Besluit van 3 december 2021, houdende verlenging van de geldingsduur van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 december 2021, nr. 2021-0000623642;

Gelet op artikel 30, tweede lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 vervalt op 1 juli 2022.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de achtste december 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (hierna: Twv) is op 7 november 2020 in werking getreden met het oog op de herindelingsverkiezingen in enkele gemeenten op 18 november 2020.1 Een wijziging van de Twv is op 30 januari 2021 in werking getreden, met het oog op de Tweede Kamerverkiezing van 17 maart 2021.2 De Twv zou vervallen met ingang van 1 juli 2021, maar is bij koninklijk besluit van 24 juni 2021 verlengd met zes maanden ten behoeve van de herindelingsverkiezingen in enkele gemeenten op 24 november 2021. Ten behoeve van de verkiezingen die nog onder de Twv zouden vallen is tevens op 9 oktober 2021 een tweede wijziging van de Twv in werking getreden.3

De Twv biedt de grondslag voor het nemen van maatregelen die het houden van veilige verkiezingen mogelijk maken gedurende de coronapandemie, zoals het hanteren van maatregelen met betrekking tot hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen in stemlokalen en maatregelen met betrekking tot de wijze van stemmen met het oog op de spreiding van kiezers. De Twv regelt in artikel 30, tweede lid, dat het tijdstip waarop zij vervalt bij koninklijk besluit kan worden verlengd met telkens maximaal zes maanden. De Twv kan daarmee nu tot uiterlijk 1 juli 2022 worden verlengd.

Het niet verlengen van de Twv zou betekenen dat er vanaf 1 januari 2022 geen wettelijke basis meer zou bestaan voor maatregelen om verkiezingen in de context van covid-19 zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen. De regering acht verlenging noodzakelijk, omdat volgens het Outbreak Management Team (verder: OMT) in zijn 127e advies4 de prognoses voor hoe de epidemie zich de komende herfst- en wintermaanden ontwikkelt, ongunstiger zijn dan eerder gemodelleerd. Het OMT adviseert vanwege de epidemiologische onzekerheden in de te verwachten IC- en ziekenhuisopnamen voorlopig om de mogelijkheid om maatregelen in te kunnen stellen, open te houden. Dat betekent dat het ook bij verkiezingen in deze periode nodig kan zijn om maatregelen met betrekking tot hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen te nemen, en/of maatregelen die de spreiding van kiezers bevorderen.

De eerstvolgende verkiezingen zijn de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. Het is nu niet bekend hoe de epidemiologische situatie op dat moment zal zijn. Tegelijk is het van belang dat de gemeenten tijdig – dat wil zeggen: uiterlijk begin december 2021 – duidelijkheid krijgen over de wettelijke kaders waarmee zij rekening moeten houden bij de organisatie van deze verkiezingen. Dat geldt met name voor het vervroegd stemmen (dat wil zeggen: de in het geval van vervroegd stemmen in de Twv neergelegde verplichting om in elke gemeente op de twee dagen voorafgaand aan de reguliere dag van stemming een of meer stemlokalen aan te wijzen waar kiesgerechtigden vervroegd hun stem kunnen uitbrengen). Het is van belang dat de gemeentelijke organisaties tijdig weten of zij rekening moeten houden met vervroegd stemmen, opdat zij voldoende geschikte stemlocaties en stembureauleden kunnen regelen voor de dagen waarop vervroegd wordt gestemd.

De regering vindt het met het oog op eerdergenoemde epidemiologische risico’s van belang dat vervroegd stemmen als instrument kan worden ingezet tijdens de komende verkiezingen. Van de maatregelen uit de Twv zorgt dit instrument immers het meest voor spreiding van kiezers, die daarmee beter in staat worden gesteld om hun eigen moment te kiezen waarop het rustiger is in het stemlokaal. Zou de Twv niet worden verlengd, dan is er in het kader van het mitigeren van gezondheidsrisico’s geen mogelijkheid meer om vervroegd stemmen als instrument in te zetten tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. De regering neemt daarbij in aanmerking dat, ook als de epidemiologische situatie in maart 2022 zodanig zou blijken te zijn verbeterd dat geen sprake meer is van een directe dreiging, vervroegd stemmen geen grote nadelige gevolgen heeft voor de waarborgen van het verkiezingsproces.

Sinds 24 november geldt ook de 1,5 meter veilige afstand weer als wettelijke verplichting. Die norm geldt op grond van de Twv, die een verwijzing bevat naar artikel 58f van de Wet publieke gezondheid, en is dus ook van toepassing in stemlokalen.

De Twv maakt ook het voorschrijven – bij ministeriële regeling – mogelijk van maatregelen met betrekking tot hygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals gebruik van kuchschermen in de stemlokalen, periodieke schoonmaak van stemhokjes en handcontactpunten en het dragen van mondkapjes of mondneusmaskers door kiezers en stembureauleden). Op dit moment zijn in Nederland weer verschillende maatregelen van kracht, zoals de al genoemd verplichting tot het houden van 1,5 meter afstand tot elkaar en de verplichting tot het dragen van mondkapjes in overdekte binnenruimten. Als de epidemiologische situatie niet verbetert, kunnen deze en dergelijke maatregelen ook worden voorgeschreven tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. Als de epidemiologische situatie wél verbetert, kan het voorschrijven van deze maatregelen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen vanzelfsprekend achterwege blijven.

Gelet op het voorgaande wordt de werkingsduur van de Twv met onderhavig besluit verlengd tot 1 juli 2022. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 en de procedure tot vaststelling van de uitslag van deze verkiezingen vallen daarmee onder het bereik van de verlengde wet. Datzelfde geldt voor een eventuele tussentijdse Tweede Kamerverkiezing, als die in de periode tot 1 juli 2022 zou moeten worden gehouden. De regering wijst er wel op dat de Twv bij koninklijk besluit vervallen kan worden verklaard. Artikel 30, derde lid, van de Twv biedt daarvoor de mogelijkheid. Dat zou dus ook al vóór 1 juli 2022 kunnen gebeuren. Of van die mogelijkheid na de gemeenteraadsverkiezingen gebruik zal worden gemaakt, hangt af van de epidemiologische situatie. Mocht na de gemeenteraadsverkiezingen vast komen te staan dat de pandemie niet langer een zodanig risico zal vormen dat de mogelijkheid tot het nemen van maatregelen tijdens verkiezingen in stand moet blijven, dan kan de Twv vervallen worden verklaard. Mocht echter in de aanloop naar juli 2022 blijken dat de pandemie nog steeds een zodanig risico vormt dat ook bij de eerstvolgende verkiezingen maatregelen nodig kunnen zijn om die verkiezingen veilig te laten verlopen, dan ligt het voor de hand dat wordt besloten de Twv opnieuw te verlengen.

2. Voorhang Tweede en Eerste Kamer

Alvorens de voordracht voor het onderhavige koninklijk besluit kon worden gedaan wordt het ontwerp ingevolge artikel 30, vierde lid, van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 gedurende vier weken voorgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer. Het voornemen om een voordracht voor dit besluit te doen is op 29 oktober jl. aan de Tweede en Eerste Kamer overgelegd.5 Dit heeft tot de volgende reacties geleid. De Eerste Kamer heeft het besluit op 23 november 2021 voor kennisgeving aangenomen. De Tweede Kamer heeft het besluit geagendeerd voor het schriftelijk overleg van 17 november 2021. In het verslag van het schriftelijk overleg zijn enkele vragen gesteld over het ontwerpbesluit, onder meer gericht op de vraag of en hoe op langere termijn, gelet op de onzekere epidemiologische omstandigheden, vooruit wordt geblikt naar het eventueel opnieuw verlengen of laten vervallen van de Twv. Daarnaast zijn er vragen gesteld over de mogelijkheid tot briefstemmen bij verkiezingen, de wijze waarop gezorgd wordt voor een voldoend aantal stembureaus tijdens de verkiezingsdagen, de extra kosten en het extra werk die het vervroegd stemmen meebrengt en hoe gemeenten hiervoor worden gecompenseerd, de risico’s die ontstaan door de vervroegd uitgebrachte stemmen buiten het zicht van kiezers en belangstellenden op te slaan tot het moment dat zij worden geteld en de vraag om te garanderen dat het kiesrecht nooit zal worden beperkt door invoering van het coronatoegangsbewijs voor stemgerechtigden. Deze vragen zijn beantwoord op 22 november 2021.6

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven