Besluit van 3 april 2013, houdende regels inzake de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (Warenwetbesluit informatie levensmiddelen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 februari 2013, VGP/3153658, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op:

  • artikel 6, eerste en derde lid, van Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling (PbEG 1999, L 66);

  • Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG 2002, L 31);

  • Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEU 2006, L 404, en 2007, L 12);

  • Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van de geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PbEU 2008, L 39);

  • Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU 2009, L 16);

  • Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304);

  • Richtlijn 2011/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (PbEU 2011, L 334);

  • de artikelen 8, eerste lid, 13, 14 en 32b, eerste lid, van de Warenwet;

  • artikel II van de Wijzigingswet (1988) Warenwet; en

  • artikel 2b, eerste lid, onder a en b, van de Prijzenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 maart 2013, No. W13.13.0031/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 maart 2013, VGP/3159537, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

claim inzake ziekterisicobeperking:

een claim inzake ziekterisicobeperking als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van verordening (EG) 1924/2006;

datum van minimale houdbaarheid:

de datum van minimale houdbaarheid van een levensmiddel, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder r, van verordening (EU) 1169/2011;

grote cateraars:

grote cateraars, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder d, van verordening (EU) 1169/2011;

partij:

een verzameling verkoopeenheden van een levensmiddel die onder vrijwel identieke omstandigheden is geproduceerd, vervaardigd of verpakt;

uiterste consumptiedatum:

de uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 24 van verordening (EU) 1169/2011;

verordening (EG) 178/2002:

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG 2002, L 31);

verordening (EG) 1924/2006:

Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEU 2006, L 404, en 2007, L 12);

verordening (EG) 110/2008:

Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van de geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PbEU 2008, L 39);

verordening (EG) 41/2009:

Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU 2009, L 16);

verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304);

verpakt levensmiddel:

de verkoopeenheid die niet bestemd is als zodanig aan de eindverbruiker of aan grote cateraars te worden afgeleverd, en bestaat uit een levensmiddel en haar verpakking of recipiënt;

voedselkeuzelogo:

een logo dat het voor consumenten eenvoudiger maakt levensmiddelen te kiezen die ten opzichte van vergelijkbare levensmiddelen in een productcategorie gezonder zijn wat betreft energie of de gehaltes aan verzadigd vet, transvet, toegevoegd suiker, voedingsvezel of zout;

voorverpakking:

het verpakkingsmateriaal waarin een voorverpakt levensmiddel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011, is verpakt.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, 4, 6, 7, 8 en 9.

  • 2. Het is verboden te handelen in strijd met de bij of krachtens de artikelen 10, 11, eerste en vijfde lid, en 14 gestelde voorschriften.

  • 3. Het is verboden ten aanzien van levensmiddelen te handelen in strijd met artikel 16 van verordening (EG) 178/2002.

  • 4. Het is verboden te handelen in strijd met de bij of krachtens de artikelen 3, 4, derde en vijfde lid, 5, 6, eerste en tweede lid, 7, 8, eerste lid, 9, 10, eerste, tweede en derde lid, 12 en 14, van verordening (EG) 1924/2006 gestelde voorschriften.

  • 5. Het is verboden te handelen in strijd met de bij of krachtens de artikelen 3, 5, eerste lid, 9, eerste, tweede, vierde, zesde, zevende, en achtste lid, 10, eerste en tweede lid, 11, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 12, 13, 14, eerste en tweede lid, 15, vierde lid, 16, 27, en 28, tweede lid, van verordening (EG) 110/2008, gestelde voorschriften.

  • 6. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 4 van verordening (EG) 41/2009.

  • 7. Het is verboden te handelen in strijd met de bij of krachtens de artikelen 6, 7, 8, tweede tot en met achtste lid, 9, 10, eerste lid, 12, 13, eerste tot en met vijfde lid, 14, eerste en tweede lid, 15, eerste lid, 16, eerste en tweede lid, 17, 18, eerste tot en met vierde lid, 21, eerste lid, 22, 23, eerste en tweede lid, 24, 25, 26, eerste, tweede, derde en achtste lid, 27, 28, tweede lid, 30, eerste tot en met derde lid, 32, 33, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 34, 35, eerste en zesde lid, 36, 37, 44, eerste lid, onder a, en 54, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011, gestelde voorschriften.

Artikel 3

Voor de verplichte voedselinformatie en de vermeldingen op de etikettering, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011, wordt gebruik gemaakt van in ieder geval de Nederlandse taal.

Artikel 4

  • 1. Een levensmiddel wordt slechts in de handel gebracht indien het vergezeld gaat van een vermelding die het mogelijk maakt de partij waartoe dat levensmiddel behoort te identificeren. Deze vermelding wordt voorafgegaan door de letter «L», behalve in het geval waarin zij duidelijk van de overige vermeldingen op het etiket te onderscheiden is.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mag de vermelding betreffende een partij van voorverpakt consumptie-ijs worden aangebracht op de verzamelverpakking van individuele porties van die waar.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vermeldingen worden aangebracht:

    • a. op de voorverpakking of op een daaraan gehecht etiket; of

    • b. op de verpakking of de recipiënt, of bij gebreke daarvan op de desbetreffende handelsdocumenten.

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde vermeldingen worden vastgesteld en aangebracht door:

    • a. de producent;

    • b. de fabrikant;

    • c. de verpakker; of

    • d. de eerste in de Europese Unie gevestigde verkoper;

    van het betrokken levensmiddel.

Artikel 5

Artikel 4 is niet van toepassing:

  • a. indien de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum in de etikettering voorkomt, op voorwaarde dat de vermelding van deze datum duidelijk en in de juiste volgorde ten minste de dag en de maand omvat;

  • b. op landbouwproducten die vanuit de bedrijfszone:

    • aan opslag-, behandelings- of verpakkingsbedrijven worden verhandeld of afgeleverd;

    • naar producentenorganisaties worden overgebracht; of

    • voor onmiddellijke opneming in een operationeel bereidings- of verwerkingsysteem worden opgehaald;

  • c. wanneer de levensmiddelen die op de plaats van verkoop aan de eindverbruiker niet zijn voorverpakt, aldaar op verzoek van de koper worden verpakt of voor onmiddellijke verkoop worden voorverpakt;

  • d. op verpakkingen of recipiënten van levensmiddelen waarvan de grootste zijde een oppervlakte heeft van minder dan 10 cm2.

Artikel 6

  • 1. Doorstraalde levensmiddelen, bestemd voor eindgebruikers of instellingen, zijn voorzien van een van de volgende vermeldingen:

    • a. «doorstraald»;

    • b. «door straling behandeld»; of

    • c. «met ioniserende straling behandeld».

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vermelding wordt aangebracht:

    • a. bij verpakte of voorverpakte producten: op het etiket;

    • b. bij onverpakte producten: samen met de benaming van de waar op een affiche of een bord boven of naast de houder waarin het levensmiddel waar zich bevindt.

  • 3. Indien een doorstraald product als ingrediënt van een levensmiddel wordt gebruikt, wordt de in het eerste lid bedoelde vermelding van de doorstraling:

    • a. toegevoegd aan de benaming van dat ingrediënt in de lijst van ingrediënten van dat levensmiddel; of

    • b. bij onverpakte producten: samen met de benaming van de waar vermeld op een affiche of een bord boven of naast de houder waarin het levensmiddel zich bevindt.

  • 4. In alle gevallen wordt de doorstraling vermeld in de documenten die de doorstraalde levensmiddelen vergezellen of daarop betrekking hebben.

Artikel 7

  • 1. Bij verpakte levensmiddelen zijn de volgende vermeldingen verplicht:

    • a. de benaming, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van verordening (EU) 1169/2011; en

    • b. de vermelding, bedoeld in artikel 4, eerste lid, inzake de vermelding die het mogelijk maakt de partij te identificeren waartoe een levensmiddel behoort.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vermeldingen zijn aangebracht:

    • a. op de verpakking of de recipiënt; of, indien dat niet mogelijk is

    • b. op het handelsdocument dat het desbetreffende levensmiddel vergezelt.

Artikel 8

  • 1. Bij onverpakte levensmiddelen is vermelding van de benaming, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van verordening (EU) 1169/2011, verplicht.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vermelding:

    • a. is duidelijk zichtbaar voor het publiek aangebracht:

      • op het voorwerp waarin of waarop het betrokken levensmiddel zich bevindt; of

      • op een boven het onder 1° bedoelde voorwerp geplaatst(e) bord of kaart; of

    • b. wordt in de onmiddellijke omgeving van het levensmiddel op een andere duidelijke wijze ter kennis van het publiek gebracht.

Artikel 9

In afwijking van de artikelen 9, eerste lid, en 10, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011, behoeven op glazen flessen die bestemd zijn om opnieuw te worden gebruikt en waarin melk of melkproducten zijn verpakt, slechts te worden vermeld:

  • a. de datum van minimale houdbaarheid onderscheidenlijk de uiterste consumptiedatum; en

  • b. de naam of handelsnaam en het adres van de exploitant van het desbetreffende levensmiddelenbedrijf, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder h, van verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 10

Bij regeling van Onze Minister kunnen worden vastgesteld:

  • a. maatregelen als bedoeld in artikel 35, derde lid, van verordening (EU) 1169/2011, inzake het vergemakkelijken van het toezicht op het gebruik van extra uitdrukkings- en presentatievormen van de voedingswaardevermelding;

  • b. bijkomende verplichte vermeldingen voor specifieke typen of categorieën levensmiddelen als bedoeld in artikel 39, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011, die gerechtvaardigd zijn om ten minste een van de volgende redenen:

    • bescherming van de volksgezondheid;

    • bescherming van de consument;

    • preventie van fraude;

    • bescherming van aanduidingen van herkomst en oorsprong, en de preventie van oneerlijke concurrentie;

  • c. maatregelen als bedoeld in artikel 42 van verordening (EU) 1169/2011, inzake het anders uitdrukken van de nettohoeveelheid van consumptie-ijs en dikvloeibare melkproducten dan op de in artikel 23, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011 bedoelde wijze;

  • d. maatregelen als bedoeld in artikel 43 van verordening (EU) 1169/2011, met betrekking tot de vrijwillige vermelding van referentie-innames voor specifieke bevolkingsgroepen;

  • e. maatregelen als bedoeld in artikel 44, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011, betreffende de middelen waarmee de in artikel 44, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011, bedoelde vermeldingen of elementen van vermeldingen beschikbaar moeten worden gesteld en, waar nodig, de daarvoor gebruikte uitdrukkings- of presentatievorm;

  • f. maatregelen als bedoeld in bijlage VI, deel B, punt 3, van verordening (EU) 1169/2011, inzake het alleen in Nederland in de handel brengen van gehakt vlees dat niet voldoet aan de in bijlage VI, deel B, punt 1, van verordening (EU) 1169/2011, vastgestelde criteria.

Artikel 11

  • 1. Onverminderd verordening (EG) 1924/2006 mag bij de verhandeling van een levensmiddel een door representatieve organisaties van producenten en verhandelaren ontwikkeld voedselkeuzelogo worden gebezigd, onder de volgende voorwaarden:

    • a. het logo wordt niet gebezigd bij:

      • alcoholhoudende dranken;

      • zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding als bedoeld in de Warenwetregeling zuigelingenvoeding 2007;

      • bewerkte eet- of drinkwaren op basis van granen en babyvoeding als bedoeld in de Warenwetregeling Babyvoeding;

      • dieetvoeding voor medisch gebruik als bedoeld in de Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik; en

      • voedingssupplementen als bedoeld in het Warenwetbesluit voedingssupplementen;

    • b. het logo is begrijpelijk voor de consument;

    • c. de regels voor het gebruik van het logo zijn:

      • in lijn met de door de Gezondheidsraad vastgestelde richtlijnen Goede Voeding;

      • tot stand gekomen met inachtneming van de laatste wetenschappelijke inzichten ter zake;

      • getoetst door een onafhankelijke wetenschappelijke commissie; en

      • in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal en voor een ieder te raadplegen op internet; en

    • d. het voedselkeuzelogo en de regels voor het gebruik ervan zijn goedgekeurd door Onze Minister.

  • 2. Een verzoek tot goedkeuring van een voedselkeuzelogo en van de regels voor het gebruik ervan, wordt ingediend bij Onze Minister. De goedkeuring wordt verleend indien voldaan is aan de in dit artikel ter zake gestelde voorwaarden.

  • 3. Onze Minister kan een in het tweede lid bedoelde goedkeuring intrekken indien het voedselkeuzelogo of de regels voor het gebruik ervan niet meer voldoen aan de in het tweede lid bedoelde voorwaarden.

  • 4. Onze Minister maakt een in het tweede en derde lid bedoeld besluit bekend in de Staatscourant.

  • 5. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld inzake het eerste en tweede lid. In deze nadere regels kan worden bepaald dat de goedkeuring voor bepaalde tijd wordt verleend.

Artikel 12

Artikel 11 is niet van toepassing op het verhandelen van een levensmiddel ten aanzien waarvan een voedselkeuzelogo is gebezigd dat niet door toedoen van Nederland overeenkomstig verordening (EG) 1924/2006 is toegelaten, en dat rechtmatig is bereid of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie.

Artikel 13

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

  • a. verordening (EG) 1924/2006;

  • b. artikel 22, eerste lid, van verordening (EG) 110/2008.

Artikel 14

Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden vastgesteld:

  • a. inzake artikel 2, vierde lid, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordening (EG) 1924/2006 gestelde voorschriften;

  • b. inzake artikel 2, vijfde lid, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordening (EG) 110/2008 gestelde voorschriften;

  • c. inzake artikel 2, zevende lid, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de bij of krachtens verordening (EU) 1169/2011 gestelde voorschriften.

Artikel 15

In artikel 2 van het Besluit prijsaanduiding producten wordt «het uitlekgewicht wordt vermeld ingevolge artikel 14, eerste lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: het uitlekgewicht wordt vermeld ingevolge Bijlage IX, punt 5, van verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 16

Artikel 5, tweede lid, van het Glasartikelenbesluit (Warenwet) komt te luiden:

  • 2. In het eerste lid bedoelde aanduidingen:

    • a. zijn duidelijk zichtbaar en gemakkelijk leesbaar, kunnen niet door vegen worden uitgewist en zijn in elk geval gesteld in de Nederlandse taal; en

    • b. zijn bij verpakte glasartikelen aangebracht op de verpakking of op een daaraan gehecht etiket.

Artikel 17

Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, onder u, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

v. verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

B

In artikel 2, elfde lid, wordt «uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder d, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: uiterste consumptiedatum, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011.

C

In artikel 15, tweede lid, wordt «is artikel 17 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14) van toepassing» vervangen door: is artikel 24, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011 inzake de uiterste consumptiedatum van toepassing.

Artikel 18

De bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel inhoud, subonderdeel D, Verpakking en aanduiding, wordt als volgt gewijzigd:

a. De volgende rubrieken vervallen:

  • D-5 Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen;

  • D-7 Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen;

b. Er wordt een rubriek toegevoegd, luidende:

D-84 Warenwetbesluit informatie levensmiddelen.

2. Aan de tabel met de kolommen «Omschrijving van de overtreding» en «Boetebedrag per categorie» wordt toegevoegd:

D-84

Warenwetbesluit informatie levensmiddelen

D-84.1.1

art. 2 lid 1 jo. art. 3

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.1.2

art. 2 lid 1 jo. art. 4

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.1.3

art. 2 lid 1 jo. art. 6

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.1.4

art. 2 lid 1 jo. art. 7

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.1.5

art. 2 lid 1 jo. art. 8

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.1.6

art. 2 lid 1 jo. art. 9

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.1

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder a

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.2

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder b

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.3

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder c

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.4

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder d

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.5

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder e

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.1.6

art. 2 lid 2 jo. art. 10 onder f

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.2

art. 2 lid 2 jo. art. 11

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.3.1

art. 2 lid 2 jo. art. 14 onder a

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.3.2

art. 2 lid 2 jo. art. 14 onder b

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.2.3.3

art. 2 lid 2 jo. art. 14 onder c

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.3

art. 2 lid 3

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.4

art. 2 lid 4

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.5

art. 2 lid 5

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.6

art. 2 lid 6

€ 525,–

€ 1050,–

D-84.7

art. 2 lid 7

€ 525,–

€ 1050,–.

Artikel 19

In artikel 20, aanhef, van het Warenwetbesluit Cacao en chocolade wordt «Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: Onverminderd Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 20

Artikel 10, tweede lid, van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren komt te luiden:

  • 2. De volgende onderdelen van het Warenwetbesluit voedselinformatie levensmiddelen zijn van overeenkomstige toepassing op de in het eerste lid bedoelde verhandeling:

    • a. artikel 4, eerste lid, inzake het vermelden van de partij waartoe een levensmiddel behoort; en

    • b. artikel 6 inzake het vermelden van de behandeling van een levensmiddel of ingrediënt van een levensmiddel, indien dat levensmiddel onderscheidenlijk ingrediënt met ioniserende stralen is behandeld.

Artikel 21

In artikel 6, eerste lid, van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten wordt «Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: Onverminderd Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 22

In de artikelen 13, vijfde en zesde lid, en 15, eerste lid, aanhef, van het Warenwetbesluit honing, wordt telkens «Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: Onverminderd Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 23

In artikel 18 van het Warenwetbesluit Meel en brood wordt «In afwijking van artikel 5, eerste lid, onder c, en derde lid, en artikel 25, eerste lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: In afwijking van artikel 9, eerste lid, onder e, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 24

Het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, eerste lid, onder d, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. «producten» wordt vervangen door: Producten.

2. «voorverpakt in de zin van artikel 1, onder c juncto onder b, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (Stb. 1992, 14)» wordt vervangen door: als voorverpakt levensmiddel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011.

C

In artikel 7, eerste en tweede lid, wordt telkens «Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: Onverminderd verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 25

In artikel 16 van het Warenwetbesluit suikers wordt «In afwijking van artikel 5, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: In afwijking van artikel 9, eerste lid, onder e, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 26

Het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

m. verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

B

In artikel 23, tweede lid, wordt «indien een bewering inzake de voedingswaarde wordt gebezigd, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen» vervangen door: indien een voedingswaardevermelding is gebezigd als bedoeld in de artikelen 30 tot en met 35 van verordening (EU) 1169/2011.

C

In artikel 24 wordt «artikel 7, eerste lid, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: artikel 18, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 27

In artikel 1, eerste lid, onder e, van het Warenwetbesluit Verpakte waters wordt «voorverpakt in de zin van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: voorverpakt in de zin van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

Artikel 28

Het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onder q, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

r. verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

2. In het tweede lid wordt «verpakking in de zin van artikel 1, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: verpakkingsmateriaal als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011.

B

In artikel 4, tweede lid, onder a, wordt «een voorverpakte eetwaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: een voorverpakt levensmiddel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011.

C

In artikel 5, tweede lid, onder c, wordt «een voorverpakte eetwaar is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: een voorverpakt levensmiddel is als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011.

D

In artikel 15 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid.

Artikel 29

Het Warenwetbesluit voedingssupplementen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. verordening (EU) 1169/2011:

Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het is verboden voedingssupplementen aan de eindverbruiker te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren anders dan als voorverpakt levensmiddel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011.

C

In artikel 6, eerste lid, wordt «Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: Onverminderd verordening (EU) 1169/2011.

D

In artikel 7, eerste lid, onder b, wordt «in de bijlage van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen vermelde referentiewaarden» vervangen door: in bijlage XIII, deel A, van verordening (EU) 1169/2011, vermelde referentie-innames.

Artikel 30

Het Warenwetbesluit Zuivel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, vierde lid, wordt «In aanvulling op artikel 9, onder d, van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: In aanvulling op artikel 19, eerste lid, onder d, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (PbEU 2011, L 304).

B

In artikel 12, tweede lid, wordt «In afwijking van artikel 27 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen» vervangen door: In afwijking van artikel 8 van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen.

Artikel 31

De volgende besluiten worden ingetrokken:

  • a. het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen;

  • b. het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen.

Artikel 32

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 13 december 2014.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 2, zevende lid, en 18:

    • a. in werking met ingang van 1 januari 2014, voor zover die artikelen betrekking hebben op bijlage VI, deel B, van verordening (EU) 1169/2011;

    • b. in werking met ingang van 13 december 2016, voor zover die artikelen betrekkingen hebben op artikel 9, eerste lid, onder l, van verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 33

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit informatie levensmiddelen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 3 april 2013

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op 22 november 2011 is gepubliceerd Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304), verder te noemen: verordening (EU) 1169/2011.

Bij en krachtens dit besluit zijn regels gesteld in verband met verordening (EU) 1169/2011. Voorts bevat dit besluit andere algemene regels inzake de etikettering van levensmiddelen en het verstrekken van voedselinformatie aan consumenten in het kader van diverse EU-verordeningen en EU-richtlijnen. Verderop in deze nota van toelichting is dat nader toegelicht.

Verordening (EU) 1169/2011:

  • stelt de algemene beginselen, voorschriften en verantwoordelijkheden vast in verband met voedselinformatie, en met name voedseletikettering;

  • stelt de middelen vast voor het waarborgen van het recht van consumenten op informatie;

  • is in alle schakels van de voedselketen van toepassing op exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bij hun activiteiten ook voedselinformatie aan de consument verstrekken;

  • is van toepassing op alle voor de eindverbruiker bestemde levensmiddelen, inclusief door grote cateraars geleverde levensmiddelen, en op voor levering aan grote cateraars bestemde levensmiddelen.

Onderwerp en toepassingsgebied van verordening (EU) 1169/2011 zijn nader uitgewerkt in artikel 1 van de verordening. Een gedetailleerde toelichting op verordening (EU) 1169/2011 is opgenomen in de 59 overwegingen bij de verordening.

Verordening (EU) 1169/2011 is van toepassing met ingang van 13 december 2014. Twee uitzonderingen:

  • artikel 9, eerste lid, onder l, inzake een voedingswaardevermelding in de lijst van verplichte vermeldingen, is van toepassing met ingang van 13 december 2016;

  • bijlage VI, deel B, met specifieke voorschriften betreffende de aanduiding van «gehakt vlees», is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 54 van verordening (EU) 1169/2011 bevat gedetailleerde overgangsmaatregelen. Nederland is niet bevoegd zelf andere of aanvullende overgangsmaatregelen vast te stellen. Op grond van artikel 54, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011 dient voedingswaardevermelding die vanaf 13 december 2014 tot 13 december 2016 op vrijwillige basis is verstrekt, te voldoen aan de artikelen 30 tot en met 35 van verordening (EU) 1169/2011.

Verordening (EU) 1169/2011 is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten van de Europese Unie. Het is daarom niet noodzakelijk en zelfs niet toegestaan om deze verordening om te zetten in nationale wetgeving. Wel is het noodzakelijk om daarvoor in aanmerking komende voorschriften uit de verordening aan te wijzen als strafbaar of beboetbaar feit, zodat overtreding daarvan bestraft kan worden. Artikel 2, eerste, tweede en zevende lid, van dit besluit zorgt daarvoor.

De artikelen 38 tot en met 45 van verordening (EU) 1169/2011 geven aan in welke gevallen en op welke wijze de lidstaten van de Europese Unie nationale maatregelen mogen vaststellen. Bij artikel 10 van dit besluit is het eventueel vaststellen van een deel van die nationale bepalingen gedelegeerd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (verder: de minister). Nadere bijzonderheden zijn vermeld bij de toelichting op artikel 10 van dit besluit.

Artikel 14, onder c, van dit besluit maakt het voorts mogelijk nationale bepalingen vast te stellen indien die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering (operationalisering) van verordening (EU) 1169/2011.

Ingetrokken EU-richtlijnen en -verordeningen

Bij artikel 53 van verordening (EU) 1169/2011 zijn de volgende richtlijnen en verordening met ingang van 13 december 2014 ingetrokken:

  • a. Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie van 15 april 1987 inzake de vermelding van het alcoholvolumegehalte bij etikettering van voor de eindverbruiker bestemde alcoholhoudende dranken (PbEG 1987, L 113), verder: richtlijn 87/250/EEG;

  • b. Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (PbEG 1990, L 276), verder: richtlijn 90/496/EEG;

  • c. Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie van 8 maart 1999 houdende afwijkingen van artikel 7 van Richtlijn 79/112/EEG van de Raad inzake de etikettering van levensmiddelen (PbEG 1999, L 69), verder: richtlijn 1999/10/EG;

  • d. Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PbEG 2000, L 109), verder: richtlijn 2000/13/EG;

  • e. Richtlijn 2002/67/EG van de Commissie van 18 juli 2002 betreffende de etikettering van levensmiddelen die kinine en levensmiddelen die cafeïne bevatten (PbEG 2002, L 191), verder: richtlijn 2002/67/EG;

  • f. Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie van 31 maart 2004 inzake de etikettering van voedingsmiddelen en voedselingrediënten met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen en/of fytostanolesters (PbEU 2004, L 97), verder: verordening (EG) 608/2004;

  • g. Richtlijn 2008/5/EG van de Commissie van 30 januari 2008 betreffende de vermelding op het etiket van bepaalde levensmiddelen van andere verplichte gegevens dan die waarin Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad voorziet (PbEU 2008, L 27), verder: richtlijn 2008/5/EG.

De voorschriften van deze ingetrokken richtlijnen en verordening zijn nu opgenomen in verordening (EU) 1169/2011.

In het kader van de onder a, c, d, e en g bedoelde ingetrokken richtlijnen en de onder f bedoelde ingetrokken verordening waren regels gesteld bij het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (verder: WEL). Ter uitvoering van de ingetrokken richtlijn 90/496/EEG (onder b, hiervoor) waren regels gesteld bij het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen (verder: VIL). Bij artikel 31 van dit besluit zijn het WEL en het VIL daarom met ingang van 13 december 2014 ingetrokken.

Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen (WEL)

Naast voorschriften in het kader van de hierboven vermelde inmiddels ingetrokken richtlijnen en verordening (EG) 608/2004, waren bij het WEL ook voorschriften vastgesteld in verband met de operationalisering van drie andere EU-verordeningen. Dat betrof de volgende bepalingen in het WEL en de volgende verordeningen:

  • artikel 2, tweede lid, van het WEL, dat handelen verbood in strijd met artikel 16 van verordening (EG) 178/20021;

  • artikel 2, vierde lid, en artikel 2a, van het WEL, in het kader van verordening (EG) 110/20082;

  • artikel 2, vijfde lid, van het WEL, in het kader van verordening (EG) 41/20093.

Aangezien deze drie EU-verordeningen nog van toepassing zijn in de lidstaten van de Europese Unie, zijn de artikelen 2, tweede, vierde en vijfde lid, en 2a, van het WEL, overgeheveld naar artikel 2, derde, vijfde en zesde lid, en artikel 13, onder b, van dit besluit.

Bij de artikelen 4, zesde lid, 5, vijfde lid, en 7, vijfde lid, van het WEL, waren regels gesteld ter implementatie van artikel 6, eerste en derde lid, van richtlijn 1999/2/EG4 inzake het doorstralen van levensmiddelen. Aangezien richtlijn 1999/2/EG nog steeds geldig is, zijn ter uitvoering van artikel 6, eerste en derde lid, van richtlijn 1999/2/EG, nu regels vastgesteld bij artikel 6 van dit besluit.

Bij artikel 11, eerste lid, van het WEL, was onder andere bepaald dat onder nettohoeveelheid de hoeveelheid werd verstaan die in elk geval in de verpakking aanwezig is (minimumhoeveelheid). Door de intrekking van het WEL is ook deze bepaling vervallen.

Sinds de inwerkingtreding van dit besluit zijn regels inzake de nettohoeveelheid van levensmiddelen te vinden in de artikelen 9, eerste lid, onder e, en 23, en bijlage IX, van verordening (EU) 1169/2011. Op grond van die voorschriften dient bij bepaalde levensmiddelen de nettohoeveelheid daarvan (minimumhoeveelheid) vermeld te worden. Desgewenst kan bij het verhandelen van levensmiddelen evenwel ook gebruik worden gemaakt van het zogenaamde e-teken (gemiddelde hoeveelheid). Regels voor het gebruik van het e-teken zijn gesteld bij het Warenwetbesluit e-voorverpakkingen.

De intrekking van het WEL, het van toepassing worden van verordening (EU) 1169/2011 en de inwerkingtreding van dit besluit, hebben niet geleid tot inhoudelijk andere voorschriften wat betreft de vermelding van de nettohoeveelheid bij levensmiddelen.

Bij de artikelen 5, eerste lid, onder i, en 22, van het WEL, waren voorts regels gesteld ter implementatie van richtlijn 2011/91/EU5. Aangezien ook richtlijn 2011/91/EU nog steeds geldig is, zijn ter implementatie van richtlijn 2011/91/EU nu voorschriften gesteld bij de artikelen 4 en 5 van dit besluit.

Artikel 14, derde en vierde lid, van het WEL, ten slotte verleende het bestuur van enkele productschappen de bevoegdheid nadere regels te stellen inzake het uitlekgewicht van bepaalde eetwaren. Vergelijkbare bepalingen zijn niet overgenomen in dit besluit, aangezien bijlage IX, punt 5, bij verordening (EU) 1169/2011, ter zake nu uitputtende voorschriften geeft. De goedkeuring van de Verordening PT Uitlekgewichten verduurzaamde champignons en zuurkool 2007 (besluit van de minister van 13 juni 2007, VGP/VV 2777888 (Stcrt. 2007; 120)) is daarom per 13 december 2014 ingetrokken.

Nadere bijzonderheden zijn vermeld bij de artikelsgewijze toelichting.

Warenwetbesluit Voedingswaarde-etikettering levensmiddelen (VIL)

Bij het VIL was in de eerste plaats uitvoering gegeven aan de inmiddels ingetrokken richtlijn 90/496/EEG. De bepalingen in het VIL die uitvoering gaven aan die richtlijn, konden daarom zonder bezwaar vervallen.

Bij het VIL waren evenwel ook voorschriften gesteld:

  • voor de operationalisering van verordening (EU) 1924/20066 (artikelen 2, tweede lid, en 2a, tweede en derde lid); en

  • inzake het onder voorwaarden mogen gebruiken van een voedselkeuzelogo (artikelen 2, derde lid, en 11a).

Deze voorschriften konden niet gemist worden en zijn nu vastgesteld bij de artikelen 2, tweede en vierde lid (verbodsbepalingen), 11 en 12 (voedselkeuzelogo), 13, onder a (aanwijzing bevoegde autoriteit) en 14, onder a (delegatie aan de minister).

Nadere bijzonderheden zijn vermeld bij de artikelsgewijze toelichting.

Artikel 2a, eerste lid, van het VIL, bepaalde dat de artikelen 19, eerste lid, onder a, en 20, tweede lid, onder a, van de Warenwet (met – kort gezegd – een verbod op «medische claims» bij levensmiddelen) niet van toepassing waren op een toegelaten claim inzake ziekterisicobeperking als bedoeld in verordening (EU) 1924/2006. Dat artikel 2a, eerste lid, van het VIL, is niet overgenomen in dit besluit, aangezien de artikelen 19 en 20 van de Warenwet sinds 13 december 2014 geen betrekking meer hebben op medische claims bij levensmiddelen. Het was daarom niet langer noodzakelijk de artikelen 19, eerste lid, onder a, en 20, tweede lid, onder a, van de Warenwet, niet van toepassing te verklaren op een toegelaten claim inzake ziekterisicobeperking.

Sinds 13 december 2014 zijn wat betreft voorschriften inzake verboden medische claims bij levensmiddelen, uitsluitend artikel 7, derde en vierde lid, van verordening (EU) 1169/2011, van toepassing in Nederland.

Artikelsgewijs

Bij artikel 1 zijn enkele begrippen gedefinieerd die voorkomen in dit besluit. Eén van die begrippen is het begrip verpakt levensmiddel, dat als verpakte eet- of drinkwaar ook reeds in het WEL gebruikt werd (artikel 1, eerste lid, onder d, van het WEL). Anders dan bij voorverpakte levensmiddelen het geval is, zijn verpakte levensmiddelen (verpakte eet- of drinkwaren) niet bestemd om als zodanig te worden aangeboden aan eindverbruikers of grote cateraars.

Artikel 2 bevat de noodzakelijke verbodsbepalingen. Deze bepalingen spreken voor zich. Artikel 2, zesde lid, verbiedt handelen in strijd met artikel 4 van verordening (EG) 41/2009. Handelen in strijd met artikel 3 van verordening (EG) 41/2009 is verboden bij artikel 2, zevende lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding.

Bij artikel 3 is gebruik gemaakt van de bevoegdheid die artikel 15, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011 verleent aan de lidstaten van de Europese Unie. Op grond van die bepaling kunnen lidstaten waar een levensmiddel in de handel wordt gebracht, eisen dat op hun grondgebied voor de vermeldingen op de etikettering gebruik wordt gemaakt van één of meer officiële talen van de EU. Artikel 3 van dit besluit schrijft voor dat gebruik moet worden gemaakt van in ieder geval de Nederlandse taal. Artikel 23 van het WEL bevatte een vergelijkbare bepaling.

Bij de artikelen 4 en 5 zijn voorschriften gesteld ter implementatie van richtlijn 2011/91/EU7 inzake partij-identificatie. Tot de inwerkingtreding van dit besluit waren deze bepalingen opgenomen in het WEL. Richtlijn 2011/91/EU laat de lidstaten bij de implementatie geen beleidsruimte.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2011/91/EU en dit besluit.

Richtlijn 2011/91/EU

Warenwetbesluit informatie levensmiddelen

artikel 1 lid 1

geen implementatie vereist

artikel 1 lid 2

artikel 1

artikel 2 lid 1

artikel 4 lid 1

artikel 2 lid 2

artikel 5

artikel 3, eerste alinea

artikel 4 lid 4

artikel 3, tweede alinea

artikel 4, leden 1 en 4

artikel 4, eerste alinea

artikel 4 lid 3

artikel 4, tweede alinea

artikel 4 lid 1

artikel 4, derde alinea

geen implementatie vereist (staat in artikel 13 van verordening (EU) 1169/2011)

artikel 5

artikel 4 lid 2 en 5 onder a

artikelen 6, 7, 8 en 9

geen implementatie vereist

Bij artikel 6 van dit besluit is artikel 6, eerste en derde lid, van richtlijn 1999/2/EG8 geïmplementeerd. De overige bepalingen van richtlijn 1992/2/EG zijn geïmplementeerd bij het Warenwetbesluit Doorstraalde waren.

Bij de artikelen 7 en 8, eerste en tweede lid, onder a, zijn voorschriften gehandhaafd die tot de inwerkingtreding van dit besluit waren opgenomen in de artikelen 26 (vermeldingen bij verpakte levensmiddelen) en 27 (vermeldingen bij onverpakte levensmiddelen) van het WEL. Bij artikel 8, tweede lid, onder b, is het mogelijk gemaakt de aanduiding van een onverpakt levensmiddel ook langs andere weg ter kennis van het publiek te brengen. Hierbij kan bij voorbeeld gedacht worden aan folders, productboeken of zelfs «sprekende informatiezuilen». Nederland is bevoegd deze voorschriften vast te stellen, gezien artikel 44, eerste en tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 9 maakt het mogelijk dat op glazen flessen die bestemd zijn om opnieuw te worden gebruikt en waarin melk of melkproducten zijn verpakt, slechts enkele vermeldingen worden aangebracht. Een vergelijkbaar voorschrift was tot de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen in artikel 24, vijfde lid, van het WEL. Op grond van artikel 40 van verordening (EU) 1169/2011 is Nederland bevoegd deze bepaling te handhaven.

Artikel 10 verleent de minister de bevoegdheid bij ministeriële regeling bepaalde nationale maatregelen vast te stellen waartoe de artikelen 35, 38, 39, 41, 42, 43 en 44, in hoofdstuk VI van verordening (EU) 1169/2011, de lidstaten van de EU de mogelijkheid biedt.

De beleidsvrijheid die de minister daarbij heeft is beschreven in de desbetreffende bepalingen van verordening (EU) 1169/2011:

  • wat betreft artikel 10, onder a: in artikel 35, derde lid, tweede alinea;

  • wat betreft artikel 10, onder b: in artikel 39, eerste lid, en tweede lid, eerste volzin;

  • wat betreft artikel 10, onder c: in artikel 42;

  • wat betreft artikel 10, onder d: in artikel 43;

  • wat betreft artikel 10, onder e: in artikel 44, tweede lid;

  • wat betreft artikel 10, onder f: in bijlage VI, deel B, punt 3.

Nederland heeft dus – afgezien van de artikelen 7 en 8 van dit besluit – geen gebruik gemaakt van artikel 44, eerste lid, onder b, van verordening (EU) 1169/2011. Op grond van dat artikel 44, eerste lid, onder b, kunnen voor bepaalde niet-voorverpakte levensmiddelen meer vermeldingen of elementen daarvan verplicht worden gesteld dan op grond van verordening (EU) 1169/2011 vereist is. Voor in artikel 44, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011 bedoelde niet voorverpakte levensmiddelen zijn dus uitsluitend de in artikel 9, eerste lid, onder c, van de verordening, bedoelde vermeldingen verplicht (vermelden van stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken).

Tegen de delegatie aan de minister in artikel 10 bestaat geen bezwaar, aangezien de desbetreffende bepalingen in verordening (EU) 1169/2011 de minister, behoudens op ondergeschikte punten, geen ruimte laten voor het maken van keuzen van beleidsinhoudelijke aard. Hierbij is van belang dat Nederland de Europese Commissie en de andere lidstaten op de voet van artikel 45 van verordening (EU) 1169/2011 vooraf van de beoogde nationale maatregelen in kennis moet stellen, onder opgave van de redenen die deze nationale maatregelen rechtvaardigen. In het kader van dat artikel 45 worden de beoogde nationale maatregelen besproken in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Nederland mag beoogde nationale maatregelen slechts vaststellen indien de Europese Commissie ter zake geen negatief advies heeft uitgebracht. Nadere bijzonderheden inzake deze kennisgevingprocedure zijn te vinden in artikel 45 van verordening (EU) 1169/2011.

Bij de artikelen 11 en 12 zijn regels gesteld inzake het in Nederland gebruiken van een voedselkeuzelogo. Tot de inwerkingtreding van dit besluit waren identieke bepalingen opgenomen in de artikelen 1, derde lid, en 11a, van het VIL.

Artikel 11 stelt de voorwaarden vast waaronder desgewenst bij levensmiddelen een voedselkeuzelogo gebruikt mag worden. Uitgangspunt daarbij is dat het logo en de bijbehorende gebruiksvoorwaarden zijn ontwikkeld door representatieve organisaties van producenten en verhandelaren.

Het logo mag niet worden gevoerd bij alcoholbevattende dranken, gezien het ongewenste signaal dat daarvan uit kan gaan. Het mag evenmin gebruikt worden ten aanzien van zuigelingenvoeding, opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte eet- of drinkwaren op basis van granen en babyvoeding als bedoeld in de Warenwetregeling Babyvoeding, en dieetvoeding voor medisch gebruik, gezien de strenge wettelijke eisen voor de samenstelling van deze producten. De laatste categorie waarbij het logo niet gevoerd mag worden betreft voedingssupplementen, aangezien binnen die categorie niet goed een «gezonde keuze» kan worden gemaakt (eerste lid, onder a).

Het logo zelf dient begrijpelijk te zijn voor de consument (eerste lid, onder b), en het mag alleen gebruikt worden ten aanzien van bepaalde levensmiddelen die daadwerkelijk een bepaalde gezonde(re) samenstelling hebben. Voorts dienen de in het Nederlands gestelde regels voor het gebruik ervan beschikbaar te zijn op internet (eerste lid, onder c).

De laatste voorwaarde is dat goedkeuring door de minister vereist is (eerste lid, onder d). Deze goedkeuring zal door de minister bekend worden gemaakt in de Staatscourant, aldus artikel 11, vierde lid, van dit besluit.

In artikel 11, tweede en derde lid, is beschreven waar een verzoek tot goedkeuring van het voedselkeuzelogo wordt ingediend, in welke gevallen de goedkeuring verleend wordt en wanneer een reeds verleende goedkeuring kan worden ingetrokken.

Krachtens artikel 11, vijfde lid, kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld inzake het eerste lid. Op basis van de tweede volzin van dat lid kan bij die ministeriële regeling worden bepaald dat de goedkeuring van het voedselkeuzelogo en de regels voor het gebruik ervan, slechts voor een bepaalde tijd wordt verleend. Hiermee is beoogd zeker te stellen dat de gebruiksregels van het logo in overstemming blijven met de nieuwste wetenschappelijke inzichten inzake gezonde voeding.

Voor nadere bijzonderheden, onder andere inzake de toepassing van artikel 23 van verordening (EG) 1924/2006, zij verwezen naar de nota van toelichting bij het besluit van 8 november 2011 (Stb. 2011, 550).

Bij artikel 13 is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aangewezen als bevoegde autoriteit, bedoeld in de verordeningen (EG) 1924/2006 en 110/2008. Deze aanwijzingen zijn niet nieuw. Identieke bepalingen waren tot de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen in artikel 2a, tweede lid, van het VIL, en artikel 2a, eerste lid, van het WEL.

Bij artikel 14 is voor alle zekerheid aan de minister de bevoegdheid verleend nadere regels te stellen, voor zover die noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering (operationalisering) van de desbetreffende EU-verordeningen. Artikel 14, onder a en b, zijn geen nieuwe voorschriften. Identieke bepalingen waren tot de inwerkingtreding van dit besluit opgenomen in artikel 2a, derde lid, van het VIL, en artikel 2a, tweede lid, van het WEL.

Bij artikel 15 is een verwijzing in het Besluit prijsaanduiding producten naar artikel 14, eerste lid, van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar Bijlage IX, punt 5, van verordening (EU) 1169/2011. Deze verwijzing heeft betrekking op de wijze waarop het uitlekgewicht van bepaalde producten vermeld moet worden.

Bij artikel 16 is een verwijzing in artikel 5, tweede lid, van het Glasartikelenbesluit (Warenwet), naar de artikelen 23 en 24, eerste lid, van het WEL, vervangen door een concrete tekst. De betekenis van dit aldus gewijzigde artikel 5, tweede lid, is inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van de situatie direct voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Bij artikel 17 zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (verder: BBL). Deze wijzigingen waren noodzakelijk gezien het van toepassing worden van verordening (EU) 1169/2011 en de intrekking van het WEL.

Bij artikel 17, onder A, is een definitie van verordening (EU) 1169/2011 toegevoegd aan artikel 1 van het BBL.

Bij artikel 17, onder B, is een verwijzing in artikel 2, elfde lid, van het BBL, naar artikel 5, eerste lid, onder d, van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 24, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011. Deze verwijzing heeft betrekking op de uiterste consumptiedatum.

Bij artikel 17, onder C, is een verwijzing in artikel 15, tweede lid, van het BBL, naar artikel 17 van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 24, eerste lid, van verordening (EU) 1169/2011. Ook deze verwijzing heeft betrekking op de uiterste consumptiedatum.

Bij artikel 18 zijn enkele – in verband met het voorgaande noodzakelijke – wijzigingen aangebracht in de bijlage bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Bepalingen inzake het ingetrokken VIL en WEL zijn geschrapt, terwijl bepalingen inzake dit besluit zijn ingevoegd. Overtreding van de in artikel 2 van dit besluit genoemde voorschriften wordt beboet met een bedrag van € 525,– voor de kleine bedrijven (50 of minder werknemers) en een bedrag van € 1050,– voor de zogenaamde grote bedrijven (meer dan 50 werknemers). Overtreding van de hier in het geding zijnde voorschriften vertonen, voor zover zij door een bestuurlijke boete kunnen worden afgedaan, een goed vergelijkbare mate van (geringe) ernst. Voor een verdere toelichting inzake de hoogte van deze bedragen zij verwezen naar de nota van toelichting bij het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.

Bij artikel 19 is een algemene verwijzing naar het WEL in artikel 20, aanhef, van het Warenwetbesluit Cacao en chocolade, vervangen door een algemene verwijzing naar verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 20 zijn verwijzingen in artikel 10, tweede lid, van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren, naar enkele bepalingen in het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door verwijzingen naar de artikelen 4, eerste lid, en 6, van dit besluit. Deze verwijzingen betreffen het vermelden van de partij waartoe een levensmiddel behoort, en het in bepaalde gevallen vermelden van een behandeling met ioniserende stralen. De betekenis van het aldus gewijzigde artikel 10, tweede lid, van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren, is niet gewijzigd ten opzichte van de situatie direct voor de inwerkingtreding van dit besluit.

Bij artikel 21 is een algemene verwijzing in artikel 6, eerste lid, van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten, naar het WEL, vervangen door een algemene verwijzing naar verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 22 zijn algemene verwijzingen naar het WEL in de artikelen 13 en 15 van het Warenwetbesluit honing, telkens vervangen door een algemene verwijzing naar verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 23 is een verwijzing in artikel 18 van het Warenwetbesluit Meel en brood naar de artikelen 5 en 25 van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 9, eerste lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011. Op grond van zowel het oude als het gewijzigde artikel 18 van het Warenwetbesluit Meel en brood, hoeft bij brood met een bepaalde gereserveerde aanduiding, geen nettohoeveelheid te worden vermeld. Nederland is bevoegd deze nationale bepaling te handhaven op de voet van artikel 42 van verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 24 zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding.

Bij artikel 24, onder A, is een definitie van verordening (EU) 1169/2011 toegevoegd aan artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding.

Bij artikel 24, onder B, is een verwijzing in artikel 5 van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding naar een bepaling in het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 2, tweede lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011. Deze verwijzing heeft betrekking op hetgeen verstaan dient te worden onder een «voorverpakt levensmiddel». Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de betekenis van artikel 5 van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding.

Bij artikel 24, onder C, is een algemene verwijzing in artikel 7, eerste en tweede lid, van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding, naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een algemene verwijzing naar verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 25 is een verwijzing in artikel 16 van het Warenwetbesluit suikers naar artikel 5, eerste lid, onder c, van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 9, eerste lid, onder e, van verordening (EU) 1169/2011. Op grond van zowel het oude als het gewijzigde artikel 16 van het Warenwetbesluit suikers, hoeft bij bepaalde voorverpakte waren met een gewicht van minder dan 20 g, de nettohoeveelheid niet te worden vermeld. Nederland is bevoegd deze nationale bepaling te handhaven krachtens artikel 42 van verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 26 zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002. Artikel 23, eerste lid, onder b, van dat besluit schrijft voor dat bij bepaalde verduurzaamde vruchtenproducten het totale gehalte aan suikers per 100 g van de waar vermeld moet worden. Artikel 23, tweede lid, van dat besluit bepaalde evenwel dat die vermelding niet verplicht is indien bij de desbetreffende waar een «bewering inzake de voedingswaarde» is vermeld als bedoeld in het VIL en als gevolg daarvan het vermelden van de voedingswaarde van die waar verplicht is.

Het vermelden van de voedingswaarde van een levensmiddel is tot 13 december 2016 niet verplicht: fabrikanten of verhandelaren kunnen daar tot die datum op vrijwillige basis voor kiezen. Deze vrijwillige voedingswaardevermelding dient te voldoen aan de artikelen 30 tot en met 35 van verordening (EU) 1169/2011. Vanaf 13 december 2016 dient evenwel bij vrijwel alle levensmiddelen een voedingswaardevermelding te worden aangebracht. Slechts de in bijlage V, van verordening (EU) 1169/2011, genoemde levensmiddelen zijn vrijgesteld van de verplichte voedingswaardevermelding. Dit alles blijkt uit de artikelen 9, eerste lid, onder l, en 55, tweede alinea, en bijlage V, van verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 26, onder A, is een definitie van verordening (EU) 1169/2011 toegevoegd aan artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002.

Bij artikel 26, onder B, is de verwijzing in artikel 23, tweede lid, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002, naar artikel 1, eerste lid, onder f, van het inmiddels ingetrokken VIL (inzake de «bewering inzake de voedingswaarde»), vervangen door een verwijzing naar de artikelen 30 tot en met 35 van verordening (EU) 1169/2011. De betekenis van dit artikel 23, tweede lid, is hierdoor evenwel niet veranderd. Artikel 23, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002, is niet van toepassing indien bij de desbetreffende waar – op vrijwillige basis – een voedingswaardevermelding is aangebracht.

Gezien het voorgaande zal artikel 23, eerste lid, onder b, en tweede lid, van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002, overigens met ingang van 13 december 2016 dienen te vervallen. Te zijner tijd zal een ander besluit daarvoor zorgen. Vanaf dat tijdstip is voedingswaardevermelding immers verplicht bij (vrijwel) alle levensmiddelen.

Bij artikel 26, onder C, is de verwijzing in artikel 24 van het Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002, naar artikel 7, eerste lid, van het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 18, tweede lid, van verordening (EU) 1169/2011.

Bij artikel 27 is artikel 1, eerste lid, onder e, van het Warenwetbesluit Verpakte waters gewijzigd. In de definitie van «voorverpakt» is een verwijzing naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar verordening (EU) 1169/2011. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de betekenis van deze definitie.

Bij artikel 28 zijn enkele verwijzingen in het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door verwijzingen naar verordening (EU) 1169/2011. Deze verwijzingen hebben betrekking op de begrippen «verpakking» en «voorverpakt» en hebben geen gevolgen voor de betekenis van deze begrippen.

Bij de artikelen 1, eerste lid, onder g, 7 en 12, onder a, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten zijn regels gesteld inzake gehakt. Dit «Nederlandse gehakt», gedefinieerd in artikel 1, eerste lid, onder g, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, is een wezenlijk ander product dan «gehakt vlees» en de diverse soorten gehakt als bedoeld in bijlage VI, deel B, van verordening (EU) 1169/2011 en bijlage I, punt 1.6, van verordening (EG) 853/20049.

Het Europese «gehakt vlees» en «gehakt» zijn vlees zonder been, dat in kleine stukken is gehakt en minder dan 1% zout bevat. Het Nederlandse gehakt is vlees waaraan levensmiddelen, kruiderijen of levensmiddelenadditieven zijn toegevoegd, dat al dan niet toebereid is, en dat op een of andere wijze sterk verkleind is zodat het kneedbaar is.

De desbetreffende voorschriften inzake «gehakt» in de artikelen 7 en 12, van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, zijn dus niet in strijd met verordening (EU) 1169/2011, en konden daarom worden gehandhaafd.

Bij artikel 29 zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit voedingssupplementen.

Bij artikel 29, onder A, is een definitie van verordening (EU) 1169/2011 toegevoegd aan artikel 1, eerste lid, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen.

Bij artikel 29, onder B en C, zijn verwijzingen in de artikelen 2, tweede lid, en 6, eerste lid, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen, naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door verwijzingen naar verordening (EU) 1169/2011. Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de betekenis van de betrokken artikelen.

Bij artikel 29, onder D, is een verwijzing in artikel 7, eerste lid, onder b, van het Warenwetbesluit voedingssupplementen, naar de bijlage bij het inmiddels ingetrokken VIL, vervangen door een verwijzing naar bijlage XIII, deel A, van verordening (EU) 1169/2011. Deze wijziging heeft niet geleid tot inhoudelijk andere voorschriften.

Bij artikel 30 zijn enkele wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit Zuivel.

Bij artikel 30, onder A, is een verwijzing in artikel 8, vierde lid, van het Warenwetbesluit Zuivel, naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 19, eerste lid, onder d, van verordening (EU) 1169/2011. Op grond van deze gewijzigde bepaling blijft het vermelden van een lijst van ingrediënten niet verplicht bij als «yoghurt», «halfvolle yoghurt» of «magere yoghurt» aangeduide waren.

Nederland is bevoegd deze nationale bepaling te handhaven op basis van artikel 19, eerste lid, onder d, van verordening (EU) 1169/2011. Van belang hierbij is dat uit de Duitse, Engelse, Franse en Spaanse taalversies van verordening (EU) 1169/2011 blijkt dat in de Nederlandse versie van de verordening sprake is van een vertaalfout in artikel 19, eerste lid, onder d, van de verordening. In het Nederlands is sprake van «gezuurde melk en gezuurde room», terwijl de vier andere taalversies verwijzen naar fermentierter Milch und Sahne, fermented milk and cream, les laits et crèmes fermentés onderscheidenlijk la leche y la nata fermentadas. In de Nederlandstalige versie van de verordening had derhalve «gefermenteerde melk en gefermenteerde room» moeten staan, in plaats van «gezuurde melk en gezuurde room». Yoghurt is gefermenteerde melk, en valt dus binnen de reikwijdte van artikel 19, eerste lid, onder d, van verordening (EU) 1169/2011. Ter voorkoming van verwarring door deze vertaalfout, is het gewenst artikel 8, vierde lid, van het Warenwetbesluit Zuivel niet te laten vervallen.

Bij artikel 30, onder B, is een verwijzing in artikel 12, tweede lid, van het Warenwetbesluit Zuivel, naar het inmiddels ingetrokken WEL, vervangen door een verwijzing naar artikel 8 van dit besluit. Artikel 8 van dit besluit was eerder opgenomen in artikel 27 van het WEL. Deze artikelen hebben betrekking op de informatie die bij bepaalde onverpakte kazen moet worden aangebracht. Nederland is bevoegd het aldus gewijzigde artikel 12, tweede lid, van het Warenwetbesluit Zuivel te handhaven, blijkt uit artikel 44 van verordening (EU) 1169/2011.

Artikel 31 van dit besluit geeft uitvoering aan artikel 53 van verordening (EU) 1169/2011. Bij artikel 53 van verordening (EU) 1169/2011 zijn diverse EU-richtlijnen en een EU-verordening ingetrokken. De in dat artikel 53 bedoelde richtlijnen en verordening waren als volgt geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving:

  • Richtlijn 87/250/EEG: in artikel 21 van het WEL;

  • Richtlijn 90/496/EEG: in het VIL;

  • Richtlijn 1999/10/EG: in artikel 10 van het WEL;

  • Richtlijn 2000/13/EG: in diverse artikelen van het WEL;

  • Richtlijn 2002/67/EG: in artikel 5, eerste lid, onder k, en 21a, van het WEL;

  • Richtlijn 2008/5/EG: in de artikelen 5, eerste lid, onder j, 22a, 22c, 22d, 22e en 22f, van het WEL;

  • Verordening (EG) 608/2004: in artikel 2, derde lid, van het WEL.

Artikel 53 van verordening (EU) 1169/2011 is geïmplementeerd door de intrekking van zowel het WEL als het VIL bij artikel 31 van dit besluit.

Artikel 32 regelt de inwerkingtreding van dit besluit. De daarin vermelde tijdstippen zijn in overeenstemming met artikel 55 van verordening (EU) 1169/2011. Met de inwerkingtreding van dit besluit is afgeweken van de vaste verandermomenten van regelgeving, aangezien in dit geval sprake is van de implementatie van een bindende EU-rechtshandeling.

Transponeringstabel

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen verordening (EU) 1169/2011 en dit besluit.

Verordening (EU) 1169/2011

Warenwetbesluit informatie levensmiddelen

Beschrijving beleidsruimte

artikel 1

1

n.v.t.

artikel 2/bijlage I

artikel 1, 2°, 3°, 5° en 13° streepje

n.v.t.

artikel 3

n.v.t.

artikel 4

n.v.t.

artikel 5

n.v.t.

artikel 6

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 7

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 8, eerste lid

n.v.t.

artikel 8, tweede tot en met achtste lid

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 9.1/bijlage II

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 9.2

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 9.3 en 9.4

n.v.t.

artikel 10.1/bijlage III

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 10.2

n.v.t.

artikel 11

n.v.t.

artikel 12

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 13.1, 13.2/bijlage IV, 13.3 t/m 13.5

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 13.6

n.v.t.

artikel 14.1 en 14.2

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 14.3

-

n.v.t.

artikel 15.1

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 15.2

artikel 3

Zie artikel 15.2 van de verordening

artikel 15.3

n.v.t.

artikel 16.1 en 16.2

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 16.3/bijlage V

n.v.t.

artikel 16.4

n.v.t.

artikel 17/bijlage VI

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 18.1 t/m 18.4/bijlage VII

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 18.5

n.v.t.

artikel 19.1.d

artikel 30, onder A

Zie de toelichting op artikel 30, onder A

artikel 19 overig

n.v.t.

artikel 20

n.v.t.

artikel 21.1

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 21.2

n.v.t.

artikel 22/bijlage VIII

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 23.1 en 23.2

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 23.3/bijlage IX

n.v.t.

artikel 24/bijlage X

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 25

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 26.1, 26.2/bijlage XI, en 26.3

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 26.4 t/m 26.7

n.v.t.

artikel 26.8

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 26.9

n.v.t.

artikel 27

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 28.1

n.v.t.

artikel 28.2/bijlage XII

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 29

n.v.t.

artikel 30.1, 30.2/bijlage XIII en 30.3

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 30.4 t/m 30.7

n.v.t.

artikel 31.1/bijlage XIV

n.v.t.

artikel 31.2 t/m 31.4

n.v.t.

artikel 32/bijlage XV

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 33.1

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 33.2 1° alinea

n.v.t.

artikel 33.2 2° alinea

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 33.3

n.v.t.

artikel 33.4 en 33.5

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 34

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 35.1

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 35.2

Zie artikel 35.2 van de verordening (lidstaten kunnen exploitanten een bepaalde aanbeveling doen)

artikel 35.3 1° alinea

n.v.t.

artikel 35.3 2° alinea

artikel 2.2 en 10 onder a

Zie de toelichting op artikel 10

artikel 35.4 t/m 35.5

n.v.t.

artikel 35.6

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 36

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 37

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 38

Zie artikel 38 van de verordening

artikel 39

artikel 2.2 en 10 onder b

Zie de toelichting op artikel 10

artikel 40 1° alinea

artikel 9

Zie artikel 40, eerste alinea, van de verordening

artikel 40 2° alinea

n.v.t.

artikel 41

n.v.t.

artikel 42

artikel 2.2, 10 onder c, 23 en 25

Zie de toelichting op de artikelen 10, 23 en 25

artikel 43

artikel 2.2 en 10 onder d

Zie de toelichting op artikel 10

artikel 44.1.a

artikel 2.7

 

artikel 44.1.b en 44.2

artikel 2.1

artikel 7 (verpakt)

artikel 8 (onverpakt)

artikel 10, onder e

artikel 30, onder B

Zie de toelichting op de artikelen 7, 8, 10 en 30, onder B

artikel 44.3

n.v.t.

artikel 45

n.v.t.

artikel 46

n.v.t.

artikel 47

n.v.t.

artikel 48

n.v.t.

artikel 49

n.v.t.

artikel 50

n.v.t.

artikel 51

n.v.t.

artikel 52

n.v.t.

artikel 53

artikel 31

n.v.t.

artikel 54.1

n.v.t.

artikel 54.2

artikel 2.7

n.v.t.

artikel 54.3

n.v.t.

artikel 55

artikel 32

n.v.t.

Bijlage VI.B.3

artikelen 2.2 en 10 onder f

Zie de toelichting op artikel 10

X Noot
1

Operationalisering niet vereist.

Administratieve lasten

Nederland heeft ten opzichte van verordening (EU) 1169/2011 geen aanvullende nieuwe nationale voorschriften vastgesteld. Wel zijn drie nationale voorschriften gehandhaafd die noodzakelijk zijn voor de goede voorlichting van de consument. Zie de artikelen 3, 7 en 8 van dit besluit, en de toelichting daarop. Voorts is de nationale versoepeling gehandhaafd voor de etikettering van melk en melkproducten in glazen retourflessen. Zie artikel 9 van dit besluit.

Gezien het voorgaande heeft dit besluit geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft het ook verder geen bedrijfseffecten.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van dit besluit is op 5 december 2012 besproken met de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)10. Enkele suggesties van het ROW voor verbetering van het ontwerpbesluit zijn overgenomen. Tijdens dat overleg is verder gebleken dat het ROW geen bezwaar heeft tegen dit besluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG 2002, L 31).

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van de geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1576/89 van de Raad (PbEU 2008, L 39).

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie (PbEU 2009, L 16).

X Noot
4

Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling (PbEG 1999, L 66).

X Noot
5

Richtlijn 2011/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (PbEU 2011, L 334).

X Noot
6

Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PbEU 2006, L 404, en 2007, L 12).

X Noot
7

Richtlijn 2011/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (PbEU 2011, L 334).

X Noot
8

Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling (PbEG 1999, L 66).

X Noot
9

Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139 en 226).

X Noot
10

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Economische Zaken), van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven