Besluit van 22 mei 2015, houdende wijziging van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden en het Besluit bestuursorganen WNo en Wob in verband met wijziging van het tijdstip van expiratie van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 april 2015 (nr. 2015-0000225560), gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet, artikel 125quinquies, eerste lid, onderdeel f van de Ambtenarenwet, artikel 50, eerste lid van de Politiewet 1993, artikel 12quater, eerste lid, onderdeel f van de Militaire ambtenarenwet 1931, artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, van de Wet openbaarheid van bestuur;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 mei 2015, No.W04.15.0142/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 mei 2015, nr. 2015-0000281942, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, tweede lid, vervalt de zinsnede «tot uiterlijk 1 juli 2015».

B

In artikel 14 wordt de zinsnede «vervalt met ingang van 1 juli 2015» vervangen door:

vervalt met ingang van 1 juli 2016 of, indien het bij geleidende brief van 14 mei 2012 ingediende voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Voortman, Segers, Ouwehand en Klein houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders) (33 258) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan 1 juli 2016, met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt.

ARTIKEL II

Artikel 1a van het Besluit bestuursorganen WNo en Wob vervalt.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II treedt in werking op het tijdstip, bedoeld in artikel I, onderdeel B.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 22 mei 2015

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de tiende juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

1. Voorgeschiedenis

Het Adviespunt Klokkenluiders functioneert sinds 1 oktober 2012 op grond van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden. Dit besluit expireert op 1 juli 2015. De intentie is steeds geweest deze voorziening voor klokkenluiders op termijn een wettelijke basis te geven. De datum 1 juli 2015 is zodanig gekozen dat het Adviespunt na twee jaar geëvalueerd zou kunnen worden en de uitkomsten daarvan meegenomen zouden kunnen worden in een op te stellen instellingswet.

Tijdens de voorbereidingen van de start van het Adviespunt Klokkenluiders is op 14 mei 2012 door de Kamerleden Van Raak, Heijnen, Schouw, Van Gent, Ortega-Martijn en Ouwehand een voorstel van wet aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer, houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders) (Kamerstukken II 2011/12, 33 258, nr. 1). In dit initiatiefvoorstel wordt voorgesteld te regelen dat werknemers bij het Huis advies kunnen krijgen over de te ondernemen stappen inzake het melden van een vermoeden van een misstand en tevens kan het Huis een onderzoek instellen naar het vermoeden van een misstand of de wijze waarop de werkgever zich jegens de werknemer heeft gedragen naar aanleiding van een melding van een vermoeden van een misstand.

Na de aanhangigmaking bij de Tweede Kamer van het voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Segers, Ouwehand en Klein tot wijziging van de Wet Huis voor klokkenluiders op 11 december 2014 (Kamerstukken II 2014/15, 34 105, nr. 1) is bij de inwerkingtreding van de Wet Huis voor klokkenluiders de inrichting van de adviesfunctie van het Huis vrijwel gelijk aan de huidige adviesfunctie van het Adviespunt Klokkenluiders. De regering acht het niet wenselijk het parlementaire traject van het initiatiefvoorstel te doorkruisen met een afzonderlijke wettelijke voorziening voor de adviesfunctie. Er zou dan een doublure kunnen ontstaan.

2. Evaluatierapport «Veilig misstanden melden op het werk»

De beoogde evaluatie van het functioneren van het Adviespunt Klokkenluiders is naar voren gehaald, om zodoende de resultaten daarvan te kunnen betrekken bij de parlementaire behandeling van het initiatiefvoorstel. Het Adviespunt Klokkenluiders komt uit de evaluatie naar voren als een effectief opererende organisatie en wordt gezien als een waardevolle aanvulling op bestaande, andere klokkenluidersvoorzieningen. Het Adviespunt heeft een heldere en afgebakende rol. Het functioneert als een laagdrempelige voorziening, zelfstandig en onafhankelijk. Het bedient zowel de publieke als de private sector.

In de brief van 27 oktober 2014 (Kamerstukken II 2014/15, 33 258, nr. 31) is aangegeven dat het kabinet de conclusie uit de evaluatie deelt dat het Adviespunt klokkenluiders als onafhankelijk advies- en verwijspunt een vaste positie binnen het stelsel van klokkenluidersvoorzieningen verdient. Daarbij is aangegeven dat er aandacht moet komen voor het creëren van een wettelijke basis. Voorkomen moet worden dat het Adviespunt klokkenluiders tussen wal en schip belandt, zolang nog niet is voorzien in een wettelijke basis voor de adviesfunctie.

Naar verwachting zal de parlementaire behandeling van het initiatiefvoorstel niet zijn afgerond op een zodanig moment dat op 1 juli 2015 reeds duidelijk is, of en zo ja, op welke wijze de kennis en ervaring van het Adviespunt Klokkenluiders ingebracht kan worden in het Huis voor klokkenluiders. Om deze reden is het van belang dat het Adviespunt Klokkenluiders ook na 1 juli 2015 kan blijven functioneren.

3. Einddatum Tijdelijk besluit

De onderhavige wijziging van het Tijdelijk besluit Advies- en verwijspunt klokkenluiden heeft zodoende het karakter van een technische wijziging. In artikel I, onderdeel B wordt tot uitdrukking gebracht dat er weliswaar sprake is van een duidelijke koppeling met de parlementaire behandeling van het initiatiefvoorstel Wet Huis voor klokkenluiders, maar er is voor gekozen de expiratiedatum ook te koppelen aan een kalenderdatum. De datum waarop het tijdelijk besluit vervalt is bepaald op 1 juli 2016 of, indien het bij geleidende brief van 14 mei 2012 ingediende voorstel van wet van de leden Van Raak, Fokke, Schouw, Voortman, Segers, Ouwehand en Klein houdende de oprichting van een Huis voor klokkenluiders (Wet Huis voor klokkenluiders) (33 258) tot wet wordt verheven en eerder in werking treedt dan 1 juli 2016, op het tijdstip waarop die wet in werking treedt. Voor deze formulering van de werkingsduur van dit tijdelijke besluit is gekozen, omdat het tijdstip waarop het besluit dient te vervallen niet vooraf kan worden vastgesteld.

4. Einddatum benoemingen voorzitter en leden Commissie Advies- en verwijspunt klokkenluiden

De voorzitter en leden van de Commissie Advies- en verwijspunt klokkenluiden zijn op grond van artikel 5, tweede lid, benoemd tot 1 juli 2015, zijnde de oorspronkelijke expiratiedatum van het Tijdelijk besluit. Deze benoemingen dienen nu gekoppeld te worden aan de in artikel I, onderdeel B genoemde expiratiedatum, dat wil zeggen tot uiterlijk 1 juli 2016 of de inwerkingstredingsdatum van de Wet Huis voor klokkenluiders, indien deze eerder in werking treedt.

5. Wijziging Besluit bestuursorganen WNo en Wob

Met artikel 13 van het Tijdelijk besluit Advies- en verwijspunt klokkenluiden is een nieuw artikel 1a toegevoegd aan het Besluit bestuursorganen WNo en Wob, zodat de Wet openbaarheid van bestuur niet van toepassing is op informatie die bij het Adviespunt berust. Als het Tijdelijk besluit vervalt, dient ook dit artikel 1a te vervallen. Dit wordt geregeld in artikel II van onderhavig besluit.

6. Financiële gevolgen

De begrote uitgaven van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiders zijn opgenomen in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Het Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid draagt ook bij aan de kosten van de Commissie. Over de wijziging van de expiratiedatum van het Tijdelijk besluit en de financiele consequenties daarvan heeft overleg plaatsgevonden tussen beide ministeries. Beide ministeries stemmen in met financiering van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden en er zijn gelden beschikbaar tot uiterlijk 1 juli 2016.

7. Effecten op de regeldruk

De onderhavige wijziging heeft geen effecten op de regeldruk, aangezien er slechts sprake is van een wijziging van het tijdstip van expiratie van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden.

8. Consultatie

Over de onderhavige wijziging van het Tijdelijk besluit Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden zijn naast het Adviespunt klokkenluiders zelf, ook de sociale partners geconsulteerd (Stichting van de Arbeid en de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid). Dit heeft niet geleid tot aanpassingen. Voorts heeft overleg plaatsgevonden met het Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid, mede in verband met de financiering.

9. Ondertekening

Deze toelichting wordt mede namens mijn ambtgenoot van Sociale zaken en werkgelegenheid gegeven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven