29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1008 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie op 25 mei 2020.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 19 juni 2020.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 21 juni 2020.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2020

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit tot aanpassing van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten1. Dit besluit dient tijdelijk te worden aangepast in verband met de verlenging van de geldigheidsduur van de functies in het functiebestand CBBS van 24 maanden naar 36 maanden tot 1 juli 2021.

Inhoud ontwerpbesluit

De mate van arbeidsongeschiktheid in de diverse arbeidsongeschiktheidswetten wordt vastgesteld met behulp van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). Het CBBS bevat voorbeeldfuncties die theoretisch gezien kunnen worden uitgeoefend, inclusief de belasting van die functies.

De COVID-19-maatregelen hebben ook gevolgen voor de mogelijkheden om de functiebeschrijvingen in het CBBS actueel te houden. Bedrijfsbezoeken zijn niet meer mogelijk, waardoor functies niet meer tijdig kunnen worden herbeoordeeld en het functiebestand niet tijdig kan worden geactualiseerd. Gebleken is dat er geen andere methoden zijn om deze herbeoordelingen van functies uit te voeren, die voldoen aan de vereiste zorgvuldigheid. Hierdoor dreigen vanaf 23 juni 2020 functies te vervallen. Het vervallen van functies kan gevolgen hebben voor de vast te stellen mate van arbeidsongeschiktheid. Als er minder functies ten grondslag kunnen liggen aan de arbeidsongeschiktheidsvaststelling, neemt de kans op een hogere mate van arbeidsongeschiktheid toe en komt de realiteitswaarde van de arbeidsongeschiktheidsvaststelling in het geding. Daarom is het noodzakelijk de geldigheidsduur van functies in het CBBS tijdelijk te verlengen van 24 maanden naar 36 maanden tot 1 juli 2021. Vanaf 1 juli 2021 wordt de geldigheidsduur van de functies weer teruggebracht naar 24 maanden.

Met deze wijziging is verondersteld dat de arbeidsdeskundig analisten het werk binnen afzienbare tijd kunnen hervatten en dat het functiebestand rond het voorjaar van 2021 geactualiseerd is. Het verloop van het virus en de daarvoor benodigde maatregelen laat zich echter lastig op de middellange termijn inschatten. Samen met het UWV blijf ik de gevolgen van het virus en de maatregelen daaromtrent op de arbeidsmarkt en het CBBS in het bijzonder, monitoren.

Anticiperen

Het UWV kijkt bij het vaststellen van de mate van arbeidsongeschiktheid vaak vooruit: functies dienen te voldoen aan de voorwaarden van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten op de datum waarop de beslissing betrekking heeft, zoals de verwachte eerste uitkeringsdag of herzieningsdag. Deze datum ligt veelal twee tot drie maanden ná de beoordeling door de arbeidsdeskundige.

Daarom kunnen voor de beoordeling alleen functies gebruikt worden die op de bedoelde datum nog steeds geldig zijn. Indien UWV op 16 mei 2020 de mate van arbeidsongeschiktheid van iemand beoordeeld wiens wachttijd afloopt op 22 juni 2020, worden dus functies geduid die op 22 juni 2020 geldig zijn.

Vanaf 23 juni 2020 zouden functies in het CBBS vervallen. Met dit ontwerpbesluit wordt dit voorkomen. Om te voorkomen dat voor de groep verzekerden die 1) voor inwerkingtreding van dit besluit zijn beoordeeld en 2) een wachttijd hebben die eindigt na 23 juni 2020, geen functies kunnen worden geduid waarvan de geldigheid pas na ommekomst van dit besluit is verlengd, heeft UWV de huidige werkwijze voortgezet door het bestaande functiebestand toe te blijven passen. Hierbij is ervan uitgegaan dat de geldigheid van de functies zijn verlengd conform dit besluit.

Voorlegging

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 6, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 18, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 2, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,de artikelen 1a:1, negende lid, 2:5, zevende lid, en 3:1, negende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en artikel 19ab, vijfde lid, van de Ziektewet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het wijzigingsbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit gebruikelijk niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overlegd. Aangezien het ontwerpbesluit een gevolg is van de COVID-19-maatregelen en zeer spoedige inwerkingtreding per 23 juni vereist om te voorkomen dat functies in het CBBS vervallen en de nadelige gevolgen hiervan te ondervangen, verzoek ik u in afwijking van de aangehaalde bepalingen binnen twee weken uw wensen en bedenkingen over dit ontwerpbesluit aan mij kenbaar te maken.

Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge de aangehaalde artikelen in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven wensen en bedenkingen kenbaar te maken, binnen twee weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven