Besluit van 13 mei 2014, houdende wijziging van het Besluit van 21 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit justitiële gegevens in verband met onder meer het verstrekken van justitiële gegevens aan de burgemeester bij de terugkeer van ex-gedetineerden en het versterken van de screening in de taxibranche in verband met de permanente regeling van deze verstrekking

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 april 2014, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 505476;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 april 2014, nr. W03.14.0095/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 9 mei 2014, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 514545;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel II, onderdeel C, van het Besluit van 21 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit justitiële gegevens in verband met onder meer het verstrekken van justitiële gegevens aan de burgemeester bij de terugkeer van ex-gedetineerden en het versterken van de screening in de taxibranche (Stb. 2011, 314) vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.^histnoot

Wassenaar, 13 mei 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de tweeëntwintigste mei 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Deze wijziging geeft de in artikel 11a van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens (Bjsg) geregelde verstrekking van justitiële gegevens een blijvende plaats. Op grond van artikel 11a Bjsg kunnen bepaalde justitiële gegevens van onherroepelijk veroordeelden aan de burgemeester van de gemeente van terugkeer worden verstrekt, ten behoeve van het inschatten door de burgemeester van het risico dat als gevolg van deze terugkeer verstoringen van de openbare orde in zijn gemeente plaats kunnen hebben, zodat zo nodig passende maatregelen genomen kunnen worden om de openbare orde te handhaven.

Deze gegevensverstrekking heeft met het Besluit van 21 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit justitiële gegevens in verband met onder meer het verstrekken van justitiële gegevens aan de burgemeester bij de terugkeer van ex-gedetineerden en het verstrekken van de screening in de taxibranche (Stb. 2011, 314) een regeling gekregen voor de periode van de pilotverstrekkingen en de evaluaties daarvan. Ik heb de Tweede Kamer over de twee uitgevoerde evaluaties geïnformeerd (Kamerstukken II 2009/10, 29 452, nr. 131 en Kamerstukken II 2012/13, 28 684, nr. 383). Op grond van de laatste evaluatie is geconcludeerd dat deze informatieverstrekking een succes is, mede door de zorgvuldige en generieke wijze waarop de informatiestroom is ingericht (Kamerstukken II 2012/13, 28 684, nr. 383). Ik ben dan ook van oordeel dat de in artikel 11a Bjsg geregelde gegevensverstrekking aan de burgemeester ter handhaving van de openbare orde en veiligheid een permanente voortzetting verdient. Ongewijzigd blijft dat in artikel 11a Bjsg wordt geregeld in welke gevallen bepaalde justitiële gegevens kunnen worden verstrekt aan de burgemeester. Dit «kunnen» biedt de mogelijkheid om deze gegevens niet te verstrekken aan alle burgemeesters, maar alleen aan de burgemeesters van de gemeenten die aangesloten zijn op deze informatiestroom. Tevens biedt deze bepaling de mogelijkheid om binnen de informatiestroom te werken met een zogenoemde abonnementsfunctie, hetgeen betekent dat de informatiestroom richting een bepaalde gemeente kan worden beperkt tot een aantal misdrijven.

In het besluit van 21 juni 2011 is in artikel II, onderdeel C, bepaald dat artikel 11a Bjsg per 1 juli 2014 vervalt, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald. Met deze wijziging vervalt deze horizonbepaling uit het besluit van 21 juni 2011, zodat de verstrekking van de in die bepaling genoemde justitiële gegevens aan de burgemeester of de door hem aangewezen ambtenaar een permanente plaats in het Bjsg verkrijgt.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

---

histnoot Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.