Besluit van 21 augustus 2015 tot intrekking van vijf algemene maatregelen van bestuur in verband met de uitvoering van artikel 81 van verordening (EU) 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2013, L60) en in verband met de overheveling van voertuiggerelateerde milieuregelgeving naar voertuigregelgeving

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 juli 2015, nr. IenM/BSK-2015/118258, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn 70/157/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PbEG 1970, L42) en artikel 81 van verordening (EU) 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2013, L60) en de artikelen 9.5.1 en 9.5.6 van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 juli 2015, nr. W14.15.0244/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 18 augustus 2015, nr. IenM/BSK-2015/150593, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • 1. Besluit geluidproduktie motorvoertuigen;

  • 2. Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging;

  • 3. Besluit geluidproduktie bromfietsen;

  • 4. Besluit typegoedkeuring bromfietsen luchtverontreiniging, en

  • 5. Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 augustus 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de vierde september 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Uitvoering artikel 81 van verordening 168/2013

Met dit besluit is uitvoering gegeven aan artikel 81 van verordening (EU) 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PbEU 2013, L60) (hierna: verordening 168/2013) op het niveau van een algemene maatregel van bestuur en voor zover van toepassing op het terrein van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

In verordening 168/2013 zijn geharmoniseerde regels vastgesteld voor de typegoedkeuring van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers om de goede werking van de interne markt te waarborgen. De verordening beoogt het huidige regelgevingskader te vereenvoudigen, de emissies van voertuigen van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers te verminderen (hetgeen moet resulteren in een meer evenredig aandeel van de emissies van deze voertuigen in de totale emissies van het wegverkeer), het algemene veiligheidsniveau te verbeteren, de bepalingen aan de technische vooruitgang aan te passen, en de regels inzake markttoezicht aan te scherpen.

Op grond van artikel 81 van verordening 168/2013 zijn per 1 januari 2016 15 richtlijnen ingetrokken. Deze richtlijnen waren geïmplementeerd in het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit typegoedkeuring bromfietsen luchtverontreiniging en het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen. Aanvankelijk was het de bedoeling om deze algemene maatregelen van bestuur enkel aan te passen. Het in stand houden van deze algemene maatregelen van bestuur bleek echter niet nodig, omdat de inhoud die resteerde na uitvoering van artikel 81 van verordening 168/2013, verouderd was of een doublure betrof van bepalingen in de voertuigregelgeving.1 Dientengevolge zijn de genoemde algemene maatregelen van bestuur ingetrokken.

Overigens is ook in artikel 1 in samenhang met 60, tweede lid, onder d, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) een verwijzing opgenomen naar richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (PbEG 1997, L226) (hierna: richtlijn 97/24/EG). Dit is één van de richtlijnen die met artikel 81 van verordening 168/2013 wordt ingetrokken. De verwijzing naar richtlijn 97/24/EG in het RVV 1990 zal echter met dit wijzigingsbesluit niet worden aangepast. De actualisering van de verwijzing zal worden bezien in het kader van de beperkte, maar meer inhoudelijke wijziging van het RVV 1990 waartoe verordening 168/2013 noodzaakt.

2. Hoofdlijnen van het besluit

Met dit besluit zijn het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging ingetrokken. Hieronder wordt per algemene maatregel van bestuur ingegaan op de intrekking ervan.

Besluit geluidproduktie motorvoertuigen

Met het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen waren richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 maart 2002 (PbEG 2002, L 124) betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn 92/61/EEG van de Raad (hierna: richtlijn 2002/24/EG) en, voor zover het gaat om het toelaatbare geluidniveau en de uitlaatinrichting, richtlijn 97/24/EG geïmplementeerd. Ingevolge verordening 168/2013 zijn de richtlijnen 2002/24/EG en 97/24/EG per 1 januari 2016 ingetrokken. De implementatie van deze twee richtlijnen was aldus niet meer nodig.

Met het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen was daarnaast richtlijn 70/157/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (PbEG 1970, L 42) (hierna: richtlijn 70/157/EEG) geïmplementeerd.

Richtlijn 70/157/EEG was een bijzondere richtlijn van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (PbEG 2007, L 263) (hierna: Kaderrichtlijn). De Kaderrichtlijn is geïmplementeerd in de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen. Middels verwijzingen naar de Kaderrichtlijn is richtlijn 70/157/EEG ook geïmplementeerd in de genoemde wegenverkeersregelgeving. De bepalingen in het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen die de implementatie van richtlijn 70/157/EEG betreffen, waren aldus doublures van bepalingen in de wegenverkeersregelgeving en konden daarom vervallen.

In tabel 2 is volledigheidshalve een transponeringstabel opgenomen voor richtlijn 70/157/EEG. Overigens vervalt richtlijn 70/157/EEG blijkens verordening (EU) 540/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PbEU 2014, L158) (hierna: verordening 540/2014) met ingang van 1 juli 2027. Met dit besluit is niet op deze intrekking geanticipeerd, omdat het nog ruim 11 jaar duurt voordat richtlijn 70/157/EEG daadwerkelijk wordt ingetrokken.

In tabel 1 is per artikel aangegeven wat het gevolg is van de inwerkingtreding van dit besluit voor de inhoud van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen.

Tabel 1 – transponeringstabel Besluit geluidproduktie motorvoertuigen

Artikel Besluit geluidproduktie motorvoertuigen

Na inwerkingtreding wijzigingsbesluit

Artikel 1

Vervallen.

Eerste lid: de begripsbepalingen uit de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen dan wel uit verordening 168/2013 zijn van toepassing.

Tweede lid: de reikwijdte volgt uit de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen (artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met richtlijn 2007/46/EG, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG) dan wel uit artikel 2 van verordening 168/2013. De beperkingen op de reikwijdte waren niet in overeenstemming met richtlijn 70/157/EEG en verordening 168/2013 en zijn daarom geheel vervallen.

Artikel 2

Vervallen.

Aanhef: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen.

Onder a: In de Regeling keuringsvoorschriften en EEG-documenten geluidproduktie motorvoertuigen was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 2, onder a, van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 70/157/EEG. In artikel 2, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 2, onder b. Typegoedkeuring voor voertuigen als bedoeld in artikel 1 van richtlijn 70/157/EEG is geregeld in artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met richtlijn 2007/46/EG, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG.

Onder b: typegoedkeuring voor voertuigen als bedoeld in artikel 1 van richtlijn 70/157/EEG is geregeld in artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met richtlijn 2007/46/EG, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG.

Artikel 3

Vervallen.

Aanhef: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.1, 3.3, eerste lid, 3.6 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen (uitvoering van artikel 6 van verordening 168/2013).

Onder a: In de Regeling keuringsvoorschriften en EEG-documenten geluidproduktie motorvoertuigen was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 3, onder a, van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 97/24/EG. In artikel 3, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 3, onder b. Typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen is sinds 1 januari 2016 geregeld in verordening 168/2013.

Onder b: typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen is sinds 1 januari 2016 geregeld in verordening 168/2013.

Artikel 5 in samenhang met artikel 2 of 3

Vervallen.

Eerste lid: De regels op grond van de Wegenverkeerswet 1994 zien op het toelaten tot het verkeer op de Nederlandse weg. De verkoop en het in het verkeer brengen van voertuigen zonder typegoedkeuring is op grond van Nederlands recht dus niet verboden indien het land van bestemming niet Nederland is.

Tweede lid: de beperkingen op de reikwijdte staan niet in de Regeling voertuigen en worden ook niet overgenomen, omdat de beperkingen van de reikwijdte niet in overeenstemming zijn met richtlijn 70/157/EEG en verordening 168/2013.

Artikel 7 in samenhang met artikel 2 of 3

Vervallen.

Eerste lid: In de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen en in verordening 168/2013 is bepaald hoe de keuringen worden verricht.

Tweede lid: Artikel 22, eerste en derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is direct van toepassing. Deze bepaling is dan ook overbodig.

Artikel 14 in samenhang met artikel 2 of 3

Vervallen.

Voor zover het gaat om motorvoertuigen op minder dan vier wielen: zie artikel 37 van verordening 168/2013.

Voor zover het gaat om motorvoertuigen op ten minste vier wielen: artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.25 van de Regeling voertuigen, in samenhang met artikel 17 van de richtlijn 2007/46/EG, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG.

Artikel 15 en 16 in samenhang met artikel 2 of 3

Vervallen (overgangsrecht is niet in overeenstemming met richtlijn 70/157/EEG en verordening 168/2013)

Artikel 17

Vervallen (uitgewerkt)

Artikel 19

Vervallen (geen vervanging nodig)

Artikel 20

Vervallen (uitgewerkt)

Tabel 2 – transponeringstabel richtlijn 70/157/EEG

Artikel richtlijn 70/157/EEG

Implementatie

Artikelen 1, 3, 4 en 5

Behoeven naar hun aard geen implementatie.

Artikel 2 (typegoedkeuring mag niet worden geweigerd als wordt voldaan aan de eisen uit richtlijn 70/156/EEG)

Artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen. In de genoemde bepalingen van de Regeling voertuigen wordt verwezen naar de eisen uit richtlijn 2007/46/EG. Op grond van richtlijn 2007/46/EG moet worden voldaan aan richtlijn 70/157/EEG. Als voldaan wordt aan de eisen, wordt goedkeuring verleend (a contrario-redenering).

Artikel 2bis (verkoop, registratie, in verkeer brengen en gebruik mogen niet worden geweigerd als wordt voldaan aan de eisen uit richtlijn 70/156/EEG)

– artikel 33, artikel 34, artikel 35 en artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1, 3.2, eerste lid, 3.9, 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen, en

– artikel 48 in samenhang met artikel 42 van de Wegenverkeerswet 1994.

Als voldaan wordt aan de eisen, kan verkoop, registratie, in het verkeer brengen en gebruik plaatsvinden (a contrario-redenering).

Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging

In het Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging werd vrijstelling verleend van de verboden vervat in de artikelen 2 en 3 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen voor tactische motorvoertuigen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen in gebruik waren of waren aangekocht.

Voor voertuigen die sinds 1 januari 2016 onder verordening 168/2013 vallen en waarop de verbodsbepaling in artikel 3 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen van toepassing is, geldt het volgende. Op grond van artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening 168/2013 is de verordening niet van toepassing op voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd voor gebruik door de strijdkrachten, de burgerbescherming, de brandweer, de ordehandhavingsdiensten en de medische nooddiensten. Hieronder vallen tevens de tactische motorvoertuigen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen in gebruik waren of waren aangekocht.

Voor voertuigen die onder richtlijn 70/157/EEG vallen en waarop de verbodsbepaling in artikel 2 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen van toepassing was, geldt het volgende. Op grond van artikel 4 van de Wegenverkeerswet 1994 geldt het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en provinciale en plaatselijke verordeningen voor voertuigen voor de strijdkrachten slechts voor zover dit bij algemene maatregel van bestuur is bepaald. In het Uitvoeringsbesluit ex artikel 4 Wegenverkeerswet 1994 inzake verkeersvoorschriften voor het militaire verkeer zijn geen van de artikelen van hoofdstuk III en IV van de Wegenverkeerswet 1994 aangewezen. Voor deze voertuigen is dus geen plicht tot typegoedkeuring. Deze uitzondering is toegestaan op grond van artikel 2, derde lid, onder b, van de Kaderrichtlijn. Nu voor deze voertuigen of voor onderdelen daarvan geen typegoedkeuring is vereist, zijn de verbodsbepalingen uit de bijzondere verordeningen van de Kaderrichtlijn (zoals de richtlijn 70/157/EEG) logischerwijs ook niet van toepassing.

Tabel 3 – transponeringstabel Vrijstelling geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging

Artikel Vrijstelling geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging

Na inwerkingtreding wijzigingsbesluit

Artikel 1

Vervallen.

Voor voertuigen die onder richtlijn 70/157/EEG vallen en waarop de verbodsbepaling in artikel 2 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen van toepassing was: artikel 2, derde lid, onder b, van de Kaderrichtlijn, in samenhang met artikel 4 Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met het Uitvoeringsbesluit ex artikel 4 Wegenverkeerswet 1994 inzake verkeersvoorschriften voor het militaire verkeer.

Voor voertuigen die sinds 1 januari 2016 onder verordening 168/2013 vallen en waarop de verbodsbepaling in artikel 3 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen van toepassing was: artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening 168/2013.

Artikel 2

Vervallen (geen vervanging nodig).

Besluit geluidproduktie bromfietsen

Ook het Besluit geluidproduktie bromfietsen omvatte de implementatie van richtlijn 2002/24/EG en richtlijn 97/24/EG. Hierboven is al aangegeven dat deze richtlijnen met ingang van 1 januari 2016 op grond van verordening 168/2013 zijn komen te vervallen en dat de implementatie van deze twee richtlijnen aldus niet meer nodig is. In tabel 4 is per artikel aangegeven wat het gevolg is van de inwerkingtreding van dit besluit voor de inhoud van het Besluit geluidproduktie bromfietsen.

Tabel 4 – transponeringstabel Besluit geluidproduktie bromfietsen

Artikel Besluit geluidproduktie bromfietsen

Na inwerkingtreding wijzigingsbesluit

Artikel 1

Vervallen. De begripsbepalingen uit verordening 168/2013 en de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen zijn van toepassing.

Artikel 2

Vervallen.

Aanhef: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.1, 3.3, eerste lid, 3.6 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen (uitvoering van artikel 6 van verordening 168/2013).

Onder a: In de Regeling typekeuring geluidproduktie bromfietsen was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 2, onder a, van het Besluit geluidproduktie bromfietsen wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 97/24/EG. In artikel 2, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 2, onder b. Typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen is sinds 1 januari 2016 geregeld in verordening 168/2013.

Onder b: typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen is geregeld in verordening 168/2013.

Artikel 3

Vervallen

Eerste lid: De regels op grond van de Wegenverkeerswet 1994 zien op het toelaten tot het verkeer op de Nederlandse weg. De verkoop en het in het verkeer brengen van voertuigen zonder typegoedkeuring is dus niet verboden indien het land van bestemming niet Nederland is.

Tweede lid: de reikwijdte volgt uit artikel 2 van verordening 168/2013. De beperkingen op de reikwijdte waren niet in overeenstemming met verordening 168/2013 en zijn daarom geheel vervallen.

Artikel 4

Vervallen.

Eerste lid: In de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen en in verordening 168/2013 is bepaald hoe de keuringen worden verricht.

Tweede lid: Artikel 22, eerste en derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is direct van toepassing. Deze bepaling was dan ook overbodig.

Artikel 10

Vervallen. Einde van de geldigheid van typegoedkeuringen voor bromfietsen is geregeld in artikel 37 van verordening 168/2013.

Artikel 11

Vervallen.

In verordening 168/2013 wordt met betrekking tot de verbodsbepalingen (artikel 6, derde lid, van verordening 168/2013, a contrario-redenering) geen onderscheid gemaakt tussen bromfietsen die voor 1 april 1986 op de weg zijn toegelaten en bromfietsen die na 1 april 1986 op de weg zijn toegelaten.

In artikel 77 van verordening 168/2013 zijn wel overgangsbepalingen opgenomen met betrekking tot reeds verleende EU-typegoedkeuringen.

Voertuigen met EU-typegoedkeuringen die op grond van artikel 77 van verordening 168/2013 geldig blijven, mogen ingevolge artikel 6, derde lid, van verordening 168/2013 kort gezegd in de handel of verkeer worden gebracht en worden geregistreerd.

Artikel 12

Mogelijkheid tot goedkeuring op basis van gelijkwaardige voorschriften is in verordening 168/2013 beperkt tot mogelijkheid vrijstelling te verlenen van eisen nationale typegoedkeuring kleine serie (artikel 42, tweede lid, verordening 168/2013).

Artikel 13

Vervallen (behoeft geen vervanging).

Artikel 14

Vervallen (behoeft geen vervanging).

Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

Ook in het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging was richtlijn 2002/24 geïmplementeerd. Onder het kopje «Besluit geluidproduktie motorvoertuigen» is al aangegeven dat richtlijn 2002/24 met ingang van 1 januari 2016 op grond van verordening 168/2013 is komen te vervallen. De implementatie van deze richtlijn is aldus niet meer nodig.

In tabel 5 is per artikel aangegeven wat het gevolg is van de inwerkingtreding van dit besluit voor de inhoud van het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging.

Tabel 5 – transponeringstabel Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

Artikel Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging

Na inwerkingtreding wijzigingsbesluit

Artikel 1, eerste lid

Vervallen. De begripsbepalingen uit verordening 168/2013 en de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen zijn van toepassing.

Artikel 1, tweede lid

Vervallen. Wat onder «type» wordt verstaan is geregeld in artikel 3, onderdeel 73, van verordening 168/2013.

Artikel 2

Vervallen.

Eerste lid, aanhef, en tweede lid: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.1, 3.3, eerste lid, 3.6 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen (uitvoering van artikel 6 van verordening 168/2013).

Onder a: In de regeling van de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat van 21 december 1998 tot uitvoering van het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging (Stcrt. 1999, 4) was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 2, onder a, van het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 97/24/EG. In artikel 2, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 2, onder b. Typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen is sinds 1 januari 2016 geregeld in verordening 168/2013.

Onder b: typegoedkeuring voor onderdelen voor twee- of driewielige motorvoertuigen is geregeld in verordening 168/2013.

Artikel 3

Vervallen.

Eerste lid: De regels op grond van de Wegenverkeerswet 1994 zien op het toelaten tot het verkeer op de Nederlandse weg. De verkoop en het in het verkeer brengen van voertuigen zonder typegoedkeuring is op grond van het Nederlandse recht dus niet verboden indien het land van bestemming niet Nederland is.

Tweede lid: de reikwijdte volgt uit artikel 2 van verordening 168/2013. De beperkingen op de reikwijdte waren niet in overeenstemming met verordening 168/2013 en zijn daarom geheel vervallen.

Artikel 4

Vervallen.

Eerste lid: In de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen en in verordening 168/2013 is bepaald hoe de keuringen worden verricht.

Tweede lid: Artikel 22, eerste en derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is direct van toepassing. Deze bepaling is dan ook overbodig.

Artikel 9

Vervallen. Einde van de geldigheid van typegoedkeuringen voor bromfietsen is geregeld in artikel 37 van verordening 168/2013.

Artikelen 10 en 10a

Vervallen (uitgewerkt overgangsrecht).

Artikel 11

Vervallen (behoeft geen omzetting).

Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

Met het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen waren de richtlijn 2002/24/EG en de Kaderrichtlijn geïmplementeerd.

Eerder is al aangegeven dat richtlijn 2002/24/EG met ingang van 1 januari 2016 op grond van verordening 168/2013 is vervallen. De implementatie van deze richtlijn is aldus niet meer nodig.

Hierboven is ook reeds aangegeven, dat de Kaderrichtlijn reeds is geïmplementeerd in de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen. De bepalingen houdende implementatie van de Kaderrichtlijn in het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen waren aldus doublures en konden vervallen.

In tabel 6 is per artikel aangegeven wat het gevolg is van de inwerkingtreding van dit besluit voor de inhoud van het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen.

Tabel 6 – transponeringstabel Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

Artikel Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen

Na inwerkingtreding wijzigingsbesluit

Artikel 1

Vervallen. De begripsbepalingen uit de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen dan wel uit verordening 168/2013 zijn van toepassing.

Artikel 2

Vervallen.

Aanhef: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen.

Onder a: In de Regeling typekeuring uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 2, onder a, van het Besluit typekeuring uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 70/157/EEG. In artikel 2, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 2, onder b. Typegoedkeuring voor voertuigen als bedoeld in artikel 1 van richtlijn 70/157/EEG is geregeld in artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG.

Onder b: typegoedkeuring voor uitlaatsystemen op grond van de Kaderrichtlijn is geregeld in artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de artikelen 3.1 en 3.2 of 3.9, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn, in samenhang met richtlijn 70/157/EEG.

Artikel 3

Vervallen.

Aanhef: de verschillende verboden staan in de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.1, 3.3, eerste lid, 3.6 en 4.1 en 4.2 van de Regeling voertuigen (uitvoering van artikel 6 van verordening 168/2013).

Onder a: In de Regeling typekeuring uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen was bepaald dat de keuring, bedoeld in artikel 3, onder a, van het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen wordt verricht aan de hand van de voorschriften van Richtlijn 97/24/EG. In artikel 3, onder a, stond dus feitelijk hetzelfde als in artikel 3, onder b. Typegoedkeuring voor twee- of driewielige motorvoertuigen wordt per 1 januari 2016 geregeld in verordening 168/2013.

Onder b: typegoedkeuring voor onderdelen voor twee- of driewielige motorvoertuigen is geregeld in verordening 168/2013.

Artikel 4

Vervallen.

Eerste lid: De regels op grond van de Wegenverkeerswet 1994 zien op het toelaten tot het verkeer op de Nederlandse weg. De verkoop en het in het verkeer brengen van voertuigen zonder typegoedkeuring is op grond van Nederlands recht dus niet verboden indien het land van bestemming niet Nederland is.

Tweede lid: de reikwijdte volgt voortaan uit artikel 2 van verordening 168/2013. De beperkingen op de reikwijdte waren niet in overeenstemming met verordening 168/2013 en zijn daarom geheel vervallen.

Artikelen 5 en 6 in samenhang met de artikelen 2 of 3

Vervallen.

De procedure inzake typegoedkeuring vindt op grond van de Kaderrichtlijn plaats overeenkomstig de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling voertuigen, in samenhang met de Kaderrichtlijn.

De procedure inzake typegoedkeuring op grond van verordening 168/2013 vindt plaats overeenkomstig verordening 168/2013.

Artikel 7 in samenhang met de artikelen 2 en 3

Vervallen (het onderwerp is geregeld in artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met artikel 3.1, 3.2, 3.6 van de Regeling voertuigen).

Artikel 10

Vervallen.

De aanwijzing van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) als keuringsinstantie en de procedure met betrekking tot de goedkeuring is geregeld in artikel 4b en 22 en verder van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 11 in samenhang met artikel 3

Vervallen. Einde geldigheid typegoedkeuring is geregeld in artikel 37 van verordening 168/2013.

Artikel 12 in samenhang met artikel 3

Vervallen. Bepaling zag op overgangsrecht dat inmiddels is uitgewerkt.

Artikel 12a

Vervallen. Bepaling zag op overgangsrecht dat inmiddels is uitgewerkt.

3. Uitvoering en handhaving

Met de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit is de inhoudelijke kern van het bepaalde bij of krachtens het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging (enkel nog) geregeld bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of in verordening 168/2013 (zie tweede kolom van de in paragraaf 2 van deze toelichting opgenomen tabellen) en niet langer (tevens) krachtens de Wet milieubeheer. Dit betekent voor de uitvoering en handhaving het volgende.

Uitvoering

Typegoedkeuringen voor voertuigen op grond van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging, worden verleend door de RDW. Hierin is geen verandering aangebracht. De typegoedkeuringen die vereist zijn op grond van verordening 168/2013 of de Wegenverkeerswet 1994 in samenhang met de Regeling voertuigen werden ook na inwerkingtreding van dit wijzigingbesluit door de RDW verleend. Aanwijzing van de RDW als keuringsinstantie is geregeld in artikel 4b en 22 en verder van de Wegenverkeerswet 1994.

Handhaving

Het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging waren gebaseerd op de artikelen 9.5.1 en 9.5.6 van de Wet milieubeheer.2

De ILT was namens de minister van Infrastructuur en Milieu belast met de bestuurlijke handhaving van deze algemene maatregelen van bestuur.3

De strafrechtelijke handhaving van deze algemene maatregel van bestuur was in handen van de ambtenaren die zijn aangewezen in de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering en van de ambtenaren van de ILT4.

Artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten bepaalt dat overtreding van voorschriften bij of krachtens artikel 9.5.1 of 9.5.6 van de Wet milieubeheer een economisch delict is. Indien het een misdrijf betreft is de straf een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Indien het een overtreding betreft gaat het om een hechtenis van ten hoogste zes maanden, taakstraf of geldboete van de vierde categorie.

Zoals hierboven al opgemerkt, is met de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit de inhoudelijke kern van het bepaalde bij of krachtens het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging (enkel nog) geregeld bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of in verordening 168/2013 (zie tweede kolom van de in paragraaf 2 van deze toelichting opgenomen tabellen) en niet langer (tevens) krachtens de Wet milieubeheer.

Handhaving van het bepaalde inzake (type)goedkeuring van voertuigen op grond van regels bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 of verordening 168/2013, geschiedt op grond van de artikelen 33, 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994.

In artikel 33 van de Wegenverkeerswet 1994 is bepaald dat het niet is toegestaan om met een niet (type)goedgekeurd voertuig over de weg te rijden. Met de bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving van artikel 33 van de Wegenverkeerswet 1994 zijn belast de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen.5 Dezelfde personen zijn belast met de strafrechtelijke handhaving van dat artikel.6 Overtreding van artikel 33 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

De artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 betreffen het verbod op het vervaardigen, invoeren, in voorraad hebben, te koop aanbieden, afleveren of vervoeren van een aangewezen verkeersproduct zonder (type)goedkeuring en het verbod om een aangewezen verkeersproduct zonder (type)goedkeuring te laten doorgaan voor een verkeersproduct met (type)goedkeuring.

De ILT is belast met de bestuurlijke handhaving van deze artikelen7. Met de strafrechtelijke handhaving van deze artikelen8 zijn belast de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen en ambtenaren van de ILT. Overtreding van de artikel 34 of 35 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of geldboete van de vierde categorie.

Het bovenstaande betekent dat de bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving van de inhoudelijke kern van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen en het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging in handen van de ILT en de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen is gebleven.

Daarnaast blijkt uit het bovenstaande dat met de aanwijzing van overtreding van de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 als strafbare feiten, de kern van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen, het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging ook op grond van de Wegenverkeerswet 1994 strafbaar blijft gesteld.

De sanctie op overtreding van de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 is lager dan de sanctie die gold voor overtreding van het gestelde bij of krachtens onder de Wet milieubeheer.9 Hierover kan het volgende worden opgemerkt. Met het voorliggende besluit wordt een eerste stap gezet in uniformering van de sanctionering van overtredingen van milieugerelateerde voertuigbepalingen. Er worden momenteel de eerste stappen gezet met betrekking tot een ontwerpwetswijziging van de Wegenverkeerswet 1994, en eventueel, de Wet op de economische delicten. In verband met de wens tot uniformeren zal bij het opstellen van de ontwerpwetswijziging de hoogte van de sanctie op overtreding van artikel 34 of 35 van de Wegenverkeerswet 1994 nader worden bekeken. Dit doet niet af aan het feit dat de sanctie op overtreding van de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 als doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend beschouwd.

4. Gevolgen

4a. Financiële gevolgen voor de rijksoverheid, burgers, bedrijven en andere overheden

De inhoud van de met dit wijzigingsbesluit vervallen besluiten is opgenomen in de Regeling voertuigen of in verordening 168/2013.

Voor zover de inhoud van de genoemde algemene maatregelen van bestuur onder verordening 168/2013 valt, heeft dit wijzigingsbesluit de volgende financiële gevolgen. Verordening 168/2013 heeft tot gevolg dat de technische complexiteit van bromfietsen en motorfietsen toe zal nemen teneinde aan de strengere eisen aan de uitstoot te kunnen voldoen. De ontwikkelkosten daarvan worden in eerste instantie gedragen door de betrokken fabrikanten, die deze tezamen met de extra productiekosten zullen proberen door te berekenen aan de eindgebruikers. De eindgebruikers zullen de hogere aanschafkosten evenwel deels kunnen terugverdienen door de te verwachten afname van het brandstofverbruik.

Voor zover de inhoud van de genoemde algemene maatregelen van bestuur reeds was opgenomen in de Regeling voertuigen, heeft dit wijzigingsbesluit geen financiële gevolgen. Inhoudelijk zijn immers geen wijzigingen doorgevoerd, het betreft primair een wettechnische aanpassing.

Doordat de inhoud van de genoemde algemene maatregelen van bestuur onder verordening 168/2013 valt, is de nationale regeldruk vermindert. De totale regeldruk voor het bedrijfsleven wijzigt echter niet.

4b. Gevolgen voor het milieu

Voor zover de inhoud van de hierboven genoemde algemene maatregelen van bestuur onder verordening 168/2013 is komen te vallen, is het volgende relevant. Bromfietsen en motorfietsen bleven wat betreft de eisen aan de uitstoot van schadelijke stoffen sterk achter bij auto’s en vrachtwagens. Met verordening 168/2013 wordt die achterstand goeddeels ingelopen. Dat betekent dat de uitstoot met 80% tot 90% zal afnemen in vergelijking met de uitstoot van het gemiddelde voertuig in het huidige tweewielerpark.

Voor zover de inhoud van de genoemde algemene maatregelen van bestuur reeds is opgenomen in de Regeling voertuigen, is er geen sprake van milieugevolgen. Inhoudelijk worden immers geen wijzigingen doorgevoerd, het betreft primair een wettechnische aanpassing.

5. Advisering en consultatie

Bij het opstellen van het ontwerpbesluit heeft afstemming plaatsgevonden met het Openbaar Ministerie en het ministerie van Defensie. Naar aanleiding van de op grond van artikel 11 van de Regeling sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer voorgeschreven procedure is dit wijzigingsbesluit voorgelegd aan de RDW met het oog op een uitvoeringstoets. De RDW heeft aangegeven akkoord te zijn met het wijzigingsbesluit. De ILT heeft het ontwerpbesluit getoetst op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid en hier een positief oordeel over gegeven.

In de voortgangsnotitie regeldruk bedrijven 2011–2015 van 19 september 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 29 515 nr. 333) is aangekondigd dat het kabinet internetconsultatie vaker wil inzetten bij de voorbereiding van wetgeving, als aanvulling op de bestaande consultatiepraktijk. Op dit uitgangspunt zijn echter uitzonderingen.

Zo is internetconsultatie niet nodig wanneer de consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van het voorstel, bijvoorbeeld in verband met uitvoering van Europese regelgeving. Daar was hiervan sprake. Met dit ontwerpbesluit is immers uitvoering gegeven aan artikel 81 van verordening 168/2013 en is de implementatie van een aantal richtlijnen waar nodig geactualiseerd en zijn doublures in de implementatie gecorrigeerd.

Internetconsultatie is ook niet nodig, indien het een voorstel betreft dat geen significante verandering brengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of dat geen grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Ook daar was in het voorliggende geval sprake van. Hetgeen in het Besluit geluidproduktie motorfietsen, het Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging, het Besluit geluidproduktie bromfietsen, het Besluit typekeuring bromfietsen luchtverontreiniging en het Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen zou resteren na uitvoering van artikel 81 van verordening 168/2013, was verouderd of omvatte doublures van bepalingen in de voertuigregelgeving. Inhoudelijke wijzigingen zijn dan ook niet doorgevoerd.

6. Inwerkingtreding

In overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309), is dit wijzigingsbesluit met ingang van 1 januari 2016 in werking getreden en is de minimale invoeringstermijn van twee maanden gevolgd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Uitgangspunt is dat regelgeving met betrekking tot voertuigen van voertuiggerelateerde milieuregelgeving naar voertuigregelgeving wordt overgeheveld (Kamerstukken II 2007/08, 31 562, nr. 3)

X Noot
2

Zie artikel V van de Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van hoofdstuk 9) (Stb 2011, 269)

X Noot
3

Ingevolge artikel 18.2b van de Wet milieubeheer is onze Minister belast met de bestuurlijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens onder meer titel 9.5 van de Wet milieubeheer. Ingevolge artikel 2 van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport is de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) belast met handhaving van wet- en regelgeving voor zover het betreft het werkterrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De ILT is daartoe gemandateerd op grond van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012.

X Noot
4

Ingevolge artikel 17 van de Wet op de economische delicten (in samenhang met het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar IVW 2012 en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inpsectoraat-Generaal VROM 2012) en de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten.

X Noot
5

Op grond van artikel 158, eerste lid, en 159, aanhef en onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994.

X Noot
6

Op grond van artikel 159, aanhef en onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994. Overtreding van artikel 33 is strafbaar gesteld in artikel 177, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994.

X Noot
7

Op grond van artikel 158, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994, in samenhang met het Besluit aanwijzing toezichthouders artikelen 34 en 35 Wegenverkeerswet 1994.

X Noot
8

Op grond van artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten is overtreding van de verboden, opgenomen in de artikelen 34 of 35 van de Wegenverkeerswet 1994, een economisch delict. Met de opsporing van in de Wet op de economische delicten aangewezen delicten zijn ingevolge artikel 17 van die wet, al dan niet in samenhang met het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar IVW 2012 en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inpsectoraat-Generaal VROM 2012, belast de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen en ambtenaren van de ILT.

X Noot
9

Overtreding van de artikelen 34 en 35 van de Wegenverkeerswet 1994 is altijd een overtreding en wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie (20.250 euro). Opzettelijke overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.5.1 of 9.5.6 van de Wet milieubeheer is een misdrijf en wordt bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, een taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Indien het er geen sprake is van opzet, wordt overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.5.1 of 9.5.6 van de Wet milieubeheer gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, taakstraf of een geldboete van de vierde categorie.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven