Besluit van 29 maart 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 maart 2017, nr.WJZ/1164368 (6673), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XIII, eerste lid, van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, treden van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80) de volgende artikelen en onderdelen in werking:

    • a. artikel VII, onderdeel M;

    • b. artikel VIII, onderdeel J;

    • c. artikel IX, onderdeel E;

    • d. artikel XIIa, onderdelen C, D, subonderdeel 2, E, G, I, J, L tot en met T, V en X tot en met Z; en

    • e. artikel XIIb.

  • 2. Met ingang van 1 juli 2017 treden van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80) de volgende artikelen en onderdelen in werking:

    • a. artikel I;

    • b. artikel II;

    • c. artikel III;

    • d. artikel IV, onderdelen A tot en met H en J tot en met O;

    • e. artikel V;

    • f. artikel VI;

    • g. artikel VII, onderdelen A tot en met L;

    • h. artikel VIII, onderdelen A tot en met I;

    • i. artikel IX, onderdelen A en C;

    • j. artikel X;

    • k. artikel XI; en

    • l. artikel XII.

  • 3. Met ingang van 1 augustus 2017 treedt van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80) artikel XIIa, onderdelen A, B, D, subonderdeel 1, F, H, K, U en W, in werking.

  • 4. Met ingang van 1 april 2018 treedt van de Wet van 22 februari 2017 houdende wijziging van enkele onderwijswetten om deze meer te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht en om de overgangsbepalingen voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland te verlengen en aanpassing van de Wet studiefinanciering BES om die in overeenstemming te brengen met de uitvoeringspraktijk (Stb. 2017, 80) artikel IV, onderdeel I, in werking.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 29 maart 2017

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de twintigste april 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Eerste lid

– onderdelen a, b en c

De inwerkingtreding van de artikelen VII, onderdeel M, VIII, onderdeel J, en IX, onderdeel E, kan direct na de datum van plaatsing van dit besluit in het Staatsblad. Het betreft een formeel juridische verlenging van de overgangsbepalingen voor de voorziening in de onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland en de inwerkingtreding dient geregeld te zijn uiterlijk voor de vervaldatum van de huidige overgangsbepaling (31 december). Met de directe inwerkingtreding wordt de vereiste duidelijkheid gegeven aan de verschillende nog lopende projecten.

– onderdeel d

Een deel van de wijzigingen in de Wet studiefinanciering BES – geregeld in artikel XIIa, onderdelen C, D, subonderdeel 2, E, G, I, J, L tot en met T, V en X tot en met Z – kan direct na de datum van plaatsing van dit besluit in het Staatsblad in werking treden. Het gaat om wijzigingen die hetzij nu al conform de nieuwe wettekst worden uitgevoerd op grond van de hardheidsclausule, hetzij wijzigingen die met ingang van studiejaar 2017–2018 ingevoerd gaan worden, maar die al eerder werken omdat bijvoorbeeld de opstarttoelage al ruim voor het nieuwe studiejaar wordt uitbetaald. Ook diverse wetstechnische wijzigingen kunnen direct ingevoerd worden.

– onderdeel e

De wijziging van artikel 5.2 van de Wet studiefinanciering 2000 – opgenomen in artikel XIIb – treedt direct in werking na de datum van plaatsing van dit besluit in het Staatsblad. Het krijgt vervolgens terugwerkende kracht tot 1 september 2015 op grond van de inwerkingtredingsbepaling van de wet.

Tweede lid

Het tweede lid heeft betrekking op technische wijzigingen van bepalingen in de onderwijswetgeving zonder consequenties van inhoudelijke of uitvoeringstechnische aard om deze bepalingen beter te laten aansluiten bij de Algemene wet bestuursrecht. Deze wijzigingen treden met ingang van het vaste verandermoment 1 juli (2017) in werking.

– onderdelen a, b en c

De artikelen I, II en III betreffen de Wet op het voortgezet onderwijs (onderdeel a), de Wet op het primair onderwijs (onderdeel b) en de Wet op de expertisecentra (onderdeel c).

– onderdeel d

Artikel IV betreft de Wet educatie en beroepsonderwijs. Voor een toelichting op de inwerkingtreding van onderdeel I van artikel IV, wordt verwezen naar de toelichting hierna, bij het vierde lid.

– onderdelen e en f

De artikelen V en VI betreffen de Leerplichtwet 1969 (onderdeel e) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (onderdeel f).

– onderdeel g

Artikel VII betreft de Wet voortgezet onderwijs BES. Voor een toelichting op de inwerkingtreding van artikel VII, onderdeel M, wordt verwezen naar de toelichting hierboven, bij het eerste lid, onderdelen a, b en c.

– onderdeel h

Artikel VIII betreft de Wet primair onderwijs BES. Voor een toelichting op de inwerkingtreding van artikel VIII, onderdeel J, wordt verwezen naar de toelichting hierboven, bij het eerste lid, onderdelen a, b en c.

– onderdeel i

Artikel IX betreft de Wet educatie en beroepsonderwijs BES. De onderdelen B en D brengen wijzigingen aan in artikelen van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES die bij de Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) zijn geïntroduceerd, maar nog niet in werking zijn getreden. Deze wijzigingen van de onderdelen B en D zullen daarom eerst op een nader te bepalen tijdstip in werking treden.

– onderdelen j, k en l

De artikelen X, XI en XII betreffen de Leerplichtwet BES (onderdeel j), de Wet op het onderwijstoezicht (onderdeel k) en de Wet op de erkende onderwijsinstellingen (onderdeel l).

Derde lid

De overige wijzigingen in de Wet studiefinanciering BES die niet direct in werking treden, worden ingevoerd met ingang van het studiejaar 2017–2018. Voor het mbo worden deze bepalingen dus ingevoerd op 1 augustus en voor het hoger onderwijs op 1 september. Het gaat om de volgende onderdelen van artikel XIIa: A, B, D, subonderdeel 1, F, H, K, U en W.

Vierde lid

Artikel IV, onderdeel I, betreft twee technische verbeteringen op artikel 8.1.1c van de Wet educatie en beroepsonderwijs, zoals dat komt te luiden op grond van artikel I, onderdeel G, van de Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb. 2016, 362). Bij het besluit van 26 januari 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb 2017, 27) is bepaald dat dit met ingang van 1 april 2018 het geval zal zijn. Om die reden treedt daarna, ook met ingang van 1 april 2018, artikel IV, onderdeel I, in werking. Op die manier worden de benodigde technische verbeteringen direct bij de inwerkingtreding tot stand gebracht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven