Besluit van 22 mei 2015 tot wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit WEB inzake technische wijzigingen in verband met onder meer de overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stb. 2015, 170)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 20 maart 2015, nr. WJZ/742619(10333), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.4.1 en 2.5.10 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 10b5, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 45, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en artikel VIII van de Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stb. 2015, 170);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 april 2015, nr. W05.15.0084/l);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 mei 2015, nr.WJZ/758106(10333), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt gewijzigd als volgt:

A

Hoofdstuk 4 vervalt.

B

In artikel 5.1.1 wordt in onderdeel a aan het eind toegevoegd «en», vervalt onderdeel b en wordt onderdeel c verletterd tot onderdeel b.

C

Artikel 5.1.2 komt te luiden:

Artikel 5.1.2. Begripsbepaling hoofdstuk 5

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Gegevenswoordenboek:

de opsomming van een door het bevoegd gezag van een instelling te verzamelen gegevens, bedoeld in artikel 5.2.1.

D

Artikel 5.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

2. In het tweede lid (nieuw) vervalt: en tweede.

E

Artikel 5.2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «dan wel het bestuur van een kenniscentrum» en: of het kenniscentrum.

2. In het tweede lid wordt «de educatie» vervangen door «het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs» en vervalt: en voor de kenniscentra overeenkomstig de formulieren die zijn opgenomen in bijlage 6 bij dit besluit.

F

Artikel 5.2.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «en het bestuur van een kenniscentrum», wordt «bewaren» vervangen door «bewaart» en wordt «van het beroepsonderwijs, van de educatie en van de kenniscentra» vervangen door: van het beroepsonderwijs en van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.

2. In het tweede lid vervalt «en het bestuur van een kenniscentrum» en wordt «bewaren» vervangen door: bewaart.

G

Artikel 5.2.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: en de kenniscentra.

2. In het derde lid vervalt: en het kenniscentrum.

H

In artikel 5a.1. vervallen de dubbele punt en de aanduiding «1.» , wordt «, en» vervangen door een punt en vervalt onderdeel 2.

I

Artikel 5a.1a vervalt.

J

In artikel 5a.2 vervalt: en kenniscentra.

K

In artikel 5a.3, eerste lid, vervallen «of een kenniscentrum», «of het desbetreffende kenniscentrum», «onderscheidenlijk de besturen van de overige kenniscentra», «of een kenniscentrum dat» en «onderscheidenlijk artikel 4.5.2».

L

Hoofdstuk 6, paragraaf 3, vervalt.

M

In hoofdstuk 6, paragraaf 4, wordt artikel 6.2.1 vernummerd tot artikel 6.4.1.

N

Bijlage 3 vervalt.

O

Bijlage 6 vervalt.

ARTIKEL II

Hoofdstuk 2a van het Bekostigingsbesluit WVO vervalt.

ARTIKEL III

In het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, bijlage A, A3-lijst, onder het kopje «Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ministerie van Economische zaken» vervalt het tweede gedachtestreepje met de daarbij horende tekst.

ARTIKEL IV

Indien op de dag waarop de artikelen I, II en III in werking treden nog geen rechtspersoon als bedoeld in artikel I, onderdeel B, van de Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stb. 2015, 170), is aangewezen, blijven tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum hoofdstuk 4, de artikelen 5.1.1, 5.1.2, 5.2.1, 5.2.2, 5.2.4, 5.2.5, 5a.1, 5a.1a, 5a, 2, 5a.3, 6.3.1 en 6.3.2, bijlage 3 en bijlage 6 van het Uitvoeringsbesluit WEB, hoofdstuk 2a van het Bekostigingsbesluit WVO en het tweede gedachtestreepje met de daarbij horende tekst onder het kopje «Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ministerie van Economische zaken Landbouw en Innovatie», opgenomen in de A3-lijst van bijlage A bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, zoals luidend op 31 juli 2015, van toepassing.

ARTIKEL V

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015.

  • 2. De Wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stb. 2015, 170) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015 met uitzondering van de artikelen I, onderdeel B, V en VI, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, en artikel IV.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 22 mei 2015

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de zeventiende juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Deze toelichting wordt mede gegeven namens de Staatssecretaris van Economische Zaken.

1. Aanleiding, doel en inhoud van het besluit

In de wet van 16 april 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (Stb. 2015, 170) (hierna: wet overgang wettelijke taken kenniscentra) worden de verwijzingen naar de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven uit diverse wetten geschrapt. Daarmee vervallen de wettelijke grondslagen voor nadere regeling van diverse onderwerpen bij algemene maatregel van bestuur in de artikelen 2.4.1 en 2.5.10 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en artikel 10b5, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO).

In verband met het schrappen van de wettelijke grondslagen dienen ook de daarop gebaseerde bepalingen in het Uitvoeringsbesluit WEB en het Bekostigingsbesluit WVO te vervallen. In de artikelen I en II van het onderhavige besluit is aangegeven, welke hoofdstukken, paragrafen, (onderdelen van) artikelen en bijlagen van het Uitvoeringsbesluit WEB en het Bekostigingsbesluit WVO worden geschrapt. De geschrapte onderdelen worden niet vervangen door soortgelijke bepalingen voor de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven. Het is de bedoeling om voor deze organisatie nadere regels over de subsidie op te nemen in de Regeling OCW-subsidies.

De onderdelen E en F van artikel I bevatten tevens een technische aanpassing aan de Wet van 9 juli 2014, Stb. 2014, 288. Door die wet vervalt de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur voorschriften vast te stellen voor de informatievoorziening met betrekking tot andere educatie dan voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (wijziging van artikel 2.3.6 WEB). In verband hiermee wordt in het onderhavige besluit in de artikelen 5.2.2, tweede lid, en 5.2.4, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB «de educatie» vervangen door «het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs».

Onderdeel M van artikel I bevat ook een technische aanpassing. Bij besluit van 10 december 2014 tot wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit WEB inzake de berekening van de uitkering educatie (Stb. 2014, 536) is dit artikel ten onrechte genummerd als artikel 6.2.1. Door deze wijziging wordt deze verkeerde nummering rechtgezet.

Artikel III van het onderhavige besluit schrapt de mogelijkheid voor kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, bedoeld in de WEB, om een verzoek in te dienen om in aanmerking te komen voor toepassing van artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

Artikel IV van dit besluit bevat een overgangsbepaling. Op grond hiervan blijft de oorspronkelijke tekst van de in dit besluit gewijzigde artikelen tot een bij koninklijk besluit te bepalen datum van toepassing als bij de inwerkingtreding van dit besluit nog geen Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven is aangewezen. Artikel VI, tweede lid, onderdeel b, van de wet overgang wettelijke taken kenniscentra bevat een soortgelijke overgangsbepaling voor artikelen die in die wet worden gewijzigd. Deze overgangsbepalingen zijn opgenomen opdat de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven hun wettelijke taken en aanspraak op bekostiging nog enige tijd kunnen behouden als niet tijdig een Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven kan worden aangewezen.

Artikel V bepaalt dat dit besluit en de wet overgang wettelijke taken kenniscentra (met uitzondering van de artikelen I, onderdeel B, IV, V en VI) in werking treden op 1 augustus 2015. De artikelen I, onderdeel B, V en VI van de wet overgang wettelijke taken kenniscentra treden in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst. Artikel IV van de wet treedt niet in werking, omdat de daar genoemde verwijzingen niet meer de juiste zijn. De beoogde aanpassing wordt nu in een algemene maatregel van bestuur op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangebracht.

2. Gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid

Het besluit heeft geen uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidsgevolgen omdat er alleen bepalingen worden geschrapt en enige technische verbeteringen worden aangebracht.

3. Financiële gevolgen voor de rijksbegroting

Aan dit besluit zijn geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting verbonden. De financiële gevolgen die zijn verbonden aan de overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven zijn reeds verantwoord in de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 34 026, nr. 3, paragraaf 5) bij het voorstel voor de wet overgang wettelijke taken kenniscentra.

4. Gevolgen voor de administratieve lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers, instellingen of bedrijven omdat het uitsluitend technische aanpassingen bevat.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven