Besluit van 13 juli 2020, houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met een aanpassing van de evenementenlijst

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 8 juni 2020, nr. WJZ/24672695(10337), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 5.1, eerste lid, en 5.2 van de Mediawet 2008;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 juni 2020, nr. W05.20.0182/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 7 juli 2020, nr. WJZ/24900227(10337), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BIJLAGE MEDIABESLUIT 2008

De bijlage, bedoeld in artikel 18 van het Mediabesluit 2008, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A wordt, onder vernummering van de nummers 2 tot en met 5 tot 3 tot en met 6, een nummer ingevoegd, dat luidt:

  • 2. Voetbal (dames):

    Wereldkampioenschap en Europees kampioenschap: de wedstrijden van het Nederlands elftal van het eindtoernooi en de halve finales en finale ongeacht Nederlandse deelname.

2. Onderdeel C, nummer 1, komt te luiden:

  • 1. Paralympische Spelen:

    • a. Zomerspelen (minimumduur verslaggeving: 30 minuten per dag);

    • b. Winterspelen (minimumduur verslaggeving: 15 minuten per dag).

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de vierde september 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanpassing van de evenementenlijst

Met dit besluit wordt de bijlage bij artikel 18 (de evenementenlijst) van het Mediabesluit 2008 gewijzigd. De wedstrijden van het Nederlands elftal van het Europees- en Wereldkampioenschappen damesvoetbal, evenals de halve en hele finales ongeacht Nederlandse deelname worden aan de evenementenlijst toegevoegd en de minimumuitzendtijd van de Paralympische Spelen wordt verlengd. De wijzigingen van de evenementenlijst vloeien voort uit de wens van een aantal Tweede Kamerfracties tot een tussentijdse actualisatie van de lijst. Deze tussentijdse actualisatie vindt voorafgaand plaats aan de reguliere en uitgebreide evaluatie die voor 2023 gepland staat.1

De wijzigingen zijn getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 5.1, tweede lid, van de Mediawet 2008. Hierin worden vier voorwaarden genoemd, waarbij aan ten minste twee voorwaarden moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor plaatsing op de lijst. Deze voorwaarden zijn nader uitgewerkt in de brief van 20 november 2013.2 Samengevat gaat het om de volgende criteria:

  • a. Het evenement is van algemeen belang voor de Nederlandse samenleving. Hierbij is van belang dat Nederland door het evenement internationaal wordt gepromoot, het evenement de Nederlandse samenleving samenbindt, dat het zorgt voor samenhorigheid en er grote internationale belangstelling voor het evenement bestaat.

  • b. Het evenement is van bijzondere culturele betekenis. Het gaat dan om sportevenementen of culturele evenementen met een traditioneel karakter en/of een historische betekenis.

  • c. Het evenement werd in het verleden ook al op een open televisieprogrammakanaal uitgezonden en kon rekenen op een grote kijkdichtheid. Om de kijkdichtheid te berekenen wordt het aantal kijkers ten opzichte van alle Nederlanders vergeleken.

  • d. Het gaat om een groot internationaal sportevenement waaraan een nationaal team deelneemt. Typische voorbeelden hiervan zijn Olympische spelen, Europese kampioenschappen en wereldkampioenschappen.

Voor het Europees en Wereldkampioenschap damesvoetbal geldt dat dit een groot internationaal evenement met Nederlandse deelname betreft. Ook werden deze kampioenschappen voorheen op een open net uitgezonden en genoten zij een grote kijkdichtheid. Daarbij speelt mee dat het Nederlands vrouwenelftal uitmuntend heeft gepresteerd, waardoor samenhorigheid en grote internationale belangstelling ontstond. In 2017 werd het Nederlands vrouwenelftal Europees kampioen en in 2019 werd het elftal tweede bij het Wereldkampioenschap. Voor verslaglegging van wedstrijden waar het Nederlands vrouwenelftal aan deelneemt, bestaat vooralsnog een veel grotere publieke interesse dan voor de wedstrijden zonder Nederlandse deelname. Daarnaast is er een grote publieke interesse voor de halve en hele finales van het WK en het EK damesvoetbal ongeacht Nederlandse deelname. Daarom is ervoor gekozen alleen die wedstrijden op de lijst te plaatsen.

Wat betreft de Paralympische Spelen wordt de huidige minimumuitzendtijd van tien minuten verlengd. Tijdens zowel de Zomer- als de Winterspelen presteren de Nederlandse teams uitmuntend. Het evenement wordt reeds op een open kanaal uitgezonden. Het is bovendien een groot internationaal evenement. Voor de Paralympische Zomerspelen geldt dat in de praktijk al meer aandacht wordt besteed dan de minimumduur van de verslaggeving van tien minuten, zoals opgenomen in de oude evenementenlijst. Zo heeft de NOS tijdens de meest recente Paralympische Zomerspelen een dagelijks programma van circa vijfentwintig minuten uitgezonden met daarnaast vier online livestreams. Een verlenging van de minimumduur van de verslaggeving naar dertig minuten ligt daarom voor de hand. Voor de Paralympische Winterspelen ligt dit anders. Dit evenement is nog sterk in ontwikkeling en kent nog een zeer beperkte Nederlandse deelname. Daarom wordt de minimumduur van de verslaggeving daarvan verlengd naar vijftien minuten.

2. Consultatie

De evenementenlijst wordt in beginsel iedere acht jaar geëvalueerd.3 De eerstvolgende evaluatie staat voor 2023 gepland. Deze tussentijdse aanpassing is voortgekomen uit de wens van een aantal Kamerfracties om het damesvoetbal en de Paralympische Spelen toe te voegen aan de lijst. Daarop heeft een consultatie plaats gevonden onder een groot aantal belanghebbenden, waaronder de publieke omroepen, de commerciële omroepen en organisaties uit de sector sport. Daaruit bleek dat alle belanghebbenden zich konden vinden in het toevoegen van de wedstrijden van het Nederlands elftal van het EK en WK damesvoetbal aan de lijst, evenals de hele en halve finales ongeacht Nederlandse deelname. Daarnaast bleek ook dat alle geconsulteerde partijen zich konden vinden in het verlengen van de minimumduur van de verslaggeving van de Paralympische Spelen, waarbij een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de zomer- en de winterspelen. De duur van de voorgestelde verlenging varieerde per reactie van dertig minuten tot twee uur per dag. De meeste belanghebbenden gaven echter aan dat ze geen mening hadden over de precieze duur van de verlenging. Uiteindelijk is gekozen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de al geldende praktijk, waarbij de NOS reeds een dagelijks programma van vijfentwintig minuten uitzendt van de Paralympische zomerspelen. Tevens is rekening gehouden met het feit dat de winterspelen als evenement nog sterk in ontwikkeling is en nog slechts een zeer beperkte Nederlandse deelname kent. Daarom is ervoor gekozen de uitzendtijd daarvan te stellen op vijftien minuten per dag.

Gelet op de brede consultatie en de beperkte omvang van de wijzigingen is besloten geen openbare internetconsultatie plaats te laten vinden.

3. Gevolgen voor de regeldruk

Er worden geen gevolgen voor de regeldruk voorzien voor de betrokken belanghebbenden. De wijziging sluit aan bij de reeds bestaande systematiek van de evenementenlijst. Deze vloeit voort uit de richtlijn audiovisuele mediadiensten4 en is gericht op bescherming van het recht op informatie en het garanderen van de brede toegang van het publiek tot televisie-uitzendingen van nationale en niet-nationale evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving. Alle belanghebbenden zijn reeds goed op de hoogte van de systematiek van deze lijst en kunnen zich daarin vinden. Onderhavige wijzigingen vereisen verder ook geen extra inspanning van de belanghebbenden richting de toezichthouder.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Dit besluit is voor een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan het Commissariaat voor de Media. Het Commissariaat voor de Media heeft laten weten geen problemen te voorzien bij de handhaving van de voorgestelde wijzigingen.

5. Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de Rijksbegroting.

Artikelsgewijs deel

Artikel I

Met dit artikel wordt de bijlage bij het Mediabesluit 2008 gewijzigd. Ten eerste worden de wedstrijden van het Nederlands elftal van het Europees Kampioenschap en het Wereldkampioenschap damesvoetbal aan de evenementenlijst toegevoegd, evenals de halve en hele finales ongeacht Nederlandse deelname. Voor beide kampioenschappen geldt dat de wedstrijden van het Nederlands elftal op een open kanaal worden uitgezonden, en dat daarvan volledig rechtstreeks verslag wordt gedaan. Zulks geldt eveneens voor de halve finales en de finale, ongeacht eventuele Nederlandse deelname. Ten tweede wordt de verplichte minimumuitzendtijd voor de Paralympische Spelen verlengd. De minimumduur van de (gedeeltelijke uitgestelde) verslaggeving wordt gewijzigd van tien minuten per dag naar dertig minuten per dag voor de zomerspelen en van tien minuten per dag naar vijftien minuten per dag voor de winterspelen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstukken II 2017/18, 32 827, nr. 131.

X Noot
2

Kamerstukken II 2013/14, 32 033, nr. 14.

X Noot
3

Kamerstukken II 2013/14, 32 033, nr. 14.

X Noot
4

Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten

Naar boven