Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2013
In het Algemeen Overleg Valys/doelgroepenvervoer van 26 maart heb ik u toegezegd te
informeren over het vonnis inzake het kort geding dat Connexxion Taxi Services (hierna
Connexxion) heeft aangespannen tegen de voorlopige gunning van het Valysvervoer. Met
deze brief kom ik deze toezegging na.
In de Kamerbrief van 27 februari (Kamerstuk 25 847, nr. 112) heb ik u geïnformeerd over de boetebeschikkingen die door de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) zijn vastgesteld wegens vermeende overtreding van het kartelverbod van twee
van de drie combinanten (Rotterdamse Mobiliteitscentrale B.V. en Zorgvervoercentrale
Nederland B.V.). Ik heb daarbij toegelicht dat ik op basis van een proportionaliteitstoets
de voorlopige gunning van het Valysvervoer aan de combinanten heb gehandhaafd.
Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming heb ik vervolgens de overige inschrijvers
van de aanbesteding in de gelegenheid gesteld om in kort geding op te komen tegen
de voorlopige gunning. Connexxion heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De
voorzieningenrechter heeft op 17 april uitspraak gedaan in het kort geding.
In dit vonnis (zie bijlage)1 heeft de voorzieningenrechter een verbod opgelegd aan de Staat om de opdracht voor
het Valysvervoer te gunnen aan de combinanten. De rechter heeft hierbij aangegeven
dat VWS geen ruimte had voor het toepassen van een proportionaliteitstoets. Voor zover
VWS de proportionaliteitstoets wenste «aan te leggen» had deze volgens de rechter
(vooraf) moeten worden opgenomen in het Beschrijvend Document van de aanbesteding.
Daarnaast is de rechter van mening dat met de door VWS gestelde voorwaarden sprake
is geweest van onderhandelingen, wat strijd oplevert met beginselen van gelijkheid
en transparantie.
De Combinatie heeft reeds spoedappèl ingesteld waarbij zij naast Connexxion ook VWS
heeft gedagvaard. De Combinatie stelt zich in dit hoger beroep onder meer op het standpunt
dat VWS gehouden was tot de uitgevoerde proportionaliteitstoets en dat die correct
is uitgevoerd met een juist resultaat. Connexxion zal naar verwachting in appèl het
tegendeel beweren. Om de juridische positie van de Staat te borgen zal VWS ook zelf
in appèl gaan.
Ik zal de uitspraak in hoger beroep afwachten alvorens ik overga tot het gunnen van
de opdracht. Deze procedure resulteert in een uitkomst van de aanbesteding die ook
door het Gerechtshof getoetst is.
Ik wil geen enkel risico lopen met betrekking tot de continuïteit van het Valysvervoer.
Ik heb de huidige uitvoerder Connexxion daarom verzocht om tot 1 januari 2014 het
Valysvervoer voort te zetten onder de voorwaarden van het oude contract. Zij hebben
mij aangegeven aan dit verzoek te kunnen voldoen. Ik zal er zorg voor dragen dat de
gebruikers van Valys hierover adequaat worden geïnformeerd.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn