Besluit van 25 juni 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing van de in deze wetten strafbaar gestelde feiten, alsmede van enkele andere wettelijke voorschriften van strafvorderlijke aard (Stb. 2013, 225)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 24 juni 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 400242;

Gelet op artikel VIII van de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing van de in deze wetten strafbaar gestelde feiten, alsmede van enkele andere wettelijke voorschriften van strafvorderlijke aard (Stb. 2013, 225);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren, belast met de opsporing van de in deze wetten strafbaar gestelde feiten, alsmede van enkele andere wettelijke voorschriften van strafvorderlijke aard (Stb. 2013, 225) treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 25 juni 2013

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge aanwijzing 174, derde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving en de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 11 december 2009 over de systematiek van vaste verandermomenten, Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309, dient de termijn tussen de publicatiedatum van een wet en het tijdstip van inwerkingtreding minimaal twee maanden te zijn. Omdat inwerkingtreding op 1 juli 2013 deels nodig is voor een effectieve rechtshandhaving en deels wenselijk is vanwege de juridisch-technische reparaties in de wet, maak ik gebruik van de uitzonderingsgronden die worden geboden door aanwijzing 174, vierde lid, onder b en c (spoed- en reparatieregelgeving, zie ook de tabel op pagina 4 van genoemde brief).

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven