Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2021, 381 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 2021, 381 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 april 2021, nr. WJZ / 21096673;
Gelet op artikel 3.39 van de Wet natuurbescherming en de artikelen 2.24 en 4.3, eerste lid, aanhef en onderdeel n, van de Omgevingswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 juni 2021, No.W11.21.0120/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 juli 2021, nr. WJZ /21047238;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Aan titel 3.1 van het Besluit natuurbescherming wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Aan paragraaf 11.2.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Planten, of delen of producten daarvan, die zich kunnen voortplanten, van de volgende soorten worden niet verhandeld:
a. Japanse duizendknoop (Fallopia japonica);
b. Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis); en
c. bastaardduizendknoop (Fallopia x bohemica).
2. Het eerste lid geldt niet voor zover het verhandelen plaatsvindt in het kader van uitroeiing, bestrijding of beheersing van die soort, onder de bij ministeriële regeling vastgestelde voorwaarden.
Bijlage VC bij artikel 3.67 van het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder het kopje «Vogels» wordt na de regel
Rosse stekelstaart |
Oxyura jamaicensis |
de volgende regel ingevoegd:
Treurmaina |
Acridotheres tristis |
2. Onder het kopje «Vissen» wordt na de regel
Blauwband |
Pseudorasbora parva |
de volgende regel ingevoegd:
Zonnebaars |
Lepomis gibbosus |
3. Na de regel
Aziatische hoornaar |
Vespa velutina |
4. Onder het kopje «Platwormen» (nieuw) wordt de volgende regel ingevoegd:
Nieuw-Zeelandse landplatworm |
Arthurdendyus triangulatus |
5. Onder het kopje «Terrestrische planten» wordt de regel
Alligatorkruid |
Alternanthera philoxeroides |
vervangen door de regels:
Amerikaans bezemgras |
Andropogon virginicus |
Ballonrank |
Cardiospermum grandiflorum |
Chinese struikklaver |
Lespedeza cuneata |
6. Onder het kopje «Terrestrische planten» wordt voor de regel
Gewone gunnera |
Gunnera tinctoria |
de volgende regel ingevoegd:
Gestekelde duizendknoop |
Persicaria perfoliata |
7. Onder het kopje «Terrestrische planten» wordt na de regel
Gewone gunnera |
Gunnera tinctoria |
de regel
Gestekelde duizendknoop |
Persicaria perfoliata |
vervangen door de regels:
Hemelboom |
Ailanthus altissima |
Hoog pampagras |
Cortaderia jubata |
Japanse klimvaren |
Lygodium japonicum |
8. Onder het kopje «Terrestrische planten» worden na de regel
Kudzu |
Pueraria montana var. Lobata |
de volgende regels ingevoegd:
Mesquite |
Prosopis juliflora |
Oosterse hop |
Humulus scandens |
9. Onder het kopje «Terrestrische planten» worden na de regel
Reuzenberenklauw |
Heracleum mantegazzianum |
de volgende regels ingevoegd:
Roze rimpelgras |
Ehrharta calycina |
Schijnambrosia |
Parthenium hysterophorus |
10. Onder het kopje «Terrestrische planten» wordt na de regel
Struikaster |
Baccharis halimifolia |
de regel
Schijnambrosia |
Parthenium hysterophorus |
vervangen door de regels:
Talgboom |
Triadica sebifera |
Wilgacacia |
Acacia saligna |
11. Onder het kopje «Water- en oeverplanten» worden voor de regel
Grote waternavel |
Hydrocotyle ranunculoides |
de volgende regels ingevoegd:
Alligatorkruid |
Alternanthera philoxeroides |
Grote vlotvaren |
Salvinia molesta |
12. Onder het kopje «Water- en oeverplanten» wordt na de regel
Parelvederkruid |
Myriophyllum aquaticum |
de volgende regel ingevoegd:
Smalle theeplant |
Gymnocoronis spilanthoides |
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 14 juli 2021
Willem-Alexander
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Uitgegeven de achtentwintigste juli 2021
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Dit besluit bevat een wijziging van het Besluit natuurbescherming (hierna: Bnb) en het Besluit activiteiten leefomgeving (hierna: Bal) in verband met een handelsverbod voor Aziatische duizendknopen. Daarnaast bevat dit besluit een wijziging van het Besluit kwaliteit leefomgeving (hierna: Bkl) in verband met de aanwijzing van gevallen waarin het provinciebestuur de verantwoordelijkheid heeft voor uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen ten aanzien van de invasieve uitheemse soorten die zijn opgenomen op de door de Europese Commissie vastgestelde lijst van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (hierna: de Unielijst).1 Het is wenselijk dat de wijzigingen van het Bal en het Bkl direct na de inwerkingtreding van deze twee besluiten in werking treden om een goede werking van het stelsel onder de Omgevingswet mogelijk te maken.
De wijziging van het Bnb treedt vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Bal en het Bkl in werking.
Allereerst worden in artikel I van dit besluit de invasieve uitheemse soorten Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), waaronder de dwergvariëteit van de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica var.compacta) die als cultuurplant wordt verkocht, de Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis), en de bastaardduizendknoop (Fallopia x bohemica) (hierna te noemen: Aziatische duizendknopen) door aanwijzing in het Bnb onder de reikwijdte van het verbod om invasieve exoten te verhandelen of in bezit te hebben gebracht. Met het handelsverbod op de Aziatische duizendknopen wordt uitvoering gegeven aan de op 15 december 2019 door de Tweede Kamer aangenomen motie van kamerlid Bromet (Groenlinks), waarin de regering wordt verzocht de verkoop van de Japanse duizendknoop per 1 maart 2020 te verbieden.2 In de aangenomen motie van het kamerlid Bromet wordt enkel de «Japanse duizendknoop» genoemd. De Japanse duizendknoop is de benaming die in de volksmond gebruikt wordt om de hiervoor genoemde Aziatische duizendknopen te duiden. Om recht te doen aan de bedoeling van de aangenomen motie worden de genoemde Aziatische duizendknopen onder de reikwijdte van het handelsverbod gebracht.
Met artikel II van onderhavig besluit wordt de aanwijzing in het Bnb van de Aziatische duizendknopen beleidsneutraal voortgezet in het Bal. In deel I, paragraaf 2, van deze inleiding en de artikelsgewijze toelichting wordt hier nader op ingegaan.
In artikel III van dit besluit wordt bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl (zoals ingevoegd door het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet) gewijzigd. Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PbEU L 317) (hierna: EU-verordening invasieve uitheemse soorten) beoogt verdringing van Europese soorten door invasieve exoten tegen te gaan. De EU-verordening invasieve uitheemse soorten strekt ertoe de nadelige gevolgen voor de biodiversiteit van zowel de opzettelijke als onopzettelijke introductie en verspreiding in de Unie van invasieve uitheemse soorten te voorkomen, tot een minimum te beperken en te matigen. Behalve in enkele concrete verboden die de verspreiding van invasieve exoten moeten tegengaan,3 voorziet de EU-verordening invasieve uitheemse soorten in de verplichting voor lidstaten om uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen ten aanzien van invasieve uitheemse soorten te treffen.4 De bepalingen van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten gelden ten aanzien van de soorten, opgenomen op de Unielijst. In bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl zijn de invasieve uitheemse soorten die zijn opgenomen op de Unielijst aangewezen ten aanzien waarvan het provinciebestuur de verantwoordelijkheid heeft voor uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen. Artikel III van onderhavig besluit voorziet in een actualisatie van bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl door de toevoeging van zestien invasieve uitheemse soorten. De zestien invasieve uitheemse soorten die worden toegevoegd aan bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl zijn onder de Wnb reeds aangewezen als invasieve uitheemse soorten, voor de bestrijding en beheersing waarvan gedeputeerde staten van provincies al verantwoordelijk waren op grond van de Wnb.5
Met artikel III van onderhavig besluit wordt de aanwijzing van invasieve uitheemse soorten in bijlage 10 behorende bij artikel 3.31, eerste lid, van de Regeling natuurbescherming (hierna: Rnb) beleidsneutraal voortgezet in het Bkl.
In deel I, paragraaf 3, van deze toelichting en in de artikelsgewijze toelichting wordt hier nader op ingegaan.
Met de Aanvullingswet natuur Omgevingswet worden in de Omgevingswet waar nodig aanvullende bepalingen op het terrein van natuur opgenomen.6 De specifieke regels voor de bescherming van natuurwaarden die zijn opgenomen in de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb), het Bnb en de Rnb worden geïntegreerd in het stelsel van de Omgevingswet. Een beperkt deel van de regels van de Wnb belandt in de Omgevingswet. Het grootste deel van de regels wordt overeenkomstig het systeem van de Omgevingswet tezamen met de regels van het Bnb opgenomen in het Bal, het Bkl en het Omgevingsbesluit (hierna: Ob) door middel van het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet. De overgang van alle regels gebeurt op beleidsneutrale wijze.
Het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet is op 21 januari 2020 gepubliceerd in het Staatsblad en zal naar verwachting met ingang van 1 juli 2022 in werking treden.7 Het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet kan niet meer gewijzigd worden, waardoor een aparte algemene maatregel van bestuur nodig is om de hierna te noemen wijzigingen te kunnen opnemen in het Bal en het Bkl en met ingang van 1 juli 2022 in werking te laten treden.
Dit besluit strekt zowel tot wijziging van het Bnb als het Bal en het Bkl.
In deel I, paragraaf 4, van de nota van toelichting worden de gevolgen voor de regeldruk en het advies van het Adviescollege Toetsing Regeldruk behandeld. In deel I, paragraaf 5, wordt ingegaan op de uitkomsten van de internetconsultatie van het besluit en op de uitkomsten van de overleggen die gevoerd zijn met belanghebbenden. In deel I, paragraaf 6, wordt de parlementaire voorhang behandeld. In deel I, paragraaf 7, wordt ingegaan op de notificatieprocedure. Deel I, paragraaf 8, bespreekt de inwerkingtreding van het onderhavige besluit en de samenloop met de totstandkoming van regelgeving onder de Omgevingswet. In deel II van de nota van toelichting is een artikelsgewijze toelichting opgenomen.
Het uitgangspunt van het Nederlands exotenbeleid is de EU-verordening invasieve uitheemse soorten, die beoogt nadelige gevolgen voor de biodiversiteit van zowel de opzettelijke als onopzettelijke introductie en verspreiding in de Europese Unie van invasieve uitheemse soorten te voorkomen, tot een minimum te beperken en te matigen.8 De bepalingen van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten gelden ten aanzien van de soorten, opgenomen op de in deel I, paragraaf 1, van deze toelichting genoemde Unielijst. Aziatische duizendknopen zijn invasieve uitheemse soorten die (nog) niet op deze Unielijst staan, maar waarvoor het wenselijk is dat een maatregel wordt getroffen om introductie en verspreiding van de soorten in het Nederlandse milieu te beperken. Deze maatregel betreft een verbod om te handelen in invasieve uitheemse Aziatische duizendknopen.
In juni 2020 heeft het onafhankelijke Bureau Risicobeoordeling (BuRo) van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) een advies uitgebracht over Aziatische duizendknopen.9 BuRo adviseert onder meer het nemen of stimuleren van maatregelen om nieuwe vestiging en verdere verspreiding van Aziatische duizendknopen of van levensvatbare delen van genoemde planten tegen te gaan, onder meer door het stoppen van de handel in Aziatische duizendknopen. Aziatische duizendknopen hebben zich door heel Nederland verspreid in zowel stedelijke als natuurlijke gebieden en op een verscheidenheid aan bodems. Eenmaal gevestigde planten zijn moeilijk te bestrijden. Aziatische duizendknopen kunnen zich zeer gemakkelijk verspreiden via levensvatbare delen van de planten (zaad, wortel- en stengeldelen) in maaisel, grond en compost. Recent is bekend geworden dat de plant in Nederland ook kiemkrachtig zaad kan vormen.
Onder meer terreineigenaren, gemeenten en projectontwikkelaars hebben last van ecologische en economische schade die deze planten veroorzaken aan natuur, publieke ruimte, infrastructuur en bouwconstructies. Naast de maatschappelijke schade die Aziatische duizendknopen veroorzaken, worden er ook kosten gemaakt om Aziatische duizendknopen te bestrijden. Provincies en waterschappen bestrijden Aziatische duizendknopen, omdat deze planten problematisch zijn voor natuurgebieden vanwege de ecologische schade die ze aanrichten en voor waterwerken in verband met de waterveiligheid. De bestrijding van Aziatische duizendknopen is lastig, kostbaar en vergt in sommige omstandigheden de inzet van gewasbeschermingsmiddelen als daarvoor op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden een toelating is afgegeven of een vrijstelling is verleend. Hoewel de soorten op veel plaatsen worden bestreden en er zowel in Nederland als buiten Nederland veel bestrijdingsproeven zijn uitgevoerd, blijken de resultaten per locatie van de bestrijdingsproeven sterk te verschillen.
Steeds meer partijen passen het «Landelijk protocol omgaan met Aziatische duizendknopen» toe.10 Dit protocol biedt handvatten om verspreiding van Aziatische duizendknopen tegen te gaan en de duizendknopen te beheersen en verwijderen. Toepassing van dit protocol brengt kosten met zich. Ook wordt tijd en geld geïnvesteerd in kennisontwikkeling en -deling door onder meer samenwerkende organisaties van het Nederlands Expertise Centrum Exoten en het Kennisnetwerk Invasieve Exoten, werkgroepen van provincies en waterschappen, terreineigenaren en andere kennisinstellingen en consultants.
Een handelsverbod is een preventieve maatregel om ecologische en economische schade te voorkomen. Brancheorganisaties en vakpers informeren kwekers, veilingen, tuincentra, hoveniers en bloemisten al meerdere jaren over de schadelijkheid van Aziatische duizendknopen met als gevolg dat nauwelijks nog handel plaatsvindt. De meeste bedrijven zijn zelf al vrijwillig gestopt met de teelt en handel. Desondanks vindt nog steeds sporadisch handel plaats in Aziatische duizendknopen of levensvatbare delen daarvan. Het gaat met name om de cultivar Fallopia japonica var. compacta die als tuinplant wordt verkocht en stengels van Aziatische duizendknopen die verwerkt worden in sierboeketten. De handel kan plaatsvinden bij kwekers, veilingen, tuincentra, hoveniers en bloemisten, maar ook via internet of lokaal via particulieren. Een handelsverbod op Aziatische duizendknopen beoogt nieuwe introducties in het milieu te voorkomen.
De geringe verkoopopbrengsten staan niet in verhouding tot de omvang van de maatschappelijke schade. Daarnaast zijn er alternatieve sierplanten waar marktpartijen op over kunnen stappen die het publieke belang niet schaden en geen risico voor de natuur en het milieu zijn. Een dwingend handelsverbod is noodzakelijk om bedrijven en particulieren die, ondanks de tijdige voorlichting over de schadelijkheid van de planten en het advies van de brancheorganisaties aan de aangesloten marktpartijen om te stoppen met de teelt en handel, niet zijn gestopt, aan te sporen om hun handelsactiviteiten ten aanzien van de Aziatische duizendknopen te beëindigen.
Met een handelsverbod op de Aziatische duizendknopen wordt uitvoering gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten. In artikel 12, eerste lid, van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten is bepaald dat lidstaten een nationale lijst van voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten kunnen opstellen in aanvulling op de Unielijst. De lidstaten kunnen op hun grondgebied voor de soorten op de nationale lijst maatregelen als bedoeld in de artikelen 7, 8, 13 tot en met 17, 19 en 20 van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten toepassen. In artikel I van onderhavig besluit is geregeld dat het verboden is om de planten van de aangewezen plantensoorten te verhandelen. Het handelsverbod is een verbodsbepaling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen e en f, van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten.
Op grond van artikel 3.39 van de Wnb kan een invasieve exoot door aanwijzing bij algemene maatregel van bestuur onder de reikwijdte van het verbod om invasieve exoten te verhandelen of in bezit te hebben worden gebracht. Het instellen van een handelsverbod ten aanzien van invasieve exoten vergt een afweging die het belang van individuele provincies overstijgt, reden waarom de aanwijzing centraal moet gebeuren bij algemene maatregel van bestuur.
Het doel van preventie van de introductie en verspreiding van Aziatische duizendknopen in de Nederlandse natuur kan niet even goed worden bereikt door minder vergaande instrumenten, zoals convenanten met de brancheorganisaties en voorlichting. Georganiseerde marktpartijen zijn nu reeds op de hoogte van de schadelijkheid van de Aziatische duizendknopen en vanuit brancheorganisaties en vakpers vindt al jaren voorlichting plaats. Het grootste deel van de markt is vrijwillig gestopt met verkoop en handel. Echter, niet alle partijen zijn aangesloten bij een brancheorganisatie, waardoor het niet mogelijk is om op vrijwillige basis afspraken te maken over een handelsbeëindiging tussen de brancheorganisaties en niet aangesloten marktpartijen. Daarnaast vindt ook handel plaats via internet en lokaal door particulieren. Er zijn indicaties dat wildpluk plaatsvindt van Aziatische duizendknopen in de publieke ruimte, waarna deze verwerkt worden in boeketten. Om ook deze handelingen te stoppen is een handelsverbod nodig.
In de Rnb wordt, tegelijk met de aanwijzing van de Aziatische duizendknopen in het Bnb, in een vrijstelling voorzien, voor zover de EU-verordening invasieve uitheemse soorten daar ruimte voor biedt, en voor zover een vrijstelling verantwoord is in het licht van de doelstelling om het risico op verspreiding van de Aziatische duizendknopen in het milieu te verkleinen. Een vrijstelling is noodzakelijk omdat het uit de aanwijzing van de Aziatische duizendknopen voortvloeiende wettelijke verbod op het verhandelen en in bezit hebben van aangewezen soorten verder voert dan wenselijk is. Het is niet wenselijk het bezit, anders dan voor commerciële doeleinden, te verbieden. Aziatische duizendknopen zijn in Nederland al wijdverspreid in het milieu. Bij soorten die zich gevestigd hebben in het milieu is er vaak geen sprake van opzet, omdat hun voortplanting en verspreiding in het milieu moeilijk kan worden voorkómen vanwege de invasieve eigenschappen van de plant. Deze planten kunnen onopgemerkt groeien in de publieke ruimte, bij andere terreineigenaren en in tuinen van particulieren. Terreineigenaren en particulieren met tuinen kunnen hierdoor overlast en schade ondervinden. De bestrijding van de planten is kostbaar en niet eenvoudig. Het is niet redelijk om terreineigenaren of particulieren in dat geval te bestraffen voor de aanwezigheid van Aziatische duizendknopen. Tevens is een verbod op het bezit, anders dan voor commerciële doeleinden, niet handhaafbaar, omdat de planten zo wijd verspreid zijn.
De wijziging van de Rnb zal zien op een vrijstelling van het verbod op het in bezit hebben, anders dan voor commerciële doeleinden, van Aziatische duizendknopen. Tevens is het gelet op de ruime definitie van «verhandelen» in de Wnb nodig om gedeeltelijke vrijstelling te verlenen van het handelsverbod. Onder verhandelen wordt in de Wnb verstaan het onder zich hebben, te koop vragen, kopen, verwerven, verkopen, vervoeren, ten vervoer aanbieden, afleveren, gebruiken voor commercieel gewin, huren, verhuren, ruilen, of ten verkoop, vervoer, verhuur of ruil aanbieden, voorradig hebben of voorhanden hebben.11 Het is wenselijk om het onder zich hebben en voorhanden hebben, anders dan voor commerciële doeleinden, van Aziatische duizendknopen vrij te stellen van het verbod om Aziatische duizendknopen te verhandelen. Tevens is een uitzondering gewenst voor het verhandelen in Aziatische duizendknopen, indien deze activiteiten plaatsvinden in het kader van uitroeiing, bestrijding of beheersing van Aziatische duizendknopen en onder de voorwaarde dat geen verdere verspreiding of introductie in het milieu plaatsvindt.
Daarnaast zal vrijstelling worden verleend voor het verhandelen of in bezit hebben van dode delen van exemplaren van Aziatische duizendknopen. Dit is noodzakelijk omdat Aziatische duizendknopen planten zijn, en planten in de Wnb zijn gedefinieerd als planten in al hun ontwikkelingsstadia, levend of dood, delen van planten, uit planten verkregen producten, geënte planten, of andere zaken voor zover uit een begeleidend document, de verpakking, een merk of etiket, of uit andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van planten of daaruit verkregen producten.12 In de definitie van «planten» op grond van de Wnb gaat het ook om bijvoorbeeld zaden of kiemen van planten. Aziatische duizendknopen kunnen zich zeer gemakkelijk verspreiden via levensvatbare delen van de planten (zaad, wortel- en stengeldelen) in maaisel, grond en compost. Aziatische duizendknopen kunnen zich echter niet verspreiden en reproduceren als ze dood zijn of via dode delen of producten van de planten. Een handelsverbod op dode Aziatische duizendknopen en dode delen of producten daarvan levert derhalve geen bijdrage aan de doelstelling om het risico op verspreiding van de Aziatische duizendknoop in het milieu te verkleinen. Door in een vrijstelling te bepalen dat dode delen of producten van Aziatische duizendknopen zijn uitgezonderd van het handelsverbod, blijft het mogelijk om de handel voort te zetten in onder meer biomassagewas, tincturen, theeën en capsules, waarbij het risico op verspreiding van reproduceerbare delen niet aanwezig is. Artikel 3.40 van de Wnb biedt de basis voor een vrijstelling bij ministeriële regeling, evenals overigens voor de verlening van ontheffing in individuele gevallen, zodat van geval tot geval kan worden bezien of in de gegeven omstandigheden een aanvullende uitzondering op het handelsverbod verantwoord is.
Regels die gesteld worden bij of krachtens artikel 3.39 van de Wnb worden op grond van de Wnb door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de minister) uitgevoerd. De minister is bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen bij overtreding van het handelsverbod.13
Gedragingen in strijd met het handelsverbod op Aziatische duizendknopen zijn daarnaast aangewezen als economisch delict als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten. Delicten die opzettelijk zijn begaan, worden als misdrijf bestraft met ten hoogste zes jaar gevangenisstraf, een taakstraf of een boete van de vijfde categorie.14 Bij gebreke van opzet worden zij als overtreding bestraft met hechtenis van maximaal zes maanden, een taakstraf of een boete van de vierde categorie.15
Met het Bal wordt invulling gegeven aan artikel 4.3 van de Omgevingswet, dat een grondslag biedt voor het bij algemene maatregel van bestuur stellen van algemene rijksregels. Tot de regels waarover op grond van artikel 4.3, eerste lid, van de Omgevingswet, zoals aangevuld door de Aanvullingswet natuur Omgevingswet, algemene rijksregels moeten worden gesteld behoren regels over activiteiten die de introductie of verspreiding van invasieve uitheemse soorten tot gevolg hebben of kunnen hebben.16 Over deze activiteiten moeten regels worden gesteld vanwege de directe gevolgen die zij voor de fysieke leefomgeving kunnen hebben. Het nieuwe artikel 11.109a van het Bal (artikel II van dit besluit) heeft tot doel om de verdere verspreiding van de invasieve uitheemse Aziatische duizendknopen te voorkomen en geeft invulling aan artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onder n, van de Omgevingswet.
Handelen in strijd met voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onder n, Omgevingswet is op grond van artikel 1a, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten een strafbaar feit.17
De minister is bevoegd tot het stellen van maatwerkvoorschriften, het nemen van op rechtsgevolg gerichte besluiten met het oog op natuurbescherming, over de in het nieuwe artikel 11.109a van het Bal (artikel II van het besluit) opgenomen regels, aangezien het nieuwe artikel 11.109a van het Bal ziet op activiteiten waarmee een provincie-overstijgend belang is gemoeid.
Op grond van artikel 11.25, tweede lid, onder b, van het Bal (zoals ingevoegd door het Aanvullingsbesluit natuur) kan de minister een maatwerkvoorschrift stellen voor het verhandelen, het om een andere reden dan verkoop onder zich hebben of het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van dieren, planten en producten. De minister is daarnaast ook bevoegd om een maatwerkvoorschrift te stellen voor activiteiten die de introductie of verspreiding van invasieve uitheemse soorten tot gevolg hebben of kunnen hebben.18
Het begrip «verhandelen» in de bijlage, onderdeel A, bij de Omgevingswet is enger gedefinieerd dan in de Wnb. Onder «verhandelen» wordt in de Omgevingswet verstaan: aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, tentoonstellen voor commerciële doeleinden, gebruik met winstoogmerk, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop. Daarmee valt het in bezit hebben, niet met het oogmerk om de Aziatische duizendknopen te verkopen, niet onder het handelsverbod en is het stellen van maakwerkvoorschriften ten aanzien van het in bezit hebben, anders dan voor commerciële doeleinden, niet aan de orde.
Daarnaast biedt de Omgevingswet ruimte om de bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels te beperken tot planten, of delen of producten daarvan als zaden of kiemen, die zich kunnen voortplanten. Daardoor is het niet nodig om de mogelijkheid te bieden om maatwerkvoorschriften te stellen die er voor zorgen dat dode Aziatische duizendknopen of dode delen of producten van deze planten niet onder de reikwijdte van het handelsverbod vallen.
In paragraaf 2.3 van de nota van toelichting is toegelicht dat in de Rnb, tegelijk met de aanwijzing van de Aziatische duizendknopen in het Bnb, in een vrijstelling wordt voorzien van het handelsverbod in Aziatische duizendknopen, indien de handelsactiviteiten plaatsvinden in het kader van uitroeiing, bestrijding of beheersing van Aziatische duizendknopen en onder de voorwaarde dat geen verdere verspreiding of introductie in het milieu plaatsvindt.
Het tweede lid van artikel 11.109a van het Bal continueert deze vrijstelling onder de Omgevingswet. De precieze in acht te nemen voorwaarden en beperkingen worden opgenomen in de Omgevingsregeling, op grond van artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet, zoals gewijzigd door de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Het tweede lid is zodanig ruim geformuleerd, dat in voorkomend geval de vrijstelling ook zou kunnen worden toegepast ten aanzien van andere plantensoorten die door aanwijzing in artikel 11.109a, eerste lid, van het Bal onder de reikwijdte van het handelsverbod worden gebracht.
De handel in Aziatische duizendknopen vindt thans op zeer beperkte schaal plaats. Met de overkoepelende organisaties voor de bloemen- en plantensector is naar aanleiding van de aangenomen motie gesproken over de handel in Aziatische duizendknopen. Daaruit is naar voren gekomen dat de koepelorganisaties hun aangesloten leden al langer informeren via vakbladen over de schadelijkheid van Aziatische duizendknopen en hen aansporen om de handel op vrijwillige basis te beëindigen. Daarnaast zijn de koepelorganisaties over de aangenomen motie en het handelsverbod op Aziatische duizendknopen geïnformeerd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dat de Aziatische duizendknopen schade toebrengen aan de Europese natuur is evident. Om deze reden is er voor gekozen om het aanwijzen van de Aziatische duizendknopen niet uit te stellen. Het handelsverbod zal op 1 januari 2022 van kracht worden. Vanaf het moment dat is aangekondigd dat er een handelsverbod komt op Aziatische duizendknopen zijn de handelaren in de gelegenheid geweest om hun voorraden uit te putten.19 Er zijn geen meldingen bekend van bezwaren onder kwekers en handelaren tegen de aanwijzing van de Aziatische duizendknopen vanwege de commerciële belangen van deze sector en het ontbreken van een overgangsperiode. Dit komt naar verwachting doordat de teelt en handel nauwelijks plaatsvindt.
Vanwege de geringe omvang van de handel in Aziatische duizendknopen, geeft de sector aan geen inschatting te kunnen geven van de hoogte van een omzetverlies waar een handelsverbod op de Aziatische duizendknopen voor kwekers of handelaren op jaarbasis toe zou leiden. Gelet hierop is de kans zeer marginaal dat de aanwijzing van de plantensoorten gaat leiden tot financiële claims vanuit deze sector. De tijdige communicatie over een handelsverbod heeft de marktpartijen een adequate mogelijkheid geboden om hun schade te beperken en over te schakelen naar andere plantensoorten om te verhandelen.
De aanwijzing van de Aziatische duizendknopen en het daarmee verbonden handelsverbod, waarbij een overgangstermijn achterwege wordt gelaten, maakt onder deze omstandigheden, namelijk het ontbreken van commerciële belangen van de sector bij het handelsverbod op Aziatische duizendknopen, geen inbreuk op het door het Eerste Protocol van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) gewaarborgde recht op eigendom van de marktpartijen. Als er al sprake is van inmenging in het eigendomsrecht, gaat het om de regulering van eigendom en niet om ontneming van eigendom.
Indien er bij hoge uitzondering financiële claims zijn te onderbouwen, zal beoordeeld worden of financiële nadeelcompensatie aan de orde is.
De EU-verordening invasieve uitheemse soorten voorziet in de verplichting voor lidstaten om uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen ten aanzien van invasieve uitheemse soorten te treffen. De bepalingen van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten gelden ten aanzien van de soorten, opgenomen op de Unielijst. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is in artikel 3.69 van het Bkl aangewezen als de bevoegde instantie als bedoeld in de verordening. De provincies zijn op grond van artikel 3.67 van het Bkl belast met preventie-, bestrijdings- en beheermaatregelen ten aanzien van de in bijlage VC bij het Bkl genoemde invasieve exotensoorten. Deze taak betreft de soorten invasieve exoten waarover eerder overeenstemming is bereikt met de provincies. Uitbreiding van deze taak zal uitsluitend gebeuren als de provincies daarmee instemmen. De op te stellen rapportage aan de Europese Commissie en de door provincies daarvoor te verstrekken gegevens zijn geregeld in het Ob.20 Voor de overige soorten berust deze taak bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op grond van artikel 2.19, vijfde lid, onder a, onder 4°, van de Omgevingswet, zoals gewijzigd door de Aanvullingswet natuur Omgevingswet.
Met artikel III van onderhavig besluit wordt de aanwijzing van invasieve uitheemse soorten in bijlage 10 behorende bij artikel 3.31, eerste lid, van de Rnb beleidsneutraal voortgezet in het Bkl. Deze zestien invasieve uitheemse soorten die bij wijziging van bijlage 10 behorende bij artikel 3.30a, eerste lid, van de Rnb21 reeds zijn aangewezen als invasieve uitheemse soorten, voor de bestrijding en beheersing waarvan gedeputeerde staten van provincies al verantwoordelijk waren op grond van de Wnb, komen overeen met de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1262 van de Commissie van 25 juli 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 om de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te actualiseren (PbEU 2019, L 199) aan de Unielijst toegevoegde invasieve uitheemse soorten, met uitzondering van de gestreepte koraalmeerval. De gestreepte koraalmeerval is niet opgenomen in bijlage 10, omdat het een mariene soort betreft die niet in provinciaal gebied kan voorkomen. De gestreepte koraalmeerval kan zich bovendien niet in de Noordzee vestigen of handhaven.
Per 1 januari 2022 geldt er een handelsverbod op Aziatische duizendknopen. Ingeschat wordt dat het grootste deel van de kwekers en handelaren hun bedrijfsvoering, zoals (digitale) inkoopsystemen, zodanig heeft aangepast dat met ingang van voormelde datum de kwekers en handelaren voldoen aan het handelsverbod dat wordt opgenomen in het Bnb (artikel I van onderhavig besluit). Door de wijzigingen in dit besluit worden geen administratieve lasten voorzien. Voor bepaalde activiteiten, waaronder de handel in dode delen van de plant, zal vrijstelling bij ministeriële regeling worden verleend. Mogelijke verzoeken om ontheffing op grond van artikel 3.40 van de Wnb worden niet verwacht.
Het toevoegen van artikel 11.109a aan paragraaf 11.2.10 van het Bal (artikel II van onderhavig besluit) betreft een beleidsneutrale voortzetting van de aanwijzing van de Aziatische duizendknopen in het Bnb en heeft geen gevolgen voor de regeldruk.
De wijziging van bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl (artikel III van onderhavig besluit) betreft een beleidsneutrale voortzetting van de aanwijzing van de soorten in bijlage 10 bij de Rnb en heeft geen gevolgen voor de regeldruk.
Gelijktijdig met het in consultatie brengen van dit besluit is het voor advies aangeboden aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR beoordeelt alle wet- en regelgeving op nut en noodzaak, minder belastende alternatieven, een werkbare uitvoering van de naleving van de regelgeving door de doelgroepen en het effect van regeldruk voor de beoordeling van met name de effecten van regeldruk die deze nieuwe regelgeving met zich mee zal brengen voor de doelgroepen. ATR heeft, in een schriftelijke reactie op het verzoek om een formeel advies over het besluit te geven, aangegeven dat over het onderhavig besluit geen formeel advies wordt uitgebracht, omdat de gevolgen voor de regeldruk niet significant zijn.
Voor de uitvoerings- en handhavingsorganisaties betekent het handelsverbod geen significante wijziging van taken. Het toezicht en de (bestuursrechtelijke) handhaving op Aziatische duizendknopen sluit aan bij de huidige toezicht- en (bestuursrechtelijke) handhavingstaken die reeds door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de NVWA worden verricht in het kader van de EU-verordening invasieve uitheemse soorten.22 De juridische grondslag voor het toezicht en de (bestuursrechtelijke) handhaving van het handelsverbod op Aziatische duizendknopen is anders dan de EU-verordening invasieve uitheemse soorten en zal (eenmalig) ingeregeld moeten worden. Het aantal handhavingszaken wordt ingeschat als gering. Verder zullen nog uitvoeringskosten worden gemaakt voor communicatie en voorlichting. Deze zullen gering zijn, omdat de problematiek rond Aziatische duizendknopen algemeen bekend is.
Onderhavig besluit is in nauwe samenwerking met de NVWA tot stand gekomen en voor een HUF-toets (handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid, fraudegevoeligheid) aan haar voorgelegd. Het onderhavig besluit is handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig bevonden. De NVWA beveelt in de HUF-toets aan om het handelsverbod in Aziatische duizendknopen te evalueren. In lijn met hetgeen in de HUF-toets wordt voorgesteld zullen de effecten van het handelsverbod worden gemonitord. In de HUF-toets geeft de NVWA aan dat de handhaafbaarheid van het handelsverbod in Aziatische duizendknopen zou kunnen worden geoptimaliseerd met de introductie van het instrument van de bestuurlijke boete. De opmerking over een bestuurlijke boetemogelijkheid moet worden bezien in de bredere context van de natuurregelgeving en heeft daarom niet geleid tot aanpassing van het onderhavig besluit. In de HUF-toets wordt opgemerkt dat door de NVWA een uitspraak kan worden gedaan over de handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van het totale wettelijke stelsel met betrekking tot de Aziatische duizendknopen en welke extra middelen daar eventueel voor benodigd zijn. In lijn met het voorstel van de NVWA wordt de ministeriële regeling waarmee wordt voorzien in een gedeeltelijke vrijstelling van het handels- en bezitsverbod voor een HUF-toets aan de NVWA voorgelegd.
De lasten voor de provincies vloeien direct voort uit de aanvulling op de in bijlage 10 bij de Rnb genoemde soorten. De wijziging van bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl (artikel III van onderhavig besluit) betreft een voortzetting van de aanwijzing van de soorten in bijlage 10 bij de Rnb en heeft geen gevolgen voor de uitvoeringslasten.
De effecten van deze wijzigingen voor het milieu zijn positief. Het handelsverbod draagt ertoe bij dat nieuwe introducties en verspreiding van Aziatische duizendknopen in het milieu als gevolg van handel in deze planten in Nederland worden voorkomen. Aziatische duizendknopen zijn invasieve uitheemse soorten die hoge maatschappelijke kosten met zich meebrengen in de vorm van ecologische en economische schade, bestrijdingskosten, de inzet van gewasbeschermingsmiddelen en de toepassing van het Landelijk protocol omgaan met Aziatische duizendknopen. Daarnaast kunnen deze planten de veiligheid van waterkeringen aantasten.
Over onderhavig besluit heeft een internetconsultatie plaatsgevonden in de periode van 16 oktober 2020 tot en met 20 november 2020. Er zijn in totaal 19 reacties binnengekomen, die allen openbaar zijn. De reacties zijn afkomstig van overheden, het Kennisnetwerk Invasieve Exoten namens diverse overheden en kennisorganisaties, de Stichting platform Stop invasieve exoten, bedrijven, adviseurs en particulieren.
Er zijn geen bezwaren tegen het handelsverbod binnengekomen. De meeste reacties bevestigen dat het voorgenomen handelsverbod een goede zaak is. De algemene teneur is dat een preventieve aanpak de meest kosteneffectieve aanpak is, omdat bestrijding moeilijk en kostbaar is. In de reacties wordt aangegeven dat een preventieve aanpak alleen efficiënt is als deze ook tijdig wordt ingezet en de rijksoverheid wordt verzocht dit middel in de toekomst in een vroeger stadium in te zetten.
Er zijn meerdere verzoeken binnengekomen om in aanvulling op de soorten die in het onderhavige besluit worden aangewezen meer soorten aan te wijzen. Vier specifieke soorten zijn genoemd:
1. Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii);
2. Chinese bruidssluier (Fallopia baldschuanica);
3. Watercrassula (Crassula helmsii);
4. Himalaya-braam (Rubus armeniacus);
Een handelsverbod kan alleen voor specifieke soorten worden ingesteld, indien daarvoor een gedegen onderbouwing van de risico’s en maatschappelijke schade kan worden gegeven. Voor het handelsverbod op de Aziatische duizendknopen is het advies van BuRo gevolgd. De hiervoor genoemde soorten in de verzoeken worden individueel langsgelopen:
1. Afghaanse duizendknoop (persicaria wallichii):
In dit besluit is het advies van BuRo gevolgd en daarin wordt de Afghaanse duizendknoop ook behandeld. Voor een handelsverbod op de Afghaanse duizendknoop ontbreekt in de risicobeoordeling voldoende onderbouwing. Afghaanse duizendknoop komt weinig voor in Nederland. De soort behoort niet tot de Fallopia, maar tot de Persicaria. Er zijn geen aanwijzingen dat deze soort kan kruisen met de drie Aziatische duizendknopen uit het ontwerpbesluit. BuRo heeft daarom niet het advies gegeven tegen deze soort maatregelen te nemen. Voor verdere details zie het hiervoor genoemde BuRo advies. Overigens wordt de plaatsing van deze soort op de Unielijst bezien door de Europese Commissie.
2. Chinese bruidssluier (Fallopia baldschuanica):
In dit besluit is het advies van BuRo gevolgd en dit advies behandelt ook de Chinese bruidssluier. Voor een handelsverbod op de Chinese bruidssluier ontbreekt in de risicobeoordeling voldoende onderbouwing. BuRo heeft daarom niet het advies gegeven tegen deze soort maatregelen te nemen. Momenteel wordt de risicobeoordeling van de Chinese bruidssluier bezien door het Wetenschappelijk Forum voor invasieve uitheemse soorten van de Europese Commissie. Indien de risicobeoordeling daartoe aanleiding geeft, zal de Europese Commissie Chinese bruidssluier voordragen voor plaatsing op de Unielijst. Als de Chinese bruidssluier op de Unielijst komt zal een nationaal handelsverbod niets meer toevoegen aan het Europese handelsverbod dat dan van kracht wordt.
3. Watercrassula (Crassula helmsii):
Op 17 december 2020 zijn twee moties door de Tweede Kamer aangenomen, waarin de regering wordt verzocht de verkoop van de watercrassula zo spoedig mogelijk te verbieden.23 De minister bekijkt momenteel op welke wijze zij invulling wil gaan geven aan deze moties.
4. Himalaya-braam (Rubus armeniacus):
Een handelsverbod kan alleen voor specifieke soorten worden ingesteld indien daarvoor een gedegen onderbouwing van de risico’s en maatschappelijke schade kan worden gegeven. Zo’n onderbouwing is er niet voor deze soort.
In een van de reacties is het verzoek gedaan om zo spoedig mogelijk een Europees verbod in te stellen.
In het advies van BuRo wordt de minister geadviseerd een aantal Aziatische duizendknopen voor te dragen voor plaatsing op de Unielijst. De minister heeft besloten hier opvolging aan te geven.
In een reactie wordt verzocht om het handelsverbod uit te breiden tot een «productie en handelsverbod». Hiermee wordt voorkomen dat uitgangsmateriaal of geteelde planten (met name Fallopia compacta) via particulieren («stekjesmarkten», internet) of via mogelijk nu nog onbekende routes worden verspreid.
Het handelsverbod hoeft niet met de term «productie» te worden uitgebreid, omdat artikel 3.39 van de Wnb het bezit van de planten reeds verbiedt, en daarmee ook de productie (of teelt) van de planten. Daarnaast brengt de ruime begripsbepaling van «verhandelen» (artikel 1.1 van de Wnb) met zich dat het ruilen van stekjes door particulieren via markten of internet onder het handelsverbod valt.
Het verzoek is gedaan om in het kader van de circulaire economie de mogelijkheid te houden om bij, of als onderdeel van, de bestrijding van Aziatische duizendknopen op terreinen vrijgekomen natuurlijke restmaterialen als grondstof in te brengen in een materialen kringloop.
Handelsactiviteiten, waaronder afvoer voor verwerking en nuttige toepassingen in het kader van uitroeiing, bestrijding en beheersing zullen worden vrijgesteld van het handelsverbod. De desbetreffende vrijstellingsregeling is in voorbereiding. Daarbij zal worden bepaald dat voor deze handelsactiviteiten passende maatregelen moeten worden getroffen om te voorkomen dat de planten zich kunnen voortplanten of zich kunnen verspreiden.
In een reactie wordt opgemerkt dat het vrijstellen van dode plantendelen van het handelsverbod een potentieel risico met zich brengt. Zaad wordt makkelijk over het hoofd gezien, waardoor er toch kans is op verspreiding naar plekken waar de plant nog niet groeit. Bij verhandeling van dode stengels kan zaad gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien.
Zaad is een product van de plant dat leeft en dat zich nog kan voortplanten. Daarmee valt zaad ook onder het handelsverbod. Bij verhandeling van dode stengels zal men zich ervan moeten vergewissen dat geen zaad aanwezig is.
Het ontwerp van dit besluit (artikelen II en III) is op grond van artikel 23.5 van de Omgevingswet overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. Deze voorhang heeft niet geleid tot reacties.
Dit besluit is op 16 februari 2021 ingevolge artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L241) voorgelegd aan de Europese Commissie. De artikelen I en II van het besluit bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn. Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig. Van de Commissie is geen reactie ontvangen.
Artikel I van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Artikelen II en III van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld, gelet op de samenhang met de artikelen I, onderdeel A en II van het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet. De beoogde inwerkingtredingsdatum van de desbetreffende artikelen van het Aanvullingsbesluit natuur Omgevingswet is 1 juli 2022.
Op grond van artikel 3.39 van de Wnb kunnen invasieve exoten bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen zodat de invasieve exoten onder de reikwijdte van het verbod om invasieve exoten te verhandelen of in bezit te hebben komen te vallen. Met artikel I van onderhavig besluit wordt een nieuw artikel 3.1a toegevoegd aan het Bnb waarmee de Japanse duizendknoop (Fallopia japonica), de Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) en de bastaardduizendknoop (Fallopia x bohemica) worden aangewezen als invasieve exoten.
Een en ander is in deel I, paragraaf 2, van deze nota van toelichting verder toegelicht.
Met het nieuwe artikel 11.109a, eerste lid, van het Bal wordt artikel 3.1a van het Bnb (artikel I van onderhavig besluit) voortgezet in het Bal.
In artikel 3.30b van de Rnb wordt een vrijstelling opgenomen van het handels- en bezitsverbod in Aziatische duizendknopen van artikel 3.39 van de Wnb in samenhang met artikel 3.1a van het Bnb. Het tweede lid van artikel 11.109a van het Bal continueert deze vrijstelling onder de Omgevingswet. De precieze in acht te nemen voorwaarden en beperkingen worden opgenomen in de Omgevingsregeling, op grond van artikel 4.3, vierde lid, van de Omgevingswet, zoals gewijzigd door de Aanvullingswet natuur Omgevingswet.
In artikel III wordt bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl geactualiseerd door de toevoeging van zestien invasieve uitheemse soorten. De zestien invasieve uitheemse soorten die middels artikel III van onderhavig besluit worden toegevoegd aan bijlage VC bij artikel 3.67 van het Bkl zijn bij wijziging van bijlage 10 behorende bij artikel 3.30a, eerste lid, van de Rnb24 reeds aangewezen als invasieve uitheemse soorten, voor de bestrijding en beheersing waarvan gedeputeerde staten van provincies al verantwoordelijk waren op grond van de Wnb. Op de wijziging van het Bkl is nader ingegaan in deel I, paragraaf 3, van deze nota van toelichting.
Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Op de inwerkingtreding van dit besluit is nader ingegaan in deel I, paragraaf 7, van deze nota van toelichting.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 van de Commissie van 13 juli 2016 tot vaststelling van een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2016, L 189) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1263 van de Commissie van 12 juli 2017 tot actualisering van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten (PbEU 2017, L 182).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2021-381.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.