Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 5 april 2023,
kenmerk 3561011-1045457-WJZ;
Gelet op artikel II van de Wet van 7 december 2022 tot wijziging van de Wet langdurige
zorg in verband met diverse onderwerpen op het gebied van langdurige zorg (Stb. 2022, 510);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Gegeven te ’s-Gravenhage, 12 april 2023
Willem-Alexander
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder
Uitgegeven de negentiende april 2023
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 7 december 2022 tot wijziging
van de Wet langdurige zorg in verband met diverse onderwerpen op het gebied van langdurige
zorg (Stb. 2022, 510) (hierna de Wet).
In artikel II van de wet is bepaald dat voor de verschillende artikelen of onderdelen
daarvan de inwerkingtreding verschillend kan worden vastgesteld. Van deze mogelijkheid
wordt gebruik gemaakt.
In het eerste lid van dit besluit wordt geregeld dat artikel I, onderdelen D, onder
2, en E, welke betrekking hebben op het onderwerp huishoudelijke hulp, zo snel mogelijk
in werking treedt en terugwerkt tot 1 januari 2015. De termijn tussen publicatie van
deze onderdelen en de inwerkingtreding zal daardoor minder dan twee maanden zijn.
Hiermee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de minimum invoeringstermijn.
Ook de inwerkingtredingsdatum zal afwijken van de vaste verandermomenten. Deze uitzonderingen
zijn toegestaan omdat het reparatieregelgeving betreft (Aanwijzing 4.17, vijfde lid,
onder c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Aan het onderwerp huishoudelijke
hulp zal terugwerkende kracht worden verleend. Door de wijziging terug te laten werken
wordt de bestaande praktijk gecodificeerd. Daarmee worden nadelige of bezwarende gevolgen
voor betrokkenen voorkomen en gewaarborgd dat zorgaanbieders en zorgkantoren niet
geconfronteerd worden met onrechtmatigheden in het verleden waarop moet worden gehandhaafd.
Het betreft hier immers zorg die al verleend, gefactureerd en betaald is, waardoor
de terugwerkende kracht geen nadelige of bezwarende gevolgen heeft voor betrokkenen.
In het tweede lid van dit besluit wordt geregeld dat de onderdelen F, H, onder 2,
J en K in werking op de dag na publicatie van dit besluit. Het gaat hier om reparatiewetgeving,
waardoor er geen bezwaar bestaat tegen afwijking van de vaste verandermomenten.
In het derde lid van dit besluit wordt geregeld dat de onderwerpen volledig pakket
thuis en de raadpleegfunctie inwerkingtreden per 1 juli 2023. Hiermee wordt aangesloten
bij het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten en de minimuminvoerings-termijn.
In het vierde lid van dit besluit wordt geregeld dat de onderwerpen inschrijving verzekerden
en cliëntondersteuning inwerkingtreden per 1 januari 2024. Ook voor deze onderwerpen
wordt aangesloten bij het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten en de minimuminvoerings-termijn.
In verband met de benodigde voorbereidingstijd voor de uitvoerende partijen is inwerkingtreding
per 1 juli 2023 voor deze onderwerpen niet mogelijk.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
C. Helder