Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 december
2018, nr. WJZ / 18298461;
Gelet op artikel XVIII van de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van
de Gaswet (voortgang energietransitie);
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het enige artikel van het Besluit van 26 april 2018 tot vaststelling van het tijdstip
van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van
de Gaswet (voortgang energietransitie) (Stb 2018, 129) wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt in de opsomming van onderdelen van artikel II na «AJ» ingevoegd
«, subonderdelen 2 en 3,».
2. In onderdeel b wordt in de opsomming van onderdelen van artikel II na «achtste lid»,»
ingevoegd «AJ, subonderdeel 1,».
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Wassenaar, 5 december 2018
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Uitgegeven de veertiende december 2018
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit wijzigt het Besluit van 26 april 2018 tot vaststelling van
het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet
1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) (Stb. 2018, 129). Met deze wijziging wordt het tijdstip van inwerkingtreding gewijzigd van artikel
II, onderdeel AJ, subonderdeel 1, van de Wet van 9 april 2018, tot wijziging van de
Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) (Stb. 2018, 109) (hierna: Wet voortgang energietransitie).
De inwerkingtreding van artikel II, onderdeel AJ, subonderdeel 1, was in het oorspronkelijke
inwerkingtredingsbesluit gesteld op 1 januari 2019. Met het onderhavige besluit wordt
de inwerkingtreding van dit subonderdeel tot een later te bepalen moment uitgesteld.
Hiermee wordt voorkomen dat de grondslag in artikel 82 van de Gaswet om een tarief
vast te stellen voor de in artikel 10a, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet opgenomen
taak voor gasnetbeheerders om bepaalde aansluitingen te beheren en onderhouden vervalt,
terwijl de taak zelf blijft gelden tot het tijdstip van inwerkingtreding van de in
artikel II, onderdeel N, subonderdeel 2, van de Wet voortgang energietransitie opgenomen
vernieuwde taak om grote aansluitingen te verzorgen.
Door artikel II, onderdeel AJ, subonderdeel 1, naar onderdeel a van het inwerkingtredingsbesluit
te verplaatsen, wordt bereikt dat de inwerkingtreding van dit subonderdeel kan worden
afgestemd met de inwerkingtreding van de aansluittaak in artikel II, onderdeel N,
subonderdeel 2, van de Wet voortgang energietransitie. De concrete datum van inwerkingtreding
voor de onderdelen die betrekking hebben op de aansluittaak wordt in een volgend koninklijk
besluit bepaald.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes