25 847 Evaluatie Wet voorzieningen gehandicapten

Nr. 112 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2013

Ik heb u verzocht het Algemeen Overleg Valys/doelgroepenvervoer van 7 februari jl. uit te stellen in verband met ontwikkelingen die invloed hebben op de aanbesteding van het Valys-contract. Ik hecht er aan u met deze brief over deze ontwikkelingen te informeren.

Ontwikkelingen aanbesteding

Het huidige contract van het sociaalrecreatief, bovenregionaal vervoer voor mensen met een mobiliteitsbeperking (Valys) loopt op 1 april 2013 af. In 2012 is een aanbesteding uitgeschreven voor een nieuwe looptijd van 45 maanden. Overeenkomstig de daartoe gestelde eisen is een zeer zorgvuldig proces gestart waarbij de kwaliteit van de voorziening voor mensen met een mobiliteitsbeperking centraal is gesteld. Ik verwijs u voor een verdere specificatie hiervan naar het concept Programma van Eisen dat mijn voorgangster uw Kamer op 28 juni 2012 heeft toegezonden.

Bij besluit van 8 oktober jl. is voorlopig gegund aan de combinatie Transvision B.V., Rotterdamse Mobiliteitscentrale B.V. en Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (hierna gezamenlijk de Combinatie en afzonderlijk Transvision, RMC en ZCN), nu de betreffende inschrijving de hoogste beoordeling kreeg.

Eén van de overige inschrijvers, Connexxion Taxi Services, heeft de beslissing tot voorlopige gunning aangevochten en een kort geding aanhangig gemaakt. Op 18 december 2012 heeft de voorzieningenrechter de vordering van Connexxion Taxi Services in kort geding afgewezen. De zorgvuldigheid van de aanbestedingsprocedure is daarmee onderstreept.

Op 28 november 2012 ben ik door de Combinatie vertrouwelijk geïnformeerd over twee boetebeschikkingen die door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zijn vastgesteld wegens vermeende overtredingen van het kartelverbod bij eerdere activiteiten. De boetebeschikkingen richten zich tot twee van de drie combinanten (RMC en ZCN) en hebben geen betrekking op de aanbesteding van het Valysvervoer.

Deze door de Combinatie verschafte informatie was vertrouwelijk, te meer daar door hen een kort geding was aangespannen tegen de NMa, waarin een verbod op publicatie van de boetebeschikkingen werd gevorderd. Ik kon uiteraard niet op het oordeel van de voorzieningenrechter vooruitlopen. De voorzieningenrechter heeft op 7 februari jl. geoordeeld dat de eisende partijen niet-ontvankelijk zijn en hen verwezen naar de bestuurlijke rechtsgang. Met het oog op de het belang van de continuïteit van het Valysvervoer, het kunnen informeren van uw Kamer en het bieden van rechtsbescherming aan de overige inschrijvers, heb ik de Combinatie laten weten dat vertrouwelijkheid nu niet opportuun meer is. De Combinatie heeft hiermee ingestemd.

Ik heb mij in de afgelopen periode met de vereiste zorgvuldigheid beraden over de vraag of deze boetebeschikkingen al dan niet dienen te leiden tot uitsluiting van de Combinatie van de gunning van het Valysvervoer. De afweging heeft geleid tot de conclusie dat het voornemen om tot definitieve gunning aan de Combinatie over te gaan, in stand kan blijven.

Bij de afweging of de overtredingen tot uitsluiting van de Combinatie zouden moeten leiden spelen twee hoofdoverwegingen een rol: het uitsluiten van risico’s voor de toekomst en de proportionaliteit. Ten aanzien van de toekomst heeft de Combinatie aangetoond dat zij bezig zijn met de voorbereidingen van een uitgebreid compliance programma. Doel van dit programma is het bewust maken van de gehele organisatie van de toepasselijke regelgeving op het gebied van mededingingsrecht en het creëren van een cultuur van strikte naleving van deze regels. De compliance programma’s zullen vóór 1 april 2013 in werking treden en ten minste bestaan uit de aanstelling van een compliance officer, een opleidings- en trainingsprogramma, een gedragscode, auditing en een klokkenluidersregeling.

Gelet op deze houding en opstelling van de Combinatie, de aanzienlijke omvang van de onderhavige opdracht en daarmee de financiële gevolgen voor de Combinatie van uitsluiting, ben ik van mening dat het uitsluiten van de Combinatie niet proportioneel zou zijn, mits wordt voldaan aan een aanvullende set voorwaarden die ik heb gesteld. Deze aanvullende voorwaarden hebben betrekking op afspraken met betrekking tot de complianceregeling en in voorkomend geval de mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging van de overeenkomst zonder dat de Combinatie recht heeft op enige vergoeding of schadeloosstelling.

Vanuit extra zorgvuldigheidsoverwegingen heeft VWS op 18 februari jl. de overige inschrijvers van de aanbesteding geïnformeerd over bovenstaande beslissing en de gemaakte afweging. Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming zijn de overige inschrijvers in de gelegenheid gesteld om daartegen in kort geding op te komen, mochten zij het niet eens zijn met de beslissing.

Connexxion Taxi Services heeft reeds aangegeven dat het gebruik wil maken van deze mogelijkheid en zal een kort geding aanhangig maken. Ik zal de uitspraak van deze zitting afwachten alvorens tot het sluiten van een overeenkomst met de Combinatie wordt overgegaan. Met deze procedure resteert aldus een overeenkomst die ook door de rechter getoetst is.

Situatie per 1 april

Ik acht het waarborgen van de continuïteit en de goede uitvoering van het bovenregionaal vervoer van essentieel belang. De bovengenoemde ontwikkelingen zouden er toe hebben kunnen leiden dat een zorgvuldige implementatie van het Valysvervoer per 1 april onder druk kwam te staan. Gelet daarop heb ik de huidige uitvoerder Connexxion Taxi Services verzocht het Valysvervoer vanaf 1 april 2013 gedurende 4 maanden voort te zetten tegen in uitgangspunt gelijkblijvende voorwaarden. Zij hebben reeds aangegeven aan dit verzoek te kunnen voldoen, waardoor de startdatum voor de nieuwe vervoerder verschuift naar 1 augustus 2013. Uiteraard zal ik er zorg voor dragen dat de gebruikers van Valys in de komende periode adequaat worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn