Besluit van 22 juni 2016 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele artikelen van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en het Besluit heffing preventie dierziekten betreffende grondslagen voor de diergezondheidsheffing ten behoeve van de financiering van dierziektemonitoring

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 21 juni 2016, nr. WJZ/16091835;

Gelet op artikel 17 van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en artikel 13 van het Besluit heffing preventie dierziekten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Artikel 16 van het Besluit heffing bestrijding dierziekten treedt in werking op 1 juli 2016. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2016, treedt het artikel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen 4, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, tweede lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, derde lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, vierde lid, onderdeel d, artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, tweede lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, derde lid, onderdeel d, vierde lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, vijfde lid, onderdeel a, onder 4°, onderdeel b, onder 4°, onderdeel c, onder 4°, onderdeel d, onder 4°, artikel 6, eerste lid, onderdeel d, tweede lid, onderdeel d, artikel 7, eerste lid, onderdeel c, tweede lid, onderdeel c, artikel 9, onderdeel b, en artikel 10, onderdeel b, van het Besluit heffing preventie dierziekten treden in werking op 1 juli 2016. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2016, treden de artikelen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 22 juni 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Uitgegeven de negenentwintigste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit inwerkingtredingsbesluit treden de tarieven in werking voor de basismonitoring dierziekten. In het kader van de basismonitoring, die thans wordt uitgevoerd door de Gezondheidsdienst voor Dieren, worden signalen van dierziekten bij landbouwhuisdieren verzameld en geanalyseerd.

De basismonitoring wordt gefinancierd uit het Diergezondheidsfonds, bedoeld in artikel 95a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De kosten worden door het Rijk en sector gezamenlijk gedragen. Dit is vastgelegd in artikel 14 van het Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2015–2019 (Stcrt. 2015, 13974).

Tot 1 januari 2015 werd de sectorbijdrage voor preventie en bestrijding van dierziekten, waaronder voor de basismonitoring, bijeengebracht door het Productschap Zuivel, het Productschap Pluimvee en Eieren en het Productschap Vee en Vlees. De productschappen legden hiervoor heffingen op aan ondernemingen op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie. De sectorbijdrage voor de kosten voor preventie en bestrijding van dierziekten wordt sinds 1 januari 2015 bijeengebracht door het opleggen een diergezondheidsheffing op basis van Hoofdstuk VIII, afdeling 3, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en door financiële bijdragen van enkele convenantspartijen uit de sector. Door de pluimvee-, schapen- en geitensector wordt momenteel geen financiële bijdrage geleverd aan de basismonitoring. Om te borgen dat vanuit alle sectoren bijgedragen wordt aan de kosten van de basismonitoring, is het gewenst dat de heffingstarieven voor deze sectoren in werking treden.

Artikel 16 van het Besluit heffing bestrijding dierziekten betreft een vrijstelling voor een heffing voor het houden van varkens op grond van artikel 91a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Hiervoor wordt vooralsnog geen diergezondheidsheffing opgelegd (zie de toelichting in § 5.1 van de nota van toelichting van het Besluit heffing bestrijding dierziekten). Deze vrijstelling was abusievelijk niet in werking getreden. Hierin wordt alsnog voorzien met dit inwerkingtredingsbesluit.

Met de inwerkingtreding wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Als het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2016 is de inwerkingtredingsdatum de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Voorts wordt niet aan de vereiste termijn van twee maanden tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding voldaan. Reden voor deze afwijkingen is dat latere inwerkingtreding zou leiden tot aanmerkelijke ongewenste private en publieke nadelen. De heffing voorziet in noodzakelijke financiële middelen voor het Diergezondheidsfonds.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven