Besluit van 25 maart 2022 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met het vervallen van de EVC-procedure voor de erkenning van verworven competenties

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 17 februari 2022, 2022-0000047782, directie Financiële Markten;

Gelet op artikel 4:9, vierde en vijfde lid, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 maart 2022, nr. W06.22.00011/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 23 maart 2022, 2022-0000092124, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 vervalt de definitie van EVC-procedure.

B

Artikel 11e, derde lid, vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

C

Artikel 11k, vijfde lid, vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2022. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 april 2022.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2022

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de dertigste maart 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Inleiding

Met het Wijzigingsbesluit financiële marken 2013 zijn nieuwe eisen gesteld aan de vakbekwaamheid van financieel adviseurs. Alle medewerkers die zich binnen een financiële onderneming bezighouden met het adviseren van consumenten of cliënten moeten sindsdien over de relevante Wft-diploma’s beschikken. Om de overgang naar dit wettelijke systeem te versoepelen kon een medewerker in plaats van het afleggen van een examen, ook zijn vakbekwaamheid aantonen door een EVC-procedure («Erkenning van Verworven Competenties») te doorlopen.

Gelet op de beperkte belangstelling voor de EVC-procedures, de beperkte mogelijkheden voor het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) om de inhoudelijke kwaliteit van de vakbekwaamheidseisen te waarborgen en de hoge toezichtkosten van EVC-examens in vergelijking tot reguliere examens, strekt dit wijzigingsbesluit ertoe de EVC-procedure te laten vervallen.

§ 2. EVC-procedure

De EVC-procedure was vooral bedoeld voor adviseurs die voor invoering van het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk in 2014 niet over een Wft-diploma beschikten, maar werkten onder het bedrijfsvoeringsmodel of voor wie om de één of andere reden deze wijze van vaststelling van de vakbekwaamheid te prefereren is boven examinering door het afleggen van examens.1 In de EVC-procedure werd door een exameninstituut beoordeeld of een kandidaat op grond van diens (werk)ervaring of opleidingen voldeed aan de eind- en toetstermen van een Wft-module. De kandidaat moest hiervoor op basis van een samengesteld portfolio en een individueel assessment bewijzen te voldoen aan de vakbekwaamheidseisen. Via deze alternatieve manier van toetsing kon een Wft-certificaat en een Wft-diploma worden verkregen.

Financieel adviseurs hadden uiteindelijk tot 1 januari 2017 de tijd om aan nieuwe vakbekwaamheidseisen te voldoen. Vanaf dat moment was het niet langer toegestaan om zonder Wft-diploma te adviseren over een financieel product, waardoor ook geen relevante ervaring meer kon worden opgedaan door kandidaat-financieel adviseurs voor het opbouwen van een portfolio. Daarmee is ook de belangstelling voor de EVC-procedure door kandidaat-financieel adviseurs afgenomen. Slechts een beperkte groep financieel adviseurs heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de EVC-procedure. Daarbij ging het met name om personen die al eerder als financieel adviseur werkzaam waren en weer wilden herintreden als financieel adviseur. In de periode januari 2019 tot en met augustus 2021 zijn 41 EVC-procedures (waarvan 5 initiële examens en 36 PE-examens) met goed gevolg doorlopen, ten opzichte van 118.163 succesvolle Wft-examens (waarvan 47.451 initiële examens en 70.712 PE-examens). Ook heeft het enige exameninstituut dat nu een EVC-procedure aanbiedt aangegeven daarmee per 1 april 2022 te zullen stoppen.

Het CDFD houdt toezicht op de examenafname door exameninstituten inzake de vakbekwaamheidseisen, hieronder valt ook de afname van de EVC-procedures. Een exameninstituut kan bij het CDFD een erkenning aanvragen om EVC-procedures te mogen afnemen. De afgelopen jaren heeft slechts één exameninstituut van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De EVC-procedure vereist dat voor elke kandidaat een specifieke beoordeling wordt gemaakt afgestemd op diens specifieke ervaring. Aangezien elke EVC-procedure verschilt per kandidaat, houdt het CDFD met name toezicht op de inrichting en uitvoering van de EVC-procedures. Het CDFD kan daarbij niet controleren of uit de EVC-procedure daadwerkelijk is gebleken dat de kandidaat voldoet aan de vastgelegde eind- en toetstermen. De mogelijkheden voor het CDFD om de kwaliteit van de EVC procedure te waarborgen zijn daarmee beperkt.

Aangezien nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de EVC-procedure, de kwaliteitsborging door het CDFD beperkt is en de daarmee verband houdende uitvoeringskosten hoog zijn en het enige erkende exameninstituut heeft besloten voor de komende PE-periode te stoppen met het aanbieden van de EVC-procedure, is besloten tot het laten vervallen van de EVC-procedure.

§ 3. Toegankelijkheid Wft-examen

Het afschaffen van de EVC-procedure heeft geen invloed op de toegankelijkheid van de reguliere examens. De EVC-procedure is namelijk niet bedoeld voor financieel adviseurs die door een beperking niet kunnen deelnemen aan een regulier examen. Indien een kandidaat door een beperking (zoals examenvrees of dyslexie) niet kan deelnemen aan een regulier examen, dan bekijkt het exameninstituut (in samenwerking met DUO en het CDFD) welke maatregelen noodzakelijk zijn om voor de kandidaat een passende oplossing te vinden. De aanpassing kan bijvoorbeeld bestaan uit verlenging van de examentijd, een examen in braille, een gepauzeerd examen, de inschakeling van een examenhulp of een voorleesexamen. Zowel DUO als het CDFD hebben geen signalen ontvangen inzake mogelijke problemen wat betreft de toegankelijkheid van de reguliere examens voor kandidaten met een beperking.

Daarbij komt dat de huidige inrichting van de EVC-procedure een bijzondere constructie is binnen het beleid waarbij de EVC word ingezet als instrument en methode voor het erkennen van werkervaring. Dit beleid is namelijk primair gericht op de erkenning van competenties voor het verkrijgen van een vrijstelling op een bepaald onderdeel van de opleiding, in plaats van in één keer het volledige diploma te ontvangen zoals dat nu in het vakbekwaamheidsbouwwerk het geval is.2

§ 4. Regeldruk

Het laten vervallen van de EVC-procedure leidt niet tot regeldrukeffecten.

§ 5. Consultatie

Dit besluit is van 20 oktober 2021 tot 17 november 2021 openbaar geconsulteerd via www.internetconsultatie.nl.3 Er is een (niet openbare) reactie ontvangen.

In de consultatiereactie staat dat een alternatief op de EVC-procedure moet worden bedacht, zodat financieel adviseurs voor wie het niet mogelijk is om hun competenties aan te tonen via een theorie-examen alsnog andere mogelijkheden bestaan. Dit voorstel wordt niet overgenomen. Het is namelijk van belang dat financieel adviseurs adviseren op basis van hun theoretische kennis, en dat deze theoretische kennis ook wordt bijgehouden. De wet- en regelgeving verandert voortdurend, waardoor naast praktijk ervaring ook theoretische kennis van belang is. Daarbij is van belang om op te merken dat het besluit niet ziet op het aanpassen van de toegankelijkheid van het aantonen van de vakbekwaamheid. Als kandidaten of financieel adviseurs niet in staat zijn om hun vaardigheden en competenties middels een theorie-examen aan te tonen, door bijvoorbeeld een beperking, dan kan in overleg met het CDFD en DUO worden gezocht naar een passende oplossing.

Artikelsgewijs

Artikel I

De onderdelen A en B laten de EVC-procedure vervallen. De mogelijkheid om een EVC-procedure te volgen was opgenomen in artikel 11, derde lid, BGfo; in artikel 1 van dat besluit was gedefinieerd wat die procedure inhield.

In verband met het vervallen van de EVC-procedure bestaat geen behoefte meer aan de bevoegdheid om een tarief vast te stellen voor de controle van exameninstituten die zijn betrokken bij de uitvoering van de EVC-procedure. Om die reden kan ook artikel 11k, vijfde lid, BGfo vervallen (zie onderdeel C).

Artikel II

Voor de inwerkingtreding van het besluit is aangesloten bij de startdatum van de volgende PE («Permanente Educatie»)-periode, die aanvangt op 1 april 2022.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Zie de nota van toelichting bij onderdeel A van het Wijzigingsbesluit financiële markten 2016 (Stb. 2016, 98).

X Noot
2

Zie bijvoorbeeld Kamerstukken II 2018/19, 30 012, nr. 93 (Leven Lang leren).

Naar boven