Besluit van 13 december 2023, houdende de wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 september 2023, kenmerk 3696390-1052998-WJZ;

Gelet op artikel 13 van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 november 2023, no. W13.23.00289/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 december 2023, kenmerk 3727147-1052998-WJZ);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling «verordening (EG) 1881/2006: Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364)» vervalt.

2. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd, luidende:

verordening (EU) 2023/915:

Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119);

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Het is verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2 van verordening (EEG) 315/93.

2. Het negende en tiende lid vervallen.

C

In artikel 18, vierde lid, wordt «de afdelingen 3, 4 en 6 van de bijlage bij verordening (EG) 1881/2006» vervangen door «de onderdelen 3, 5.1, 5.2 en 5.3 van bijlage I bij verordening (EU) 2023/915».

ARTIKEL II

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. In rubriek C-20 Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen vervallen de onderdelen C-20.33 en C-20.34.

2. Onderdeel C-29.14 komt te luiden:

C-29.14

Warenwetbesluit informatie levensmiddelen

Warenwetregeling aanwijzing voedselkeuzelogo

     

C-29.14.1

artikel 2, tweede lid, juncto artikel 11, derde lid, juncto

artikel 2

€ 525,–

€ 1.050,–

X

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2023

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Uitgegeven de vijftiende december 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Dit besluit strekt er toe het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen te wijzigen in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119) (hierna: verordening (EU) 2023/915). Verordening (EU) 2023/915 is per 25 mei 2023 in werking getreden.

Om een efficiënte bescherming van de volksgezondheid te waarborgen, mogen levensmiddelen die verontreinigingen bevatten in hoeveelheden die de maximumgehalten overschrijden, niet slechts niet als zodanig in de handel worden gebracht, maar ook niet als ingrediënt in levensmiddelen worden gebruikt of met levensmiddelen worden gemengd. Verordening (EU) 2023/915 stelt maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen, zoals metalen, dioxinen, mycotoxinen en nitraten, in levensmiddelen. Deze verordening vervangt Verordening (EG) nr. 1881/2006.

In het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt verwezen naar verordening (EG) 1881/20061 en is overtreding van voorschriften uit verordening (EG) 1881/2006 strafbaar gesteld. De uitvoering van verordening (EU) 2023/915 en de intrekking van verordening (EG) 1881/2006 nopen tot wijzigingen van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. De wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

2. Consultatie

Het ontwerp van dit besluit is niet voorgelegd ter (internet)consultatie, omdat het implementatie van EU-regelgeving betreft.2 Het ontwerp van dit besluit is ter informatie gestuurd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).3

3. Gevolgen voor regeldruk

Dit besluit introduceert geen nieuwe (beleids)effecten die gevolgen voor de regeldruk voor de burger of het bedrijfsleven met zich brengen. De kennisnemingskosten zijn nihil.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van dit besluit is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Gelet op de technische aard van de wijzigingen acht de NVWA een toets van het ontwerpbesluit op de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid niet nodig en kan deze achterwege gelaten worden.

5. Transponeringstabel

Verordening (EU) 2023/915

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

Omschrijving beleidsruimte

Toelichting op keuze bij invulling van beleidsruimte

Artikel 1

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 2, eerste en tweede lid

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 2, derde en vierde lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 3, eerste en tweede lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 3, derde lid

Deze bepaling richt zich tot de lidstaten

Lidstaten kunnen voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters strengere maximumgehalten vaststellen

Nederland maakt vooralsnog geen gebruik van deze ruimte

Artikel 4

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 5

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 6, eerste en tweede lid

Artikel I, onderdeel B

(artikel 2, vierde lid, Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen)

   

Artikel 6, derde lid

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 7

De bepalingen richten zich tot enkele lidstaten

   

Artikel 8

De bepalingen richten zich tot de lidstaten

   

Artikel 9

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering.

   

Artikel 10

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Artikel 11

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Bijlage I

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

Bijlage II

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering

   

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en C

De artikelen 1 en 18 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen worden gewijzigd in verband met de implementatie van verordening (EU) 2023/915. Door het intrekken van verordening (EG) 1881/2006 vervalt de verwijzing naar deze verordening en wordt vervangen door verwijzing naar verordening (EU) 2023/915.

Artikel I, onderdeel B

In het huidige artikel 2, vierde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met de artikelen 1, eerste lid, 3, en 5, van verordening (EG) 1881/2006 verboden.

In het huidige artikel 2, negende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met artikel 1, eerste lid, eerste en derde alinea, van verordening (EG) 124/2009 verboden.

In het huidige artikel 2, tiende lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met artikel 2, eerste en tweede lid, van verordening (EEG) 315/934 verboden.

Zowel verordening (EG) 1881/2006 als verordening (EG) 124/2009 zijn ter uitvoering van artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 vastgesteld. Door de nieuwe formulering van artikel 2, vierde lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2 van verordening (EEG) 315/93 verboden. Hiermee wordt bewerkstelligd dat ook alle handelingen in strijd met de op basis van dat artikel vastgestelde voorschriften, strafbaar of beboetbaar zijn. Alle in de toekomst nog vast te stellen voorschriften vallen vanaf het moment dat zij van kracht worden eveneens onder het verbod. Omdat er geen misverstand over kan bestaan welke verordeningen hun grondslag vinden in artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 is voldoende kenbaar welke gedragingen als verboden zijn aangemerkt.

Tot op heden zijn op grond van artikel 2, derde lid, van verordening (EEG) 315/93 vijf verordeningen vastgesteld, te weten:

  • Verordening (EG) nr. 194/97 van de Commissie van 31 januari 1997 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 1997, L 37); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EG) nr. 466/2001.

  • Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 2001, L 077); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EG) nr. 1881/2006.

  • Verordening EG) Nr. 124/2009 van de Commissie van 10 februari 2009 tot vaststelling van maximumgehalten voor coccidiostatica en histomonostatica in levensmiddelen als gevolg van niet te voorkomen versleping van die stoffen naar niet-doeldiervoeders (PbEU 2009, L 40);

  • Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364); Deze verordening is ingetrokken door Verordening (EU) 2023/915.

  • Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PbEU 2023, L 119).

Artikel II

Met artikel II wordt de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten gewijzigd.

In artikel 2 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen vervallen het negende en tiende lid. Hierdoor vervallen eveneens de onderdelen C-20.33 en C-20.34 in rubriek C-20 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

In onderdeel C-29.14 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten is per abuis de aanduiding «X» in de verkeerde rij geplaatst. Artikel II zorgt voor het herstel van deze onvolkomenheid.

Artikel III

Implementatie van bindende EU-rechtshandelingen en reparatieregelgeving zijn uitzonderingsgronden met betrekking tot de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van regelgeving (Ar 4.17, vijfde lid, onder c en d). Derhalve treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364).

X Noot
2

Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

X Noot
3

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
4

Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (PbEG 1993, L 037).

Naar boven