Wet van 26 oktober 2016, houdende wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, de Algemene wet bestuursrecht en het Wetboek van Strafrecht in verband met rechtsbescherming bij toegangsweigering, uitzonderingen op Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU 2008, L 348) en het herstel van enkele wetstechnische gebreken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enkele wijzigingen aan te brengen in de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht om de rechtsbescherming bij toegangsweigering te wijzigen, om in de wet enkele uitzonderingen op de toepassing van Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PbEU 2008, L 348) vast te leggen en om enkele wetstechnische gebreken te herstellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving van «Onze Minister» wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

2. In de begripsomschrijving van «gemeenschapsonderdanen» wordt «Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap» telkens vervangen door: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

3. De begripsomschrijving van «Schengengrenscode» wordt vervangen door: Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PbEU, L77);

Aa

Artikel 2u wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt na «onder een beperking verband houdend met verblijf als houder van de Europese blauwe kaart» ingevoegd: of overplaatsing binnen een onderneming.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid maakt Onze Minister de beslissing op een aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf onder een beperking verband houdend met wetenschappelijk onderzoek, studie, lerend werken, of uitwisseling in het kader van Europees vrijwilligerswerk bekend binnen 60 dagen en kan die termijn niet worden verlengd.

Ab

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt: «de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid,» vervangen door: een vreemdeling.

2. In het vierde lid vervallen de woorden: of opgeschort.

3. Aan het vierde lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Een reeds genomen besluit tot weigering van toegang tot Nederland vervalt met ingang van het tijdstip waarop de vreemdeling aan de grens te kennen geeft een aanvraag als bedoeld in het derde lid te willen indienen.

4. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. De vreemdeling wordt onverwijld in kennis gesteld van het uitstel van het besluit tot weigering van toegang tot Nederland.

5. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien een aanvraag met toepassing van de grensprocedure niet in behandeling wordt genomen, niet-ontvankelijk wordt verklaard of wordt afgewezen als kennelijk ongegrond, wordt daarbij onmiddellijk de toegang tot Nederland geweigerd op grond van artikel 14 van de Schengengrenscode.

6. In het zevende lid wordt in de eerste volzin de zinsnede «uitreiking van het besluit,» vervangen door «de kennisgeving,» en wordt in de tweede volzin de zinsnede «de uitreiking van het besluit,» vervangen door «de kennisgeving,».

Ac

In artikel 4, eerste lid, wordt «artikel 5, eerste lid, onder a of b, van de Schengengrenscode» vervangen door: artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de Schengengrenscode.

Ad

In artikel 6a, eerste lid, wordt na «artikel 6, eerste en tweede lid,» ingevoegd: opleggen of.

B

In artikel 8, onderdeel e, wordt «Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap» vervangen door: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 8, onder a tot en met d, f tot en met h en j tot en met l» vervangen door: artikel 8, onder a tot en met d, f tot en met h en j tot en met m.

2. In het eerste en tweede lid wordt «artikel 1, onder e,» vervangen door: artikel 1,.

D

Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «artikel 1, onder e,» wordt vervangen door: artikel 1,

2. De zinsnede «Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PbEG L 257)» wordt vervangen door: Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PbEU 2011, L 141/1).

E

In de artikelen 16, eerste lid, onderdeel e, en 54, eerste lid, onderdeel d, wordt de zinsnede «de Infectieziektenwet» vervangen door: de Wet publieke gezondheid.

Ea

In artikel 19 wordt «artikel 28, eerste lid, onderdeel d» vervangen door: artikel 28, eerste lid, onderdeel e.

Eb

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, wordt na «onder een beperking verband houdend met verblijf als houder van de Europese blauwe kaart» ingevoegd: of overplaatsing binnen een onderneming.

2. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 onder een beperking verband houdend met wetenschappelijk onderzoek, studie, lerend werken of uitwisseling in het kader van Europees vrijwilligerswerk bekendgemaakt binnen 60 dagen en kan die termijn niet worden verlengd.

Ec

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het achtste lid tot negende lid, wordt een nieuw achtste lid ingevoegd, luidende:

  • 8. Een aanvraag van een gezinslid als bedoeld in artikel 29, tweede lid, tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 kan worden afgewezen, indien gezinshereniging mogelijk is in een derde land waarmee de vreemdeling, bedoeld in artikel 29, eerste lid, of het desbetreffende gezinslid bijzondere banden heeft.

2. In het negende lid (nieuw) wordt «eerste tot en met zevende lid» vervangen door: eerste tot en met achtste lid.

F

In artikel 46, derde lid, wordt «artikel 2, onder 13, van de Schengengrenscode» vervangen door: artikel 2, onder 14, van de Schengengrenscode.

G

Artikel 45b, tweede lid, onderdeel g, komt te luiden:

  • g. het examen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inburgering, of een diploma, certificaat of ander document als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van die wet niet heeft behaald.

H

In artikel 53a, tweede lid, wordt na «bij een onderneming behorende ruimte» ingevoegd: te betreden en.

Ha

In artikel 61, eerste lid, vervalt «of artikel 62c».

I

In artikel 73, tweede lid, onderdeel d, wordt «artikel 22, eerste lid» vervangen door: artikel 22, tweede lid.

Ia

Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «een besluit is uitgereikt, als bedoeld in artikel 3, eerste of zesde lid,» vervangen door: een besluit tot weigering van toegang tot Nederland is uitgereikt,.

2. In het derde lid wordt «het besluit, bedoeld in artikel 3, eerste of zesde lid,» vervangen door: de uitreiking van het besluit tot weigering van toegang tot Nederland.

3. In het zevende lid wordt in de eerste volzin na «artikel 59, zesde lid» ingevoegd: , of artikel 59b, vijfde lid.

J

In artikel 106a, eerste lid, vervalt «, bedoeld in artikel 1, onder x,».

K

Na artikel 109 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 109a

De verplichtingen die voor Nederland voortvloeien uit de Terugkeerrichtlijn, gelden niet ten aanzien van vreemdelingen:

  • a. aan wie, anders dan met toepassing van artikel 3, zesde lid, de toegang is geweigerd overeenkomstig artikel 14 van de Schengengrenscode en die vervolgens geen rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8 hebben verkregen; of

  • b. jegens wie een procedure van uitlevering als bedoeld in de Uitleveringswet loopt.

ARTIKEL II

In bijlage 1 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in de zinsnede met betrekking tot de Vreemdelingenwet 2000, in onderdeel a, «artikel 54, tweede lid» vervangen door: artikel 54, derde lid.

ARTIKEL III

In artikel 15, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafrecht wordt «artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000» vervangen door: artikel 8, onder a tot en met e of l, van de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL IIIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 november 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met een herziening van de wettelijke regeling van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, 34 086) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel QQ, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt artikel III van deze wet als volgt gewijzigd:

ARTIKEL III

In artikel 6:2:10, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering wordt «artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000» vervangen door: artikel 8, onder a tot en met e of l, van de Vreemdelingenwet 2000.

ARTIKEL IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 26 oktober 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Uitgegeven de zevende november 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 128

Naar boven