Besluit van 14 april 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van artikel II van het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 april 2021, nr. 2021-0000065363;

Gelet op artikel III van het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147)

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II, met uitzondering van de onderdelen R en T, onder 1, van het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147) treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 april 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de negenentwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit is voorzien in de inwerkingtreding per 1 juli 2021 van artikel II, met uitzondering van de onderdelen R en T, onder 1, van het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147). In artikel II van dit besluit worden verschillende wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 geregeld die onderdeel zijn van de beleidsontwikkeling in het kader van de doelen van bouwregelgeving. Het betreft specifiek wijzigingen met betrekking tot het vergroten van de veiligheid, toegankelijkheid en duurzaamheid van gebouwen.1 Gekozen is voor de inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2021 opdat enerzijds voldoende voorbereidingstijd geboden wordt voor het uitvoeren van het besluit door de bouwwereld en anderzijds gevolg gegeven kan worden aan de toezegging van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal om in 2021 al de betreffende wijzigingen door te voeren.2

Artikel II, onderdeel T, onder 1, zal niet per 1 juli 2021 in werking treden. In dit onderdeel worden bepaalde zaken geregeld met betrekking tot de toegankelijkheid van nieuwe woningen voor rolstoelen. Betrokken partijen hebben aangegeven voor het doorvoeren van deze wijziging een langere voorbereidingstijd nodig te hebben. De inwerkingtreding van dit onderwerp zal daarom met een later te publiceren koninklijk besluit worden geregeld per 1 januari 2022. Artikel II, onderdeel R, treedt vanwege een technische onvolkomenheid in de wijzigingsopdracht niet per 1 juli 2021 in werking, maar door middel van een overeenkomstige wijziging in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Het betreft een wijziging met betrekking tot de van toepassing zijnde nen-norm voor een verdunningsfactor van een afvoervoorziening voor rookgas. Artikel I van het Besluit van 2 maart 2021, houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 147) welke het Bbl wijzigt, zal in werking treden op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Zie voor een meer uitvoerige toelichting de nota van toelichting bij het besluit (Stb. 2021, 147).

X Noot
2

Kamerstukken II 2019-2020, 33 118, nr. 150.

Naar boven