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk.

X Noot
2

Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing.

X Noot
3

Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten.

X Noot
4

Richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta.

X Noot
5

Richtlijn 2001/114/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk.

X Noot
6

Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten.

X Noot
7

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij.

X Noot
8

Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

X Noot
9

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Naar boven