Besluit van 1 september 2020 tot wijziging van het Waterbesluit (actualisering van bijlagen III en IV)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 10 juli 2020, nr. IENW/BSK-2020/121394, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 3.1, eerste en tweede lid, van de Waterwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 2020, nr. W17.20.0251/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 augustus 2020, nr. IenW/BSK-2020/162861, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Waterbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage III. Waterkeringen in beheer bij het Rijk (Bijlage bij artikel 3.2 van het Waterbesluit), onderdeel 1. Primaire waterkeringen, vervallen de volgende onderdelen:

  • Gemaal Zedemüden;

  • sluis Engelen;.

B

Bijlage IV. Gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is (Bijlage bij artikel 6.16 van het Waterbesluit) wordt als volgt gewijzigd:

1. De kaarten met onderstaande nummers en namen worden vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers en namen, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage:

Kaart

Kaartnummer

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

000 Overzichtskaart

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

002 Maas 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

009 Maas 9

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

010 Maas 10

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

011 Maas 11

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

020 Maas 20

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

023 Maas 23

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

036 Brabantse Biesbosch 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

045 Haringvliet 4

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

047 Bovenrijn

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

051 Waal 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

060 Nieuwe Merwede

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

062 Noord

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

063 Oude Maas 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

069 Nederrijn 3

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

077 Lek 6

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

078 Nieuwe Maas 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

099 IJssel 15

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

100 IJssel 16

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

101 Zwarte Water 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

102 Zwarte Water 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

103 Zwarte Water 3

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

104 Zwarte Meer 1

2. De kaarten met de hieronder genoemde nummers en namen, opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage, worden in numerieke volgorde toegevoegd:

Kaart

Kaartnummer

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

034 Bergsche Maas 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

038 Dordtsche Biesbosch 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

041 Hollands Diep 3

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

057 Waal 8

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

067 Nederrijn 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

068 Nederrijn 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

076 Lek 5

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

086 IJssel 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

105 Zwarte Meer 2

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

106 Zwarte Meer 3

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

107 Ketelmeer

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

108 Hollandsche IJssel 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

109 Hollandsche IJssel 2

3. De kaarten met de hieronder genoemde nummers en namen vervallen:

Kaart

Kaartnummer

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

035 Bergsche Maas

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

085 IJssel 1

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

093 IJssel 9

Kaarten bijlage IV bij het Waterbesluit

098 IJssel 14

ARTIKEL II

Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens dit besluit een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing, totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 september 2020

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de vierde september 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Bijlage behorend bij artikel I, onderdeel B, onderdelen 1 en 2, van het Besluit tot wijziging van het Waterbesluit (actualisering bijlagen III en IV)

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De voorliggende wijziging van het Waterbesluit wijzigt de bijlagen III en IV bij het Waterbesluit.

Bijlage III van het Waterbesluit betreft waterkeringen in beheer bij het Rijk (bijlage bij artikel 3.2 van het Waterbesluit). Op grond van artikel 3.1, eerste en tweede lid, van de Waterwet worden de watersystemen in beheer bij het Rijk aangewezen. Watersysteem is in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet gedefinieerd als een samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken. Op grond van artikel 3.2 van het Waterbesluit wordt het beheer van de primaire en andere waterkeringen die zijn genoemd in bijlage III van het Waterbesluit opgedragen aan het Rijk. In bijlage III, onderdeel 1, zijn twee onderdelen geschrapt, omdat de daarin genoemde primaire waterkeringen niet langer onder het beheer van het Rijk vallen. Dit betreft het gemaal Zedemuden (in het Waterbesluit aangeduid als gemaal Zedemüden) en de sluis Engelen.

Bijlage IV van het Waterbesluit betreft gebieden waar paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit (met het opschrift «Gebruik van rijkswaterstaatswerken») niet van toepassing is. In beginsel geldt op grond van die paragraaf voor het gebruik van Rijkswaterstaatwerken (waaronder het rivierbed) een vergunningplicht op grond van artikel 6.12 van het Waterbesluit of gelden algemene regels op grond van artikel 6.15 van het Waterbesluit. In het Waterbesluit, specifiek in artikel 6.16, eerste lid, in combinatie met bijlage IV bij het Waterbesluit, is ten aanzien van sommige gebieden bepaald dat de eerdergenoemde vergunningplicht en algemene regels voor het gebruik van rijkswaterstaatswerken niet nodig zijn. De reden daarvoor is over het algemeen dat de betreffende gebieden van ondergeschikt waterstaatkundig belang zijn, waardoor daar geen strakke regie door middel van een vergunningplicht of algemene regels nodig is.

Omtrent het vrijstellen van gebieden is eerder in de nota van toelichting bij het Waterbesluit (Stb. 2009, 548) vermeld:

«De begrenzing van de gebieden hangt samen met de ruimte van het rivierbed en de ligging van het bebouwde gebied. Deze elementen zijn van belang gezien de te verwachten klimaatveranderingen. Ten aanzien van de ruimte van het rivierbed dient rekening te worden gehouden met toenemende (piek)afvoeren van de rivieren en dient de benodigde ruimte voor dergelijke afvoeren vrij te worden gehouden van grootschalige obstakels. Rivierkundig gezien zijn een aantal soorten gebieden minder relevant voor de beschikbare ruimte in het rivierbed, zoals hooggelegen terreinen in de overgangsgebieden van de noordelijke deltabekken en de IJsseldelta, andere hoogwatervrije terreinen in het rivierbed en stroomluw gelegen gedeelten waar geen sprake is van belemmering van de ruimte voor afvoer van water. Met betrekking tot de ligging van het bebouwde gebied gaat het veelal om hoger gelegen, intensief bebouwde gebieden. Vaak gaat het om terreinen (uiteraard in het rivierbed) in of nabij kernen van steden en plaatsen, zoals (voormalige) haven- en industrieterreinen. Ook onder de Wbr was in het Besluit rijksrivieren in een vergelijkbare uitzondering voorzien.

Voor de begrenzing van de gebieden die zijn uitgezonderd van het vergunningvereiste is als algemene grond «de ruimte van het rivierbed» gehanteerd met daarnaast als bijzondere feitelijke grond «de ligging daarin van bebouwd gebied». Aangezien bij de begrenzing veelal is uitgegaan van beide elementen is ten opzichte van de tekst in artikel 2a van de Wbr «of» gewijzigd in «en». De beheerslast van het gebied (verlenen van vergunningen, handhaving) en de nautische/scheepvaartbelangen zijn bij de afweging van de uitgezonderde gebieden betrokken.»

Door de aanwijzing van gebieden in bijlage IV bij het Waterbesluit zijn deze vrijgesteld van de vergunningplicht en algemene regels van de Waterwet. In het onderhavige besluit zijn (naast de overzichtskaart) 22 kaartbladen uit bijlage IV bij het Waterbesluit gewijzigd en zijn 13 kaartbladen toegevoegd. Ook zijn er vier kaartbladen vervallen, omdat hierop geen aangewezen gebieden staan, of alleen aangewezen gebieden die ook op een ander kaartblad staan. Er heeft bestuurlijke consultatie plaatsgevonden door de kaarten in concept voor te leggen aan de betreffende gemeenten en provincies. Reacties zijn verwerkt in het voorstel. Er is voorts niet gebleken van ongewenste gevolgen voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Het besluit heeft als zodanig geen financiële gevolgen of gevolgen voor de nalevingskosten waaronder de administratieve lastendruk of de bestuurslasten van overheden. Het brengt enkel de bijlagen III en IV bij het Waterbesluit in overeenstemming met de (toekomstige) feitelijke situatie van de genoemde waterstaatswerken en gebieden. Voor burgers, bedrijven, provincies en gemeenten zijn er als gevolg van dit besluit geen (verdere) gevolgen. Door middel van overgangsrecht wordt voorkomen dat bestaande handelingen door wijziging van beheersgebieden vergunningplichtig worden. Om de voorgaande redenen is afgezien van internetconsultatie. Dat is in lijn met het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie.

Het ontwerpbesluit is met het oog op de regeldruk voorgelegd aan de Adviescommissie voor de toetsing van administratieve lasten (ATR). Het college heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de constatering dat er geen gevolgen zijn voor de regeldruk (of administratieve lastendruk) en dat afgezien kon worden van een verdere toets.

Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel I, Onderdeel A
Gemaal Zedemuden

In bijlage III, onderdeel 1, van het Waterbesluit is het gemaal Zedemuden (in het Waterbesluit aangeduid als «Gemaal Zedemüden») vervallen in verband met de overdracht van het gemaal van het Rijk naar Waterschap Drents Overijsselse Delta. Hierdoor is het gemaal niet langer een primaire waterkering in beheer bij het Rijk.

Sluis Engelen

In bijlage III, onderdeel 1, van het Waterbesluit is eveneens sluis Engelen vervallen. Met de aanleg en in gebruikstelling van het Maximakanaal begin 2015 is het gedeelte van de Zuid-Willemsvaart dat loopt door de gemeente ’s-Hertogenbosch tot aan de Maas bij Engelen overgedragen aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. Daarmee heeft Rijkswaterstaat (RWS) ook sluis Engelen aan de gemeente ’s-Hertogenbosch overgedragen en is zij geen beheerder meer van de sluis als primaire kering.

Artikel I, onderdeel B
Overzichtskaart

Deze is geactualiseerd vanwege de vervangen en nieuw opgenomen kaarten.

Maas (kaartbladen 002, 009, 010, 011, 020 en 023)

Kaartblad 002 is gewijzigd als gevolg van een wijziging in de landsgrens per 1 januari 2018 tussen België en Nederland tussen Eijsden/Maastricht en Wezep.

Kaartbladen 009 en 010 zijn gewijzigd om de gebieden Porta Isola en Porta Contelmo in Stevensweert vrij te stellen van de bepalingen van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit. Het gaat hier om hooggelegen gebieden die relatief dichtbebouwd zijn, en waar geen rivierverruimende ingrepen ten behoeve van hoogwaterbescherming zijn gepland. Kaartbladen 010 en 011 zijn tevens gewijzigd om Maasresidence Thorn op te nemen in bijlage IV van het Waterbesluit. Hier is geen sprake van een dichtbebouwd gebied, maar wel van een hooggelegen gebied waarin geen rivierverruimende ingrepen zijn gepland vanwege hoogwaterbescherming.

Op kaartblad 020 is bij Aijen een correctie aangebracht van het vrijgestelde gebied. Een deel van het vrijgestelde gebied aan de oostzijde van het dorp wordt opgeheven. Een hooggelegen terrein van ongeveer dezelfde grootte aan de zuidzijde van het dorp wordt toegevoegd aan het vrijgestelde gebied.

Kaartblad 023 is gewijzigd om de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Gennep onder te brengen in bijlage IV van het Waterbesluit.

Biesbosch (kaartbladen 036 en 038)

Kaartblad 036 is gewijzigd om de Amercentrale te Geertruidenberg grotendeels vergunningvrij te maken. Dit is een hooggelegen, grotendeels bebouwde industrielocatie. Kaartblad 038 wordt toegevoegd aan bijlage IV van het Waterbesluit om een dichtbebouwde, hooggelegen villawijk bij Lage Zwaluwe vergunningvrij te maken.

Door een hernummering is kaartblad 035 Bergsche Maas, zonder inhoudelijke wijzigingen, vervangen door kaartblad 034 Bergsche Maas 2.

Hollands Diep (kaartblad 041)

Kaartblad 041 is toegevoegd aan bijlage IV van het Waterbesluit om de dichtgebouwde woonwijk Numansgors vergunningvrij te maken. In verband met ecologische belangen zijn de grenzen zoveel mogelijk richting de woonbebouwing gelegd, waardoor alleen drie volgebouwde gebieden zijn uitgezonderd van de vergunningplicht.

Haringvliet (kaartblad 045)

Kaartblad 045 is gewijzigd om een deel van het industrie- en havengebied van Stellendam vrij te stellen van de bepalingen van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit. Ook deze locatie is dichtbebouwd en mede daardoor niet in beeld voor toekomstige rivierverruiming.

Bovenrijn (kaartblad 047)

Op kaartblad 047 is een gebied bij Tolkamer aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit als een gebied waarop paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. Het volgebouwde terrein sluit aan op een locatie die reeds is aangewezen als vrijgesteld gebied. De locatie ligt in de stroomschaduw van Tolkamer, waardoor dit geen effectieve plek is voor het realiseren van toekomstige rivierverruiming.

Waal (kaartbladen 051 en 057)

Kaartblad 051 is gewijzigd om een bedrijventerrein bij Nijmegen aan te wijzen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Dit betreft een hoogwatervrij vergund, hooggelegen en dichtbebouwd bedrijventerrein, waarop onder andere een voormalige energiecentrale is gevestigd. Dit terrein wordt aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Vanwege de realisatie van de nevengeul Lent aan de overzijde van de Waal is er geen noodzaak meer om deze locatie voor toekomstige rivierverruiming te reserveren.

Kaartblad 057 is toegevoegd aan bijlage IV van het Waterbesluit. Op dit kaartblad zijn bedrijventerreinen bij Haaften en Zaltbommel aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Dit betreffen hoogwatervrij vergunde, hooggelegen en dichtbebouwde bedrijventerreinen. De locaties liggen in de stroomluwte, waardoor dit geen effectieve plek is voor het realiseren van toekomstige rivierverruiming.

Beneden Merwede (kaartblad 060)

Langs de Beneden Merwede is een bestaande vergunningvrije locatie te Hardinxveld-Giessendam met een direct aansluitend blok huizen uitgebreid. Om dit blok ook vrij te stellen van paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit, is kaartblad 060 gewijzigd.

Noord (kaartblad 062)

Kaartblad 062 is gewijzigd om de reeds bestaande vergunningvrije gebieden onder bijlage IV van het Waterbesluit uit te breiden. De locaties die nu vergunningvrij zijn geworden, grenzen aan eerder vergunningvrij gemaakte gebieden en voldoen aan de eerder gebruikte criteria (hooggelegen en bebouwd).

Oude Maas (kaartblad 063)

Langs de Oude Maas is een bedrijfslocatie aangewezen onder artikel 6.16 Waterbesluit, dat direct grenst aan bestaand vergunningvrij gebied. Dit is gewijzigd op kaartblad 063.

Nederrijn (kaartbladen 067, 068 en 069)

Kaartbladen 067 en 068 zijn toegevoegd aan bijlage IV van het Waterbesluit, en kaartblad 069 wordt gewijzigd. Op kaartblad 067 is een bedrijventerrein bij Arnhem vergunningvrij gemaakt. De locatie ligt in de stroomschaduw van het centrum van Arnhem, waardoor dit geen effectieve plek is voor het realiseren van toekomstige rivierverruiming.

Op het nieuwe kaartblad 068 bij Renkum is een bedrijventerrein, waarop onder andere een waterzuiveringsinstallatie is gelegen, aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Langs de Nederrijn is geen toekomstige rivierverruiming voorzien, waaraan deze locatie een bijdrage zou kunnen leveren.

Kaartblad 069 is gewijzigd om een hooggelegen en dichtbebouwd bedrijventerrein bij Lienden vergunningvrij te maken. Langs de Nederrijn is geen toekomstige rivierverruiming voorzien, waaraan deze locatie een bijdrage zou kunnen leveren.

Lek (kaartbladen 076 en 077)

Aan bijlage IV van het Waterbesluit is kaartblad 076 toegevoegd. Voorts is kaartblad 077 gewijzigd. De op deze kaartbladen aangewezen gebieden onder artikel 6.16 van het Waterbesluit zijn dermate volgebouwde woongebieden, dat deze locaties niet geschikt zijn voor eventuele rivierverruimingsmaatregelen.

IJssel (kaartbladen 085, 086, 093, 098, 099 en 100)

Kaartblad 086 is toegevoegd aan bijlage IV van het Waterbesluit. Op dit kaartblad is een hooggelegen en dichtbebouwd bedrijventerrein bij Doesburg aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. De locatie ligt in de stroomluwte tegen het centrum van Doesburg aan, waardoor dit geen effectieve plek is voor het realiseren van toekomstige rivierverruiming. Door de toevoeging van kaartblad 086 is kaartblad 085 vervallen, omdat het aangewezen gebied dat op kaartblad 085 stond ook geheel op kaartblad 086 is weergegeven.

Door de wijzigingen in de buitenbegrenzing van het rivierengebied in de IJssel-Vechtdelta is de positionering van de kaartbladen in dit gebied veranderd. Kaartbladen 093 en 098 zijn vervallen, omdat er geen gebieden meer op staan die zijn aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Kaartbladen 099 en 100 zijn gewijzigd. Bij Kampen is een aantal bebouwde terreinen dat grenst aan een gebied dat reeds is vrijgesteld, aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. De terreinen zijn gelegen in het overgangsgebied, waar de noodzaak van het vrijhouden van dergelijke kleinschalige bebouwde terreinen voor toekomstige rivierverruiming niet aanwezig is. Op kaartbladen 099 en 100 zijn ook het Reevediep en de aangrenzende wateren toegevoegd. Het Reevediep is een nevengeul die in het kader van het Ruimte voor de Rivier project IJsseldelta is aangelegd en sinds 1 januari 2019 onderdeel is van het beheergebied Rijkswaterstaatswerken1. Met de toevoeging van het Reevediep zijn ook de aansluitende wateren Vossemeer en Ketelmeer binnen de begrenzing van het rivierengebied gebracht, omdat deze wateren bij hoge rivierafvoeren nodig zijn om het rivierwater af te voeren. De wijziging van de begrenzing van het rivierengebied is geformaliseerd middels een wijziging van de kaart bij de Beleidsregels grote rivieren. De gebieden in het Vossemeer en Ketelmeer die al waren vrijgesteld van vergunningplicht op grond van het tweede lid van artikel 6.16 van het Waterbesluit zijn door middel van het wijzigingsbesluit aangewezen onder het eerste lid van artikel 6.16 van het Waterbesluit.

Zwarte Water (kaartbladen 101, 102 en 103)

Het kaartmateriaal van het Zwolle-IJsselkanaal en het Zwarte Water tussen Zwolle en de monding van de Overijsselsche Vecht is geheel herzien.

De uiterwaarden van het Zwarte Water tussen Zwolle en de monding van de Overijsselsche Vecht zijn in het verleden integraal begrensd als vrijgesteld gebied. Voor de laaggelegen en niet-bebouwde delen van de uiterwaarden voldeed de aanwijzing niet aan de criteria zoals opgenomen in de nota van toelichting op het Waterbesluit. Ter plaatse van de laaggelegen en onbebouwde delen van de uiterwaarden is de aanwijzing dan ook opgeheven. De verandering betreft alleen terreinen met een agrarische of natuurbestemming. Op locaties waar bebouwing aanwezig is of er sprake is van hooggelegen terrein blijft de vrijgestelde status gehandhaafd. Langs het Zwolle-IJsselkanaal zijn daarnaast enkele gebieden toegevoegd aan het vrijgestelde gebied. Dit betreft hooggelegen en/of bebouwde oevers van het kanaal die door een recente kaartcorrectie (Staatscourant nr. 56828, 3 november 2016) zijn begrensd als onderdeel van het waterstaatswerk in beheer bij het Rijk.

Zwarte Meer (kaartbladen 104, 105 en 106)

Het Kampereiland bestaat uit een aantal aaneengesloten agrarische buitenpolders in de IJsseldelta. Aan de zijde van het Zwarte Water, Zwarte Meer en Ketelmeer, is het Kampereiland omsloten door een regionale kering met normhoogte 1/500. Aan de landzijde ligt er een primaire waterkering tussen het Kampereiland, de kernen IJsselmuiden, Genemuiden en Grafhorst en de polder Mastenbroek. Het Kampereiland heeft een bergende functie voor de afvoer van het Zwarte Water en/of de IJssel bij stormopzet vanuit het Ketelmeer in combinatie met hoge rivierafvoeren. Gezien de rol van het gebied in de waterveiligheid van het hoofdwatersysteem was het ten onrechte geheel aangewezen onder artikel 6.16 van het Waterbesluit. Voor de laaggelegen en niet-bebouwde delen voldeed de aanwijzing niet aan de criteria zoals opgenomen in de nota van toelichting op het Waterbesluit. Door middel van deze wijziging is de aanwijzing dan ook opgeheven voor de onbebouwde en laaggelegen delen van het gebied.

Het Kampereiland is voor het overgrote deel in agrarisch gebruik. Op circa 150 plekken zijn plekken met bebouwing aanwezig, voor het overgrote deel boerderijen op terpen. Ter plaatse van de locaties waar in de huidige situatie bebouwing aanwezig is, blijft de vrijgestelde status gehandhaafd. Dit om te voorkomen dat er sprake is van een verhoging van de administratieve lasten van de bewoners in het gebied en de beheerlast (vergunningverlening en handhaving) van de waterbeheerder. Aangezien de bebouwing voor het overgrote deel op terpen ligt, zal uitbreiding van de bebouwing binnen de vlakken die vrijgesteld blijven van vergunningplicht niet leiden tot significante vermindering van het aanwezige bergingsvolume.

Ketelmeer (kaartblad 107)

Bij de toevoeging van het Reevediep is ook het Ketelmeer binnen de begrenzing van het rivierengebied gebracht. Dit is geformaliseerd middels een wijziging van de kaart bij de Beleidsregels grote rivieren. De gebieden in het Ketelmeer die al waren vrijgesteld van vergunningplicht op grond van het tweede lid van artikel 6.16 van het Waterbesluit zijn middels het wijzigingsbesluit aangewezen onder het eerste lid van artikel 6.16 van het Waterbesluit.

Hollandsche IJssel (kaartbladen 078, 108 en 109)

Aan bijlage IV van het Waterbesluit zijn kaartbladen 108 en 109 toegevoegd, waarop vergunningvrije gebieden zijn aangewezen die niet onder paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit vallen. Een deel van deze gebieden is ook weergegeven op kaartblad 078, wat door middel van het wijzigingsbesluit is gewijzigd. De vergunningvrij gemaakte locaties langs de Hollandsche IJssel betreffen vooral een aantal zeer dichtbebouwde woongebieden en een paar industrieterreinen. Op deze locaties heeft het verlenen van vergunningen weinig meerwaarde meer omdat al veel ruimte is ingenomen met bebouwing en bijbehorende infrastructuur. Deze locaties zijn niet in beeld voor rivierverruiming vanwege de dichte bebouwing. Omdat de Hollandsche IJssel een deels relatief smalle rivier met veel bochten is, hebben scheepvaartaspecten een belangrijke rol gespeeld bij het bepalen van de begrenzing van de vergunningvrije gebieden.

Artikel II

Het wijzigingsbesluit bevat de bij wijzigingen van kaarten met de beheergrenzen gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van het onderhavige besluit niet enkel door de wijziging van bijlage IV een watervergunning vereist wordt. Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen. Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door het wijzigingsbesluit – moeten aanvragen van een vergunning of maatwerkvoorschrift voorkomen.

Artikel III

Inwerkingtreding van het besluit is voorzien voor 1 oktober 2020. Hierbij wordt overeenkomstig lid 5 van Aanwijzing voor de regelgeving 4.17 afgeweken van het vaste verandermoment en de minimum invoeringstermijn omdat dit aanmerkelijke ongewenste private of publieke nadelen voorkomt (enkele vrijgestelde gebiedsontwikkelingsprojecten zijn gebaat bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding; deze heeft verder geen nadelen voor burgers of overheden).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven