Besluit van 15 oktober 2014, houdende wijziging van een aantal Warenwetbesluiten in verband met het schrappen van de verplichting om bepaalde regels te stellen en besluiten te nemen in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en andere wijzigingen van technische aard

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 8 juli 2014, kenmerk 495883-122390-WJZ, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op:

  • Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG)nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

  • Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (PbEU 2004, L 338);

  • Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Herschikking) (PbEU 2009, L 164);

  • Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304);

  • Verordening (EG) nr. 669/2006 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PbEU 2006, L 194);

  • Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PbEU 2014, L 160);

  • artikel 10, eerste lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de artikelen 1, vierde lid, 5, eerste lid, 6, onder d, 7a, derde lid, 8, eerste lid, onder b, 11, 13, onder a, 14 en 32b, van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 juli 2014, No. W13.14.0226/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2014, kenmerk 662068-125801-WJZ; uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gastoestellen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, derde lid, wordt «Wet energiebesparing toestellen (Stb. 1986, 59)» vervangen door: Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie.

B

In artikel 4 vervalt «in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie».

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: tezamen met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Onze Minister kan een aanwijzing schorsen, wijzigen of intrekken:

    • a. op grond van feiten of omstandigheden waarvan Onze Minister bij de aanwijzing redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan hij de aanwijzing niet zou hebben gegeven;

    • b. op grond van door de aangewezen instelling verstrekte onjuiste inlichtingen over feiten of omstandigheden, tenzij de onjuistheid daarvan aan de instelling onbekend was of kon zijn;

    • c. indien de aangewezen instelling niet meer voldoet aan de in bijlage V genoemde voorwaarden;

    • d. indien de aangewezen instelling gedurende een aaneengesloten periode van twee jaren geen werkzaamheden waarvoor zij is aangewezen, heeft uitgevoerd; of

    • e. indien de aangewezen instelling haar wettelijke verplichtingen niet naar behoren nakomt of de taken waarvoor zij is aangewezen, niet naar behoren uitvoert.

ARTIKEL II

Het Warenwetbesluit Benzine wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 12, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het in het eerste lid gestelde.

B

In artikel 13 wordt «door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,» vervangen door: door Onze Minister.

C

In artikel 13a, derde lid, vervalt «en van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie».

D

Artikel 15, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het eerste tot en met vierde lid.

E

Artikel 18, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan omtrent de in het eerste lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

ARTIKEL IV

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel met de kolommen «Omschrijving van de overtreding» en «Boetebedrag per categorie» komt rubriek B-1 te luiden:

B-1

Warenwetbesluit algemene productveiligheid

   

B-1.1.1

art. 2, lid 1, sub a, jo art. 2a, lid 1

€ 795,–

€ 1590,–

B-1.1.2

art. 2, lid 1, sub b, jo art. 2a, lid 1

€ 795,–

€ 1590,–

B-1.1.3

art. 2, lid 3, jo. art. 2a, lid 1

€ 525,–

€ 1050,–

B-1.2.1

art. 2a, lid 2

€ 525,–

€ 1050,–

B-1.2.2

art. 2a, lid 3

€ 525,–

€ 1050,–

B

Na D-11.1.2 worden de volgende onderdelen ingevoegd:

D-11.1.3

art. 2, lid 2, jo art. 4, onder a, jo

art. 2

€ 795,–

€ 1590,–

D-11.1.4

art. 2, lid 4

 

€ 795,–

€ 1590,–

ARTIKEL V

Artikel 11, tweede lid, van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren komt te luiden:

  • 2. Onze Minister kan omtrent de in het eerste lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

ARTIKEL VI

In artikel 8, eerste lid, van het Warenwetbesluit drukverpakkingen vervalt «als bedoeld in het Warenwetbesluit Frisdranken».

ARTIKEL VII

Artikel 16, derde lid, van het Warenwetbesluit honing komt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan omtrent de in het tweede lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

ARTIKEL VIII

Het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. De onderdelen d tot en met h worden geletterd c tot en met g.

B

In artikel 6, onderdeel a, wordt «richtlijn 96/3/Euratom, EGKS, EG» vervangen door: Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PbEU 2014, L 160).

C

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Een wijziging van richtlijn 98/28/EG gaat voor de toepassing van artikel 6 gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

ARTIKEL IX

In artikel 17, onderdeel A, van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen wordt in de aanhef «onder u» vervangen door «onder w» en wordt de aanduiding v van het toegevoegde onderdeel vervangen door w.

ARTIKEL X

Het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 6 van verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PbEU 2006, L 194).

B

In artikel 4 wordt «Onze Minister stelt, in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,» vervangen door: Onze Minister stelt.

ARTIKEL XI

Artikel 12, tweede lid, van het Warenwetbesluit producten voor bijzondere voeding komt te luiden:

  • 2. Onze Minister kan omtrent de in het eerste lid bedoelde methoden nadere regels stellen.

ARTIKEL XII

Het Warenwetbesluit Smeerbare vetproducten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

bak- en braadproducten:

waren die voornamelijk bestaan uit een mengsel van niet of slechts ten dele van melk afkomstige oliën en vetten, en aangeduid als geschikt of bestemd voor bakken en braden, met een vetgehalte van ten minste 90%, met uitzondering van oliën en vetten als zodanig;

verordening (EU) 1308/2013:

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de artikelen 2, 3, 4, 5, en 8, van verordening (EG) 2991/94» vervangen door: artikel 91, onder a en d, en bijlage VII, deel VII en aanhangsel II van verordening (EU) 1308/2013.

2. In het tweede lid wordt «in de bijlage bij verordening (EG) 2991/94, onder B en C» vervangen door: in aanhangsel II bij bijlage VII, van verordening (EU) 1308/2013, onder B en C.

C

In artikel 3 wordt «in de bijlage bij verordening (EG) 2991/94, onder B en C» vervangen door: in aanhangsel II bij bijlage VII, van verordening (EU) 1308/2013, onder B en C.

ARTIKEL XIII

In artikel 5a van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen wordt «de bijlage, bij verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad van de Europese Unie van 5 december 1994 tot vaststelling van normen voor smeerbare vetprodukten (Pb EG L 316), onder B en C» vervangen door: in aanhangsel II bij bijlage VII, onder B en C, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347).

ARTIKEL XIV

Het Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «de norm ISO 8317 van 1 juli 1989» vervangen door: NEN-EN-ISO 8317:2004 / C1:2007.

2. In onderdeel c wordt «de norm EN 272 van 20 augustus 1989» vervangen door: NEN-EN-ISO 11683:1997.

B

In artikel 3, tweede lid, wordt «Aërosolenbesluit (Warenwet)» vervangen door: Warenwetbesluit drukverpakkingen.

C

In artikel 6, derde lid, wordt «de norm EN 45000-serie» vervangen door: NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005.

ARTIKEL XV

Artikel 1 van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, onder 1°. vervalt: «of».

2. Aan onderdeel a, onder 2°. wordt na de puntkomma toegevoegd: of

3. Aan onderdeel a wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3°. redelijkerwijs kan worden geacht bij normaal of te verwachten gebruik met levensmiddelen in contact te komen of aan levensmiddelen hun bestanddelen af te geven;

4. In onderdeel b, onder 1°. vervalt: «of».

5. Aan onderdeel b, onder 2°. wordt na de puntkomma toegevoegd: of

6. Aan onderdeel b wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 3°. redelijkerwijs kan worden geacht bij normaal of te verwachten gebruik met levensmiddelen in contact te komen of aan levensmiddelen hun bestanddelen af te geven;

ARTIKEL XVI

Het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onder a, komt te luiden:

a. richtlijn 2009/54/EG:

Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Herschikking) (PbEU 2009, L 164);

B

In artikel 3, eerste lid, onder a en b, artikel 3, tweede lid, artikel 13, eerste lid, en artikel 17, tweede lid, wordt «richtlijn 80/777/EEG» telkens vervangen door: richtlijn 2009/54/EG.

C

In artikel 4, tweede en derde lid, wordt «Voedsel en Warenautoriteit» telkens vervangen door: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

ARTIKEL XVII

In artikel 1, derde lid, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten wordt «artikel 1, zevende lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: artikel 20, onderdeel b, onder ii, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

ARTIKEL XVIII

In artikel 1, onderdeel n, van het Warenwetbesluit Zuivel wordt «Lactococcus salivarius ssp. thermophilus» vervangen door: Streptococcus thermophilus.

ARTIKEL XIX

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel IV in werking acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel XVII in werking met ingang van 13 december 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 15 oktober 2014

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de dertiende november 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In veel besluiten op het terrein van de Warenwet zijn bepalingen opgenomen die verplichten dat nadere regels door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: Minister van VWS) in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken (hierna: Minister van EZ) worden gesteld. Deze bepalingen dateren vaak van geruime tijd geleden toen het nog gebruikelijk was om in wettelijke regels verplichtingen op te nemen om medebetrokkenheid van een andere bewindspersoon te garanderen. In lijn met het uitgangspunt van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt in dit besluit uit verschillende Warenwetbesluiten de verplichting geschrapt om nadere regels vast te stellen in overeenstemming met de Minister van EZ. Dit staat er niet aan in de weg dat voor (wijzigingen in) ministeriële regelingen die relevant zijn voor het beleidsterrein van de Minister van EZ, afstemming plaats zal vinden.

Op dit moment is er een wetsvoorstel aanhangig bij de Tweede Kamer waarin wordt voorgesteld om artikel 34 van de Warenwet te laten vervallen.1 In dit artikel wordt bepaald dat de voordracht voor een algemene maatregel van bestuur in overeenstemming met de Minister van EZ wordt gedaan en als de algemene maatregel van bestuur betrekking heeft op de eerlijkheid van de handel of de goede voorlichting omtrent waren de voordracht wordt gedaan door de Minister van EZ en de Minister van VWS gezamenlijk. De wijzigingen die worden doorgevoerd met dit besluit zijn in lijn met die voorgestelde wijziging, maar zijn daar niet van afhankelijk. Het huidige artikel 34 van de Warenwet heeft alleen betrekking op algemene maatregelen van bestuur en niet op ministeriële regelingen. Er is dus geen verplichting in de Warenwet tot het vaststellen van nadere regels in overeenstemming met de Minister van EZ, daarom kan dit besluit in werking treden voordat de aanhangige wetswijziging in werking treedt.

Voorts wordt in dit besluit in het Besluit gastoestellen aan de Minister van VWS expliciet de bevoegdheid toegekend om de aanwijzing van instellingen te schorsen, te wijzigen of in te trekken en er wordt een verduidelijking opgenomen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Tenslotte worden enkele besluiten op het terrein van de Warenwet geactualiseerd met betrekking tot wetgeving, richtlijnen, verordeningen of normalisatienormen waarnaar zij verwijzen. Ook wordt er een enkele omissie hersteld.

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW).2 Er zijn door de deelnemers geen opmerkingen gemaakt.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De Wet energiebesparing toestellen is vervangen door de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie. Met deze wijziging wordt de verwijzing in het Besluit gastoestellen geactualiseerd.

Artikel I, onderdeel B

De verplichting om normalisatienormen aan te wijzen in overeenstemming met de Minister van EZ wordt geschrapt.

Artikel I, onderdeel C

Met deze wijziging wordt expliciet in het Besluit gastoestellen opgenomen dat de Minister van VWS bevoegd is om een aanwijzing van een instelling die is aangewezen op grond van artikel 7, eerste lid, van dit besluit, te schorsen, te wijzigen en in te trekken. De gronden waarop de Minister van VWS dit mag doen zijn opgenomen onder a tot en met e. Kort samengevat gaat het om situaties waarin de instelling de werkzaamheden waarvoor zij is aangewezen niet meer uitvoert, dit niet op deugdelijke wijze doet of er ten tijde van de aanwijzing sprake was van een onjuiste voorstelling van zaken. Voor de vormgeving van artikel 7, vierde lid, van het Besluit gastoestellen is aansluiting gezocht bij artikel 6i, derde lid, van het Warenwetbesluit Machines.

Artikel II

Het Warenwetbesluit Benzine wordt ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op Richtlijn 85/536/EEG3 en Richtlijn 85/210/EEG4. Deze richtlijnen zijn ingetrokken en vervangen door Richtlijn 98/70/EG.5 Deze richtlijn is in de Nederlandse wetgeving omgezet in het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging. Daarom kan het Warenwetbesluit Benzine worden ingetrokken.

Artikelen III, V, VII, X, onderdeel B, en XI

De verplichting om nadere regels te stellen in overeenstemming met de Minister van EZ wordt geschrapt uit het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, het Warenwetbesluit Doorstraalde waren, het Warenwetbesluit honing, het Warenwetbesluit invoer levensmiddelen uit derde landen en het Warenwetbesluit producten voor bijzondere voeding.

Artikel IV

In artikel IV, onderdeel A, is een verduidelijking aangebracht in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Een boete die wordt opgelegd voor de overtreding van artikel 2, eerste lid, onder a, of artikel 2, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit algemene productveiligheid is altijd mede gebaseerd op artikel 2a, eerste lid, van dat besluit. In het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten staat echter voor de overtreding van artikel 2, eerste lid, onder a, en artikel 2, eerste lid, onder b, een ander bedrag voor de boete genoemd dan bij overtreding van artikel 2a, eerste lid.

In onderdeel B worden aan rubriek D.11.1 van de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten twee onderdelen toegevoegd. Het vooraanmelden van veterinaire producten is verplicht gesteld in artikel 3, derde lid, van Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24). Deze bepaling is geïmplementeerd in artikel 2, tweede lid, en artikel 4, onderdeel a, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen juncto artikel 2 van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen). Onderdeel D-11.1.3 maakt het mogelijk het niet vooraanmelden van veterinaire producten bestuursrechtelijk te sanctioneren.

Onderdeel D-11.1.4 zorgt ervoor dat overtreding van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PbEU 2006, L 194) (hierna: Verordening (EG) nr. 669/2009) bestuursrechtelijk kan worden gesanctioneerd. Zie hiervoor artikel X, onderdeel A.

Artikel VI

Het Warenwetbesluit Frisdranken is ingetrokken. De verwijzing naar dit besluit in het Warenwetbesluit drukverpakkingen wordt daarom geschrapt.

Artikel VIII

Op 29 mei 2014 is gepubliceerd Verordening (EU) nr. 579/2014 van de Commissie van 28 mei 2014 inzake een afwijking van enkele bepalingen van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vervoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PbEU 2014, L 160), verder te noemen: Verordening (EU) nr. 579/2014. Verordening (EU) nr. 579/2014 trekt Richtlijn 96/3/EG6 in. Richtlijn 96/3/EG is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. Artikel VIII zorgt voor het vervallen van verwijzingen naar Richtlijn 96/3/EG en de operationalisering van Verordening (EU) nr. 579/2014 in het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen.

Artikel IX

Artikel 17, onderdeel A, van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen (Stb. 2013, 146) voegt aan artikel 1 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen een onderdeel v. toe. Het besluit van 3 februari 2014, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met het opheffen van de product- en bedrijfschappen en aanpassing van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 (Stb. 2014, 81) voegt echter ook een onderdeel v. toe aan artikel 1 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen. Dit laatste besluit is op 1 maart 2014 in werking getreden.

Deze omissie wordt hersteld door het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen aan te passen. Het toegevoegde onderdeel wordt nu onderdeel w. Het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen is vastgesteld, maar nog niet in werking getreden. Op 13 december 2014 treedt het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen in werking met inbegrip van de wijziging uit dit besluit.

Artikel X, onderdeel A

Het vooraanmelden van niet-veterinaire producten is verplicht gesteld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 669/2009. Overtreding van deze bepaling is in dit onderdeel strafbaar gesteld.

Artikelen XII en XIII

In artikel 1 van het Warenwetbesluit Smeerbare vetproducten wordt de verkorte verwijzing naar Verordening (EG) nr. 2991/947 vervangen door een verkorte verwijzing naar Verordening (EU) nr. 1308/2013.8 Dit wordt ook in artikel 2 en 3 geactualiseerd. Verordening (EU) nr. 1308/2013 is een herschikking, de verplichtingen die eruit voortvloeien zijn niet anders dan de verplichtingen die volgden uit Verordening (EG) nr. 2991/94. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 1 vorm te geven overeenkomstig aanwijzing 100, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Ook in het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen wordt een verwijzing naar deze verordening geactualiseerd (artikel XIII).

Artikel XIV

In het Warenwetbesluit veilige verpakking huishoudchemicaliën worden in de artikelen 1 en 6 de verwijzing naar NEN-EN-ISO normen geactualiseerd. In artikel 3, tweede lid, wordt een verwijzing naar het Aërosolenbesluit (Warenwet) vervangen door een wijziging naar het Warenwetbesluit drukverpakkingen, aangezien het Aërosolenbesluit (Warenwet) is vervangen door het Warenwetbesluit drukverpakkingen.

Artikel XV

De aanvullingen in artikel 1 van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen zijn in overeenstemming met artikel 1, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1935/2004.9 Door deze wijziging wordt duidelijk gemaakt dat ook producten als placemats vallen onder de reikwijdte van dit besluit, aangezien dergelijke producten niet bestemd zijn om met eet- en drinkwaren in contact te komen, maar er kan wel redelijkerwijs worden verwacht dat bij normaal gebruik deze producten met eet- en drinkwaren in contact komen.

Artikel XVI

In het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt de verwijzing naar Richtlijn 80/777/EEG10 vervangen door een verwijzing naar Richtlijn 2009/54/EG.11 Dit betreft een actualisering. Richtlijn 2009/54/EG is een herschikking. Tevens wordt artikel 4 van het besluit aangepast aan de nieuwe benaming van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Artikel XVII

In het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten wordt een verwijzing naar het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen vervangen door een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 1169/2011.12 Het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen wordt ingetrokken per 13 december 2014 en wordt vervangen door Verordening (EU) nr. 1169/2011 en het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen (Stb. 2013, 146).

Artikel XVIII

Bij de totstandkoming van het Warenwetbesluit Zuivel is bij de definitie van «micro-organismen van yoghurt-cultuur» ten onrechte de bacterie Lactococcus salivarius ssp. thermophilus opgenomen. Dit had moeten zijn Streptococcus thermophilus. Dit wordt bij dit besluit hersteld.

Artikel XIX

Voor inwerkingtreding van dit besluit wordt niet aangesloten bij de vaste verandermomenten omdat er sprake is van reparatieregelgeving. Voor de inwerkingtreding van artikel XVII wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen en bij artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1169/2011. Voor de inwerkingtreding van artikel IV is rekening gehouden met artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Kamerstukken II 2013/14, 33 775, nr. 2.

X Noot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken) en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
3

Richtlijn 85/536/EEG van de Raad van 5 december 1985 betreffende de besparing van ruwe olie door het gebruik van vervangingscomponenten in benzine (PbEG 1985, L 334).

X Noot
4

Richtlijn 85/210/EEG van de Raad van 20 maart 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake het loodgehalte van benzine (PbEG 1985, L 96).

X Noot
5

Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG 1998, L 350).

X Noot
6

Richtlijn 96/3/EG van de Commissie van 26 januari 1996 inzake een afwijking van enkele bepalingen van Richtlijn 93/43/EEG van de Raad inzake levensmiddelenhygiëne voor het bulkvrvoer van vloeibare oliën en vetten over zee (PbEG 1996, L 21).

X Noot
7

Verordening (EG) nr. 2991/94 van de Raad van 5 december 1994 tot vaststelling van normen voor smeerbare vetproducten (PbEG 1994, L 316).

X Noot
8

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347).

X Noot
9

Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (PbEU 2004, L 338).

X Noot
10

Richtlijn nr. 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (PbEG 1980, L 229).

X Noot
11

Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (Herschikking) (PbEU 2009, L 164).

X Noot
12

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven