Besluit van 26 januari 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb. 2016, 362)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 januari 2017, nr.WJZ/1131740 (6706) directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van de Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb. 2016, 362);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Van de Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb. 2016, 362) treden in werking:

  • a. met ingang van 1 augustus 2017: artikel I, onderdelen A, B, C, D, artikel 8.0.1, 8.0.2, tweede lid, 8.0.3, eerste, tweede en vijfde lid, en 8.0.4, E, F, G, artikel 8.1.1c, zesde lid, artikel II, onderdeel A, artikel 27d, tweede lid, B, artikel III, onderdeel A, artikel 42b, tweede lid, B, en artikel V;

  • b. met ingang van 1 oktober 2017: artikel I, onderdelen J en K;

  • c. met ingang van 1 april 2018: artikel I, onderdelen G, artikel 8.1.1c, eerste tot en met vijfde lid, en I; en

  • d. met ingang van 1 augustus 2018: artikel I, onderdeel H.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 26 januari 2017

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de negende februari 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De Wet van 5 oktober 2016 houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb. 2016, 362) bepaalt in artikel VI dat de inwerkingtreding van deze wet geschiedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van artikelen of onderdelen per 1 augustus 2017, respectievelijk 1 oktober 2017, 1 april 2018 en 1 augustus 2018.

Van een aantal artikelen of onderdelen wordt de inwerkingtreding nog niet bepaald in het onderhavige besluit. Het gaat daarbij enerzijds om de bepalingen die betrekking hebben op Caribisch Nederland (artikel IV van de wet). Deze bepalingen zullen, zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is aangegeven, op een nader te bepalen moment in werking treden.

Anderzijds betreft het bepalingen die betrekking hebben op de uitwisseling van gegevens van vo-leerlingen die naar verwachting overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs. Deze bepalingen zullen, zoals tijdens de schriftelijke en mondelinge behandeling van het wetsvoorstel is aangegeven, eerst in werking treden als de benodigde (ICT-)voorzieningen ontwikkeld en operationeel zijn om landelijk inzicht in de overstappers te geven. Het betreft van artikel I, onderdeel D, de artikelen 8.0.2, eerste lid, en 8.0.3, derde, vierde en zesde lid, van artikel II, onderdeel A, artikel 27d, eerste lid, en van artikel III, onderdeel A, artikel 42b, eerste lid. Zodra zicht is op dat moment, zal voor de desbetreffende bepalingen een inwerkingtredingsbesluit worden genomen.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel a – inwerkingtreding met ingang van 1 augustus 2017:

Voorafgaand aan het studiejaar 2018/2019 waarvoor voor het eerst de vroegtijdige aanmelddatum geldt, treden per 1 augustus 2017 de volgende bepalingen in werking:

Artikel I. Wijzigingen in de Wet educatie en beroepsonderwijs

De onderdelen A, B, C en F. Deze onderdelen zijn technisch van aard en kunnen zonder bezwaar al met ingang van 1 augustus 2017 in werking treden, deels vooruitlopend op bepalingen die later pas in werking treden. Hetzelfde geldt voor artikel II, onderdeel B en artikel III, onderdeel B.

Onderdeel D, artikel 8.0.1 betreft de aanmelding uiterlijk op 1 april. Die bepaling heeft voor het eerst betrekking op 1 april 2018, voorafgaand aan de aanvang van het studiejaar 2018/2019.

Onderdeel D, artikel 8.0.2, tweede lid, betreft de grondslag voor de ministeriële regeling ter uitvoering van het eerste lid inzake de gegevensverstrekking van leerlingen aan een opleiding voor voortgezet algemeen volwassenen onderwijs die naar verwachting overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs. In die regeling kan bijvoorbeeld worden aangegeven van welke reeds bestaande gegevens gebruik gemaakt kan worden en hoe de levering dient te geschieden (bijvoorbeeld digitaal). Het eerste lid van dit artikel treedt later in werking, zoals hierboven in het algemeen deel van de toelichting is uiteengezet.

Onderdeel D, artikel 8.0.3, eerste en tweede lid, betreft de gegevens die de deelnemer bij de aanmelding dient te verstrekken.

Onderdeel D, artikel 8.0.3, vijfde lid, bevat de grondslag voor de ministeriële regeling ter uitvoering van de gegevenswisseling, bedoeld in het derde en vierde lid van dit artikel. In die regeling kan bijvoorbeeld worden aangegeven van welke al bestaande gegevens gebruik gemaakt kan worden bij de gegevenswisseling van leerlingen die overstappen en hoe de levering dient te geschieden (bijvoorbeeld digitaal). Het derde, vierde en zesde lid van dit artikel treden later in werking, zoals hierboven in het algemeen deel van de toelichting is uiteengezet.

Onderdeel D, artikel 8.0.4 betreft de intakeactiviteiten en het studiekeuzeadvies. Het eerste lid is voor het eerst van toepassing op studenten die zich uiterlijk op 1 april 2018 hebben aangemeld voor een beroepsopleiding die start bij de aanvang van het studiejaar 2018/2019. De informatie, bedoeld in het zevende lid van artikel 8.0.4 betreft de nadere regels van het bevoegd gezag met betrekking tot intakeactiviteiten. Deze informatie dient voor het eerst uiterlijk 1 februari 2018 beschikbaar te zijn, zodat de studenten die daarmee te maken krijgen in het studiejaar 2018/2019 zich daarvan op de hoogte kunnen stellen.

Onderdeel E betreft het respecteren of onderschrijven van de grondslag en doelstellingen van de instelling en is met ingang van 1 augustus 2017 van toepassing ten aanzien van studenten die vanaf die datum ingeschreven willen worden.

Onderdeel G, artikel 8.1.1c, zesde lid, betreft de informatie over de toelatingsprocedure vanaf studiejaar 2018/2019, die uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waarvoor deze geldt, dus voor het eerst uiterlijk 1 februari 2018, voor ieder beschikbaar moet zijn. De eerste vijf leden van artikel 8.1.1c betreffen het recht op toelating zelf en treden met ingang van 1 april 2018 in werking.

Artikel II. Wijzigingen in de Wet op het voortgezet onderwijs

Onderdeel A, artikel 27d, tweede lid, betreft de grondslag voor de ministeriële regeling ter uitvoering van het eerste lid inzake de gegevensverstrekking van leerlingen die naar verwachting overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs. In die regeling kan bijvoorbeeld worden aangegeven van welke reeds bestaande gegevens gebruik gemaakt kan worden bij de gegevenswisseling van leerlingen die overstappen en hoe de levering dient te geschieden (bijvoorbeeld digitaal). Het eerste lid van dit artikel treedt later in werking, zoals hierboven in het algemeen deel van de toelichting is uiteengezet.

Voor onderdeel B wordt verwezen naar de toelichting hierboven bij artikel I.

Artikel III. Wijzigingen in de Wet op de Expertisecentra

Onderdeel A, artikel 42b, tweede lid, betreft de grondslag voor de ministeriële regeling ter uitvoering van eerste lid inzake de gegevensverstrekking van leerlingen die naar verwachting overstappen naar het middelbaar beroepsonderwijs. In die regeling kan bijvoorbeeld worden aangegeven van welke reeds bestaande gegevens gebruik gemaakt kan worden bij de gegevenswisseling van leerlingen die overstappen en hoe de levering dient te geschieden (bijvoorbeeld digitaal). Het eerste lid van dit artikel treedt later in werking, zoals hierboven in het algemeen deel van de toelichting is uiteengezet.

Voor onderdeel B wordt verwezen naar de toelichting hierboven bij artikel I.

Artikel V. Evaluatiebepaling

Dit artikel treedt in werking met ingang van 1 augustus 2017. Dat wil zeggen dat deze wet binnen vier jaar na die datum op doeltreffendheid en effecten zal worden beoordeeld.

Onderdeel b – inwerkingtreding met ingang van 1 oktober 2017

Artikel I, onderdelen J en K, treden in werking met ingang van 1 oktober 2017. Voor deze, van de vaste verandermomenten afwijkende, datum wordt gekozen om de volgende reden. Op dit moment kunnen instellingen nog zelf bepalen voor welke opleidingen zij om hen moverende redenen aanvullende eisen stellen. Als onderdeel J van artikel I in werking is getreden, kan dit alleen nog ten aanzien van opleidingen die bij ministeriële regeling worden aangewezen. Ten aanzien van die opleidingen dient het bevoegd gezag een regeling vast te stellen voor de selectiecriteria en de selectieprocedure die uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar waar deze voor geldt, voor een ieder beschikbaar moet zijn. De selectiecriteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met gronden die bij de hiervoor genoemde ministeriële regeling worden aangegeven. Beoogd is dat de ministeriële regeling in werking treedt per 1 oktober 2017 en dat de aanvullende eisen die het bevoegd gezag volgens de nieuwe systematiek stelt, gaan gelden met ingang van het studiejaar 2018–2019.

Onderdeel K van artikel I betreft de medezeggenschap (adviesbevoegdheid) ten aanzien van de regeling die het bevoegd gezag vaststelt voor de selectiecriteria en de selectieprocedure, bedoeld in artikel 8.2.2a.

Onderdeel c – inwerkingtreding met ingang van 1 april 2018

Artikel I, onderdeel G, artikel 8.1.1c, eerste tot en met vijfde lid, bevat de bepalingen inzake het recht op toelating van deelnemers en de mogelijke beperkingen daarvan. Deze bepalingen treden in werking met ingang van 1 april 2018. Daarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, omdat het hier de toepassing betreft van de toelatingsbepalingen voor degenen die zich uiterlijk 1 april 2018 hebben aangemeld voor een beroepsopleiding die start bij de aanvang van in casu studiejaar 2018/2019. Vanaf deze datum geschiedt de daadwerkelijke toelating van studenten op grond van de bepalingen in artikel 8.1.1c, eerste tot en met vijfde lid.

Onderdeel I van dit artikel I betreft de mogelijkheid voor het bevoegd gezag om in bijzondere gevallen, na advies van de examencommissie en na zorgvuldige afweging van de betrokken belangen, de onderwijsovereenkomst met een deelnemer te ontbinden dan wel te weigeren, als die deelnemer door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. Ook deze mogelijkheid moet kunnen worden betrokken bij de daadwerkelijke toelating en treedt daarom eveneens in werking met ingang van 1 april 2018.

Onderdeel d – inwerkingtreding met ingang van 1 augustus 2018

Artikel I, onderdeel H, betreft de bepalingen met betrekking tot het bindend studieadvies. Dit onderdeel geldt met ingang van het studiejaar 2018/2019, per 1 augustus 2018.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven