Besluit van 18 juni 2020 tot wijziging van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de bijzondere omstandigheden door COVID-19 om tijdelijk de geldigheidsduur van functies in het CBBS te verlengen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 juni 2020, nr. 2020-0000076323;

Gelet op de artikelen 18, achtste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 1a:1, achtste lid, 2:5, zesde lid, en 3:1, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 2, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 6, vierde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 19ab, vierde lid, van de Ziektewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 juni 2020, nr. W12.20.0161/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 juni 2020, nr. 2020-0000081743,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING SCHATTINGSBESLUIT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSWETTEN

Het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 9, onderdeel a, wordt «niet ouder zijn dan 24 maanden» vervangen door «niet ouder zijn dan 36 maanden».

B

In artikel 9, onderdeel a, wordt «niet ouder zijn dan 36 maanden» vervangen door «niet ouder zijn dan 24 maanden».

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat met ingang van 1 juli 2021 in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juni 2020

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De mate van arbeidsongeschiktheid in de diverse arbeidsongeschiktheidswetten (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, oude Wajong1, Wajong 2010, Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en Ziektewet) wordt vastgesteld met behulp van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (hierna: CBBS). Het CBBS bevat voorbeeldfuncties die theoretisch gezien kunnen worden uitgeoefend, inclusief de belasting van die functies.

De COVID-19-maatregelen hebben ook gevolgen voor de mogelijkheden om de functiebeschrijvingen in het CBBS actueel te houden. Bedrijfsbezoeken zijn niet meer mogelijk, waardoor functies niet meer tijdig kunnen worden herbeoordeeld. Het vervallen van functies kan gevolgen hebben voor de vast te stellen mate van arbeidsongeschiktheid. Als er minder functies ten grondslag kunnen liggen aan de arbeidsongeschiktheidsvaststelling, neemt de kans op een hogere mate van arbeidsongeschiktheid toe en komt de realiteitswaarde van de arbeidsongeschiktheidsvaststelling in het geding. Daarom is het noodzakelijk de geldigheidsduur van functies in het CBBS tijdelijk te verlengen naar 36 maanden.

2. De werking van het functiebestand en de invloed op de arbeidsongeschiktheidsvaststelling

Het functiebestand CBBS moet volgens het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (hierna: Schattingsbesluit) gevuld worden met in Nederland uitgeoefende functies. Daarnaast moet het gaan om algemeen geaccepteerde arbeid. Om dit te waarborgen bestaat het functiebestand uit functies die zijn ondergebracht in functieclusters (SBC-codes = Standaard Beroepen Classificatie). Iedere afzonderlijke functie in CBBS heeft volgens het Schattingsbesluit een maximale geldigheidstermijn van 24 maanden.2 Om de omvang en actualiteit van het functiebestand stabiel te houden dienen deze functies tijdig heronderzocht te worden. Daarom heronderzoeken de arbeidsdeskundig analisten (ADA’s) binnen 24 maanden alle afzonderlijke functies om te borgen dat het functiebestand actueel blijft. Een functie kan in de claimbeoordeling gebruikt worden als de SBC-code een landelijke dekking heeft. Dat betekent dat er in alle vijf regio’s één of meerdere functies actueel zijn.

Om de functiebelasting objectief te kunnen vaststellen is het noodzakelijk dat de ADA de werkplek bezoekt. Daar wordt informatie uitgevraagd die ziet op de functie-eisen, zoals inhoud van het werk, loon, opleidingseisen en vereiste werkervaring. Daarnaast wordt de werkplek geobserveerd om fysieke en psychische belasting in het werk en omgevingsfactoren te kunnen bepalen en te scoren volgens de methodiek van het CBBS.

De samenstelling en grootte van het functiebestand hebben invloed op de uitkomsten van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Als het aantal functies in het systeem afneemt heeft de arbeidsdeskundige minder mogelijkheden om passende functies te vinden voor de klant. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt dan doorgaans hoger.

Als het functiebestand kleiner wordt, neemt ook de realiteitswaarde van de schatting af.

3. Gevolgen van COVID-19-maatregelen

Op grond van het Schattingsbesluit dient een functie ten minste elke 24 maanden (her-)onderzocht te worden, zodat een actuele beschrijving van de functiebelasting in het CBBS is opgenomen. Als gevolg van de COVID-19-maatregelen kunnen de ADA’s niet meer op bezoek bij de bedrijven waar het heronderzoek uitgevoerd moet worden. Zonder dit bezoek aan de werkplek kan de ADA niet objectief vaststellen wat de belasting is binnen een bepaalde functie. Als de functiebelasting niet binnen 24 maanden is onderzocht, mag een functie niet meer gebruikt worden voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid.

Gevolgen

Momenteel is het functiebestand opgebouwd uit bijna 6.000 functies. Door de COVID-19- maatregelen is tijdig functieonderzoek onmogelijk waardoor functies komen te vervallen. Als vanaf 23 juni 2020 functies vervallen, zullen er per 1 oktober 2020 nog 4.137 functies beschikbaar zijn en per 1 januari 2021 nog 2.161 functies.

Dit relatief snelle verval van het aantal functies in CBBS hangt mede samen met de genoemde eis van landelijke dekking. Als de laatste actuele functie in een regio vervalt waarin geen actuele vervangende functie (2e functie) meer is opgenomen heeft dat tot gevolg dat alle functies binnen dezelfde SBC-code vervallen. Deze SBC-code kan dan niet meer worden gebruikt in de claimbeoordeling. Consequentie hiervan is dat de mate van arbeidsongeschiktheid doorgaans hoger zal worden vastgesteld. Dit zal leiden tot een verhoogd aantal toekenningen en een lagere uitstroom van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de arbeidsongeschiktheidsregeling in de Algemene nabestaandenwet. Voor werknemers geldt dat zij tijdelijk op een andere grondslag zouden worden beoordeeld dan andere uitkeringsgerechtigden. Daarnaast leidt het tot nadelige financiële gevolgen voor werkgevers, door middel van hogere premies voor omslagleden en hogere uitkeringslasten bij eigenrisicodragende werkgevers. Ditzelfde geldt ook voor verzekeraars van eigenrisicodragende werkgevers.

Wijziging en alternatieven

Om de continuïteit van de arbeidsongeschiktheidsvaststelling te kunnen verzekeren is de geldigheidsduur van de functies in CBBS verlengd van 24 maanden naar 36 maanden. Die periode acht de regering niet structureel wenselijk, omdat de actualiteitswaarde van de geduide functies vermindert. Deze waarde blijft echter ook met functies die (bijna) 36 maanden niet zijn heronderzocht, afdoende om de mate van arbeidsongeschiktheid op te baseren. Daarnaast acht de regering de gevolgen van het achterwege laten van deze wijziging te groot. Gezien het voorgaande is de regering van oordeel dat een verlenging van de geldigheid van functies naar 36 maanden tot 1 juli 2021 gerechtvaardigd en in deze tijd wenselijk is. Daarvoor wordt artikel 9, onderdeel a, tijdelijk aangepast tot 1 juli 2021.

Met deze wijziging is verondersteld dat de ADA’s het werk binnen afzienbare tijd kunnen hervatten. Het verloop van het virus en de daarvoor benodigde maatregelen laat zich echter lastig op de middellange termijn inschatten. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijft de gevolgen van het virus en de maatregelen daaromtrent op de arbeidsmarkt en het CBBS in het bijzonder, monitoren.

Wanneer de COVID-19-maatregelen zodanig worden versoepeld dat de ADA weer bedrijfsbezoeken kan uitvoeren, kunnen de opgelopen achterstanden in de heronderzoeken in minimaal een half jaar worden ingelopen. Het streven is dat in het voorjaar van 2021 het functiebestand geactualiseerd is. Om onzekerheden rondom deze verwachting op te kunnen vangen is de termijn vastgesteld op 36 maanden tot 1 juli 2021. Daarbij is niet uit te sluiten dat de te bezoeken bedrijven in de eerste periode na opheffing van de maatregelen druk zullen zijn met de eigen bedrijfsvoering en daardoor minder welwillend zullen zijn om mee te werken aan de heronderzoeken, wat voor vertraging van de actualisering kan zorgen. Daarnaast en ten slotte moeten niet alleen de opgelopen achterstanden worden ingelopen, maar ook de eventueel nieuw ontstane functies en reguliere herbeoordelingen moeten plaatsvinden.

Onderzocht is of er andere mogelijkheden zijn om de belasting van functies te onderzoeken, zoals telefonisch contact met werkgevers of schriftelijke vragenlijsten. Gebleken is dat deze methoden niet voldoen aan de vereiste zorgvuldigheid. Bepaalde elementen van de functiebelasting, zoals lichamelijke en psychische belasting dienen beoordeeld te worden door de ADA op de werkplek en kunnen niet schriftelijk of telefonisch worden vastgesteld. Door de geldigheidsduur van het huidige functiebestand te verlengen, worden functies die aan de zorgvuldigheidseisen voldoen behouden. Immers zijn die functies allen in het verleden door een ADA (her-)onderzocht op de daadwerkelijke werkplek.

Anticiperen

Het UWV kijkt bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid vaak vooruit: functies dienen te voldoen aan de voorwaarden van het Schattingsbesluit op de datum waarop de beslissing betrekking heeft, zoals de verwachte eerste uitkeringsdag of herzieningsdag. Deze datum ligt veelal twee tot drie maanden ná de beoordeling door de arbeidsdeskundige. Na beoordeling volgt administratieve verwerking, verzending van de beschikking en dergelijken waarbij voorts bij intrekking of verlaging van de uitkering veelal een uitlooptermijn van twee maanden geldt vanaf de dag na verzending van de beschikking. Daarom kunnen voor de beoordeling alleen functies gebruikt worden die op de bedoelde datum nog steeds geldig zijn. Indien UWV op 16 mei 2020 de mate van arbeidsongeschiktheid van iemand beoordeeld wiens wachttijd afloopt op 22 juni 2020, worden dus functies geduid die op 22 juni 2020 geldig zijn.

Vanaf 23 juni 2020 zouden functies in het CBBS vervallen. Met dit besluit is dit voorkomen. Om te voorkomen dat voor de groep verzekerden die 1) voor inwerkingtreding van dit besluit zijn beoordeeld en 2) een wachttijd hebben die eindigt na 23 juni 2020, geen functies kunnen worden geduid waarvan de geldigheid pas na ommekomst van dit besluit is verlengd, heeft UWV de huidige werkwijze voortgezet door het bestaande functiebestand toe te blijven passen. Hierbij is ervan uitgegaan dat de geldigheid van de functies zijn verlengd conform dit besluit.

4. Financiële consequenties en regeldruk

Het verlengen van de geldigheidsduur van de functies in het CBBS heeft geen financiële consequenties. Het achterwege laten van deze verlenging heeft potentieel grote gevolgen. Indien er geen verlenging plaatsvindt, zal er een intensivering van de uitkeringslasten en werkgeverslasten plaatsvinden.

De gevolgen voor de regeldruk zijn verwaarloosbaar.

5. UWV

Medewerkers van UWV voeren de claimbeoordeling uit en doen functieonderzoeken. Daarom is UWV gevraagd of zij een uitvoeringstoets wil doen. Omwille van de acute gevolgen die op korte termijn zouden plaatsvinden, heeft UWV afgezien van een formele uitvoeringstoets en de termijnen die daarbij horen. Wel heeft UWV aangegeven het ontwerpbesluit uitvoerbaar te achten.

6. Voorhangprocedure

Wijzigingen in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten dienen te worden gepubliceerd en voorgehangen bij beide Kamers der Staten-Generaal. Een ontwerp van dit besluit is op 25 mei 2020 voorgehangen. Vanuit de Tweede Kamer is een aantal vragen gekomen, die bij brief van 2 juni 2020 zijn beantwoord.3 Deze vragen hadden onder meer betrekking op de omvang van het achterstallige werk van de ADA’s, de veroudering van functies in het functiebestand, de risico’s en nadelige gevolgen voor uitkeringsgerechtigden en de keuze voor de duur van de tijdelijke geldigheid van functies. Dit heeft niet geleid tot wijziging van het ontwerpbesluit.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met de dubbelwijziging in de onderdelen A en B wordt de geldigheidsduur van de functies in CBBS, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit tijdelijk verlengd van 24 maanden naar 36 maanden. Deze verlenging ziet alleen op de periode van inwerkingtreding van dit besluit tot de datum van inwerkingtreding van onderdeel B op 1 juli 2021.

Artikel II

Om te voorkomen dat functies in het CBBS vervallen en de nadelige gevolgen hiervan te ondervangen treedt de verlenging van de geldigheid van de functies, bedoeld in artikel I, onderdeel A, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Om die redenen wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de vaste invoertermijn.

De wijziging van artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 zodat de geldigheid van de functies per die datum weer de gebruikelijke 24 maanden wordt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Dit behelst de jonggehandicapten die voor het jaar 2010 de Wajong zijn ingestroomd.

X Noot
2

Artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.

X Noot
3

Zie Kamerstukken II 2019/20, 29 544, nr. 1008.

Naar boven